Woensdag 20 februari 2013
|
Op de Waddenzeedijk nabij Den Oever |
Noordhollandse aanlooproute naar Santiago de Compostela
Tegen 8.00 uur rijden we Stiens uit, op weg naar De Haukes, over de Afsluitdijk. De ene auto laten we achter in de jachthaven van De Haukes en dan rijden we met de andere auto naar de zeehaven van Den Oever. Hier beginnen we vanmorgen om 9.15 uur aan een meerdaagse langeafstandwandeling van Den Oever naar Amsterdam, of – zoals de wandelgids dat noemt – ‘Van Wad tot IJ’. Dit is de Noordhollandse aanlooproute voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostela, die vanuit Amsterdam het ‘Pelgrimspad’ (LAW7) naar het Belgische Visé kunnen bewandelen.
Deze Noordhollandse aanlooproute heeft een lengte van 135 kilometer, waarvan we vandaag een eerste, korte, traject van ongeveer 15 kilometer zullen wandelen, van Den Oever naar De Haukes.
Den Oever en Oosterland
Op het brede havenparkeerterrein zijn twee vissers bezig hun netten te boeten, als we vanuit deze vissershaven vertrekken. Door de havenmuur wandelen we binnendijks naar de Waddenzeedijk, die we oversteken, om aan de zeekant langs de zeedijk in de richting van het dijkdorpje Oosterland te lopen. Over de Waddenzeedijk zien we links van ons de binnendijks gelegen spitse kerktoren van de 12e eeuwse Michaëlskerk, één van de oudste kerken van Noord-Holland.
Stroe en Noordburen
We lopen om de Kleiput Vatrop van Oosterland heen en gaan dan binnendijks verder in de richting van het dorpje Stroe. Het is behoorlijk fris bij een temperatuur van 2 graden Celsius en een straffe oostenwind, maar ingepakt in onze winterwandelkleding is die temperatuur en wind voor Durkje en mij geen probleem.
In Stroe passeren we eerst het eeuwenoude kerkhof op een kleine ronde heuvel en verderop de Museumboerderij Jan Lont, die later op de dag geopend zal zijn voor bezoekers.
We lopen daarna door naar het dorpje Noordburen. Het valt ons op dat hier in deze dorpjes bijzonder veel huizen te koop staan.
Hippolytushoef en Wieringen
We gaan verder en komen al spoedig in Hippolytushoef. De hoogste tijd voor een kop koffie. De eerste café’s die we passeren, zijn gesloten, maar achter de Hippolytuskerk vinden we een dorpscafé dat wel open is voor gasten. In dit warme, bruine café genieten we van de versgezette koffie. Als we naar buiten kijken, zien we dat de zon inmiddels behoorlijk is doorgebroken, dus die schijnt nu volop. Een mooi vooruitzicht om straks verder te kunnen in de heerlijke winterzon.
Vlak buiten Hippolytushoef gaan we door een fietsers- en voetgangstunnel onder de autoweg van Den Oever naar Den Helder door. We lopen door een glooiend landschap, dat door immense ijsmassa’s al in de IJstijd in deze vorm is ontstaan. Het gebied waar we nu doorheen lopen, was vroeger een eiland, bestaande uit met zand afgedekte keileemgronden. Het is een prachtig open heuvelachtig landschap om doorheen te lopen.
Hoelmer Wierdijk en De Haukes
Buiten Hippolytushoef volgen enkele lange rechte asfalttrajecten. Via een doodlopend weggetje komen we op de Hoelmerdijk. Hooggelegen via een schelpenpaadje op de Hoelmer Wierdijk lopen we langs de brede poldervaart in de richting van onze bestemming voor vandaag. Deze Hoelmerdijk is een eeuwenoude Wierdijk, als zeekering aangelegd en opgehoogd met zeegras (wier), volgens een methode van waterkering die al in de 14e eeuw hier in deze kustregio werd toegepast. Op de plaatsen waar de grasbegroeiing door weersinvloeden is verdwenen, zie je dikke lagen zeewier als toegepast dijkmateriaal. Aan de gedroogde bovenzijde is het krijtachtige zeewier duidelijk zichtbaar.
Jachthaven tussen De Haukes en het Amstelmeer
Aan het einde van de Hoelmerdijk arriveren we in het dorpje De Haukes, ons eindpunt voor vandaag. Via een smal voetpad langs de poldervaart lopen we aan de voet van de oude zeekering naar de jachthaven van De Haukes, die hier in verbinding staat met het Amstelmeer.
Het is bijna 12.30 uur als we de jachthaven van De Haukes binnen wandelen. Met onze ene auto halen we de andere auto uit Den Oever en dan rijden we door naar Schagen, waar we twee nachten zullen overnachten.
Vanavond moet ik nog even naar de Vrije Universiteit in Amsterdam/Amstelveen, waar we als leden van de Benoemingsadviescommissie van de Ledenraad van de VU-Vereniging in gesprek gaan met twee kandidaat-leden voor de Raden van Toezicht van de Stichting VU-VUmc en van Stichting Windesheim, en dan gaan Durkje en ik morgen verder op dit Noordhollandse pelgrimspad.