Zondag 28 februari 2010
Toen ik op 9 februari 2010 tijdens mijn werkbezoek in Stenden hogeschool in Emmen was, viel mijn oog op een werkstuk dat op de vloer tegen een muur stond. Waarschijnlijk is het gemaakt door een student van de Christelijke Opleiding tot Leraar Basisonderwijs, want dit mooie werkstuk stond op de afdeling waar deze opleiding in het hogeschoolgebouw wordt aangeboden.
Wellicht is het inmiddels opgehangen tegen de muur aldaar, want zo'n knap stuk werk verdient het in elk geval om tentoongesteld te worden. Van wie het is en of het een werktitel kreeg, is mij niet bekend, maar mooi is het wel. Of zoals ze wellicht in Drenthe zouden zeggen: "schier waark".
zondag 28 februari 2010
zaterdag 27 februari 2010
Fiets- en Wandelbeurs 2010 in Amsterdam
Zaterdag 27 februari 2010
Vandaag en morgen kun je in de RAI te Amsterdam de "Fiets- en Wandelbeurs 2010" bezoeken. Voor liefhebbers van lange afstandsfietsen en -wandelen is deze jaarlijkse beurs een aanrader. Ook onze Stichting Jabikspaad Fryslân is evenals in de afgelopen jaren met een beursstand aanwezig om langeafstandswandelaars en -fietsers te attenderen op het Jabikspaad, dat de Fries-Overijsselse aanlooproute is voor Nederlandse pelgrims, die wandelend of fietsend naar Santiago de Compostela gaan pelgrimeren. Om ons verder te oriënteren op onze eigen pelgrimage naar het Spaanse Santiago de Compostela bezoeken Durkje en ik vandaag deze themabeurs. Onze autopassagiers Baukje & Rauke zetten we vanmorgen af bij station Amsterdam Zuid, want zij bezoeken tijdens ons beursbezoek het centrum van Amsterdam, ter sightseeing en shopping in deze "City of Amsterdam".
Vanwege het ruimtegebrek en het succes van de afgelopen jaren, is de beurs ten opzicht van de voorgaande jaren uitgebreid met een beurshal. Door deze extra hal heeft de Fiets- en Wandelbeurs nu 21.000 vierkante meter aan beurshallen, zalen en lounges met ruim 400 standhouders. Zo passeren Durkje en ik vandaag bijvoorbeeld: reisorganisaties, verkeersbureaus, buitensportzaken, vakantiefietsspecialisten, reisboekhandels, wandelschoenmakers, maar ook veel beursstand omtrent aantrekkelijke wandelpaden en fietsroutes. Verschillende vormen van fietsen en wandelen komen op deze beurs ruim aan bod.
Veel van wat een fietser of wandelaar nodig heeft voor een geslaagde tocht of vakantie is hier aanwezig: van een fiets op maat tot de juiste wandelschoen. Het assortiment aan wandel- en fietsreizen dekt een groot deel van de wereld: van zelfgeplande tot geheel verzorgde reizen; en voor elke leeftijd en interesse is er wel iets te vinden. Zo is deze beurs een must voor iedere liefhebber van wandelen en fietsen tijdens vakantie en overige vrije tijd. De Fiets- en Wandelbeurs is ook bedoeld als een belevingsbeurs. Desalniettemin was onze conclusie dat beleving en materiaalaanbod (bv. trekkerstenten) wat op de achtergrond bleef ten opzichte van het enorme (veelal papieren) informatieaanbod óver wandelen en fietsen.
Onze beursstand van de Stichting Jabikspaad Fryslân staat in het zogenoemde "Pelgrimspaviljoen". In dit paviljoen staan bijvoorbeeld de pelgrimstochten naar Rome, Jeruzalem en Santiago de Compostela centraal. De standbemanning voor het Jabikspaad bestaat vandaag uit de twee stichtingsbestuursleden Klaske Wijbenga en Janneke Schievink met Gerlof Katuin èn Willem Jan Topma, één van de routebeheerders van het Jabikspaad. Ze hebben het druk met z'n vieren om de belangstellende wandelaars en fietsers te informeren over alle ins en outs omtrent het Jabikspaad, het wandelpad dat begint in het Friese Sint-Jacobiparochie en eindigt in het Overijsselse Hasselt. Geïnteresseerden nemen visitekaartjes mee met de verwijzing naar onze website http://www.jabikspaad.nl/ of ze nemen een uitgebreide brochure over de route mee. En voor wie al heeft besloten dit mooie pelgrimspad te gaan lopen, is er de mogelijkheid om de wandelgids ter plekke te kopen en direct mee te nemen.
De wandelgids van het Jabikspaad wordt goed verkocht, dus we mogen ervan uitgaan dat ook in het komende wandelseizoen weer veel wandelaars en fietsers zullen gaan genieten van dit mooie wandelpad, dat de aanlooproute vormt van het veel langere internationale pelgrimspad naar het Spaanse Santiago de Compostela. Dat het Jabikspaad je verliefd kan maken op wandelen in het algemeen en pelgrimeren in het bijzonder, is geen sprookje, want behalve dat het Durkje en mij aanzette om te gaan pelgrimeren, hebben we inmiddels al veel meer voorbeelden van wandelaars en fietsers ontmoet, die het Jabikspaad als essentiële opstap voor hun grote pelgrimsreis hebben beleefd.
Vandaag en morgen kun je in de RAI te Amsterdam de "Fiets- en Wandelbeurs 2010" bezoeken. Voor liefhebbers van lange afstandsfietsen en -wandelen is deze jaarlijkse beurs een aanrader. Ook onze Stichting Jabikspaad Fryslân is evenals in de afgelopen jaren met een beursstand aanwezig om langeafstandswandelaars en -fietsers te attenderen op het Jabikspaad, dat de Fries-Overijsselse aanlooproute is voor Nederlandse pelgrims, die wandelend of fietsend naar Santiago de Compostela gaan pelgrimeren. Om ons verder te oriënteren op onze eigen pelgrimage naar het Spaanse Santiago de Compostela bezoeken Durkje en ik vandaag deze themabeurs. Onze autopassagiers Baukje & Rauke zetten we vanmorgen af bij station Amsterdam Zuid, want zij bezoeken tijdens ons beursbezoek het centrum van Amsterdam, ter sightseeing en shopping in deze "City of Amsterdam".
Vanwege het ruimtegebrek en het succes van de afgelopen jaren, is de beurs ten opzicht van de voorgaande jaren uitgebreid met een beurshal. Door deze extra hal heeft de Fiets- en Wandelbeurs nu 21.000 vierkante meter aan beurshallen, zalen en lounges met ruim 400 standhouders. Zo passeren Durkje en ik vandaag bijvoorbeeld: reisorganisaties, verkeersbureaus, buitensportzaken, vakantiefietsspecialisten, reisboekhandels, wandelschoenmakers, maar ook veel beursstand omtrent aantrekkelijke wandelpaden en fietsroutes. Verschillende vormen van fietsen en wandelen komen op deze beurs ruim aan bod.
Veel van wat een fietser of wandelaar nodig heeft voor een geslaagde tocht of vakantie is hier aanwezig: van een fiets op maat tot de juiste wandelschoen. Het assortiment aan wandel- en fietsreizen dekt een groot deel van de wereld: van zelfgeplande tot geheel verzorgde reizen; en voor elke leeftijd en interesse is er wel iets te vinden. Zo is deze beurs een must voor iedere liefhebber van wandelen en fietsen tijdens vakantie en overige vrije tijd. De Fiets- en Wandelbeurs is ook bedoeld als een belevingsbeurs. Desalniettemin was onze conclusie dat beleving en materiaalaanbod (bv. trekkerstenten) wat op de achtergrond bleef ten opzichte van het enorme (veelal papieren) informatieaanbod óver wandelen en fietsen.
Onze beursstand van de Stichting Jabikspaad Fryslân staat in het zogenoemde "Pelgrimspaviljoen". In dit paviljoen staan bijvoorbeeld de pelgrimstochten naar Rome, Jeruzalem en Santiago de Compostela centraal. De standbemanning voor het Jabikspaad bestaat vandaag uit de twee stichtingsbestuursleden Klaske Wijbenga en Janneke Schievink met Gerlof Katuin èn Willem Jan Topma, één van de routebeheerders van het Jabikspaad. Ze hebben het druk met z'n vieren om de belangstellende wandelaars en fietsers te informeren over alle ins en outs omtrent het Jabikspaad, het wandelpad dat begint in het Friese Sint-Jacobiparochie en eindigt in het Overijsselse Hasselt. Geïnteresseerden nemen visitekaartjes mee met de verwijzing naar onze website http://www.jabikspaad.nl/ of ze nemen een uitgebreide brochure over de route mee. En voor wie al heeft besloten dit mooie pelgrimspad te gaan lopen, is er de mogelijkheid om de wandelgids ter plekke te kopen en direct mee te nemen.
De wandelgids van het Jabikspaad wordt goed verkocht, dus we mogen ervan uitgaan dat ook in het komende wandelseizoen weer veel wandelaars en fietsers zullen gaan genieten van dit mooie wandelpad, dat de aanlooproute vormt van het veel langere internationale pelgrimspad naar het Spaanse Santiago de Compostela. Dat het Jabikspaad je verliefd kan maken op wandelen in het algemeen en pelgrimeren in het bijzonder, is geen sprookje, want behalve dat het Durkje en mij aanzette om te gaan pelgrimeren, hebben we inmiddels al veel meer voorbeelden van wandelaars en fietsers ontmoet, die het Jabikspaad als essentiële opstap voor hun grote pelgrimsreis hebben beleefd.
vrijdag 26 februari 2010
Water: a way of life
Vrijdag 26 februari 2010
Vorig jaar november 2010 kreeg ik van mijn twee collega's Ann Mannen en Anne Klaas Schilder van Stenden hogeschool het in 2009 uitgegeven boek aangeboden, dat is geschreven door een lid van de Raad van Advies van één van onze nieuwe opleidingen van Stenden hogeschool. Het is het boek “Water: a way of life”, met als subtitel : “Sustainable water management in a cultural context”, geschreven door ons werkveldadviesraadslid drs. Linda Reijerkerk MDR en drs. Lida Schelwald-van der Kley.
Linda Rijerkerk is sinds 1985 als cultureel antropoloog en internationaal consultant in water management werkzaam in Europa, Afrika, Azië en Zuid-Amerika. In 1997 specialiseerde ze zich in mediation en inmiddels is ze directeur van het “Centre for Conflict Resolution”, gespecialiseerd in mediation & onderhandelen. Haar specifieke belangstelling gaat uit naar het oplossen van water-gerelateerde conflicten.
In zes interessante hoofdstukken voeren de beide auteurs je door de wereld van waterbeheer. Ze wijzen erop dat wereldwijd meer aandacht geschonken moet worden aan de culturele aspecten van waterbeheer en ze maken duidelijk dat waterbeheer duurzamer kan worden door rekening te houden met de culturele aspecten ervan. Met die specifieke, smalle focus kun je dit boek gaan lezen, maar dan laat je mijns inziens teveel van het waarde(n)volle gedachtegoed van dit boek liggen. Eigenlijk kun je de missie van Reijerkerk & Schelwald-van der Kley breder trekken, omdat je de culturele aspecten ook in heel veel andere contexten kunt plaatsen waar mensen nationaal en internationaal met elkaar samenwerken. Water is voor dit boekthema en voor deze auteursmissie een wel heel geschikt object, want water is één van de meest essentiële elementen voor alle leven op aarde.
Hoofdstuk 1 – “Introduction to water & culture” – gaat over het belang van de culturele dimensie in waterbeheer. Het gaat dan over cultuur, die zich manifesteert in bijvoorbeeld:
- Values and Beliefs;
- Traditions, Rituals and Practices;
- Symbols and Artefacts.
Hoofdstuk 2 – “Water: a source of life”- wijst je er op dat water bron van en voor alle leven op aarde is en dan is het nog maar een kleine stap om duidelijk te maken hoe delicaat het evenwicht is tussen enerzijds water en anderzijds mens & samenleving; of het nu gaat om een tekort aan water (droogte) of een overschot aan water (overstroming).
Hoofdstuk 3 – “Water: a source of inspiration” – gaat over de spirituele en religieuze aspecten van water en wijst je erop dat je daar rekening mee moet houden als je waar dan ook ter wereld wilt ingrijpen in de al eeuwenoude waterhuishouding. Achtereenvolgens wordt de rol van water besproken bij natuurgodsdiensten, bij het Hindoeïsme, het Boeddhisme, het Jodendom, het Christendom, de Islam en enkele andere wereldreligies zoals Taoïsme en Bahá’í.
Hoofdstuk 4 – “Water: a source of power”- laat zien op welke wijze water relaties heeft met krachten en machten. De kracht van water wordt bijvoorbeeld bij stuwdammen gebruikt ten behoeve van electriciteitsopwekking. Maar water kan ook een machtsmiddels zijn, zoals bijvoorbeeld in Nederland bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie of daar waar waterstromen worden gekeerd of omgeleid, opdat verderop gelegen gebieden verstoken blijven van de noodzakelijke watertoevoer voor bijvoorbeeld consumptie of landbouw.
Hoofdstuk 5 – “Water: a source of cooperation or of conflict” – laat zien dat de toegang tot het water en de controle over het water enerzijds kan leiden tot regionale conflicten (bv. in het Midden-Oosten) en anderzijds ook bron kan zijn van internationale samenwerking (bv. het landenverdrag van de Europese staten waar de rivier de Rijn doorheen stroomt).
Hoofdstuk 6 – “Water: a source of sustainability”- brengt alle voorgaande hoofdstukken weer bij elkaar door antwoorden te formuleren op vraagstukken als hoe culturele factoren meegenomen kunnen worden om allerlei vormen van water management duurzamer te maken. Dan gaat het onder andere over overheden, het bedrijfsleven, waterbeheerders, wetenschappers, docenten, gemeenschappen, vrouwen & kinderen en boeren & vissers.
Het boek sluit af met:
- Success factors for sustainable intercultural water management;
- Do’s and don’ts for successful intercultural water management.
Die zijn handig voor verantwoord waterbeheer, maar je zou ze ook heel goed kunnen gebruiken op terreinen als internationale handel, klimaatbeleid, humanitaire hulpverlening, milieubescherming, ontwikkelingssamenwerking en ook nog prima voor de Olympische Spelen.
Vorig jaar november 2010 kreeg ik van mijn twee collega's Ann Mannen en Anne Klaas Schilder van Stenden hogeschool het in 2009 uitgegeven boek aangeboden, dat is geschreven door een lid van de Raad van Advies van één van onze nieuwe opleidingen van Stenden hogeschool. Het is het boek “Water: a way of life”, met als subtitel : “Sustainable water management in a cultural context”, geschreven door ons werkveldadviesraadslid drs. Linda Reijerkerk MDR en drs. Lida Schelwald-van der Kley.
Linda Rijerkerk is sinds 1985 als cultureel antropoloog en internationaal consultant in water management werkzaam in Europa, Afrika, Azië en Zuid-Amerika. In 1997 specialiseerde ze zich in mediation en inmiddels is ze directeur van het “Centre for Conflict Resolution”, gespecialiseerd in mediation & onderhandelen. Haar specifieke belangstelling gaat uit naar het oplossen van water-gerelateerde conflicten.
In zes interessante hoofdstukken voeren de beide auteurs je door de wereld van waterbeheer. Ze wijzen erop dat wereldwijd meer aandacht geschonken moet worden aan de culturele aspecten van waterbeheer en ze maken duidelijk dat waterbeheer duurzamer kan worden door rekening te houden met de culturele aspecten ervan. Met die specifieke, smalle focus kun je dit boek gaan lezen, maar dan laat je mijns inziens teveel van het waarde(n)volle gedachtegoed van dit boek liggen. Eigenlijk kun je de missie van Reijerkerk & Schelwald-van der Kley breder trekken, omdat je de culturele aspecten ook in heel veel andere contexten kunt plaatsen waar mensen nationaal en internationaal met elkaar samenwerken. Water is voor dit boekthema en voor deze auteursmissie een wel heel geschikt object, want water is één van de meest essentiële elementen voor alle leven op aarde.
Hoofdstuk 1 – “Introduction to water & culture” – gaat over het belang van de culturele dimensie in waterbeheer. Het gaat dan over cultuur, die zich manifesteert in bijvoorbeeld:
- Values and Beliefs;
- Traditions, Rituals and Practices;
- Symbols and Artefacts.
Hoofdstuk 2 – “Water: a source of life”- wijst je er op dat water bron van en voor alle leven op aarde is en dan is het nog maar een kleine stap om duidelijk te maken hoe delicaat het evenwicht is tussen enerzijds water en anderzijds mens & samenleving; of het nu gaat om een tekort aan water (droogte) of een overschot aan water (overstroming).
Hoofdstuk 3 – “Water: a source of inspiration” – gaat over de spirituele en religieuze aspecten van water en wijst je erop dat je daar rekening mee moet houden als je waar dan ook ter wereld wilt ingrijpen in de al eeuwenoude waterhuishouding. Achtereenvolgens wordt de rol van water besproken bij natuurgodsdiensten, bij het Hindoeïsme, het Boeddhisme, het Jodendom, het Christendom, de Islam en enkele andere wereldreligies zoals Taoïsme en Bahá’í.
Hoofdstuk 4 – “Water: a source of power”- laat zien op welke wijze water relaties heeft met krachten en machten. De kracht van water wordt bijvoorbeeld bij stuwdammen gebruikt ten behoeve van electriciteitsopwekking. Maar water kan ook een machtsmiddels zijn, zoals bijvoorbeeld in Nederland bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie of daar waar waterstromen worden gekeerd of omgeleid, opdat verderop gelegen gebieden verstoken blijven van de noodzakelijke watertoevoer voor bijvoorbeeld consumptie of landbouw.
Hoofdstuk 5 – “Water: a source of cooperation or of conflict” – laat zien dat de toegang tot het water en de controle over het water enerzijds kan leiden tot regionale conflicten (bv. in het Midden-Oosten) en anderzijds ook bron kan zijn van internationale samenwerking (bv. het landenverdrag van de Europese staten waar de rivier de Rijn doorheen stroomt).
Hoofdstuk 6 – “Water: a source of sustainability”- brengt alle voorgaande hoofdstukken weer bij elkaar door antwoorden te formuleren op vraagstukken als hoe culturele factoren meegenomen kunnen worden om allerlei vormen van water management duurzamer te maken. Dan gaat het onder andere over overheden, het bedrijfsleven, waterbeheerders, wetenschappers, docenten, gemeenschappen, vrouwen & kinderen en boeren & vissers.
Het boek sluit af met:
- Success factors for sustainable intercultural water management;
- Do’s and don’ts for successful intercultural water management.
Die zijn handig voor verantwoord waterbeheer, maar je zou ze ook heel goed kunnen gebruiken op terreinen als internationale handel, klimaatbeleid, humanitaire hulpverlening, milieubescherming, ontwikkelingssamenwerking en ook nog prima voor de Olympische Spelen.
donderdag 25 februari 2010
Expositie van Sipke Jan van der Meulen in De Hege Stins
Donderdag 25 februari 2010
In de maanden februari en maart 2010 kunnen we deze keer in de ontvangsthal van De Hege Stins te Stiens schilder- en tekenkunst bekijken van de Stienser kunstschilder Sipke Jan van der Meulen. Het is een expositie met veel bijgaande tekst over waarom hij de geëxposeerde schilderijen maakte en over welke gedachte er achter zit.
Na zijn loopbaan als bouwkundig tekenaar bij een architektenbureau en vervolgens bij een groot aannemersbedrijf is Van der Meulen in 2001 begonnen te schilderen. Hij is toen terechtgekomen bij een schildersgroep in het nabij Stiens gelegen dorp Hijum. Dat is een schildersgroep die in de winter elke woensdagmorgen in het Hijumer dorpshuis actief is.
Zijn eerste expositie met 26 werken was in 2003 en werd gehouden in het gemeentehuis te
Stiens. Sipke Jan schildert met acryl. Zijn werk is kleurrijk en zeer verschillend van aard. Het is voor hem elke keer weer een grote uitdaging om iets over te brengen. Het plezier in het schilderen is zijn grote drijfveer en komt in zijn werk tot uiting.
Eén van de geëxposeerde werken is het schilderij "Soliste".
In de maanden februari en maart 2010 kunnen we deze keer in de ontvangsthal van De Hege Stins te Stiens schilder- en tekenkunst bekijken van de Stienser kunstschilder Sipke Jan van der Meulen. Het is een expositie met veel bijgaande tekst over waarom hij de geëxposeerde schilderijen maakte en over welke gedachte er achter zit.
Na zijn loopbaan als bouwkundig tekenaar bij een architektenbureau en vervolgens bij een groot aannemersbedrijf is Van der Meulen in 2001 begonnen te schilderen. Hij is toen terechtgekomen bij een schildersgroep in het nabij Stiens gelegen dorp Hijum. Dat is een schildersgroep die in de winter elke woensdagmorgen in het Hijumer dorpshuis actief is.
Zijn eerste expositie met 26 werken was in 2003 en werd gehouden in het gemeentehuis te
Stiens. Sipke Jan schildert met acryl. Zijn werk is kleurrijk en zeer verschillend van aard. Het is voor hem elke keer weer een grote uitdaging om iets over te brengen. Het plezier in het schilderen is zijn grote drijfveer en komt in zijn werk tot uiting.
Eén van de geëxposeerde werken is het schilderij "Soliste".
Vraag: Waarom nu dit schilderij?
Sipke Jan van der Meulen: "In veel families komt wel een bijzonder iemand voor, of een zogenoemde "solist(e)". Ook in deze familie. Ze staat iets apart en krijgt altijd de meeste belangstelling. Daarom is ze in een licht-omgeving geschilderd".
Vraag: Waarom is de soliste in dit schilderij een vrouw?
Sipke Jan van der Meulen: "Omdat vrouwen in de schilderkunst iets beter te schilderen zijn".
Sipke Jan van der Meulen: "In veel families komt wel een bijzonder iemand voor, of een zogenoemde "solist(e)". Ook in deze familie. Ze staat iets apart en krijgt altijd de meeste belangstelling. Daarom is ze in een licht-omgeving geschilderd".
Vraag: Waarom is de soliste in dit schilderij een vrouw?
Sipke Jan van der Meulen: "Omdat vrouwen in de schilderkunst iets beter te schilderen zijn".
JOSEPH and the Amazing Technicolor Dreamcoat
Woensdag 24 februari 2010
“JOSEPH and the Amazing Technicolor Dreamcoat” is het musicaldebuut van het duo Tim Rice (tekstschrijver) en Andrew Lloyd Webber (componist). De allereerste versie van JOSEPH werd in 1967 op de school van de jongere broer van Andrew Lloyd Webber uitgevoerd. De uitvoering op die school duurde 20 minuten en werd toevallig gehoord door een journalist van The Times, die een enthousiaste recensie schreef. Andrew Lloyd Webber was toen nog maar 17 jaar. De eerste lange musicalversie ging in 1979 op een tour van 12 jaar door Groot-Brittannië. Als volwaardige productie ging de musical in 1982 in première in het Royal Theatre op Broadway.
In 2007 werd in het BBC-televisieprogramma “Any Dream Will Do” op zoek gegaan naar de nieuwe West-End ster. Het programma was zeer succesvol. In Nederland werd in het najaar van 2008 in een vergelijkbaar televisieprogramma op zoek gegaan naar de Nederlandse titelvertolker. De tv-kijkers mochten bepalen wie Jozef zou worden. De musical is door Joop van den Ende Theaterproducties in een nieuw creatief en eigen concept in Nederland op toneel gebracht. Het is een vrolijke en kleurrijke musical geworden en na een succesvolle tour door heel Nederland staat de hitmusical nu exclusief in het Beatrix Theater Utrecht, waar Durkje en ik de voorstelling vanavond bijwonen.
JOSEPH vertelt het Bijbelverhaal van Jozef. Omdat Jozef de verwende oogappel is van zijn vader Jakob, wordt hij door zijn elf jaloerse broers als slaaf verkocht. Uiteindelijk belandt Jozef in het oude Egypte, via de overspelige Potifar, in de gevangenis, waar in zijn contact met de ook gevangen schenker en bakker van de Farao blijkt dat Jozef als bijzondere gave dromen kan uitleggen. Als de Farao door een nare droom wordt gekweld, verklaart Jozef hem zijn dromen en geeft hem goed advies. Als dank kroont de Farao hem tot onderkoning van Egypte. Dan ziet hij na al die jaren - in Egypte - zijn broers weer en stelt hen op de proef. De emotionele hereniging met zijn vader – jaren later – is een hoogtepunt van het Bijbelverhaal, en zo ook in deze musical.
Het is een tijdloos Bijbelverhaal over volwassen worden, jaloezie en vergeving. Dit alles op een uitbundige manier gebracht met opvallend veel humor en regelmatig opzwepende muziek. Van calypso tot disco, er is geen musical ter wereld met zoveel (zeven) verschillende en vrolijke muziekstijlen. Het is een fleurige, uitbundige musical, vol humor!
In een volle Beatrixtheaterzaal geniet het enthousiaste publiek van jong en oud van een naar muziek, dans, vormen en kleuren buitengewoon expressief schouwspel. Een tegenvaller is de zang van de Farao, die zeker voor de toeschouwers die het Bijbelverhaal niet (goed) kennen, bijkans onverstaanbaar is. Daarentegen is de zang van het kinderkoor uitmuntend zuiver en duidelijk. Ook de vertelster is door haar perfecte articulatie woordelijk te verstaan. Het Bijbelverhaal is knap vertaald in muziek en dans en als verrassing volgt na afloop van het Bijbelverhaal nog een spetterende eindshow, waarin alle zangers, dansers en spelers in enkele muziekstukken nog eens excellent performen.
Als de dans en de muziek verstilt, blijven indrukken en tekstfragmenten hangen:
Stil, onverwacht komen dromen in de nacht.
En een man die ze kan duiden, brengt het ver.
Die wordt vast een ster.
Laat je droom bestaan.
JOZEF en het KINDERKOOR:
Sloop al mijn dromen maar,
steel mijn geliefden maar.
Kinderen van Israël zijn nooit alleen.
En de wanhoop nabij,
zal ik sterk zijn, en vrij.
JOZEF:
Want mij is een land beloofd,
en daar ga ik heen.
“JOSEPH and the Amazing Technicolor Dreamcoat” is het musicaldebuut van het duo Tim Rice (tekstschrijver) en Andrew Lloyd Webber (componist). De allereerste versie van JOSEPH werd in 1967 op de school van de jongere broer van Andrew Lloyd Webber uitgevoerd. De uitvoering op die school duurde 20 minuten en werd toevallig gehoord door een journalist van The Times, die een enthousiaste recensie schreef. Andrew Lloyd Webber was toen nog maar 17 jaar. De eerste lange musicalversie ging in 1979 op een tour van 12 jaar door Groot-Brittannië. Als volwaardige productie ging de musical in 1982 in première in het Royal Theatre op Broadway.
In 2007 werd in het BBC-televisieprogramma “Any Dream Will Do” op zoek gegaan naar de nieuwe West-End ster. Het programma was zeer succesvol. In Nederland werd in het najaar van 2008 in een vergelijkbaar televisieprogramma op zoek gegaan naar de Nederlandse titelvertolker. De tv-kijkers mochten bepalen wie Jozef zou worden. De musical is door Joop van den Ende Theaterproducties in een nieuw creatief en eigen concept in Nederland op toneel gebracht. Het is een vrolijke en kleurrijke musical geworden en na een succesvolle tour door heel Nederland staat de hitmusical nu exclusief in het Beatrix Theater Utrecht, waar Durkje en ik de voorstelling vanavond bijwonen.
JOSEPH vertelt het Bijbelverhaal van Jozef. Omdat Jozef de verwende oogappel is van zijn vader Jakob, wordt hij door zijn elf jaloerse broers als slaaf verkocht. Uiteindelijk belandt Jozef in het oude Egypte, via de overspelige Potifar, in de gevangenis, waar in zijn contact met de ook gevangen schenker en bakker van de Farao blijkt dat Jozef als bijzondere gave dromen kan uitleggen. Als de Farao door een nare droom wordt gekweld, verklaart Jozef hem zijn dromen en geeft hem goed advies. Als dank kroont de Farao hem tot onderkoning van Egypte. Dan ziet hij na al die jaren - in Egypte - zijn broers weer en stelt hen op de proef. De emotionele hereniging met zijn vader – jaren later – is een hoogtepunt van het Bijbelverhaal, en zo ook in deze musical.
Het is een tijdloos Bijbelverhaal over volwassen worden, jaloezie en vergeving. Dit alles op een uitbundige manier gebracht met opvallend veel humor en regelmatig opzwepende muziek. Van calypso tot disco, er is geen musical ter wereld met zoveel (zeven) verschillende en vrolijke muziekstijlen. Het is een fleurige, uitbundige musical, vol humor!
In een volle Beatrixtheaterzaal geniet het enthousiaste publiek van jong en oud van een naar muziek, dans, vormen en kleuren buitengewoon expressief schouwspel. Een tegenvaller is de zang van de Farao, die zeker voor de toeschouwers die het Bijbelverhaal niet (goed) kennen, bijkans onverstaanbaar is. Daarentegen is de zang van het kinderkoor uitmuntend zuiver en duidelijk. Ook de vertelster is door haar perfecte articulatie woordelijk te verstaan. Het Bijbelverhaal is knap vertaald in muziek en dans en als verrassing volgt na afloop van het Bijbelverhaal nog een spetterende eindshow, waarin alle zangers, dansers en spelers in enkele muziekstukken nog eens excellent performen.
Als de dans en de muziek verstilt, blijven indrukken en tekstfragmenten hangen:
Stil, onverwacht komen dromen in de nacht.
En een man die ze kan duiden, brengt het ver.
Die wordt vast een ster.
Laat je droom bestaan.
JOZEF en het KINDERKOOR:
Sloop al mijn dromen maar,
steel mijn geliefden maar.
Kinderen van Israël zijn nooit alleen.
En de wanhoop nabij,
zal ik sterk zijn, en vrij.
JOZEF:
Want mij is een land beloofd,
en daar ga ik heen.
Laat je droom bestaan!
dinsdag 23 februari 2010
Bakkerij Nico & Aeltsje de Groot in Stiens
Dinsdag 23 februari 2010
Sinds het vertrek uit Stiens van Bakkerij Hellema kent Stiens nog maar één warme bakker. Dat is de bakkerij en bakkerswinkel van Nico & Aeltsje de Groot aan It Achterbosk in Stiens.
Bakkerij Nico & Aeltsje de Groot is aangesloten bij "De Echte Bakker". Het Echte Bakkersgilde is een samenwerkingsverband van 220 ambachtelijke bakkers in Nederland. Alleen de toegelaten leden mogen zich "Echte Bakker" noemen. Het Echte Bakkersgilde is al jaren een vertrouwd begrip voor consumenten en vakbroeders die het moderne bakkersambacht een warm hart toedragen. Het gilde zorgt ervoor dat haar leden aan de hoogste kwaliteitseisen voldoen. Ze heeft niet alleen een heuse GildeMeester in dienst, maar maakt ook veelvuldig gebruik van het onafhankelijke Nederlands Bakkerij Centrum om winkel- en productkeuringen te laten uitvoeren. Alleen bakkers die aan alle kwaliteitseisen voldoen, krijgen van het gilde toestemming om het gele Echte Bakkerslogo te voeren. Met trots draagt de Ford-bedrijfswagen van Bakkerij Nico & Aeltsje de Groot dan ook dit Echte Bakkerslogo.
De Stienser Echte Bakker staat bekend om de Friese specialiteiten zoals: suikerbrood (sûkerbôle), Friese Duimpjes (dúmkes), kruid- en reepkoek (krûd- en reepkoeke), oranjekoek met slagroom of opgespoten afbeeldingen in crème (oranjekoeke) en chocolade cake (sûkelarje cake).
Daarnaast kun je bij Nico & Aeltsje prima terecht voor een kado, zoals bijvoorbeeld: "Beerenburchbonbons, Us Memkes, Pipermuntsjes en Fryske Sûkelarje, ensafuorthinne".
Het ondernemersechtpaar Nico & Aeltsje de Groot is voor ons dorp ook een schoolvoorbeeld van sociaal ondernemen, want er is volgens mij geen vereniging, stichting of andere sociale organisatie in het dorp die nul op het rekest krijgt als ze enige gepaste assistentie van het bakkersechtpaar vraagt. Zo vind je in de bakkerswinkel bijna altijd bedankjes van (school)kinderen voor gezellige excursies en feestelijke, educatieve activiteiten in de bakkerij, zo kom je ook vaak de winkelnaam tegen in sponsorenlijsten, zijn ze een stempelpost voor de Stichting Jabikspaad Fryslân voor passerende pelgrims, zetten ze zich al jaren in voor de succesvolle Oranjekoekenactie van de Protestantse Gemeente van Stiens en slagen ze er zelfs in om overheerlijke Braziliaanse cakes te bakken als er voor een aktie van Zending & Werelddiaconaat vanuit Stiens een beroep op hen wordt gedaan in het kader van een geldinzamelingsaktie voor een zendingsproject in Brazilië.
Sinds het vertrek uit Stiens van Bakkerij Hellema kent Stiens nog maar één warme bakker. Dat is de bakkerij en bakkerswinkel van Nico & Aeltsje de Groot aan It Achterbosk in Stiens.
Bakkerij Nico & Aeltsje de Groot is aangesloten bij "De Echte Bakker". Het Echte Bakkersgilde is een samenwerkingsverband van 220 ambachtelijke bakkers in Nederland. Alleen de toegelaten leden mogen zich "Echte Bakker" noemen. Het Echte Bakkersgilde is al jaren een vertrouwd begrip voor consumenten en vakbroeders die het moderne bakkersambacht een warm hart toedragen. Het gilde zorgt ervoor dat haar leden aan de hoogste kwaliteitseisen voldoen. Ze heeft niet alleen een heuse GildeMeester in dienst, maar maakt ook veelvuldig gebruik van het onafhankelijke Nederlands Bakkerij Centrum om winkel- en productkeuringen te laten uitvoeren. Alleen bakkers die aan alle kwaliteitseisen voldoen, krijgen van het gilde toestemming om het gele Echte Bakkerslogo te voeren. Met trots draagt de Ford-bedrijfswagen van Bakkerij Nico & Aeltsje de Groot dan ook dit Echte Bakkerslogo.
De Stienser Echte Bakker staat bekend om de Friese specialiteiten zoals: suikerbrood (sûkerbôle), Friese Duimpjes (dúmkes), kruid- en reepkoek (krûd- en reepkoeke), oranjekoek met slagroom of opgespoten afbeeldingen in crème (oranjekoeke) en chocolade cake (sûkelarje cake).
Daarnaast kun je bij Nico & Aeltsje prima terecht voor een kado, zoals bijvoorbeeld: "Beerenburchbonbons, Us Memkes, Pipermuntsjes en Fryske Sûkelarje, ensafuorthinne".
Het ondernemersechtpaar Nico & Aeltsje de Groot is voor ons dorp ook een schoolvoorbeeld van sociaal ondernemen, want er is volgens mij geen vereniging, stichting of andere sociale organisatie in het dorp die nul op het rekest krijgt als ze enige gepaste assistentie van het bakkersechtpaar vraagt. Zo vind je in de bakkerswinkel bijna altijd bedankjes van (school)kinderen voor gezellige excursies en feestelijke, educatieve activiteiten in de bakkerij, zo kom je ook vaak de winkelnaam tegen in sponsorenlijsten, zijn ze een stempelpost voor de Stichting Jabikspaad Fryslân voor passerende pelgrims, zetten ze zich al jaren in voor de succesvolle Oranjekoekenactie van de Protestantse Gemeente van Stiens en slagen ze er zelfs in om overheerlijke Braziliaanse cakes te bakken als er voor een aktie van Zending & Werelddiaconaat vanuit Stiens een beroep op hen wordt gedaan in het kader van een geldinzamelingsaktie voor een zendingsproject in Brazilië.
maandag 22 februari 2010
De relatie van de Vereniging VU-Windesheim en haar instellingen
Maandag 22 februari 2010
In de vergadering van het Regiocomité Fryslân van de Vereniging VU-Windesheim op 26 januari 2010 spraken we af om voor vanavond een extra discussiebijeenkomst te beleggen, waarin we met elkaar bespreken op welke wijze we als Regiocomité input willen geven aan onder andere de Commissie Regio’s, die zich momenteel voor en met ons bezint op de manier waarop we als samenwerkingsverband van Vrije Universiteit, VU-medisch centrum, Windesheim en de Vereniging VU-Windesheim op eigentijdse wijze vorm en inhoud gaan geven aan onze positionering en profilering binnen en buiten het huidige verenigingsverband, VU-connected genoemd.
In de vergadering van het Regiocomité Fryslân van de Vereniging VU-Windesheim op 26 januari 2010 spraken we af om voor vanavond een extra discussiebijeenkomst te beleggen, waarin we met elkaar bespreken op welke wijze we als Regiocomité input willen geven aan onder andere de Commissie Regio’s, die zich momenteel voor en met ons bezint op de manier waarop we als samenwerkingsverband van Vrije Universiteit, VU-medisch centrum, Windesheim en de Vereniging VU-Windesheim op eigentijdse wijze vorm en inhoud gaan geven aan onze positionering en profilering binnen en buiten het huidige verenigingsverband, VU-connected genoemd.
Daartoe heeft ons regiocomitélid Hans Capel een informatieve notitie geschreven, die vanavond een belangrijke bijdrage levert om de bespreking over de relatie van de Vereniging en haar instellingen richting te geven. Deze notitie geeft in het kort een mooi overzicht over onder andere de volgende aspecten van de Vereniging VU-Windesheim: de grondslag, de Verenigingsnaam, de missie en het Verenigingsdoel.
Resultaat moet vanavond worden en zijn dat we input gaan leveren aan de landelijke "Commissie Regio's", die zich bezighoudt met bijvoorbeeld:
a. De positionering van de Vereniging en VU-connected en de rol van de regio’s daarbinnen;
b. De vormgeving van de samenwerking tussen de VU-connected-organisatie en de regiocomités;
c. De rol van de Ledenraad als maatschappelijk klankbord:
d. De gewenste omvang en taken van een regio, gezien vanuit VU-connected en vanuit het oogpunt van de Ledenraad;
e. De profielen voor de leden van de Ledenraad en de Regiocomités;
f. De ledenwerving en de regio’s.
Ons niet belemmerd ziend door ernstige beperkingen, nemen wij vrijmoedig de ruimte om vanavond vanuit verschillende perspectieven te discussiëren over een aantal van onderstaande discussiepunten, waarbij we gemakshalve de drie instellingen van de Vereniging maar even als VU betitelen:
1. De VU is een instelling die belang hecht aan de relatie levensbeschouwing, wetenschap en samenleving. Als het zo is dat het specifiek christelijk karakter op de achtergrond geraakt, moet de Vereniging haar grondslag dan maar verbreden en zich niet meer als een specifiek christelijk gezelschap presenteren?
2. Zouden we de grondslag van de Vereniging zelfs kunnen schrappen, zodat iedereen - ongeacht zijn/haar levensbeschouwing - lid van de Vereniging kan worden? Zouden we dan in plaats van die grondslag kunnen volstaan met alleen het formuleren van een preambule?
3. Nu de VU in haar voortbestaan materieel niet meer afhankelijk is van de Vereniging, zouden we dan in de doelstelling van de vereniging "het instandhouden van de VU" uit onze doelstelling moeten/kunnen schrappen?
4. Is het de taak van de Vereniging om de VU kritisch te (blijven) volgen?
5. Moeten we de doelstelling van de Vereniging minimaliseren tot alleen het bijdragen aan de relatie tussen de VU en de samenleving?
6. Als we willen dat de Vereniging zich onafhankelijk van de VU zou kunnen/moeten opstellen, past daar dan nog wel bij dat de voorzitter van de Vereniging tevens de hoogste functionaris van de VU is?
7. Moet de Vereniging weer een eigen website hebben en niet - zoals nu - een onderdeel vormen van de website van VU-connected?
Voldoende voer voor discussie, zo blijkt tijdens en aan het eind van deze thema-avond. Juist het belichten vanuit een aantal extremiteiten helpt ons bij het samen zicht krijgen op wat (on)mogelijk en (on)wenselijk is. Aan het eind van deze bijeenkomst spreken we af dat de resultaten van deze discussie op schrift worden gezet, waarna die door allen worden beoordeeld en waarna de resultatenrapportage van deze avondbijeenkomst ultimo maart 2010 door ons Regiocomité zal worden aangeboden aan de leden van de Commissie Regio's. In de landelijke Ledenraadsvergadering van juni 2010 gaan we dan in landelijk verband participeren in de voortgaande discussie in dezen.
Resultaat moet vanavond worden en zijn dat we input gaan leveren aan de landelijke "Commissie Regio's", die zich bezighoudt met bijvoorbeeld:
a. De positionering van de Vereniging en VU-connected en de rol van de regio’s daarbinnen;
b. De vormgeving van de samenwerking tussen de VU-connected-organisatie en de regiocomités;
c. De rol van de Ledenraad als maatschappelijk klankbord:
d. De gewenste omvang en taken van een regio, gezien vanuit VU-connected en vanuit het oogpunt van de Ledenraad;
e. De profielen voor de leden van de Ledenraad en de Regiocomités;
f. De ledenwerving en de regio’s.
Ons niet belemmerd ziend door ernstige beperkingen, nemen wij vrijmoedig de ruimte om vanavond vanuit verschillende perspectieven te discussiëren over een aantal van onderstaande discussiepunten, waarbij we gemakshalve de drie instellingen van de Vereniging maar even als VU betitelen:
1. De VU is een instelling die belang hecht aan de relatie levensbeschouwing, wetenschap en samenleving. Als het zo is dat het specifiek christelijk karakter op de achtergrond geraakt, moet de Vereniging haar grondslag dan maar verbreden en zich niet meer als een specifiek christelijk gezelschap presenteren?
2. Zouden we de grondslag van de Vereniging zelfs kunnen schrappen, zodat iedereen - ongeacht zijn/haar levensbeschouwing - lid van de Vereniging kan worden? Zouden we dan in plaats van die grondslag kunnen volstaan met alleen het formuleren van een preambule?
3. Nu de VU in haar voortbestaan materieel niet meer afhankelijk is van de Vereniging, zouden we dan in de doelstelling van de vereniging "het instandhouden van de VU" uit onze doelstelling moeten/kunnen schrappen?
4. Is het de taak van de Vereniging om de VU kritisch te (blijven) volgen?
5. Moeten we de doelstelling van de Vereniging minimaliseren tot alleen het bijdragen aan de relatie tussen de VU en de samenleving?
6. Als we willen dat de Vereniging zich onafhankelijk van de VU zou kunnen/moeten opstellen, past daar dan nog wel bij dat de voorzitter van de Vereniging tevens de hoogste functionaris van de VU is?
7. Moet de Vereniging weer een eigen website hebben en niet - zoals nu - een onderdeel vormen van de website van VU-connected?
Voldoende voer voor discussie, zo blijkt tijdens en aan het eind van deze thema-avond. Juist het belichten vanuit een aantal extremiteiten helpt ons bij het samen zicht krijgen op wat (on)mogelijk en (on)wenselijk is. Aan het eind van deze bijeenkomst spreken we af dat de resultaten van deze discussie op schrift worden gezet, waarna die door allen worden beoordeeld en waarna de resultatenrapportage van deze avondbijeenkomst ultimo maart 2010 door ons Regiocomité zal worden aangeboden aan de leden van de Commissie Regio's. In de landelijke Ledenraadsvergadering van juni 2010 gaan we dan in landelijk verband participeren in de voortgaande discussie in dezen.
zondag 21 februari 2010
Elia, Job en Henoch wandelen met God
Zondag 21 februari 2010
De Gemeentedienst van vanavond in De Hege Stins te Stiens wordt deze keer georganiseerd door de Stienser Evangelisatiecommissie. Het is een Sing In met de gospelband Sinjael uit Donkerbroek. Voorganger vanavond is onze gemeentepredikant Jaap Overeem en de muzikale begeleiding wordt afwisselend door de gospelband en door organist Han Giesing verzorgd. Gekozen is voor het avondthema "Wandelen met God".
Gospelband Sinjael koos deze bandnaam om daarmee uit te dragen dat de bandleden Gods woord als signaal bij de mensen willen brengen, en vanavond doen ze dat dus bij ons in Stiens. De bandleden schrijven doorgaans zelf de tekst en de muziek van hun muzikaal repertoire. Het zijn aantrekkelijke gospels, mooie luisterliedjes, nu eens expressief en dan ook zo weer ingetogen en met diepgang.
Dominee Overeem verzorgt een overdenking in drie korte delen. Tussen deze delen wordt gezongen en geluisterd, onder andere naar een creatief, muzikaal intermezzo op orgel met jazzy inslag.
De meditatie over het thema "Wandelen met God" wordt door ds. Jaap Overeem uitgewerkt in de volgende drie subthema's:
1. Fanatiek; over de profeet Elia, die een dagreis de woestijn in wandelt;
2. Lamgeslagen; over Job, die zijn ellende in krachtige taal aan God voorlegt;
3. Doorleefd; over de onsterfelijke Henoch, bekend om zijn wandel met God.
We zingen samen diverse liederen uit een breed repertoire. En voor vanavond is - heel voor de hand liggend - ook gedacht aan en gekozen voor het lied:
Ik wandel in het licht met Jezus,
En 'k luister naar zijn dierb're stem,
En niets kan m'ooit van Jezus scheiden,
Sinds ik wandel in het licht met Hem.
De Gemeentedienst van vanavond in De Hege Stins te Stiens wordt deze keer georganiseerd door de Stienser Evangelisatiecommissie. Het is een Sing In met de gospelband Sinjael uit Donkerbroek. Voorganger vanavond is onze gemeentepredikant Jaap Overeem en de muzikale begeleiding wordt afwisselend door de gospelband en door organist Han Giesing verzorgd. Gekozen is voor het avondthema "Wandelen met God".
Gospelband Sinjael koos deze bandnaam om daarmee uit te dragen dat de bandleden Gods woord als signaal bij de mensen willen brengen, en vanavond doen ze dat dus bij ons in Stiens. De bandleden schrijven doorgaans zelf de tekst en de muziek van hun muzikaal repertoire. Het zijn aantrekkelijke gospels, mooie luisterliedjes, nu eens expressief en dan ook zo weer ingetogen en met diepgang.
Dominee Overeem verzorgt een overdenking in drie korte delen. Tussen deze delen wordt gezongen en geluisterd, onder andere naar een creatief, muzikaal intermezzo op orgel met jazzy inslag.
De meditatie over het thema "Wandelen met God" wordt door ds. Jaap Overeem uitgewerkt in de volgende drie subthema's:
1. Fanatiek; over de profeet Elia, die een dagreis de woestijn in wandelt;
2. Lamgeslagen; over Job, die zijn ellende in krachtige taal aan God voorlegt;
3. Doorleefd; over de onsterfelijke Henoch, bekend om zijn wandel met God.
We zingen samen diverse liederen uit een breed repertoire. En voor vanavond is - heel voor de hand liggend - ook gedacht aan en gekozen voor het lied:
Ik wandel in het licht met Jezus,
En 'k luister naar zijn dierb're stem,
En niets kan m'ooit van Jezus scheiden,
Sinds ik wandel in het licht met Hem.
zaterdag 20 februari 2010
Hemelbestormers
Zaterdag 20 februari 2010
Het thema van de VU-podium-poëzieprijs 2007 was “Hemelbestormers”. Het betrof een uitnodiging om een gedicht te schrijven over creativiteit. De VU-podium-poëzieprijs is de enige in het Nederlandse taalgebied met wetenschap als onderwerp. Uit circa 700 gedichten van ruim 350 dichters selecteerde de jury de gedichten voor deze bloemlezing getiteld: “Hemelbestormers”, al weer het achtste deel in de poëzieserie “Tegen beter weten” van het toenmalige VU-podium, gelieerd aan de Vrije Universiteit (VU), het VU-medisch centrum en Windesheim. De eerste prijs werd in 2007 (voor het eerst) gedeeld door Anne van Amstel en Rita van Hauwermeiren. De winnende gedichten zijn:
> 1e prijs: “Vluchtig” van Anne van Amstel;
> 1e prijs: “Postuum vaderschap” van Rita van Hauwermeiren;
> 3e prijs: “Saenredam” van Hans Dingemanse.
In de opdracht aan de gelegenheidsdichters ging de aandacht uit naar de bijzondere rol van kunst en creativiteit in het menselijk bestaan. Juist in de creativiteit schept de mens zich een wereld, die wedijvert of zelfs op gespannen voet staat met de goddelijke schepping. Immers, creatieve uitingen vormen regelmatig een doelbewuste poging tot correctie op die goddelijke schepping. Het zijn dan vooral de zogenoemde hemelbestormers die reiken naar het hogere en het volmaakte, aldus Gert Jan Peelen, samensteller van deze gedichtenbundel en coördinator van de VU-podium-poëzieprijs 2007.
Een bijzonder gedicht in deze bundel is het lange gedicht van Piet van den Boom, die zijn gedicht als titel gaf: “Creatieve Sessie 33 A.D.”, waarin hij het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn discipelen in het licht stelt van een Corporate Strategy van Jezus’ beweging, met een knipoog naar de Zendingsboodschap van Pinksteren.
Dichter Kees Engelhart is iets minder uitbundig met zijn gedicht “Lach niet en maak werk van uw onderzoek”, waarin hij afsluit met de woorden:
“Denk na zeggen wij al deze wetenschappers toe
Maak berekeningen die te staven zijn en blijf
Sober en deemoedig voor Gods aangezicht”.
Zonder al die andere dichters en hun gedichten tekort te willen doen, ga ik hieronder graag speciale aandacht vragen voor een bijzonder gedicht van Tsafrira Levy, waarin Tsafrira zo mooi elementen als kennis en onderwijs & wetenschap in poëzie verwoordt, waar ze schrijft in haar gedicht:
“Zoete kennis
“En de vrouw zag, dat de boom goed was tot spijze,
en dat hij een lust was voor de ogen,
ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken;
en zij nam van zijn vrucht en at;
en zij gaf ook haar man met haar,
en hij at.”
Genesis 3, 6.
I
Ik deel deze vrucht met je, lieverd,
het genot en de macht om te scholen in verstand.
Kennis, lieverd, is van ons allen.
Proef haar zoete smaak, laat je leiden
door de feiten, hun bekoorlijke verschijning,
de begeerlijke bevalligheid van hun samenhang.
Aarzel niet om onderweg
een gedateerd verbod op kennisneming te breken.
De weg naar de waarheid verloopt slingerdeslang.
Samen scholen is geen samenscholen
tegen de Alwetende, lieverd.
Wij, Zijn evenbeeld, mogen genoegen scheppen
in het verstaanbaar maken van haar.
II
Dit schoolbord en schoolvoorbeeld
van de eerste klasse vruchtdragende leer
begeer ik innig op drie wijzen,
als moeder, muze en onderwijzer.
In zijn schaduwzijde berusten we.
III
Omarm de aarde die je baarde,
beken haar, ploeg, besprenkel, oogst,
maak ons onbemiddeld de jouwe,
Hier is thuiskomst.”
Daar sluit dichteres Lia Spitters in haar slotakkoord van haar in deze bundel gepubliceerd gedicht (zonder titel) ook heel aardig bij aan, als ze over kennisverwerving op bijvoorbeeld het snijvlak van onderwijs & wetenschap schrijft:
“sprakeloos
is het elke valkuil waard
om steeds iets minder
niet te weten”
Het thema van de VU-podium-poëzieprijs 2007 was “Hemelbestormers”. Het betrof een uitnodiging om een gedicht te schrijven over creativiteit. De VU-podium-poëzieprijs is de enige in het Nederlandse taalgebied met wetenschap als onderwerp. Uit circa 700 gedichten van ruim 350 dichters selecteerde de jury de gedichten voor deze bloemlezing getiteld: “Hemelbestormers”, al weer het achtste deel in de poëzieserie “Tegen beter weten” van het toenmalige VU-podium, gelieerd aan de Vrije Universiteit (VU), het VU-medisch centrum en Windesheim. De eerste prijs werd in 2007 (voor het eerst) gedeeld door Anne van Amstel en Rita van Hauwermeiren. De winnende gedichten zijn:
> 1e prijs: “Vluchtig” van Anne van Amstel;
> 1e prijs: “Postuum vaderschap” van Rita van Hauwermeiren;
> 3e prijs: “Saenredam” van Hans Dingemanse.
In de opdracht aan de gelegenheidsdichters ging de aandacht uit naar de bijzondere rol van kunst en creativiteit in het menselijk bestaan. Juist in de creativiteit schept de mens zich een wereld, die wedijvert of zelfs op gespannen voet staat met de goddelijke schepping. Immers, creatieve uitingen vormen regelmatig een doelbewuste poging tot correctie op die goddelijke schepping. Het zijn dan vooral de zogenoemde hemelbestormers die reiken naar het hogere en het volmaakte, aldus Gert Jan Peelen, samensteller van deze gedichtenbundel en coördinator van de VU-podium-poëzieprijs 2007.
Een bijzonder gedicht in deze bundel is het lange gedicht van Piet van den Boom, die zijn gedicht als titel gaf: “Creatieve Sessie 33 A.D.”, waarin hij het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn discipelen in het licht stelt van een Corporate Strategy van Jezus’ beweging, met een knipoog naar de Zendingsboodschap van Pinksteren.
Dichter Kees Engelhart is iets minder uitbundig met zijn gedicht “Lach niet en maak werk van uw onderzoek”, waarin hij afsluit met de woorden:
“Denk na zeggen wij al deze wetenschappers toe
Maak berekeningen die te staven zijn en blijf
Sober en deemoedig voor Gods aangezicht”.
Zonder al die andere dichters en hun gedichten tekort te willen doen, ga ik hieronder graag speciale aandacht vragen voor een bijzonder gedicht van Tsafrira Levy, waarin Tsafrira zo mooi elementen als kennis en onderwijs & wetenschap in poëzie verwoordt, waar ze schrijft in haar gedicht:
“Zoete kennis
“En de vrouw zag, dat de boom goed was tot spijze,
en dat hij een lust was voor de ogen,
ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken;
en zij nam van zijn vrucht en at;
en zij gaf ook haar man met haar,
en hij at.”
Genesis 3, 6.
I
Ik deel deze vrucht met je, lieverd,
het genot en de macht om te scholen in verstand.
Kennis, lieverd, is van ons allen.
Proef haar zoete smaak, laat je leiden
door de feiten, hun bekoorlijke verschijning,
de begeerlijke bevalligheid van hun samenhang.
Aarzel niet om onderweg
een gedateerd verbod op kennisneming te breken.
De weg naar de waarheid verloopt slingerdeslang.
Samen scholen is geen samenscholen
tegen de Alwetende, lieverd.
Wij, Zijn evenbeeld, mogen genoegen scheppen
in het verstaanbaar maken van haar.
II
Dit schoolbord en schoolvoorbeeld
van de eerste klasse vruchtdragende leer
begeer ik innig op drie wijzen,
als moeder, muze en onderwijzer.
In zijn schaduwzijde berusten we.
III
Omarm de aarde die je baarde,
beken haar, ploeg, besprenkel, oogst,
maak ons onbemiddeld de jouwe,
Hier is thuiskomst.”
Daar sluit dichteres Lia Spitters in haar slotakkoord van haar in deze bundel gepubliceerd gedicht (zonder titel) ook heel aardig bij aan, als ze over kennisverwerving op bijvoorbeeld het snijvlak van onderwijs & wetenschap schrijft:
“sprakeloos
is het elke valkuil waard
om steeds iets minder
niet te weten”
vrijdag 19 februari 2010
Verkeerssignaal om bewust te stemmen op lijst 1
Vrijdag 19 februari 2010
Ook de lokale politieke partij Gemeentebelangen van de gemeente Leeuwarderadeel werpt zich met autoreclame in de strijd om de aandacht voor en om de stem van de kiezer tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart aanstaande. En als dan de FNP kiest voor promotie middels een kleine vrachtwagen, moet je als concullega-partij toch tenminste met een verrassend alternatief komen.
En dat is voor de partij en haar lijstaanvoerderend raadslid Reitze Ketellapper koren op de molen, want met deze markante lijsttrekker mag je elke keer iets nieuws, iets verrassends verwachten. Zo ook nu in 2010.
Afgelopen dinsdag tijdens de marktdag in Stiens had ik het kanariegele Peugeot-bestelbusje van Gemeentebelangen al zien staan op een prominente parkeerplaats langs de Langebuorren. Toen ik gisteren en vandaag onderweg was tussen Leeuwarden en Stiens viel mijn oog bij de afslag Cornjum ter hoogte van het autogaragebedrijf van Ketellapper op de aandachttrekkende promotionele opstelling van Gemeentebelangen.
Aan de eerder deze week geziene reclameauto is op deze zichtlocatie namelijk een aanhangwagen gekoppeld. Het is een gehuurde aanhangwagen, die doorgaans wordt gebruikt bij de verkeerssignalering ten behoeve van weggebruikers. De knipperende lichtboodschappen van deze verkeerssignaleringswagen luiden kort maar krachtig: "Stem bewust" en "Stem lijst 1".
Op de auto staat de verkiezingsbelofte 2010 van Gemeentebelangen: "Beloven is doen".
Dat belooft wat!
Ook de lokale politieke partij Gemeentebelangen van de gemeente Leeuwarderadeel werpt zich met autoreclame in de strijd om de aandacht voor en om de stem van de kiezer tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart aanstaande. En als dan de FNP kiest voor promotie middels een kleine vrachtwagen, moet je als concullega-partij toch tenminste met een verrassend alternatief komen.
En dat is voor de partij en haar lijstaanvoerderend raadslid Reitze Ketellapper koren op de molen, want met deze markante lijsttrekker mag je elke keer iets nieuws, iets verrassends verwachten. Zo ook nu in 2010.
Afgelopen dinsdag tijdens de marktdag in Stiens had ik het kanariegele Peugeot-bestelbusje van Gemeentebelangen al zien staan op een prominente parkeerplaats langs de Langebuorren. Toen ik gisteren en vandaag onderweg was tussen Leeuwarden en Stiens viel mijn oog bij de afslag Cornjum ter hoogte van het autogaragebedrijf van Ketellapper op de aandachttrekkende promotionele opstelling van Gemeentebelangen.
Aan de eerder deze week geziene reclameauto is op deze zichtlocatie namelijk een aanhangwagen gekoppeld. Het is een gehuurde aanhangwagen, die doorgaans wordt gebruikt bij de verkeerssignalering ten behoeve van weggebruikers. De knipperende lichtboodschappen van deze verkeerssignaleringswagen luiden kort maar krachtig: "Stem bewust" en "Stem lijst 1".
Op de auto staat de verkiezingsbelofte 2010 van Gemeentebelangen: "Beloven is doen".
Dat belooft wat!
Extra Ledenraadsvergadering van het NBG in Amersfoort
Donderdag 18 februari 2010
Omdat na het schrijven en bespreken van de NBG-Vrijwilligerswerknota "Een Beweging in Beweging" nog een aantal fundamentele vraagstukken open einden hielden, heeft de Ledenraad van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) in 2009 besloten om die kwesties in een aanvullende Metadiscussie verder aan de orde te stellen. Een aantal gespreksronden daarvan in diverse NBG-gremia zijn inmiddels achter de rug. Leden van de landelijke Ledenraad achtten het om uiteenlopende personele en organisatorische redenen van belang om inhoudelijk ook mee te discussiëren over deze kwesties, vandaar dat er vanavond in de Amersfoortse Bergkerk een extra bijeenkomst van de Ledenraad wordt gehouden, onder gespreksleiding van de heer David Wijnperle, medewerker van Movisie.
Na de opening door bestuursvoorzitter Henk van de Graaf en het vaststellen van het verslag van de vorige Ledenraadsvergadering, start David Wijnperle met een korte presentatie, die een impressie geeft van de inmiddels afgeronde gespreksronden. Daarna volgt tot aan de pauze een globale, oriënterende groepsdiscussie over de kernvragen van de voorliggende gespreksnotitie. Pas na de pauze wordt de plenaire discussie intenser gevoerd en komen we op grond van een aantal uiteenlopende analyses al snel tot de kern van de vraagstukken waarvoor de beroepskrachten en vrijwilligers van het NBG zich momenteel zien gesteld. Aan het eind van de avond zijn we het er over eens dat dit gesprek op afzienbare termijn om een voortzetting vraagt.
We spreken af dat een doorsnee uit diverse groepen beroepskrachten en vrijwilligers een aantal van de vanavond besproken zaken verder uit zal werken, ter voorbereiding op een volgende bijeenkomst van de Ledenraad van het NBG. Daarna zullen de resultaten van deze Metadiscussie worden verwerkt in de eindversie van de Nota "Een Beweging in Beweging", die later dit kalenderjaar door het bestuur van het NBG kan en zal worden vastgesteld, zodra we het erover eens zijn dat deze nota adequaat richting kan geven aan het Bijbelwerk van dit bijzondere Bijbelgenootschap, waarin vrijwilligers en beroepskrachten optimaal met elkaar samenwerken om de doelstellingen van het NBG te bereiken.
Omdat na het schrijven en bespreken van de NBG-Vrijwilligerswerknota "Een Beweging in Beweging" nog een aantal fundamentele vraagstukken open einden hielden, heeft de Ledenraad van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) in 2009 besloten om die kwesties in een aanvullende Metadiscussie verder aan de orde te stellen. Een aantal gespreksronden daarvan in diverse NBG-gremia zijn inmiddels achter de rug. Leden van de landelijke Ledenraad achtten het om uiteenlopende personele en organisatorische redenen van belang om inhoudelijk ook mee te discussiëren over deze kwesties, vandaar dat er vanavond in de Amersfoortse Bergkerk een extra bijeenkomst van de Ledenraad wordt gehouden, onder gespreksleiding van de heer David Wijnperle, medewerker van Movisie.
Na de opening door bestuursvoorzitter Henk van de Graaf en het vaststellen van het verslag van de vorige Ledenraadsvergadering, start David Wijnperle met een korte presentatie, die een impressie geeft van de inmiddels afgeronde gespreksronden. Daarna volgt tot aan de pauze een globale, oriënterende groepsdiscussie over de kernvragen van de voorliggende gespreksnotitie. Pas na de pauze wordt de plenaire discussie intenser gevoerd en komen we op grond van een aantal uiteenlopende analyses al snel tot de kern van de vraagstukken waarvoor de beroepskrachten en vrijwilligers van het NBG zich momenteel zien gesteld. Aan het eind van de avond zijn we het er over eens dat dit gesprek op afzienbare termijn om een voortzetting vraagt.
We spreken af dat een doorsnee uit diverse groepen beroepskrachten en vrijwilligers een aantal van de vanavond besproken zaken verder uit zal werken, ter voorbereiding op een volgende bijeenkomst van de Ledenraad van het NBG. Daarna zullen de resultaten van deze Metadiscussie worden verwerkt in de eindversie van de Nota "Een Beweging in Beweging", die later dit kalenderjaar door het bestuur van het NBG kan en zal worden vastgesteld, zodra we het erover eens zijn dat deze nota adequaat richting kan geven aan het Bijbelwerk van dit bijzondere Bijbelgenootschap, waarin vrijwilligers en beroepskrachten optimaal met elkaar samenwerken om de doelstellingen van het NBG te bereiken.
woensdag 17 februari 2010
De grootste daarvan is de liefde
Woensdag 17 februari 2010
In het Stiltecentrum van het Ontmoetingscentrum van Stenden hogeschool in Leeuwarden word ik verrast door het vele rood in de liturgische presentatie rond, op en boven het grote altaar in deze stiltekapel. Vandaag is rood, de kleur van de liefde.
Maar waarom zoveel rood: rode kleden, rode rozen en rode tulpen, rode harten en rode vazen?
> Is het een verwijzing naar Valenstijnsdag van afgelopen zondag 14 februari?
> Is het een verwijzing naar de "Week van de Liefde" van deze week?
Of is het een verwijzing naar de bekende woorden van de apostel Paulus in zijn eerste brief aan de gemeente in Korinte: "Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde".
In het Stiltecentrum van het Ontmoetingscentrum van Stenden hogeschool in Leeuwarden word ik verrast door het vele rood in de liturgische presentatie rond, op en boven het grote altaar in deze stiltekapel. Vandaag is rood, de kleur van de liefde.
Maar waarom zoveel rood: rode kleden, rode rozen en rode tulpen, rode harten en rode vazen?
> Is het een verwijzing naar Valenstijnsdag van afgelopen zondag 14 februari?
> Is het een verwijzing naar de "Week van de Liefde" van deze week?
Of is het een verwijzing naar de bekende woorden van de apostel Paulus in zijn eerste brief aan de gemeente in Korinte: "Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde".
Of is het een verwijzing naar dit alles en naar nog veel meer; naar "just what you like?".
Deze vuurrode presentatie van Stenden-collega Jettie Holwerda kent een horizontale en een vertikale component.
De horizontale component vind je in de drie liggende en drie staande rozen in de drie vazen. Daar tussenin de drie harten naast elkaar. Is dat wellicht de verbeelding van een horizontale liefde: de liefde tussen mensen onderling. En mag daar dan ook de verwijzing naar "De Week van de Liefde" in zitten? Voor wie dat nog niet weet: dat is het deze week actuele preventief en educatief project voor jongeren, over liefde, relaties en seksuele gezondheid; het jaarlijkse project van de GGD’s (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), het JIP (Jongeren Informatie Punt) en diverse instellingen voor jongerenwerk.
De vertikale component in deze presentatie vind je in het hoogopgaande witte snoer met rode tulpen. Is dat wellicht de verbeelding van de vertikale liefde: de liefde tussen God en mens? En mag dat dan ook een alternatieve verwijzing zijn naar de actuele "Week van de Liefde"?
En dan de tekst op de flyer waarover ik gisteren in mijn weblogbericht schreef: "Don't forget to call the one you love".
> Dan zou je bijvoorbeeld in horizontaal opzicht kunnen denken aan een telefoongesprek met iemand van wie je houdt en van wie je weet dat die een telefoontje hoogstwaarschijnlijk op prijs zal stellen.
> Dan zou je bijvoorbeeld vertikaal kunnen denken aan een kort of lang gebed tot je God, over èn vóór iemand van wie je weet dat die vandaag en morgen die vorm van liefde zo nodig heeft. En die mensen zijn vaak veel dichterbij dan je aanvankelijk denkt en weet.
Ons resten geloof, hoop en liefde,
deze drie,
maar de grootste daarvan is de liefde.
(Nieuwe Bijbel Vertaling 2004: I Korintiërs 13 : 13)
Deze vuurrode presentatie van Stenden-collega Jettie Holwerda kent een horizontale en een vertikale component.
De horizontale component vind je in de drie liggende en drie staande rozen in de drie vazen. Daar tussenin de drie harten naast elkaar. Is dat wellicht de verbeelding van een horizontale liefde: de liefde tussen mensen onderling. En mag daar dan ook de verwijzing naar "De Week van de Liefde" in zitten? Voor wie dat nog niet weet: dat is het deze week actuele preventief en educatief project voor jongeren, over liefde, relaties en seksuele gezondheid; het jaarlijkse project van de GGD’s (Gemeentelijke Gezondheidsdienst), het JIP (Jongeren Informatie Punt) en diverse instellingen voor jongerenwerk.
De vertikale component in deze presentatie vind je in het hoogopgaande witte snoer met rode tulpen. Is dat wellicht de verbeelding van de vertikale liefde: de liefde tussen God en mens? En mag dat dan ook een alternatieve verwijzing zijn naar de actuele "Week van de Liefde"?
En dan de tekst op de flyer waarover ik gisteren in mijn weblogbericht schreef: "Don't forget to call the one you love".
> Dan zou je bijvoorbeeld in horizontaal opzicht kunnen denken aan een telefoongesprek met iemand van wie je houdt en van wie je weet dat die een telefoontje hoogstwaarschijnlijk op prijs zal stellen.
> Dan zou je bijvoorbeeld vertikaal kunnen denken aan een kort of lang gebed tot je God, over èn vóór iemand van wie je weet dat die vandaag en morgen die vorm van liefde zo nodig heeft. En die mensen zijn vaak veel dichterbij dan je aanvankelijk denkt en weet.
Ons resten geloof, hoop en liefde,
deze drie,
maar de grootste daarvan is de liefde.
(Nieuwe Bijbel Vertaling 2004: I Korintiërs 13 : 13)
Debatcafé over gemeenteraadsverkiezingen in tijden van crisis
Dinsdag 16 februari 2010
In succesvolle samenwerking met het Friesch Dagblad organiseren we als Regiocomité Friesland van VUconnected (van de Vereniging VU-Windesheim) vanavond wederom ons inmiddels gebruikelijke "Debatcafé Fryslân". Voor het eerst is dat in het Leeuwarder Tresoar, het Fries Historisch en Letterkundig Centrum dat onder leiding staat van directeur Bert Looper, met wie wij beogen om gezamenlijk ook de volgende serie debatcafé's voor de Friese samenleving te organiseren.
In succesvolle samenwerking met het Friesch Dagblad organiseren we als Regiocomité Friesland van VUconnected (van de Vereniging VU-Windesheim) vanavond wederom ons inmiddels gebruikelijke "Debatcafé Fryslân". Voor het eerst is dat in het Leeuwarder Tresoar, het Fries Historisch en Letterkundig Centrum dat onder leiding staat van directeur Bert Looper, met wie wij beogen om gezamenlijk ook de volgende serie debatcafé's voor de Friese samenleving te organiseren.
Thema van vanavond is: "Gemeenteraadsverkiezingen in tijden van crisis: Schrapen of schrappen?" Er is op termijn minder geld beschikbaar. Gemeenten zullen ook mee moeten bezuinigen. Dat heeft grote gevolgen voor het beleid dat gemeenten kunnen uitzetten. Wat kan nog wel en wat kan niet? Wat laat je al dan niet doorgaan als het geld (bijna) op is? Kiezen we dan voor investeren in bijvoorbeeld vooral infrastructuur, welzijn of cultuur?
Daarover debatteren vanavond de heren Piet Fortuin, fractievoorzitter van CDA-Smallingerland) en Tjerk Budding, docent-onderzoeker en specialist Gemeentelijke Financiën aan de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam. Onze vaste gespreksleider is ook vanavond weer de heer Siem Jansen, directeur van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM), tevens bestuurslid van het Friesch Dagblad. De vragen van debatleider Jansen èn van de aanwezigen in de zaal nodigen beide sprekers uit om vanavond stevige uitspraken te doen.
Tjerk Budding bijt de spits af door te stellen dat gemeenten best kunnen bezuinigen, maar dat ze het nog niet gewend zijn, omdat er jaren altijd groei in de te besteden middelen zat. Gemeenten zullen meer op de centen moeten gaan letten, meer verantwoord en efficiënter besteden. Daarmee bereik je nog geen 20% bezuiniging, maar 10% zal daarmee toch zeker wel kunnen lukken. Budding geeft voorbeelden van de huidige praktijk, waarbij bijvoorbeeld teveel leidsters op kleine groepen in de kinderopvang werken en van gemeenten waar van de gelden van het ambtelijk bedrijf ten ontrechte teveel geld bij het grondbedrijf terecht is gekomen. Hij voorspelt voor de toekomst een daling van het aantal gemeentelijke activiteiten en dat zal ook zonder twijfel kunnen en moeten leiden tot krimp van budgetten op de kosten van het gemeentelijk apparaat.
Piet Fortuin geeft toe dat het bezuinigen wel eerder ingezet had kunnen worden en dat gemeenten die nog niet bezig zijn met bezuinigingsplannen, zich daar nu wel heel snel op moeten gaan voorbereiden. Over enkele maanden staan immers alle nieuwe gemeenteraden (na de verkiezingen van 3 maart 2010) voor de keus over de wijze van bezuinigen. En zeker vraagt ook hij zich wel af of het toch niet anders had gemoeten, want gemeenteraden zijn achteraf gezien wel heel gemakkelijk meegegaan met hogere uitgaven bij voortdurend stijgende inkomsten. Toen leek dat goed te zijn, maar nu kijken we daar toch wat anders tegenaan. Raadslid zijn wordt er dan misschien niet leuker op, maar spannender in elk geval wel.
Gemeenteraadsleden hebben doorgaans een gigantische achterstand op het gemeentelijk ambtenarenapparaat, waardoor die trein maar voortdendert. Fortuin: "Bedrijven calculeren veel scherper dan gemeenten. Bij gemeenten gaat bijvoorbeeld afgeschreven meubilair of ICT-materiaal direct en ongezien weg, terwijl dat bij bedrijven lang niet zozeer voor de hand ligt." Raadslieden geven nog te weinig tegengas tegen het voorgestelde uitgavenbeleid van ambtenaren en raadslieden zijn er nog te weinig mee bezig om tot bezuinigingen te komen. Sommige ambtenarenwerkgroepen zijn trouwens al wel begonnen met bezuinigingsplannen, aldus Fortuin.
"Wethouders zijn nu nog een vergeten groep", zegt Tjerk Budding, "die zouden veel meer moeten sturen op het ambtelijk apparaat. Wethouders laten daar momenteel teveel liggen.
En als straks (na de verkiezingen) blijkt dat we vereiste en gewenste deskundigheden in de raad missen, hoeft er nog geen man overboord te zijn, want die deskundigheid kun je bijvoorbeeld binnen je gemeentelijke partij als gemeenteraadsleden ook wel buiten die groep zittende raadsleden vinden en aanwenden, aldus Piet Fortuin.
Het laatste deel van het debatcafé kan ik helaas niet bijwonen, omdat ik voor een overnachting in verband met een vroeg ochtendoverleg van morgen nu vanavond nog naar Den Haag moet, waar trouwens tot midden in de nacht in de Tweede Kamer nog wordt gediscussieerd over de (uiteindelijk verworpen) motie van wantrouwen tegen minister-president Balkenende, vanwege zijn rol in de Irak-discussie, zoals verwoord in het rapport van de Commissie Davids. Al die grote woorden over schrapend of schrappend bezuinigen, van het debatteren over gemeentelijke en landspolitiek, en over kritiek en wantrouwen staan dan in een wel heel schril contrast met de vriendelijke vingerwijzing op een flyer die op mijn hotelbed van het Haagse Carlton Hotel ligt met de woorden: "Don't forget to call the one you love".
Is dat wellicht een verwijzing naar de huidige "Week van de Liefde"?
Daarover morgen meer .....
Daarover debatteren vanavond de heren Piet Fortuin, fractievoorzitter van CDA-Smallingerland) en Tjerk Budding, docent-onderzoeker en specialist Gemeentelijke Financiën aan de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam. Onze vaste gespreksleider is ook vanavond weer de heer Siem Jansen, directeur van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM), tevens bestuurslid van het Friesch Dagblad. De vragen van debatleider Jansen èn van de aanwezigen in de zaal nodigen beide sprekers uit om vanavond stevige uitspraken te doen.
Tjerk Budding bijt de spits af door te stellen dat gemeenten best kunnen bezuinigen, maar dat ze het nog niet gewend zijn, omdat er jaren altijd groei in de te besteden middelen zat. Gemeenten zullen meer op de centen moeten gaan letten, meer verantwoord en efficiënter besteden. Daarmee bereik je nog geen 20% bezuiniging, maar 10% zal daarmee toch zeker wel kunnen lukken. Budding geeft voorbeelden van de huidige praktijk, waarbij bijvoorbeeld teveel leidsters op kleine groepen in de kinderopvang werken en van gemeenten waar van de gelden van het ambtelijk bedrijf ten ontrechte teveel geld bij het grondbedrijf terecht is gekomen. Hij voorspelt voor de toekomst een daling van het aantal gemeentelijke activiteiten en dat zal ook zonder twijfel kunnen en moeten leiden tot krimp van budgetten op de kosten van het gemeentelijk apparaat.
Piet Fortuin geeft toe dat het bezuinigen wel eerder ingezet had kunnen worden en dat gemeenten die nog niet bezig zijn met bezuinigingsplannen, zich daar nu wel heel snel op moeten gaan voorbereiden. Over enkele maanden staan immers alle nieuwe gemeenteraden (na de verkiezingen van 3 maart 2010) voor de keus over de wijze van bezuinigen. En zeker vraagt ook hij zich wel af of het toch niet anders had gemoeten, want gemeenteraden zijn achteraf gezien wel heel gemakkelijk meegegaan met hogere uitgaven bij voortdurend stijgende inkomsten. Toen leek dat goed te zijn, maar nu kijken we daar toch wat anders tegenaan. Raadslid zijn wordt er dan misschien niet leuker op, maar spannender in elk geval wel.
Gemeenteraadsleden hebben doorgaans een gigantische achterstand op het gemeentelijk ambtenarenapparaat, waardoor die trein maar voortdendert. Fortuin: "Bedrijven calculeren veel scherper dan gemeenten. Bij gemeenten gaat bijvoorbeeld afgeschreven meubilair of ICT-materiaal direct en ongezien weg, terwijl dat bij bedrijven lang niet zozeer voor de hand ligt." Raadslieden geven nog te weinig tegengas tegen het voorgestelde uitgavenbeleid van ambtenaren en raadslieden zijn er nog te weinig mee bezig om tot bezuinigingen te komen. Sommige ambtenarenwerkgroepen zijn trouwens al wel begonnen met bezuinigingsplannen, aldus Fortuin.
"Wethouders zijn nu nog een vergeten groep", zegt Tjerk Budding, "die zouden veel meer moeten sturen op het ambtelijk apparaat. Wethouders laten daar momenteel teveel liggen.
En als straks (na de verkiezingen) blijkt dat we vereiste en gewenste deskundigheden in de raad missen, hoeft er nog geen man overboord te zijn, want die deskundigheid kun je bijvoorbeeld binnen je gemeentelijke partij als gemeenteraadsleden ook wel buiten die groep zittende raadsleden vinden en aanwenden, aldus Piet Fortuin.
Het laatste deel van het debatcafé kan ik helaas niet bijwonen, omdat ik voor een overnachting in verband met een vroeg ochtendoverleg van morgen nu vanavond nog naar Den Haag moet, waar trouwens tot midden in de nacht in de Tweede Kamer nog wordt gediscussieerd over de (uiteindelijk verworpen) motie van wantrouwen tegen minister-president Balkenende, vanwege zijn rol in de Irak-discussie, zoals verwoord in het rapport van de Commissie Davids. Al die grote woorden over schrapend of schrappend bezuinigen, van het debatteren over gemeentelijke en landspolitiek, en over kritiek en wantrouwen staan dan in een wel heel schril contrast met de vriendelijke vingerwijzing op een flyer die op mijn hotelbed van het Haagse Carlton Hotel ligt met de woorden: "Don't forget to call the one you love".
Is dat wellicht een verwijzing naar de huidige "Week van de Liefde"?
Daarover morgen meer .....
maandag 15 februari 2010
Hoveniersbedrijf Hielke Nijp in Stiens
Maandag 15 februari 2010
Reeds meer dan tien jaar heeft Stiens er een hoveniersbedrijf bij. De bedrijfswagen van hovenier Hielke Nijp is in de loop van de jaren een bekende verschijning geworden in en rond Stiens. Vaak wordt deze Ford gevolgd door een grote aanhangwagen met gereedschap, tuinmaterialen (zoals tuinhout) en planten in de open laadbak van de aanhanger. Tien jaar geleden verscheen Hielke Nijp met zijn eerste website ook in de virtuele wereld van het internet.
Particuliere tuinbezitters en bedrijven kunnen bij hovenier Nijp terecht voor het aanleggen van siertuinen (al dan niet met gazon) en waterpartijen (vijvers en waterornamenten), voor walbeschoeiïngen en vlonders, drainage, bestrating (opritten en terrassen) en snoeiwerk. Voorts kun je je laten adviseren bij tuinaanleg, tuinonderhoud en renovatie van allerlei buitenwerkzaamheden in tuinen en elders rondom het huis.
Reeds meer dan tien jaar heeft Stiens er een hoveniersbedrijf bij. De bedrijfswagen van hovenier Hielke Nijp is in de loop van de jaren een bekende verschijning geworden in en rond Stiens. Vaak wordt deze Ford gevolgd door een grote aanhangwagen met gereedschap, tuinmaterialen (zoals tuinhout) en planten in de open laadbak van de aanhanger. Tien jaar geleden verscheen Hielke Nijp met zijn eerste website ook in de virtuele wereld van het internet.
Particuliere tuinbezitters en bedrijven kunnen bij hovenier Nijp terecht voor het aanleggen van siertuinen (al dan niet met gazon) en waterpartijen (vijvers en waterornamenten), voor walbeschoeiïngen en vlonders, drainage, bestrating (opritten en terrassen) en snoeiwerk. Voorts kun je je laten adviseren bij tuinaanleg, tuinonderhoud en renovatie van allerlei buitenwerkzaamheden in tuinen en elders rondom het huis.
zondag 14 februari 2010
Fries goud in Svencouver
Zondag 14 februari 2010
De Friese Sven Kramer heeft voor de Nederlandse Olympische ploeg de toon gezet aan het begin van de Olympische Winterspelen 2010 in het Canadese Vancouver.
Sven zette alles op alles om het felbegeerde Olympisch goud op de vijf kilometer te behalen. Kramer schaatste de eerste vier kilometer lang rondjes van zo'n 29 seconden, maar kreeg het in de slotfase toch wel behoorlijk lastig. Zijn rondetijden liepen toen namelijk op naar 30,6 seconden. Toch had Sven gedurende die eerste vier kilometer zo'n grote, veilige marge ingebouwd dat die terugval in zijn laatste rondetijden geen probleem vormden. Hij finishte met zijn winnende tijd van 6.14,60 minuten. Ruim genoeg voor een gouden plak, zo bleek nadat ook alle andere favorieten waren gefinisht.
Voor Sven, voor onze Nederlandse ploeg, voor Friezen en andere Nederlanders is Vancouver voor tenminste één Olympische dag "Svencouver".
Sven zette alles op alles om het felbegeerde Olympisch goud op de vijf kilometer te behalen. Kramer schaatste de eerste vier kilometer lang rondjes van zo'n 29 seconden, maar kreeg het in de slotfase toch wel behoorlijk lastig. Zijn rondetijden liepen toen namelijk op naar 30,6 seconden. Toch had Sven gedurende die eerste vier kilometer zo'n grote, veilige marge ingebouwd dat die terugval in zijn laatste rondetijden geen probleem vormden. Hij finishte met zijn winnende tijd van 6.14,60 minuten. Ruim genoeg voor een gouden plak, zo bleek nadat ook alle andere favorieten waren gefinisht.
Voor Sven, voor onze Nederlandse ploeg, voor Friezen en andere Nederlanders is Vancouver voor tenminste één Olympische dag "Svencouver".
zaterdag 13 februari 2010
De Sjamaan fan Ealawier
Zaterdag 13 februari 2010
Ealawier, wat stelt it eins foar: in lichte ferheging yn it lânskip, begroeid mei wat snústerige beammen en dêrnjonken twa pleatsen en trije huzen. In stille en fredige oarde, al spilet der ûnderhûds wol it ien en oar. Wat hat dizze buorskip te krijen mei de driging dy’t út de ûneinige romte op de ierde ôfkomt?
Der komt in frjemdling, in Aziaat, dy’t him yn it boskje op de terp nei wenjen set. Yn in tinte. Op himsels nuveraardich, de terp is gjin camping. Wêrom gedoocht de gemeente dat? De nijkommeling hat amper gedoente mei de buorskip en sit hiele dagen lûdop te bidden. In mystyk persoan mids nofteren klaaifolk.
Past soks wol? Wat moatte de Ealawiersters mei dizze frjemdling? Guon miene dat se de gek mei him hawwe kinne. By oaren leit dat oars: sy komme yn ’e besnijing fan de man en syn smeekbeaen. Mar wat bidt er, en oan wa binne syn beaen rjochte?
As bestjoer fan 'e Kristlik Fryske Folks Bibleteek (KFFB) publisearje wy dizze moanne febrewaris 2010 de nije roman "De Sjamaan fan Ealawier" fan ús Fryske skriuwer Anders M. Rozendal út Dokkum. It boek hat KFFB-nûmer: 458 en ISBN-nûmer: 978 90 74918 76-3. Yn 'e boekhannel èn by de KFFB kinne jo dizze nije roman keapje foar € 16,00. Foar KFFB-leden is de priis by de KFFB € 9,00.
Faaks wolle jo ek lid wurde fan ús feriening de Kristlik Fryske Folks Bibleteek (KFFB). It lidmaatskip fan 'e KFFB kostet mar € 27,00 yn 't jier. Dêrfoar krije jo mar leafst trije kear yn 't jier (yn febrewaris, maaie en septimber) in nije roman-útjefte; en de Frysk literêre krante "De fleanende krie" krije jo der dan ek noch trije kear mei op ta.
Fia ynternet kinne jo fuortendaliks lid wurde op 'e side: http://kffb.nl/nijlid.html
Ealawier, wat stelt it eins foar: in lichte ferheging yn it lânskip, begroeid mei wat snústerige beammen en dêrnjonken twa pleatsen en trije huzen. In stille en fredige oarde, al spilet der ûnderhûds wol it ien en oar. Wat hat dizze buorskip te krijen mei de driging dy’t út de ûneinige romte op de ierde ôfkomt?
Der komt in frjemdling, in Aziaat, dy’t him yn it boskje op de terp nei wenjen set. Yn in tinte. Op himsels nuveraardich, de terp is gjin camping. Wêrom gedoocht de gemeente dat? De nijkommeling hat amper gedoente mei de buorskip en sit hiele dagen lûdop te bidden. In mystyk persoan mids nofteren klaaifolk.
Past soks wol? Wat moatte de Ealawiersters mei dizze frjemdling? Guon miene dat se de gek mei him hawwe kinne. By oaren leit dat oars: sy komme yn ’e besnijing fan de man en syn smeekbeaen. Mar wat bidt er, en oan wa binne syn beaen rjochte?
As bestjoer fan 'e Kristlik Fryske Folks Bibleteek (KFFB) publisearje wy dizze moanne febrewaris 2010 de nije roman "De Sjamaan fan Ealawier" fan ús Fryske skriuwer Anders M. Rozendal út Dokkum. It boek hat KFFB-nûmer: 458 en ISBN-nûmer: 978 90 74918 76-3. Yn 'e boekhannel èn by de KFFB kinne jo dizze nije roman keapje foar € 16,00. Foar KFFB-leden is de priis by de KFFB € 9,00.
Faaks wolle jo ek lid wurde fan ús feriening de Kristlik Fryske Folks Bibleteek (KFFB). It lidmaatskip fan 'e KFFB kostet mar € 27,00 yn 't jier. Dêrfoar krije jo mar leafst trije kear yn 't jier (yn febrewaris, maaie en septimber) in nije roman-útjefte; en de Frysk literêre krante "De fleanende krie" krije jo der dan ek noch trije kear mei op ta.
Fia ynternet kinne jo fuortendaliks lid wurde op 'e side: http://kffb.nl/nijlid.html
vrijdag 12 februari 2010
Drie op een rij(bewijs)
Vrijdag 12 februari 2010
Als ik de telefoon opneem, is Pieter aan de lijn.
Dan is het nu "erop of eronder", want Pieter zou rond deze tijd klaar zijn met zijn autorijexamen.
Ik hoef niet lang in spanning te blijven, want Pieter valt direct met de deur in huis.
"Geslaagd!"
Als ik de telefoon opneem, is Pieter aan de lijn.
Dan is het nu "erop of eronder", want Pieter zou rond deze tijd klaar zijn met zijn autorijexamen.
Ik hoef niet lang in spanning te blijven, want Pieter valt direct met de deur in huis.
"Geslaagd!"
Dat betekent drie op een rij.
Want daarmee hebben al onze drie kinderen het rijbewijs in de afgelopen jaren tijdens hun eerste rijexamensessie direct behaald.
Zowaar een mooi resultaat; iets om blij mee te zijn.
"Gefeliciteerd!"
Want daarmee hebben al onze drie kinderen het rijbewijs in de afgelopen jaren tijdens hun eerste rijexamensessie direct behaald.
Zowaar een mooi resultaat; iets om blij mee te zijn.
"Gefeliciteerd!"
donderdag 11 februari 2010
Voortgang bouw parkeergarage in Leeuwarder centrum
Donderdag 11 februari 2010
De werkzaamheden met betrekking tot de bouw van de nieuwe parkeergarage onder het Wilhelminaplein in Leeuwarden vorderen gestaag. De aannemersgroep “Bouwcombinatie Leeuwarden Centrum” (BLC) heeft inmiddels letterlijk een historisch dieptepunt bereikt. Na maanden graven, breken en puinruimen is de vloer van de nieuwe parkeergarage op het diepste punt van 5,70 meter onder NAP aangekomen. Dat is zo'n 7,70 meter hoogteverschil met het wegdek van het aanliggende Ruiterskwartier.
Deze week begon de bouwcombinatie met het heien in de tweede fase. Dit duurt ongeveer vier weken. Daarna zitten alle (ruim) 700 palen in de grond en is het grote heiwerk afgelopen. De afgelopen twee weken stond de heimachine stil, omdat er geen manoeuvreerruimte was. Dit kwam omdat het heien vóór lag op de planning, maar de oude funderingsresten waren nog niet weggehaald.
Intussen gaat de BLC verder met het betonwerk in de bouwkuip. Het gaat dan om het storten van de fundering en de kolommen voor het Fries Museum èn om de laatste betongordingen als voorbereiding voor de bouw van de winkels en de woningen aan het Ruiterskwartier. Als de gordingen klaar zijn, brengt de BLC daar volgende week de laatste verankeringselementen in.
De tweede torenkraan staat inmiddels ook in de bouwput. Die zorgt ervoor dat de aanvoer van bouwmaterialen in de bouwkuip sneller gaat. Het trillen van de damwanden voor de nieuwe in- en uitrit in het Zaailand is inmiddels afgerond.
Volgende stap voor de in- en uitrit van de parkeergarage is het boren van zeven palen in de grond. Dit voert de Bouwcombinatie Leeuwarden Centrum vanaf volgende week uit.
Ook ontgraaft de BLC vervolgens het laatste deel van de grond in de uitbreiding van de parkeergarage langs het Zaailand.
De werkzaamheden met betrekking tot de bouw van de nieuwe parkeergarage onder het Wilhelminaplein in Leeuwarden vorderen gestaag. De aannemersgroep “Bouwcombinatie Leeuwarden Centrum” (BLC) heeft inmiddels letterlijk een historisch dieptepunt bereikt. Na maanden graven, breken en puinruimen is de vloer van de nieuwe parkeergarage op het diepste punt van 5,70 meter onder NAP aangekomen. Dat is zo'n 7,70 meter hoogteverschil met het wegdek van het aanliggende Ruiterskwartier.
Deze week begon de bouwcombinatie met het heien in de tweede fase. Dit duurt ongeveer vier weken. Daarna zitten alle (ruim) 700 palen in de grond en is het grote heiwerk afgelopen. De afgelopen twee weken stond de heimachine stil, omdat er geen manoeuvreerruimte was. Dit kwam omdat het heien vóór lag op de planning, maar de oude funderingsresten waren nog niet weggehaald.
Intussen gaat de BLC verder met het betonwerk in de bouwkuip. Het gaat dan om het storten van de fundering en de kolommen voor het Fries Museum èn om de laatste betongordingen als voorbereiding voor de bouw van de winkels en de woningen aan het Ruiterskwartier. Als de gordingen klaar zijn, brengt de BLC daar volgende week de laatste verankeringselementen in.
De tweede torenkraan staat inmiddels ook in de bouwput. Die zorgt ervoor dat de aanvoer van bouwmaterialen in de bouwkuip sneller gaat. Het trillen van de damwanden voor de nieuwe in- en uitrit in het Zaailand is inmiddels afgerond.
Volgende stap voor de in- en uitrit van de parkeergarage is het boren van zeven palen in de grond. Dit voert de Bouwcombinatie Leeuwarden Centrum vanaf volgende week uit.
Ook ontgraaft de BLC vervolgens het laatste deel van de grond in de uitbreiding van de parkeergarage langs het Zaailand.
woensdag 10 februari 2010
Skiep op 'e daam fan Broeksterwâld
Woansdei 10 febrewaris 2010
It fielt hjoed as in slim kâlde dei. Net fanwegen de lege temperatuer fan krekt ûnder nul, mar fanwegen de skerpe, hurde wyn mei oer it fjild in lichte, mar opswypjende fine sniestoarm. Der leit yn it Bûtenfjild tusken Damwâld, Burdaard, Readtsjerk en Broeksterwâld net in soad snie op it fjild, want dy is yn 'e rin fan 'e dei fan it fjild ôf yn 'e sleatten waait. Yn it Bûtenfjild sjoch ik net folle fee. Hjir en dêr rint dochs noch in keppel skiep yn it fjild, dik yn harren wollen tek.
Ek op in kampke lân oan 'e eastside fan Broeksterwâld rint skiep. Skiep op it lân, skiep yn 'e ûnderwâl by it iis op 'e sleat en skiep op 'e daam, dêr't de skieppeboer in heap hea delsmiten hat om de skiep (by) te fuorjen.
It fielt hjoed as in slim kâlde dei. Net fanwegen de lege temperatuer fan krekt ûnder nul, mar fanwegen de skerpe, hurde wyn mei oer it fjild in lichte, mar opswypjende fine sniestoarm. Der leit yn it Bûtenfjild tusken Damwâld, Burdaard, Readtsjerk en Broeksterwâld net in soad snie op it fjild, want dy is yn 'e rin fan 'e dei fan it fjild ôf yn 'e sleatten waait. Yn it Bûtenfjild sjoch ik net folle fee. Hjir en dêr rint dochs noch in keppel skiep yn it fjild, dik yn harren wollen tek.
Ek op in kampke lân oan 'e eastside fan Broeksterwâld rint skiep. Skiep op it lân, skiep yn 'e ûnderwâl by it iis op 'e sleat en skiep op 'e daam, dêr't de skieppeboer in heap hea delsmiten hat om de skiep (by) te fuorjen.
dinsdag 9 februari 2010
De gekleurde verteljas van Stenden in Emmen
Dinsdag 9 februari 2010
Tijdens mijn werkbezoeken aan de lokatie Emmen van Stenden hogeschool passeerde ik reeds enkele malen met enige bewondering deze opvallende, gekleurde verteljas. Zo ook vandaag. De gekleurde verteljas van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs van Stenden hogeschool Emmen staat op een zichtlocatie bij de entree van het Studielandschap. De verteljas wordt uitgeleend aan studenten die de jas willen gebruiken tijdens hun stage op de basisschool.
Maar wat is eigenlijk een verteljas?
De gekleurde verteljas is een grote gekleurde jas met mooi versierde zakken.
In de zakken kunnen een aantal voorwerpen en/of boeken worden verstopt, die te maken hebben met verschillende thema's.
Tijdens mijn werkbezoeken aan de lokatie Emmen van Stenden hogeschool passeerde ik reeds enkele malen met enige bewondering deze opvallende, gekleurde verteljas. Zo ook vandaag. De gekleurde verteljas van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs van Stenden hogeschool Emmen staat op een zichtlocatie bij de entree van het Studielandschap. De verteljas wordt uitgeleend aan studenten die de jas willen gebruiken tijdens hun stage op de basisschool.
Maar wat is eigenlijk een verteljas?
De gekleurde verteljas is een grote gekleurde jas met mooi versierde zakken.
In de zakken kunnen een aantal voorwerpen en/of boeken worden verstopt, die te maken hebben met verschillende thema's.
De verteljas biedt veel mogelijkheden om het voorstellingsvermogen te prikkelen aan de hand van verschillende boeken, verwerkingsbladen en voorwerpen.
De mondelinge en sociale vaardigheden worden door de gekleurde verteljas gestimuleerd en gevoelens en emoties worden herkenbaar.
De mondelinge en sociale vaardigheden worden door de gekleurde verteljas gestimuleerd en gevoelens en emoties worden herkenbaar.
Spelenderwijs wordt de kleurenkennis en de woordenschat van de kinderen uitgebreid.
De gekleurde verteljas is geschikt voor kinderen van de onderbouw van de basisschool.
Eén ding is wel zeker: als je als stagiair deze jas aan hebt als je het schoollokaal binnenkomt, heb je alle aandacht.
De gekleurde verteljas is geschikt voor kinderen van de onderbouw van de basisschool.
Eén ding is wel zeker: als je als stagiair deze jas aan hebt als je het schoollokaal binnenkomt, heb je alle aandacht.
maandag 8 februari 2010
Hessel's Toiletwagenverhuur in Stiens
Maandag 8 februari 2010
Een bedrijfstak die doorgaans niet zo veel in de belangstelling staat, maar wel aandacht verdient, is de branche van de de "Toilet- en douchewagenverhuur". Mobiele toiletten kennen we allemaal wel van diverse feesten & partijen, van concerten, sportevenementen en dorpsfeesten. Het zijn gelegenheden waarbij doorgaans flink wordt gedronken en dan is een toilet op loopafstand alleszins gewenst. Iets minder bekend zijn de douchewagens, die veelal worden ingezet bij meerdaagse evenementen zoals beurzen, conferenties, sporttoenooien en muziekfestivals.
Eén van de aanbieders in deze markt van sanitairwagens is "Hessel's Toiletwagenverhuur" in Stiens. Deze Britsumer ondernemer heeft een bedrijfspand op een bedrijfsterrein aan de Seerob op het Bedrijvenpark aan de noordwestzijde van Stiens. Dit is de uitvalsbasis van waaruit de toiletwagens worden vervoerd naar allerlei evenementen, waar bezoekers bij tijd en wijle dankbaar gebruik maken van deze mobiele sanitaire voorziening. Regelmatig zien we in of in de buurt van Stiens en Britsum de Nissan-bedrijfswagen van Hessel, al dan niet met één van de toiletwagens als aanhanger.
Een bedrijfstak die doorgaans niet zo veel in de belangstelling staat, maar wel aandacht verdient, is de branche van de de "Toilet- en douchewagenverhuur". Mobiele toiletten kennen we allemaal wel van diverse feesten & partijen, van concerten, sportevenementen en dorpsfeesten. Het zijn gelegenheden waarbij doorgaans flink wordt gedronken en dan is een toilet op loopafstand alleszins gewenst. Iets minder bekend zijn de douchewagens, die veelal worden ingezet bij meerdaagse evenementen zoals beurzen, conferenties, sporttoenooien en muziekfestivals.
Eén van de aanbieders in deze markt van sanitairwagens is "Hessel's Toiletwagenverhuur" in Stiens. Deze Britsumer ondernemer heeft een bedrijfspand op een bedrijfsterrein aan de Seerob op het Bedrijvenpark aan de noordwestzijde van Stiens. Dit is de uitvalsbasis van waaruit de toiletwagens worden vervoerd naar allerlei evenementen, waar bezoekers bij tijd en wijle dankbaar gebruik maken van deze mobiele sanitaire voorziening. Regelmatig zien we in of in de buurt van Stiens en Britsum de Nissan-bedrijfswagen van Hessel, al dan niet met één van de toiletwagens als aanhanger.
zondag 7 februari 2010
45e Verjaardag van Evangelist Paesch in Lelystad
Zondag 7 februari 2010
Ruim twintig jaar geleden vestigde de jonge Dolf Paesch zich vanuit Aruba in Nederland. Hij kwam in Drachten wonen, ontmoette daar mijn broer en ouders en werd al snel na zijn overkomst in ons gezin opgenomen. Dolf haalde vlot zijn installateursdiploma, vond als installateur werk en ging daartoe verhuizen naar Lelystad, waar hij nu nog steeds woont met zijn vrouw Diana. Het contact met onze familie bleef al die jaren bestaan. Familiefeesten zijn daartoe bijeenkomsten bij uitstek om elkaar te ontmoeten.
Aanvang vorige week ontvingen Durkje en ik een uitnodiging van de vorige week inmiddels 45 jaar geworden Evangelist Dolfito Franklin Paesch om samen met hem, zijn gezin, familie en gemeenteleden vandaag zijn 45e verjaardag te vieren in het kerkelijk gemeentegebouw van de "Volle Evangelie Gemeente Mosterdzaad International, afdeling Lelystad", zijnde de dochtergemeente waar Dolf inmiddels naast zijn werk ook voorganger is geworden. Dolf sloot zich jaren geleden aan bij de moedergemeente, de Volle Evangelie Gemeente Mosterdzaad Int. te Amsterdam en heeft zich in de loop van al die jaren gedreven door Gods Woord voorbereid om de leiding over deze evangelische gemeente op zich te nemen. Deze moeder- en dochtergemeente breiden zich uit in Nederland (Rotterdam en Almere) en als zendingswerk vooral ook in de thuislanden waar hun gemeenteleden vandaan komen, zoals Aruba, Suriname en Frans-Guyana.
In een gezellig ingericht gemeentegebouw te Lelystad worden we hartelijk ontvangen als Durkje en ik daar vanmiddag met mijn zuster en zwager arriveren om deze feestelijke bijeenkomst bij te wonen. Na een zang- en dankdienst wordt gezamenlijk gegeten. In de kerkzaal, de hal en in alle aanliggende zalen is het gezellig; er wordt lekker gegeten en gedronken, er is vrolijke muziek, er zijn filmbeelden uit de zendingsgebieden en er is volop tijd om elkaar te ontmoeten en te praten over wat ons allen zoal bezig houdt. Af en toe komt iedereen in de kerkzaal even bijeen om bijvoorbeeld voor de jarige te zingen, om elkaar toe te spreken, om de grote verjaardagstaarten aan te snijden en om te toosten op de gezondheid van de jarige Dolf.
Als de Mosterdzaad Praiseband haar spullen heeft opgeruimd, als de gasten die nog ver moeten reizen aanstalten maken om te vertrekken, is het tijd om afscheid te nemen. Met zijn vieren rijden we vanuit Lelystad weer terug naar Friesland en praten onderweg nog na over dit mooie verjaardagsfeest in deze hartverwarmende gemeente, waaraan Dolf als voorganger op zondag èn door de week zijn geloof, inspiratie, enthousiasme en blijde boodschap door mag geven.
Ruim twintig jaar geleden vestigde de jonge Dolf Paesch zich vanuit Aruba in Nederland. Hij kwam in Drachten wonen, ontmoette daar mijn broer en ouders en werd al snel na zijn overkomst in ons gezin opgenomen. Dolf haalde vlot zijn installateursdiploma, vond als installateur werk en ging daartoe verhuizen naar Lelystad, waar hij nu nog steeds woont met zijn vrouw Diana. Het contact met onze familie bleef al die jaren bestaan. Familiefeesten zijn daartoe bijeenkomsten bij uitstek om elkaar te ontmoeten.
Aanvang vorige week ontvingen Durkje en ik een uitnodiging van de vorige week inmiddels 45 jaar geworden Evangelist Dolfito Franklin Paesch om samen met hem, zijn gezin, familie en gemeenteleden vandaag zijn 45e verjaardag te vieren in het kerkelijk gemeentegebouw van de "Volle Evangelie Gemeente Mosterdzaad International, afdeling Lelystad", zijnde de dochtergemeente waar Dolf inmiddels naast zijn werk ook voorganger is geworden. Dolf sloot zich jaren geleden aan bij de moedergemeente, de Volle Evangelie Gemeente Mosterdzaad Int. te Amsterdam en heeft zich in de loop van al die jaren gedreven door Gods Woord voorbereid om de leiding over deze evangelische gemeente op zich te nemen. Deze moeder- en dochtergemeente breiden zich uit in Nederland (Rotterdam en Almere) en als zendingswerk vooral ook in de thuislanden waar hun gemeenteleden vandaan komen, zoals Aruba, Suriname en Frans-Guyana.
In een gezellig ingericht gemeentegebouw te Lelystad worden we hartelijk ontvangen als Durkje en ik daar vanmiddag met mijn zuster en zwager arriveren om deze feestelijke bijeenkomst bij te wonen. Na een zang- en dankdienst wordt gezamenlijk gegeten. In de kerkzaal, de hal en in alle aanliggende zalen is het gezellig; er wordt lekker gegeten en gedronken, er is vrolijke muziek, er zijn filmbeelden uit de zendingsgebieden en er is volop tijd om elkaar te ontmoeten en te praten over wat ons allen zoal bezig houdt. Af en toe komt iedereen in de kerkzaal even bijeen om bijvoorbeeld voor de jarige te zingen, om elkaar toe te spreken, om de grote verjaardagstaarten aan te snijden en om te toosten op de gezondheid van de jarige Dolf.
Als de Mosterdzaad Praiseband haar spullen heeft opgeruimd, als de gasten die nog ver moeten reizen aanstalten maken om te vertrekken, is het tijd om afscheid te nemen. Met zijn vieren rijden we vanuit Lelystad weer terug naar Friesland en praten onderweg nog na over dit mooie verjaardagsfeest in deze hartverwarmende gemeente, waaraan Dolf als voorganger op zondag èn door de week zijn geloof, inspiratie, enthousiasme en blijde boodschap door mag geven.
zaterdag 6 februari 2010
Begin!
Zaterdag 6 februari 2010
Alles heeft een begin.
Een gedachte – ook al is die zo kort als een flits - kan al het begin zijn van een ander leven, van een nieuw plan en/of van een nieuwe missie.
“Begin!” is een kado-boek met daarin poëzie en gedachten, met steeds het begin als startpunt.
Het is een boek voor mensen die bijvoorbeeld een zetje kunnen gebruiken, omdat ze aan het begin staan van iets nieuws.
Zo gaat het bijvoorbeeld in dit boek over:
- het op weg gaan;
- het begin van de wereld;
- het begin van leven;
- elke keer weer een nieuwe dag.
Een openingszet in een schaakspel is ook maar een eerste, kleine beweging van de pion.
Zo is het vaak ook in je leven: als je een eerste stap zet - hoe klein ook - kan er al iets beginnen, kan er iets wezenlijk veranderen in je leven.
Mijn schoolloopbaan - bijvoorbeeld - begon ik als kleuter op de Drachtster kleuterschool, die als naam droeg: “De Eerste Stap”.
Hoe belangrijk die eerste stap – dat begin - in het onderwijs voor mij is geweest, blijkt wel als je je realiseert dat ik nu al 47 jaar alle school(werk)dagen naar school ga.
“Begin! Alleen dan kan het onmogelijke mogelijk worden”.
Met deze spreuk van Thomas Carlyle begint het boek “Begin!”, uitgegeven door Magazinez, die ook de uitgever is van het mindstyle magazine “Happinez”. Dit “mindstyle book” bevat bijdragen van onder andere:
- Heinrich Heine: “Moedig begonnen is half gewonnen”;
- Bas Haring: “Op een gegeven moment ontstond er een molecuul met een grappige eigenschap”;
- Joe Jackson: “I started to believe that I was born at seventeen”;
- Cervantes: “De weg is beter dan de herberg” (NB. die zal een pelgrim zeker aanspreken);
- Lao Tze: “Een reis van vele honderden kilometers begint op de punt van iemands voet” (NB. ook herkenbaar voor elke pelgrim);
- Karl Barth: “Niet angstvallig erlangs, maar dwars door leed en smart heen leidt de weg naar ware vreugde”;
- Hans Lodeizen: “ik wil deze komende vijf jaren de wereld proberen en als ik haar goedvind, zal ik haar meenemen”;
- Anselm Grün: Wanneer jij jezelf bevrijdt van de druk om het absoluut juiste besluit te moeten nemen, dan kun je de zaken kalmer aanpakken”;
- Willem van Oranje: “Men behoeft niet te hopen om iets te ondernemen, noch te slagen om te volharden”;
- Paulo Coelho: “Een strijder van het licht gaat, wanneer hij begint, tot het einde”;
- Jesaja: “Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?”;
- Ward Ruyslinck: “En op het fuifje, waar je niet naar toe wou gaan, ontmoet je háár, het wezen dat je helen kan”;
- Th.G. von Hippel: “Het begin ligt dikwijls in onze macht, het midden zelden, het eind nooit".
Heb jij moeite om ergens mee te beginnen?
Laat je dan inspireren en begin bij (het) “Begin!".
Alles heeft een begin.
Een gedachte – ook al is die zo kort als een flits - kan al het begin zijn van een ander leven, van een nieuw plan en/of van een nieuwe missie.
“Begin!” is een kado-boek met daarin poëzie en gedachten, met steeds het begin als startpunt.
Het is een boek voor mensen die bijvoorbeeld een zetje kunnen gebruiken, omdat ze aan het begin staan van iets nieuws.
Zo gaat het bijvoorbeeld in dit boek over:
- het op weg gaan;
- het begin van de wereld;
- het begin van leven;
- elke keer weer een nieuwe dag.
Een openingszet in een schaakspel is ook maar een eerste, kleine beweging van de pion.
Zo is het vaak ook in je leven: als je een eerste stap zet - hoe klein ook - kan er al iets beginnen, kan er iets wezenlijk veranderen in je leven.
Mijn schoolloopbaan - bijvoorbeeld - begon ik als kleuter op de Drachtster kleuterschool, die als naam droeg: “De Eerste Stap”.
Hoe belangrijk die eerste stap – dat begin - in het onderwijs voor mij is geweest, blijkt wel als je je realiseert dat ik nu al 47 jaar alle school(werk)dagen naar school ga.
“Begin! Alleen dan kan het onmogelijke mogelijk worden”.
Met deze spreuk van Thomas Carlyle begint het boek “Begin!”, uitgegeven door Magazinez, die ook de uitgever is van het mindstyle magazine “Happinez”. Dit “mindstyle book” bevat bijdragen van onder andere:
- Heinrich Heine: “Moedig begonnen is half gewonnen”;
- Bas Haring: “Op een gegeven moment ontstond er een molecuul met een grappige eigenschap”;
- Joe Jackson: “I started to believe that I was born at seventeen”;
- Cervantes: “De weg is beter dan de herberg” (NB. die zal een pelgrim zeker aanspreken);
- Lao Tze: “Een reis van vele honderden kilometers begint op de punt van iemands voet” (NB. ook herkenbaar voor elke pelgrim);
- Karl Barth: “Niet angstvallig erlangs, maar dwars door leed en smart heen leidt de weg naar ware vreugde”;
- Hans Lodeizen: “ik wil deze komende vijf jaren de wereld proberen en als ik haar goedvind, zal ik haar meenemen”;
- Anselm Grün: Wanneer jij jezelf bevrijdt van de druk om het absoluut juiste besluit te moeten nemen, dan kun je de zaken kalmer aanpakken”;
- Willem van Oranje: “Men behoeft niet te hopen om iets te ondernemen, noch te slagen om te volharden”;
- Paulo Coelho: “Een strijder van het licht gaat, wanneer hij begint, tot het einde”;
- Jesaja: “Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?”;
- Ward Ruyslinck: “En op het fuifje, waar je niet naar toe wou gaan, ontmoet je háár, het wezen dat je helen kan”;
- Th.G. von Hippel: “Het begin ligt dikwijls in onze macht, het midden zelden, het eind nooit".
Heb jij moeite om ergens mee te beginnen?
Laat je dan inspireren en begin bij (het) “Begin!".
vrijdag 5 februari 2010
Kennis brengen & halen; wat kost dat?
Vrijdag 5 februari 2010
Toen het Rengersparkgebied van Leeuwarden nog geen Kenniscampus was, was het parkeren op de parkeerterreinen van de beide hogescholen nog gratis. Dat gaat veranderen. Met de komst van de Kenniscampus moet binnenkort iedereen die met zijn/haar auto kennis komt brengen of halen voor een parkeerplaats betalen; zo ook bij Stenden hogeschool.
De vorst is nog niet uit de grond, maar met het zware graafmaterieel is dat voor de grondwerkers geen probleem. De hele dag zijn een aantal mannen bij de hoofdingang van het nieuwe Haak-gebouw (zie mijn weblogbericht van 22 augustus 2008) aan het werk om tussen de laatste bultjes sneeuw door het grondwerk - bestaande uit graafwerk en straatwerk - te verrichten, dat nodig is om op korte termijn slagbomen te (kunnen) plaatsen bij de toegangen en uitgangen van de parkeerterreinen van Stenden hogeschool. Aan het eind van de dag zijn de contouren van de nieuwe doorgang en bestrating zichtbaar.
Toen het Rengersparkgebied van Leeuwarden nog geen Kenniscampus was, was het parkeren op de parkeerterreinen van de beide hogescholen nog gratis. Dat gaat veranderen. Met de komst van de Kenniscampus moet binnenkort iedereen die met zijn/haar auto kennis komt brengen of halen voor een parkeerplaats betalen; zo ook bij Stenden hogeschool.
De vorst is nog niet uit de grond, maar met het zware graafmaterieel is dat voor de grondwerkers geen probleem. De hele dag zijn een aantal mannen bij de hoofdingang van het nieuwe Haak-gebouw (zie mijn weblogbericht van 22 augustus 2008) aan het werk om tussen de laatste bultjes sneeuw door het grondwerk - bestaande uit graafwerk en straatwerk - te verrichten, dat nodig is om op korte termijn slagbomen te (kunnen) plaatsen bij de toegangen en uitgangen van de parkeerterreinen van Stenden hogeschool. Aan het eind van de dag zijn de contouren van de nieuwe doorgang en bestrating zichtbaar.
donderdag 4 februari 2010
DUO HO-Conferentie 2010 - Handen en voeten aan beleid
Donderdag 4 februari 2010
De jaarlijkse Hoger Onderwijs (HO)-conferentie van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) vindt vandaag plaats in de Jaarbeurshal te Utrecht. DUO is per 1 januari 2010 de nieuwe uitvoeringsorganisatie voor het onderwijs, ontstaan door het bundelen van de IBG (Informatie Beheer Groep) en de CFI (Centrale Financiën Instellingen). DUO werkt als uitvoeringsorganisatie van en voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW). Dit jaar koos DUO als conferentiethema: "Handen en voeten aan beleid". Ruim 300 congresgangers die voor en in het hoger onderwijs werken, wonen dit jaarcongres bij.
Het programma begint met een welkom en huishoudelijke mededelingen van dagvoorzitter Paul Rullmann, lid van het College van Bestuur van de TU Delft. Rob Kerstens, directeur-generaal van DUO, vertelt in zijn openingswoord dat het hier vandaag gaat over hoe we ons werk beter, gemakkelijker en flexibeler kunnen doen. Daarbij gaat het - net als in de sport - om innovatie, beter presteren (gaan voor goud) en om het vermogen om samen te werken.
Daarna worden zes verdiepingssessies aangeboden, die gedurende de dag drie keer worden verzorgd.
1.
De eerste verdiepingssessie die ik bijwoon, is "Versterking bestuur: wat betekent dat voor u?". Irma van den Tillaart, projectleider van het Ministerie van OCenW, informeert ons over de laatste stand van zaken rondom het wetsvoorstel "Versterking Bestuur". Dat voorstel is op 26 januari 2010 in de Eerste Kamer besproken. Aan de orde komen nu onderwerpen als: Collegegeld, Uitschrijving, Joint degrees, Onderwijs in het buitenland, Croho, Rechtspersonen voor Hoger Onderwijs, Levensbeschouwelijke universiteiten en Numerus Fixus & loting.
2.
Mijn tweede verdiepingssessie is: "Internationalisering; hoe staan we ervoor?" Lennart Nooij - senior beleidsmedewerker bij het Ministerie van OCenW - praat ons bij over het wel en wee rondom het internationaliseringsbeleid. Nooij laat ons zien wat er al dan niet is veranderd tussen de 1e ministeriële Veldverkenning Internationalisering van 2006 en de 2e Veldverkenning van 2009-2010. Lennart eindigt met zijn - goedbedoelde - kritiek op het hoger onderwijs door te stellen dat het internationaliseringsbeleid van instellingen voor hoger onderwijs wel op orde is, maar dat dat nog niet geldt voor de organisatie en uitvoering van dat beleid. Eén van de deelnemers van deze sessie stelt daar tegenover dat dat ook geldt voor ons ministerie. Er is door ons gezamenlijk dus letterlijk en figuurlijk nog een wereld te winnen in de komende jaren.
Lennart Nooij komt met een warm pleidooi voor het creëren van een hechte band tussen Nederlandse en buitenlandse studenten en er middels een betere sturing en organisatie voor te zorgen dat onze buitenlandse afgestudeerden in hun thuisland ambassadeurs voor onze hoger onderwijsinstelling worden, vanwege de plezierige manier waarop wij met aandacht omgaan met onze internationale studenten.
3.
De derde verdiepingssessie wordt gevormd door twee Speeddates, te weten:
3a. "Een nieuwe accreditatie: de invloed van uitvoering op beleid". Op dit moment is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel in behandeling met als doelen het accreditatiestelsel beter te laten aansluiten bij de inhoud van het onderwijs en een meer flexibel regime van toezicht in het hoger onderwijs te introduceren. Gedurende twee jaren heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) met stakeholders in Nederland en Vlaanderen een pilot gedraaid en overleg gevoerd over de precieze invulling van dit nieuwe stelsel. Stephan van Galen (NVAO) en Frans Janssen (Radboud Universiteit Nijmegen) belichten hoe deze pilot en dit overleg heeft bijgedragen aan de uiteindelijke vormgeving en inhoud van dit wetsvoorstel. Als het wetsvoorstel als nieuwe wet wordt ingevoerd per 1 januari 2011, zullen alle hogescholen die na 1 januari 2011 accreditatie aanvragen dat moeten doen conform het nieuwe accreditatiestelsel, dat uitgaat van een Instellingsaudit met aanvullende beperkte opleidingsaccreditatie òf van uitsluitend een uitgebreide Opleidingsaccreditatie.
3b. "Het belang van een diploma halen, het verhaal van een project". Het project Achterstandsmanagement onderzoekt nieuwe wegen om ingeschreven studenten met een studieachterstand snel op te sporen en te helpen. Daarnaast worden studenten opgespoord, die al werk hebben, maar (nog) niet tot afstuderen komen. Het doel is om ze weer in contact met de school te brengen en via hun werk op het vereiste niveau te laten afstuderen. Projectleider Frans Jansen en Jeanette Wolters van de Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten vertellen over de opzet, de inhoud en de resultaten van dit bijzondere project.
Na deze drie verdiepingssessies vindt nog een plenaire afsluiting van het congres plaats in de Irene Congreszaal van de Utrechtse Jaarbeurshal.
De jaarlijkse Hoger Onderwijs (HO)-conferentie van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) vindt vandaag plaats in de Jaarbeurshal te Utrecht. DUO is per 1 januari 2010 de nieuwe uitvoeringsorganisatie voor het onderwijs, ontstaan door het bundelen van de IBG (Informatie Beheer Groep) en de CFI (Centrale Financiën Instellingen). DUO werkt als uitvoeringsorganisatie van en voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW). Dit jaar koos DUO als conferentiethema: "Handen en voeten aan beleid". Ruim 300 congresgangers die voor en in het hoger onderwijs werken, wonen dit jaarcongres bij.
Het programma begint met een welkom en huishoudelijke mededelingen van dagvoorzitter Paul Rullmann, lid van het College van Bestuur van de TU Delft. Rob Kerstens, directeur-generaal van DUO, vertelt in zijn openingswoord dat het hier vandaag gaat over hoe we ons werk beter, gemakkelijker en flexibeler kunnen doen. Daarbij gaat het - net als in de sport - om innovatie, beter presteren (gaan voor goud) en om het vermogen om samen te werken.
Dan volgt de presentatie van Robin van Galen, de coach van het Nederlandse dameswaterpoloteam, dat in 2008 tijdens de Olympische Spelen goud won. Zijn presentatie met als titel "Niets is onmogelijk" gaat over je langdurig en intensief voorbereiden, hard trainen, teamvorming, samenwerking en gaan voor goud. Van Galen legt uit dat wij in het onderwijs ook gebruik kunnen maken van het Teamontwikkelingsmodel van Bruce Tuckman, waar hij met zijn damespoloteam olympisch kampioen mee werd. Robin verwijst naar de fasen van Tuckman die je als team daartoe moet doorlopen, te weten: Forming, Storming, Norming, Performing (& Adjourning). Respect stond in zijn team centraal. "Respect" hadden ze als team gezamenlijk gedefinieerd als: accepteer elkaars verschillen, bewonder elkaars talent en ga op weg naar het gemeenschappelijk doel. Het tweede deel van zijn presentatie gaat over "Totaalcoachen", waarbij je als teamcoach in de sport of in bijvoorbeeld ook het onderwijs gebruik maakt van de karaktereigenschappen van je individuele teamleden bij het formeren van teameigenschappen, waarmee je topprestaties kunt leveren.
Daarna worden zes verdiepingssessies aangeboden, die gedurende de dag drie keer worden verzorgd.
1.
De eerste verdiepingssessie die ik bijwoon, is "Versterking bestuur: wat betekent dat voor u?". Irma van den Tillaart, projectleider van het Ministerie van OCenW, informeert ons over de laatste stand van zaken rondom het wetsvoorstel "Versterking Bestuur". Dat voorstel is op 26 januari 2010 in de Eerste Kamer besproken. Aan de orde komen nu onderwerpen als: Collegegeld, Uitschrijving, Joint degrees, Onderwijs in het buitenland, Croho, Rechtspersonen voor Hoger Onderwijs, Levensbeschouwelijke universiteiten en Numerus Fixus & loting.
2.
Mijn tweede verdiepingssessie is: "Internationalisering; hoe staan we ervoor?" Lennart Nooij - senior beleidsmedewerker bij het Ministerie van OCenW - praat ons bij over het wel en wee rondom het internationaliseringsbeleid. Nooij laat ons zien wat er al dan niet is veranderd tussen de 1e ministeriële Veldverkenning Internationalisering van 2006 en de 2e Veldverkenning van 2009-2010. Lennart eindigt met zijn - goedbedoelde - kritiek op het hoger onderwijs door te stellen dat het internationaliseringsbeleid van instellingen voor hoger onderwijs wel op orde is, maar dat dat nog niet geldt voor de organisatie en uitvoering van dat beleid. Eén van de deelnemers van deze sessie stelt daar tegenover dat dat ook geldt voor ons ministerie. Er is door ons gezamenlijk dus letterlijk en figuurlijk nog een wereld te winnen in de komende jaren.
Lennart Nooij komt met een warm pleidooi voor het creëren van een hechte band tussen Nederlandse en buitenlandse studenten en er middels een betere sturing en organisatie voor te zorgen dat onze buitenlandse afgestudeerden in hun thuisland ambassadeurs voor onze hoger onderwijsinstelling worden, vanwege de plezierige manier waarop wij met aandacht omgaan met onze internationale studenten.
3.
De derde verdiepingssessie wordt gevormd door twee Speeddates, te weten:
3a. "Een nieuwe accreditatie: de invloed van uitvoering op beleid". Op dit moment is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel in behandeling met als doelen het accreditatiestelsel beter te laten aansluiten bij de inhoud van het onderwijs en een meer flexibel regime van toezicht in het hoger onderwijs te introduceren. Gedurende twee jaren heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) met stakeholders in Nederland en Vlaanderen een pilot gedraaid en overleg gevoerd over de precieze invulling van dit nieuwe stelsel. Stephan van Galen (NVAO) en Frans Janssen (Radboud Universiteit Nijmegen) belichten hoe deze pilot en dit overleg heeft bijgedragen aan de uiteindelijke vormgeving en inhoud van dit wetsvoorstel. Als het wetsvoorstel als nieuwe wet wordt ingevoerd per 1 januari 2011, zullen alle hogescholen die na 1 januari 2011 accreditatie aanvragen dat moeten doen conform het nieuwe accreditatiestelsel, dat uitgaat van een Instellingsaudit met aanvullende beperkte opleidingsaccreditatie òf van uitsluitend een uitgebreide Opleidingsaccreditatie.
3b. "Het belang van een diploma halen, het verhaal van een project". Het project Achterstandsmanagement onderzoekt nieuwe wegen om ingeschreven studenten met een studieachterstand snel op te sporen en te helpen. Daarnaast worden studenten opgespoord, die al werk hebben, maar (nog) niet tot afstuderen komen. Het doel is om ze weer in contact met de school te brengen en via hun werk op het vereiste niveau te laten afstuderen. Projectleider Frans Jansen en Jeanette Wolters van de Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten vertellen over de opzet, de inhoud en de resultaten van dit bijzondere project.
Na deze drie verdiepingssessies vindt nog een plenaire afsluiting van het congres plaats in de Irene Congreszaal van de Utrechtse Jaarbeurshal.
woensdag 3 februari 2010
Vraag alleen hier om voetbalplaatjes
Woensdag 3 februari 2010
Reikende handen, vragende blikken en smekende stemmen. Ze helpen deze keer niet. De boodschappende vrouw die zojuist de supermarkt van Albert Heijn verlaat, stelt de achter het dranghek opgestelde voetbalplaatjesvragende jeugd teleur met haar antwoord: "Dizze plaatsjes binne foar ús eigen bern, want dy sparje se ek". De kinderen achter het dranghek realiseren zich dat ze bij deze passante kansloos zijn. Hun blik richt zich direct al weer op de volgende klant die de supermarkt verlaat. Evenals vorig jaar (zie mijn weblogbericht van 3 februari 2009) is de voetbalplaatsjesgekte weer uitgebroken. De verzamelwoede viert in den lande weer hoogtij, zo ook in Stiens.
Tot en met 7 maart 2010 wordt - zolang de voorraad strekt - één zakje met daarin vijf verschillende voetbalplaatjes uitgereikt bij elke besteding van tien euro aan boodschappen bij de winkels van Albert Heijn en van AH to go. Totaal zijn er 271 verschillende voetbalplaatjes. Het verzamelalbum van de Eredivisie waar de voetbalplaatjes in geplakt kunnen worden, is te koop bij Albert Heijn, bij AH to go en bij de AH Boodschappenwebwinkel. De afgebeelde kleedkamers in het voetbalplaatjesalbum zijn zo waarheidsgetrouw mogelijk weergegeven, maar daarbij is in sommige gevallen wel gebruik gemaakt van fotobewerking. Het bewaarblik waar dubbel gespaarde voetbalplaatjes in bewaard kunnen worden, is ook te koop bij Albert Heijn en bij de AH Boodschappenwebwinkel.
Wie eenmaal met verzamelen is begonnen, wil doorgaans de hele serie compleet hebben. Daartoe worden onder andere ruilbijeenkomsten belegd. De voetbalplaatjesruilmiddagen van AH werden vorig jaar in den lande zo goed bezocht, dat Albert Heijn dit jaar twee keer zo'n ruilmiddag organiseert. Deze middagen zijn de laatste kans om je album compleet te krijgen. Er wordt dan niet alleen in alle winkels geruild, maar ook het PSV-stadion in Eindhoven zal dan het decor zijn van een grootse ruilmiddag.
Tot en met 7 maart 2010 wordt - zolang de voorraad strekt - één zakje met daarin vijf verschillende voetbalplaatjes uitgereikt bij elke besteding van tien euro aan boodschappen bij de winkels van Albert Heijn en van AH to go. Totaal zijn er 271 verschillende voetbalplaatjes. Het verzamelalbum van de Eredivisie waar de voetbalplaatjes in geplakt kunnen worden, is te koop bij Albert Heijn, bij AH to go en bij de AH Boodschappenwebwinkel. De afgebeelde kleedkamers in het voetbalplaatjesalbum zijn zo waarheidsgetrouw mogelijk weergegeven, maar daarbij is in sommige gevallen wel gebruik gemaakt van fotobewerking. Het bewaarblik waar dubbel gespaarde voetbalplaatjes in bewaard kunnen worden, is ook te koop bij Albert Heijn en bij de AH Boodschappenwebwinkel.
Wie eenmaal met verzamelen is begonnen, wil doorgaans de hele serie compleet hebben. Daartoe worden onder andere ruilbijeenkomsten belegd. De voetbalplaatjesruilmiddagen van AH werden vorig jaar in den lande zo goed bezocht, dat Albert Heijn dit jaar twee keer zo'n ruilmiddag organiseert. Deze middagen zijn de laatste kans om je album compleet te krijgen. Er wordt dan niet alleen in alle winkels geruild, maar ook het PSV-stadion in Eindhoven zal dan het decor zijn van een grootse ruilmiddag.
dinsdag 2 februari 2010
Werkstukken 4e jaars studenten OLB-Stenden-Leeuwarden
Dinsdag 2 februari 2010
Evenals vorig jaar (zie mijn weblogbericht van 17 februari 2009) hangen momenteel in de koffieruimte van de tweede verdieping van Stenden hogeschool te Leeuwarden enkele werkstukken van studenten van onze Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (OLB). Het is prachtig eigen werk van vierdejaars OLB-studenten, te weten: Doutzen Molenmaker, Ida Timmermans en Ekelien Burggraaff.
Om tot deze eigen werkstukken te komen, moesten de studenten vooraf de volgende drie taken uitvoeren:
1. Verwerk een voorwerp dat je koopt voor 50 cent. Bewuste keuze speelt hier een rol.
2. Verwerk een voorwerp dat je van een ander krijgt. De keus van een ander speelt hier een rol.
3. Verwerk een voorwerp dat je hebt gevonden. Toeval speelt hier een rol.
Als die drie stappen zijn doorlopen, worden bovenstaande voorwerpen verwerkt in één werkstuk. Daarbij maken studenten een eigen, persoonlijk werkstuk, waarbij ze moeten uitgaan van dat bewust gekochte, van die keus van een ander en van dat toeval.
Het mooie werk van deze drie studenten hangt welverdiend op deze prominente zichtlocatie van ons hogeschoolgebouw.
Evenals vorig jaar (zie mijn weblogbericht van 17 februari 2009) hangen momenteel in de koffieruimte van de tweede verdieping van Stenden hogeschool te Leeuwarden enkele werkstukken van studenten van onze Opleiding tot Leraar Basisonderwijs (OLB). Het is prachtig eigen werk van vierdejaars OLB-studenten, te weten: Doutzen Molenmaker, Ida Timmermans en Ekelien Burggraaff.
Om tot deze eigen werkstukken te komen, moesten de studenten vooraf de volgende drie taken uitvoeren:
1. Verwerk een voorwerp dat je koopt voor 50 cent. Bewuste keuze speelt hier een rol.
2. Verwerk een voorwerp dat je van een ander krijgt. De keus van een ander speelt hier een rol.
3. Verwerk een voorwerp dat je hebt gevonden. Toeval speelt hier een rol.
Als die drie stappen zijn doorlopen, worden bovenstaande voorwerpen verwerkt in één werkstuk. Daarbij maken studenten een eigen, persoonlijk werkstuk, waarbij ze moeten uitgaan van dat bewust gekochte, van die keus van een ander en van dat toeval.
Het mooie werk van deze drie studenten hangt welverdiend op deze prominente zichtlocatie van ons hogeschoolgebouw.
maandag 1 februari 2010
Paul van Gent exposeert in Stiens
Maandag 1 februari 2010
Tot 1 april 2010 exposeert fotograaf Paul van Gent een serie van zijn foto's in het gemeentehuis van Leeuwarderadeel te Stiens. Van Gent heeft namelijk de winnende foto gemaakt voor de jaarlijkse nieuwjaarskaart van de gemeente Leeuwarderadeel.
Paul van Gent (geboren in 1947) is afgestudeerd aan het Conservatorium te Den Haag met als instrument de hobo. In 1973 werd hij aangenomen als eerste hoboïst van het Frysk Orkest. Na de fusie met het Noordelijk Filharmonisch Orkest is hij nog twintig jaar als eerste hoboïst werkzaam geweest in het Noord-Nederlands Orkest.
Naast zijn werk als musicus heeft Paul de fotografie als hobby. Hij is autodidact, maar heeft wel een eenjarige cursus aan de Fotovakschool in Apeldoorn gevolgd. Enkele van zijn nu geëxposeerde Waddenfoto's zitten in lijsten, die zijn gemaakt van juttershout, gevonden aan de Waddenkust.
Tot 1 april 2010 exposeert fotograaf Paul van Gent een serie van zijn foto's in het gemeentehuis van Leeuwarderadeel te Stiens. Van Gent heeft namelijk de winnende foto gemaakt voor de jaarlijkse nieuwjaarskaart van de gemeente Leeuwarderadeel.
Paul van Gent (geboren in 1947) is afgestudeerd aan het Conservatorium te Den Haag met als instrument de hobo. In 1973 werd hij aangenomen als eerste hoboïst van het Frysk Orkest. Na de fusie met het Noordelijk Filharmonisch Orkest is hij nog twintig jaar als eerste hoboïst werkzaam geweest in het Noord-Nederlands Orkest.
Naast zijn werk als musicus heeft Paul de fotografie als hobby. Hij is autodidact, maar heeft wel een eenjarige cursus aan de Fotovakschool in Apeldoorn gevolgd. Enkele van zijn nu geëxposeerde Waddenfoto's zitten in lijsten, die zijn gemaakt van juttershout, gevonden aan de Waddenkust.
Abonneren op:
Posts (Atom)