Vrijdag 6 augustus 2021
|
Brug over de Loire naar Blois |
Pelgrimsroute van Parijs (F) naar
Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Saint-Claude-de-Diray naar Chouzy-sur-Cisse
Vrijdag 6 augustus 2021 – 23,6 km.
Dag 14: 299,6 – 323,2 km.
Prima wandelweer
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping ‘l’Amitié’ in Nouan-sur-Loire.
Na het ontbijt verlaten we de camping om
7:10 uur en rijden we met onze auto naar het dorpje Saint-Claude-de-Diray.
Hier begint om 7:30 uur onze etappe van vandaag – de laatste van deze
zomerpelgrimage van 2021 - op dezelfde plek waar we gisteren de etappe
beëindigden; bij de kerk en de Mairie van Saint-Claude-de-Diray.
Het is vanmorgen 16 graden Celsius, en de lucht is halfbewolkt. De zon schijnt vandaag
vooral rond het middaguur. Het dragen van een trui en jas is voor de ochtend
nog comfortabel, maar aan het eind van de ochtend kan die uit. ’s Middags
krijgen we ongeveer een half uur te maken met heel lichte motregen. De
temperatuur loopt tijdens deze etappe op naar 23 graden Celsius. Prima
wandelweer vandaag.
Akkerpaden richting Blois
Vanaf de parkeerplaats bij de kerk van Saint-Claude-de-Diray gaan we naar
en door enkele smalle steegjes, om zo het dorp uit te wandelen. Als we buiten
het dorp bij het gehucht Le Moulin bij een wijngaard arriveren, krijgen we al
direct een mooi zicht op de stad Blois, kilometers verderop aan de overzijde
van de Loire.
Het vroege zonlicht schijnt in de verte op Blois, dus het is vanaf hier al goed
te zien.
Buiten het dorp gaan we een akkerbouwgebied in. Hier en daar wordt ter hoogte
van het gehucht Presson door groepen arbeiders op het land gewerkt.
Eén groep is bijvoorbeeld aan het werk in een groot prei-veld.
Verderop komen we langs een andere groep in een courgette-veld.
Langs het akkerpad staan hun auto’s, en één van die auto’s die we passeren,
heeft een Bulgaars kenteken. Er zijn dus ook buitenlandse arbeiders op het land
aan het werk. We zien dat ze courgettes oogsten, door ze af te snijden van de
plant, om ze daarna op een lopende band te leggen, waarmee ze een aanhangwagen
van de tractor in worden getransporteerd met die transportband.
We lopen in de richting van het voormalige spoorviaduct.
Dat spoorviaduct loopt als een lange rups door de Loire-vallei, in de richting
van de Loire.
We komen vervolgens langs een veld met lange rijen hele kleine platanen.
De kweekboompjes zijn nog maar zo’n 40-50 centimeter hoog en staan in hele
lange en smalle rijen in tweetallen tegenover elkaar.
Door buurtschappen van Vineuil
Vanaf het gehucht La Place gaat de route verder door een lange rij bebouwde
buurtschappen. Deze gehuchten vallen onder de plaats Vineuil. Enkele van die
plaatsjes zijn: Porioux, La Siaudière, Le Côteau en Pimpeneau. Hier en daar
passeren we deze dagen oude waterputten van weleer. Ze hebben een van keien
opgemetselde hoge koepel, waarin een houten zwengel zit waarmee het water uit
de diepe putten bovengronds kon worden gedraaid. Tegenwoordig zijn de meeste
waterputten voor de veiligheid afgesloten met ijzeren tralies, opdat bijvoorbeeld
kinderen niet in de diepe en nauwe putten kunnen vallen.
Van Vineuil langs de Loire naar Blois
Vanuit Vineuil volgen we een geasfalteerde smalle parallelweg langs de D174
richting Blois. We gaan niet via de rivierbrug van de D174 over de Loire, maar
gaan onder de D174 door, om dan langs de oever van de Loire naar de volgende
rivierbrug te lopen. We krijgen daarbij alvast wel een mooi zicht op de stad
Blois.
Op een gegeven moment wandelen we de plaats Blois binnen, nog steeds aan de
zuidzijde van de Loire.
Hoe dichter we bij de Loire-brug komen, hoe beter zicht we krijgen op de
details van de stad aan de overzijde van de Loire.
We nemen de 18e eeuwse stenen boogbrug om de Loire over te steken
naar het centrum van Blois.
Op het trottoir zien we om de zoveel meter de emblemen van de stad, met een
zeilboot als afbeelding.
Het is 9:40 uur als we de Loire-brug oversteken, recht op de kathedraal af.
Kathedraalbezoek niet mogelijk
Voorbij de rivierbrug lopen we recht Blois in, totdat we aankomen bij de hoge
en kleurrijke stadstrap in het centrum van Blois.
Hier verlaten we voor even de doorgaande route van het pelgrimspad, want we
willen wel een bezoek brengen aan de kathedraal van Blois, die overigens niet
aan de route van de GR655 ligt. Door smalle straten klimmen we hoog op naar de
kathedraal.
Als we bij de kathedraal komen, staat de kerkdeur wel open, maar we kunnen niet
naar binnen. Twee uitvaart-auto’s staan bij de ingang van de kathedraal en de
aanwezige agenten in ceremonieel tenue en alle keurig geklede mensen - met
mondkapje - op de stoep van de kathedraal zijn een duidelijk teken dat hier een
rouwdienst georganiseerd zal worden. Kortom, we kunnen de kathedraal helaas
niet in, en dat is jammer, want deze kathedraal heeft ook een Sint-Jacobskapel,
die je als pelgrim graag wilt bezoeken. Ook een stempel van de kathedraal in
onze credentials zit er dus letterlijk niet in. Maar goed, kerken en zo ook
kathedralen zijn belangrijke plaatsen van bemoediging en dat gaat bij zo’n
rouwdienst natuurlijk boven alles.
Stempelen en koffiedrinken
Wij lopen door naar het naast de kathedraal staande stadhuis met de daarnaast
gelegen tuin. In die tuin staan drie grote beelden van ex-president-generaal Charles
de Gaulle, in de drie kleuren van de Franse vlag en waarschijnlijk gemaakt met
een 3D-printer.
Vanuit deze hooggelegen tuin - met daar direct onder het rosarium - heb je een
prachtig panoramisch uitzicht over de stad, de Loire en over de Loire-vallei.
Als we weer teruglopen naar de kathedraal zien we dat de deur van het stadhuis
open staat.
We gaan naar binnen en krijgen daar van de receptioniste heel vlot
een prachtig stempel van de stad Blois in onze pelgrimspaspoorten.
Daarna gaan we door de smalle stadsstraatjes van de kathedraal weer naar
beneden, naar het oude stadscentrum.
We lopen het winkelcentrum in, en genieten ondertussen van de prachtige oude
gebouwen in de binnenstad, waarvan een aantal vakwerk-huizen.
We vinden een geschikte plek op een café-terras om daar een lekkere kop koffie
te drinken.
De draken van Robert-Houdin en het
Château Royal
Na de koffie beklimmen we de lange en brede stenen trap naar het château van
Blois. Boven aangekomen horen we rechtsachter ons muziek en vreemde geluiden.
Als we achterom kijken, zien we daar het Huis van de Magie staan, van
Robert-Houdin, waar juist op dit moment een bijzonder spektakel is te zien van
vijf hele grote bewegende drakenkoppen die door de grote ramen van het
magie-museum over het château-plein heen kijken. Met de vuurrode ogen en de
rookspuwende drakenkoppen ziet het er – vooral voor de aanwezige kinderen –
indrukwekkend uit.
Als de voorstelling is beëindigd, trekken de draken hun koppen langzaam naar
binnen, verdwijnen ook de poot en de staart en sluiten de raampartijen
automatisch. Dan is het weer stil op het plein.
Wij draaien ons om en lopen dan over het stadsplein naar het Château Royal van
Blois, dat op de andere kant van het plein staat.
Terug naar en langs de Loire
Langs het enorme château lopen we rechtsom naar beneden, langs een oud en karakteristiek
souvenirwinkeltje van Blois. We kopen er enkele textiel-emblemen van Parijs,
Frankrijk en Blois, die heel goed bij onze pelgrimsoutfit passen.
Daarna gaan we bij de VVV naar binnen, omdat we hier wellicht ook een stempel
in onze credentials kunnen verkrijgen. Maar dat is ijdele hoop, want deze VVV
heeft geen stempel.
We wandelen verder door de stad, in de afdaling richting Loire. We passeren dan
nog de Sint-Nicolaaskerk van Blois. Daar kunnen we helaas ook niet naar binnen,
vanwege de sluiting wegens restauratiewerkzaamheden. Dan zit er voor ons niets
anders op dan de stad maar te verlaten, dus we vervolgen onze weg door een
aantal oude woonstraten, totdat we weer bij de Loire aankomen. We volgen de
richtingwijzers, waarvan er één heel specifiek is gericht op de Via Turonensis,
namelijk de stickers van de ‘Voie de Tours’.
Een eind verderop passeren we een opvallend huis, dat een Spaanse naam draagt.
Die naam en de opvallende Zuidamerikaanse bouwstijl doet ons vermoeden dat deze
villa aan de Loire indertijd is gebouwd door iemand die is teruggekeerd uit één
van de Franse of Spaanse koloniën van vroeger. In Spanje hebben we dit type
woonhuis ook vaak gezien, daar ook gebouwd door mensen die rijk terugkeerden
uit de Zuidamerikaanse kolonie-landen.
Van buurtschap naar buurtschap
Ter hoogte van het gehucht Les Imberts laten we de Loire-oever achter ons. We
gaan een onverhard hellingpad op, waarbij we behoorlijk moeten klimmen om de
Loire-vallei uit te komen.
Bij de beroepsschool voor hotel- en toerisme-opleidingen komen we terug in een
buitenwijk van Blois. Nu volgt een ongeveer tien kilometer lang traject,
waarbij we voortdurend door een lintbebouwing van allerlei buurtschappen komen.
Eén van die gehuchten - met ook al van die mooie woonhuizen - is Les Mouriers.
Het is een af en toe klimmende en dalende route langs karakteristieke oude en
vooral ook mooie eigentijdse woningen, en dan vooral ook grote huizen. Om van
buurtschap naar buurtschap te gaan, moeten we nu en dan door hele smalle
doorgangen, die niet of nauwelijks door de plaatselijke bewoners worden
gebruikt, getuige de dichte begroeiing in die smalle doorgangen tussen grote
tuinen door.
En meestal kom je daarna wel weer terug op een eindje geasfalteerde woonstraat,
met soms ook een gravelpad langs de hoge tuinmuren, heggen en hekwerken. Hier
en daar kun je nog een glimp opvangen van de grote woningen in de grote tuinen.
In het gehucht l’Hôtel Pasquier komen we op een pleintje met groen, een
wegkruis, zitbanken en een draaicirkel voor een bus bij de abri. Hier vinden we
een plekje in de aangename zon, om er te lunchen en te rusten. We hebben
zojuist even gebruik moeten maken van de paraplu en regencape, maar de
aanwakkerende motregen hield gelukkig al snel op, en nu zitten we al weer
heerlijk in de lekkere warme middagzon.
Boswandelen
In onze wandelgids hadden we al gezien dat we vanmiddag nog enkele stukken door
bospercelen lopen. Dat vermoeden wordt inderdaad bewaarheid, want we gaan een
bos in met direct al een fikse uitdaging, want onze route gaat voorin het bos
direct recht en steil naar beneden over een hele steile boshelling.
Voorzichtig, kleine stapjes voorwaarts gaan we heel voorzichtig naar beneden,
waar we zonder val- en glijpartijen heelhuids aankomen.
Dan volgt een mooie boswandeling naar een asfaltweg. In het bos zie je hier en
daar groepen witte zwammen op dode boomstammen.
Verderop komen we nogmaals door een bosperceel. Op een paadje door een open
strook in het bos, waar heel veel mooie planten bloeien, en waar het een druk gefladder
van veel vlinders is, ontmoeten we twee jonge mannen, die ons vertellen dat zij
de GR3 bewandelen, en daarvan nu een vijfdaagse tocht van Blois naar Tours.
Veldroute
Om de variatie van vandaag op onze laatste etappe van deze zomervakantie
compleet te maken, krijgen we voorbij Villeneuve tot slot ook nog een prachtig
traject door het open veld, langs weiden en akkers.
De middagzon schijnt heerlijk, en er waait een licht warme wind, maar de
luchten zien er rondom ons nog wel onheilspellend uit, alsof er nog behoorlijk
regen zal komen.
Toch krijgen we geen regen meer, en kunnen we onbezorgd over die schitterende
veldpaden, op de hoge rand langs de Loire-vallei lopen. We zien op een gegeven
moment warempel nog één keer de Loire heel diep linksvóór ons in de vallei
stromen, als ware het een laatste vriendelijke groet van en aan de Loire in
deze Franse zomerpelgrimage. Au revoir, La Loire.
Einde van onze Franse zomerpelgrimage
2021
En dan is het zover dat we de eerste huizen van Chouzy-sur-Cisse bereiken. Links
van de weg zie ik nog enkele oude boerenwagens in een open wagenhok staan.
Maar daarna begint een woonwijk en lopen we een eindje verder het oudere
centrum van Chouzy-sur-Cisse in. Even later arriveren we op het dorpsplein tegenover
de Mairie van het dorp.
Het dorpsplein is mooi gemoderniseerd met nieuwe bestrating, en dat ziet er
prachtig eigentijds uit. Aan het eind van het dorpsplein eindigt onze
zomerpelgrimage van 2021.
Het is nu kwart voor twee, en de temperatuur is 23 graden Celsius.
De dorpskerk staat achter de huizen aan het eind van het dorpsplein, dus we
lopen nog even door naar de kerk, om daar onze zomerpelgrimage af te ronden.
Het is nogal donker in de kerk als we daar binnen komen.
De kerk heeft wel mooie kerkramen.
Eén van die kerkramen toont de afbeelding van Johannes de Doper, die Jezus
Christus met behulp van een Jacobsschelp doopt in de Jordaan. Die Jacobsschelp
wordt in de rooms-katholieke traditie veel gebruikt bij het dopen, en zo ook
hier in deze afbeelding van het kerkraam.
Vanuit de kerk lopen we naar onze huurauto, en daarmee halen we onze eigen auto
weer op uit Saint-Claude-de-Diray, waar we vanmorgen onze etappe aanvingen. Met
beide auto’s rijden we dan terug naar onze camping in Nouan-sur-Loire.
Terugblik
Hiermee is een eind gekomen aan onze zomerpelgrimage in deze zomervakantie van
het jaar 2021. Een goed moment om even terug te blikken op de afgelopen wandeldagen:
-
In de periode van 13 juli 2021 tot en met vandaag – 6 augustus 2021 – hebben we
21 dagen in Frankrijk gepelgrimeerd. We begonnen bij de basiliek van Saint-Quentin,
en zijn geëindigd bij de dorpskerk van Chouzy-sur-Cisse.
-
We begonnen met een serie van 6 dagen tot aan Parijs. Daarna namen we er drie
dagen voor om de Franse hoofdstad Parijs met haar voorsteden van noord naar
zuid te doorkruisen. Vervolgens liepen we een langere serie van 7
aaneengesloten dagen. Toen kwam er nog een tweetal dagen, en na de laatste
rustdag nog een serie van 3 pelgrimsdagen.
-
Eerst hebben we in ruim 7 dagen de gehele ‘Chemin Estelle’ gelopen, van de
basiliek van Saint-Quentin tot aan de Tour Saint-Jacques in het centrum van
Parijs. De afstand van Le Chemin Estelle is totaal 167,5
kilometer, en die bewandelden we met een gemiddelde van 23,6 kilometer per dag.
-
Daarna hebben we in bijna 14 dagen een begin gemaakt met de GR655, de ‘Sentier
vers Saint-Jacques-de-Compostelle via Tours’. Daarvan liepen we totaal 323,2
kilometer, en die bewandelden we met een gemiddelde van 23,3 kilometer per dag.
-
Totaal hebben we tijdens deze zomerpelgrimage derhalve 490,7 kilometers
gepelgrimeerd, met een gemiddelde dagafstand van 23,4 kilometer.
-
De kortste etappe had dit jaar een lengte van 18,5 kilometer, en onze langste etappe
was 29,9 kilometer.
-
Vorig jaar zijn we tijdens onze zomerpelgrimage van 2020 in het Belgische
Maaseik begonnen, en wij wandelden toen 334,8 kilometers tot aan Saint-Quentin.
De afstand die we derhalve op deze vierde pelgrimage door België en Frankrijk
hebben gelopen, is inmiddels opgelopen naar 825,5 kilometer, met een gemiddelde
afstand van 23,6 km per dag-etappe.
-
Om zo Corona-veilig mogelijk te pelgrimeren gedurende deze Corona-crisis,
hebben we dit jaar gebruik gemaakt van twee auto’s voor ons heen- en weer-verkeer,
namelijk onze eigen auto en een huurauto. We konden daardoor elke pelgrimsdag
weer terugkeren naar onze eigen caravan, om daar te eten en te overnachten, maar
eenmaal hebben we om praktische redenen gebruik gemaakt van een overnachting in
een appartementenhotel in Palaiseau.
-
We hebben de weersomstandigheden als buitengewoon prettig ervaren. Het heeft
wel een enkele keer geregend; meestal lichte motregen. De dagtemperaturen ’s
morgens en ’s middags waren aangenaam, schommelend tussen zo’n 14 en 32 graden,
maar meestal kwam de temperatuur tijdens onze etappes niet ver boven de 20
graden, hetgeen wij als een aangename wandeltemperatuur ervaren.
-
Behoudens de onaangename scheenbeenontsteking van Durkje gedurende de laatste
wandeldagen, zijn we in al die vier weken niet ziek geweest, en we hebben gelukkig
geen ongelukken gehad onderweg.
- De bijna vijfhonderd kilometer lange tocht van dit jaar heeft ons door een
enorm gevarieerd en boeiend landschap laten gaan; door stille wouden, door een hectisch
Parijs, langs beekjes en rivieren, door onmetelijke graanvelden, klimmend en
dalend, over zwarte asfaltwegen en groen-overwoekerde paadjes met veel variatie
aan fauna en flora, langs moderne architectuur en langs en door eeuwenoude
gebouwen, waaronder kloosters, kapellen, kerken, basilieken en kathedralen, met
ook mooie Jacobalia.
-
Aan de overwoekerde paden van Le Chemin Estelle hebben we gezien dat deze
pelgrimsroute niet of nauwelijks wordt bewandeld. We hebben op dat traject geen
mede-pelgrims ontmoet. Ook gedurende de eerste veertien dagen van de GR655 –
wat toch wel een bekende pelgrimsroute is – hebben we nauwelijks
mede-wandelaars ontmoet die deze route als pelgrimstocht bewandelden.
-
We hebben geconstateerd dat Le Chemin Estelle niet of nauwelijks is bewegwijzerd,
maar dat de GR655 prima is bewegwijzerd. Wel is het zo dat de wandelkaarten van
Le Chemin Estelle die op internet staan, een nagenoeg perfecte route-instructie
geven, en van de GR655 mag worden gesteld dat je die gedurende deze 14 dagen
nagenoeg geheel kunt bewandelen op basis van de rood-witte bewegwijzering.
-
Het is ons niet elke wandeldag gelukt om een pelgrimsstempel in onze credentials
te krijgen, maar uiteindelijk hebben we gedurende deze 21 pelgrimsdagen wel 21
nieuwe stempels in onze pelgrimspaspoorten ontvangen.
Wat nu van deze GR655-pelgrimsgids nog volgt, is het traject via de oostroute
naar Tours, en dan door naar Saint-Jean-Pied-de-Port. En we zouden ook nog eens
de variant van de westroute van Lozère naar Tours kunnen lopen. De tijd zal ons
leren of dat gaat lukken en – zo ja – wanneer en hoe dat dan zal gaan
plaatsvinden.
In elk geval kunnen Durkje en ik met grote tevredenheid en dankbaar stellen dat
we ook dit jaar wederom een schitterende zomerpelgrimage achter de rug hebben,
die ons in grote mate motiveert om ook de rest van deze pelgrimsroute ooit nog
eens af te maken. Wij zijn gezegend met elkaar en tot nu toe beiden ook met een
goede gezondheid, en we hopen dat het ons zal worden gegeven om ook deze
pelgrimage te zijner tijd te voltooien.
Tot slot
Wat ik vorige jaar ter afsluiting van onze zomerpelgrimage van 2020 schreef,
geldt nog steeds voor onze zomerpelgrimage van 2021:
“
Door de Corona-crisis
achtten we het niet verstandig om onze nog steeds openstaande pelgrimage in
Spanje voort te zetten, maar kozen we voor (…) pelgrimsroutes dichter bij huis.
Dat we daarmee voor het heen- en weer-transport – gezien de Corona-risico’s -
dit jaar niet gebruik hebben gemaakt van openbaar vervoer, taxivervoer of
particulier vervoer, maar dat we gebruik hebben gemaakt van een huurauto voor
deze (…) wandeldagen, is nu achteraf gezien in onze ogen een hele goede keus
geweest, want we hebben deze zomer wel pelgrimswegen verantwoord kunnen
bewandelen, zonder daarbij onverantwoord grote gezondheidsrisico’s te nemen. In
Fryslân zeggen we dan wel eens ‘As it net kin sa’t it moat, dan moat it mar
sa’t it kin’, en dat is hier ook alleszins op van toepassing. Voor ons gevoel
hebben we niet teveel concessies hoeven doen aan ons gebruikelijk pelgrimeren,
maar hebben we wel bereikt dat we in deze uitzonderlijke zomer met de nodige
aanpassingen al het waarde(n)volle van het pelgrimeren ten volle wel hebben
beleefd.”