Cover van 'De gids voor de pelgrim' |
12-eeuwse Codex Calixtinus
De 'Codex Calixtinus' is een 12e-eeuws document, dat verhaalt over het pelgrimeren naar het graf van de heilige Jacobus, in het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Dit eeuwenoude boek bevat levendige teksten met fascinerende details; geestig, met toespelingen en parodieën, en met groot ontzag voor heiligen en hun relieken. Het leest als een propagandaboek voor het pelgrimeren naar Jacobus’ graf in Santiago de Compostela, maar het is uitdrukkelijk geen wandelroutegids. Wel is het een verhandeling over heiligenverering, met Jacobus als heilige bij uitstek.
De elf hoofdstukken van dit eeuwenoude document vertellen je over de wegen vanuit Frankrijk naar Santiago de Compostela; over de toenmalige dag-etappes in Spanje, over de dorpen en steden langs de routes, over haar opvangcentra (waaronder de refugio's), over rivieren en regio’s, over hun bewoners en hún eigenaardigheden. En natuurlijk over de bedevaartsstad Santiago de Compostela, en Jacobus zijn graf aldaar, over de kathedraal èn over hoe de pelgrims ontvangen moeten worden.
21e-eeuwse gids voor de pelgrim
Het vorig jaar gepubliceerde boek 'De gids voor de Pelgrim' is deels een heruitgave van dat twaalfde-eeuwse document, dat als hoofdstuk 5 deel uitmaakt van de Codex Calixtinus, die ook wel 'Liber Sancti Jacobi' (boek van de heilige Jacobus) wordt genoemd.
De tekst van deze nieuwe gids, in een vertaling (1992) uit het Latijn van Jan van Herwaarden, is voorzien van een Inleiding, en het boek sluit af met het hoofdstuk 'Achtergrond en duiding', met daarin een aantal beschouwingen over specifieke onderwerpen, onder meer over het pelgrimeren in de 12e eeuw, de wegen naar Santiago, over de heiligen en hun relieken langs de route, over de Codex Calixtinus en de (kerk)politieke context in het Spanje van de 12e eeuw.
Het is een aantrekkelijk vormgegeven boek geworden, met mooie foto’s en kaarten, voornamelijk in kleur. Een boek dat voor de pelgrim in spe een goede introductie in het pelgrimeren biedt, en dat voor de ervaren pelgrim leidt naar het feest der herkenning.
Dit boek voor de pelgrim kreeg als subtitel mee: 'Op weg naar Santiago. Een twaalfde-eeuws handschrift vertaald en toegelicht'.
Op de omslag van het boek staat op de voorkant een foto van de brug over de rivier de Arga, in het Spaanse pelgrimsstadje Puenta la Reina. Dit is de brug waar Durkje en ik ook overheen wandelden tijdens onze eerste pelgrimage naar Santiago de Compostela, op 3 mei 2012.
Het boek is uitgegeven door ons pelgrimsgenootschap, het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. De samenstelling en de redactie van dit pelgrimsboek werd gedaan door de 'Werkgroep Geschiedenis en Cultuur' van ons pelgrimsgenootschap. De bijdragen zijn van Herman Holtmaat, Rijk Scheer, Piet den Otter, Wolter van der Zweerde en Ad Gruijters
De gids voor de pelgrim
De wegen naar de heilige Jacobus
- Hoofdstuk 1 beschrijft aan de hand van een aantal plaatsnamen vier wegen in Frankrijk, die leiden naar Sint Jacobus, met vermelding van belangrijk halteplaatsen.
- De volgende vier Franse pelgrimswegen komen in het Spaanse Puente la Reina samen, en gaan samen verder naar de heilige Jacobus in Santiago de Compostela: de Via Tolosana (ofwel Via Egidiana), de Via Podiensis, de Via Lemovicensis, en de Via Turonensis.
De dagreizen over de weg naar de heilige Jacobus
- Hoofdstuk 2 beschrijft de dag-etappes via de Col du Somport en via de Col de Cize op de Camino Franchés, die de Spanjaarden zo noemden, omdat veel Franse pelgrims deze route volgenden.
De namen van plaatsen langs de weg naar de heilige Jacobus
- Hoofdstuk 3 somt een groot aantal dorpen en steden langs de Camino Franchés op, en noemt daarbij ook de kenmerken van die plaatsen.
- Omdat de apostolische stad Santiago de Compostela het kostbare lichaam van Sint Jacobus onder haar hoede heeft, wordt zij de allervoortreflijkste, gelukkige en meest verheven stad van heel Spanje genoemd.
- De pelgrims droegen letterlijk bij aan de bouw van de kathedraal.
De drie pelgrimsverblijven van de wereld
- Hoofdstuk 4 noemt de drie pelgrimsherbergen (als heilige plaatsen, godshuizen, die verkwikking bieden, als rustplaats en ter vertroosting) in Jeruzalen, in Mont-Joux en in Santa Christina, voor de pelgrimage naar Jeruzalem, Rome en Santiago de Compostela.
- Verricht vanuit een onvoorwaardelijk geloof, dragen goede werken bij aan het zielenheil van de gestorvenen.
De namen van enige reizigers die de weg naar Sint Jacobus hebben hersteld
- Hoofdstuk 5 geeft een inkijkje in de staat van de wegen (en de bruggen), en van het belang deze te onderhouden.
De gezonde en ongezonde rivieren die men op weg naar Sint Jacobus ontmoet
- Beschreven wordt in hoofdstuk 6 uit welke rivieren onderweg al dan niet gedronken kon worden. Het rivierwater was ook van belang om je (ritueel) te wassen.
De namen van landstreken en de aarde van de mensen die men op weg naar Sint Jacobus ontmoeten
- De gids beperkt zich in hoofdstuk 7 tot de Via Turonensis, vanuit Tours, via Poitier en Bordeaux, door Baskenland en Navarra naar Santiago de Compostela. Daarbij wordt een beschrijving gegeven van de landstreken, de aard van de bewoners, en Baskische en Naverrese woorden.
- Tolgaarders mogen helemaal geen tol vragen van pelgrims.
- De negatieve framing van de ander kan worden gezien als een uiting van etnisch bewustzijn, dat zich in de 12e eeuw in Noord-Frankrijk ontwikkelde. Men begon namelijk de eigen streek en het eigen volk te zien als het nieuwe centrum van christelijke beschaving.
De lichamen van heiligen die langs de route naar Sint Jacobus rusten en die zijn pelgrims moet bezoeken
- Hoofdstuk 8 laat je middels een opsomming kennismaken met heiligen en hun relieken, bijzonder populair in de 12e eeuw.
- In dit hoofdstuk lezen we ook over de concurrentiestrijd over het bezit van een reliek, en over wie het alleenrecht erop heeft.
- Beelden van vrouwengedaanten beelden deugden uit, zoals: dienstvaardigheid, zachtmoedigheid, geloof, hoop en liefde.
- Hebt vrede en waarheid lief.
- Wie ook de mis leest, het is Christus zelf die de mis opdraagt.
De gesteldheid van stad en basiliek van de heilige apostel Jacobus in Galicië
- Hoofdstuk 9 beschrijft de stad Santiago de Compostela en alle pracht en praal van haar kathedraal in de 12e eeuw. Ook de Jacobsschelp wordt als pelgrimsteken genoemd. Dit hoofdstuk wordt als propagandatekst beschouwd om de stad en de kathedraal te bezoeken.
- Op het altaar van de gelukzalige Jacobus mag niemand anders de mis celebreren dan een bisschop, een aartsbisschop, de paus of een kardinaal.
- De bouw van de kerk vond plaats tussen 1078 en 1122.
- Santiago de Compostela werd de zetel van het aartsbisdom.
- De zeven vruchten van de Heilige Geest (de zeven Geesten Gods) zijn: wijsheid, verstand, raad, sterkte, wetenschap, vroomheid en de vrede Gods.
Het aantal kanunniken van Sint Jacobus
- Hoofdstuk 10 beschrijft het aantal (72) kanunniken en over hun logistieke organisatie, waaronder de verdeling van de (wij)geschenken.
Hoe de pelgrims van Sint Jacobus behoren te worden ontvangen
- Dit 11e hoofdstuk geeft aanbevelingen met betrekking tot de zorgzaam gastvrije ontvangst van pelgrims, ongeacht of ze arm of rijk zijn; zij hebben allen het recht om te worden ontvangen, en liefdevol te worden verzorgd.
- Wie u ontvangt, ontvangt Mij.
- Het huis waarin de dienaren Gods gastvrijheid verlenen, bleef door Gods genade ongeschonden.
- Karel de Grote moest de sterrenweg gaan naar Santiago de Compostela, die liep van Fryslân tot het graf van Jacobus.
Achtergronden en duiding
(Kerk)politieke achtergrond van de Jacobusverering in Spanje eind elfde, begin twaalfde eeuw
- De kloosters van de orde van Cluny bevorderden het pelgrimeren, en waren betrokken bij de infrastructuur van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela.
- Er werd geïnvesteerd in de bescherming, opvang en verzorging van de vele pelgrims.
- Ook ten noorden van de Pyreneeën was Jacobus populair.
Codex Calixtinus: een lofzang op de heilige Jacobus
- De Jacobsschelp is een vast attribuut van Jacobus èn van zijn pelgrims geworden.
- Het onderscheid tussen 'waar' en 'onwaar' werd voor de 12e-eeuwers niet ontleend aan kritisch bronnenonderzoek, maar aam het gezag van algemeen aanvaarde autoriteiten.
- De Codex Calixtinus is de oudst bewaard gebleven verzameling van verhalen, die begin 12e eeuw over Jacobus de ronde deden.
Pelgrimeren naar Jacobus in de twaalfde eeuw
- Op pelgrimstocht gaan, was in de 12e eeuw bijzonder populair.
- Al vanaf de Karolingische tijd hadden pelgrims een bijzondere juridische status, met het recht op gastvrijheid en onderdak, op veilige doorgang en tolvrijstelling.
- Pelgrims mochten rekenen op een gastvrij onthaal.
- Het belangrijke pelgrimsattribuut de Jacobsschelp is zowel erecode als herkenningsteken.
- Niet alleen het gewone volk, ook de elite ging graag op pelgrimstocht.
- Relieken stimuleerden de economie en de welvaart van een plaats. Ze waren ook van belang om je te onderscheiden van andere plaatsen.
- Jacobus - door Herodus gemarteld en onthoofd - is de eerste apostel-martelaar.
- Santiago is het eindpunt in een netwerk van relieken, pelgrimsoorden en pelgrimswegen.
Heiligen, relieken en wonderen langs de wegen naar Jacobus
- Heiligen, relieken en wonderen zijn niet weg te denken uit de middeleeuwse geloofsbeleving.
- Relieken vormen als het ware het spirituele en fysieke contactpunt met de hemel.
- Wonderen zijn interventies vanuit de bovennatuur in de leefwereld van de mens.
- Heiligen fungeerden als invloedrijke voorsprekers en bemiddelaars bij God. Ze manifesteerden zich via hun wonderen.
- Wonderen boden de gelovige structuur en houvast in een wereld vol onbegrepen en niet te beheersen natuurkrachten en grote bestaansonzekerheid.
- De apostel Jacobus richtte zijn wonderen voornamelijk op de adel en de geestelijkheid, op de elite van vechters en bidders; minder op de gewone man.
- De relatie tussen gelovige en heilige is niet vrijblijvend: ik geef, opdat jij iets (terug)geeft.
- Oprecht geloof, devotie, pelgrimages, geschenken of andere goede daden (een christelijke levenswandel) waren essentieel voor een goede relatie met de heilige.
- Straf werd pas ongedaan gemaakt na berouw en boetedoening, niet zelden in de vorm van een pelgrimstocht.
- Wonderen bevestigen geloofswaarheden.
- Naar moderne wetenschappelijke maatstaven lopen realiteit en fictie in de verhalen in De Gids nogal door elkaar.
- Bestaande heiligen en heruitgevonden heiligen weerspiegelen veranderingen in kerk en maatschappij.
- Sterven in de strijd tegen de ongelovigen als christelijke martelaar past in de context van de 12e eeuw, in de tijd van de Kruistochten en van de Reconquista.
De vijf wegen
- De Gids heeft tot eind 19e eeuw een betrekkelijk verborgen bestaan geleid.
- Voor de auteur/samensteller van De Gids (waarschijnlijk de Franse monnik Aimeri Picaud, die schreef onder de pseudoniem van paus Calixtus II) stond niet de weg voorop, maar de heilige en zijn reliek.
- Pelgrims gingen in de 12e eeuw op gezag van de plaatselijke bevolking van dorp naar klooster, stad of pelgrimsoord, en zo verder richting een volgende bestemming. Zo waren ze er ook van verzekerd zoveel mogelijk relieken te kunnen bezoeken.
- Oude Romeinse heirwegen/heerwegen zijn mogelijk deels bepalend geweest voor een aantal hoofdpelgrimsroutes.
- De vier Franse pelgrimswegen moeten we niet al te letterlijk nemen. Je kunt beter niet spreken van pelgrimswegen, maar van een netwerk van handels- en verbindingswegen waarover de pelgrims gelopen zullen hebben.
- Gevoelde authenticiteit van pelgrimsroutes is geen bewijs voor historische wortels.
- Er zijn voldoende aanwijzingen dat de Camino Franchés in de 12e eeuw al min of meer gereed was.
- De hedendaagse belangstelling voor de vier Franse pelgrimswegen lijkt vooral op een vorm van 'reinventing pilgrimage', dus van pelgrimeren aan de hand van een herinterpretatie van oude bronnen.
Santiago en zijn kathedraal
- Een belangrijk kenmerk van een pelgrimskerk is de kooromgang. Deze ommegang diende om de grote stroom middeleeuwse pelgrims in goede banen te leiden.
Religieuze voorstellingen in De gids
- Christus is de nieuwe Adam, de nieuwe mens. Door Adam kwam de dood in de wereld; door Christus het leven. Zondeval en verlossing zijn centrale thema's in de heilsleer van de kerk.
- Opdrachtgevers en beeldhouwers wilden primair de grootsheid van God en Zijn heiligen tot uitbeelding brengen. Daarnaast hadden hun beelden ook een didactische functie: de gelovigen de bijbelverhalen en de geloofswaarheden bij te brengen, en hen aan te sporen tot een christelijk, deugdzaam leven. Indruk maken zal zeker ook de bedoeling zijn geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten