Vrijdag 23 november 2018
|
Eigentijds reliek: The Lampedusa Cross |
Expertmeeting van de Camino Academie
De Camino Academie is een platform van ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob, waar wetenschap en pelgrims elkaar vinden in de gedeelde academische interesse rondom het fenomeen pelgrimage. De Camino Academie bevordert en structureert die ontmoeting. Zo ook vandaag.
Durkje en ik wonen vandaag de Expert Meeting bij van de Camino Academie, met als thema
‘Relieken: de actualiteit van krachtvoorwerpen’. Deze studiedag vindt plaats in het Auditorium van het Museum Catharijneconvent in Utrecht. De lunchpauze biedt gelegenheid om de huidige tentoonstelling ‘
Relieken’ in Museum Catharijneconvent te bezoeken.
Krachtvoorwerpen
In aansluiting op deze grote tentoonstelling over Relieken, houdt de Camino Academie een expertmeeting over actuele ‘
krachtvoorwerpen’. Het gaat daarbij heel breed om relicten, voorwerpen en objecten, die voor een individu of groep een bepaalde kracht en macht bezitten. Krachtvoorwerpen zijn in staat een directe verbinding te leggen met niet aanwezige personen, plaatsen, gebeurtenissen, maar ook met hoop, idealen en dromen, heil en heling. Dat kunnen prachtige kunstvoorwerpen zijn, maar ook onooglijke zaken.
Elk ritueel, elke religieuze of spirituele expressie, elke devotie (zoals bedevaart en pelgrimage) is op de een of andere wijze, meer of minder verbonden met dit soort (kracht)voorwerpen. In de expertmeeting van vandaag willen we de actualiteit van relieken als krachtvoorwerpen verkennen, en dan vooral in niet-institutioneel-religieuze settings.
Tussen de lezingen van de expertmeeting door is er ook plaats en aandacht voor concrete krachtvoorwerpen van pelgrims, met de persoonlijke verhalen die daar achter steken. Verder worden vandaag meer voorbeelden van persoonlijke of (meer) collectieve relieken als krachtvoorwerpen gepresenteerd.
Kennis van kracht
Deze bijeenkomst biedt een gevarieerd programma met sprekers uit zowel academia als uit de praktijk.
De expertmeeting wordt geopend door
Suzanne van der Beek, stuurgroepslid van de Camino Academie, tevens bestuurslid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Ze benoemt het onderscheid tussen de wetenschappelijke kennis en de praktijkkennis van ervaringsdeskundigen, en geeft aan dat die praktijkkennis net zo belangrijk is als de wetenschappelijke kennis. De Camino Academie brengt die beide kennis-soorten bijeen, om mensen van elkaar en met elkaar te laten leren.
Een reliek is een tastbaar overblijfsel dat herinnert aan en verbindt met een (gedenkwaardig) persoon, een plek of met een gebeurtenis. Mensen willen er moeite voor doen.
Vandaag gaan we met elkaar praten over krachtvoorwerpen; over alle voorwerpen die volgens een persoon of volgens een groep een bepaalde kracht hebben. Via zo’n krachtvoorwerp kom je in contact met die persoon of met die gebeurtenis. Over zo’n krachtvoorwerp kun je vragen stellen, zoals: Wat is de betekenis ervan?, is die betekenis blijvend?, hoe wordt dat voorwerp gebruikt?, en van wie of voor wie is dit krachtvoorwerp? Waar kom je krachtvoorwerpen tegen?, en welke rol spelen ze?
Relieken-tentoonstelling in Museum Catharijneconvent: keuzes en dilemma’s
Eerste spreekster vandaag is Inge Schriemer, de conservator Relieken van Museum Catharijneconvent.
|
Inge Schriemer vertelt over de tentoonstelling Relieken |
Ze vertelt over hoe de huidige tentoonstelling is begonnen; over relieken door de eeuwen heen. Iemand die onderzoek doet naar relieken kwam met de suggestie om dit thema te kiezen voor een tentoonstelling. Inge Schriemer:
“Dan bestudeer je de literatuur. En je kijkt naar wat er momenteel om ons heen speelt met betrekking tot relieken, zoals bijvoorbeeld in de media. En daarna ga je met veel experts praten, om onder andere ook vergelijkingen te kunnen maken.“
De meeste mensen denken bij relieken nog altijd aan botten. Maar héél vroeger draaide het bij relieken ook om bijvoorbeeld zand, planten en steentjes, die men meenam van een voor hen bijzondere plaats. Aanvankelijk was er wel veel aandacht voor wat werd meegenomen, en eerst nog minder over de achtergronden van relieken, zoals over het waarom en de functie van relieken.
Daarna vertelt Schriemer over de samenstelling van de huidige tentoonstelling. Je zier er bijvoorbeeld grote zaken, zoals de massa-verering van relieken die verbonden zijn met (heilige) plaatsen. Mensen bewaren bijvoorbeeld ook stukken van gedenkwaardige plaatsen, zoals van bouwmateriaal van de Berlijnse Muur.
Vervolgens wordt gekeken naar de kracht van de relieken; bijvoorbeeld van botjes, stenen, doekjes met lichaamsvocht, en van (fragmenten van) textiele panelen. Ook wordt aandacht besteed aan de relatie van kracht en macht; en over het belang van relieken voor machthebbers. Er zijn bijvoorbeeld zelfs oorlogen gevoerd om relieken. Relieken zijn vroeger ook wel gebruikt om er een eed op af te leggen.
Dan gaat de aandacht vervolgens uit naar het belang van relieken voor bepaalde gemeenschappen. Sommige relieken van religieuze oorsprong mag je niet onder heuphoogte tentoonstellen, dus je moet met veel zaken rekening houden als je zo’n tentoonstelling organiseert.
Aan het eind van de expositie kom je bij relieken die mensen privé bewaren, die hen herinneren aan privé-zaken.
Je staat bij het organiseren van zo’n tentoonstelling voor uiteenlopende keuzes en dilemma’s, ook omdat er zowel overeenkomsten als verschillen zijn tussen relieken. In de expositie vind je ook gebedssnoeren uit verschillende religies, waarin de relieken de kralen zijn. Verder kun je bij relieken ook denken aan Lourdes-water, aan lichaamsrelieken en aan heilige aarde. Relieken worden ook vaak dicht op de huid bewaard. Voor iedereen is een reliek iets anders. Na afloop van het bezichtigen van de tentoonstelling kun je bij jezelf te rade gaan over wat (volgens) jou(w) relieken zijn. Ook virtuele dingen kunnen relieken zijn, want alhoewel veel relieken wel tastbaar zijn, kan bijvoorbeeld een filmpje of een geluidsfragment ook dezelfde waarde en functie hebben voor bepaalde mensen.
Bij relieken hoeft het niet te gaan over de vraag of het klopt, maar gaat het wel over de waarde die een reliek voor bepaalde mensen heeft. Wat voor de één een waar reliek is, hoeft het voor een ander dus niet te zijn. Museum Catharijneconvent heeft niet onderzocht of de tentoongestelde relieken ook echt kracht bezitten, maar vraagt de bezoekers wel aandacht voor de verhalen rond relieken.
Krachtvoorwerp 1: Pelgrimsstaf
|
Pelgrim Anja met haar Pelgrimsstaf |
In een eerste intermezzo krijgen we een verhaal te horen van pelgrim Anja, hier en nu aanwezig met haar haar pelgrimsstaf, die ze onderweg op de camino heeft gekocht, waar ze allerlei zaken die ze onderweg vond, aan heeft gehangen. Deze pelgrimsstaf met alle aanhangsels gaf haar kracht in de verbondenheid met de natuur, met voor(t)gaande pelgrims; en het was ook een middel om met anderen in contact te komen. Mensen vragen je naar je opvallende staf, en zo ontstaat als vanzelf een goed gesprek onderweg.
Haar pelgrimsstaf blijft bij haar thuis – weer terug van de pelgrimstocht – steeds weer de herinneringen van toen en de lol van onderweg naar boven halen.
Tijdens haar tweede pelgrimstocht nam ze onderweg kleine tekstkaartjes mee, die ze onderweg als inspiratiekaartjes gaf aan medepelgrims, om op deze wijze woorden en teksten uit te delen, die haar bijzonder aanspraken.
Moderne relieken in onze hedendaagse dodenriten
Spreker van de tweede lezing is Guus Sluiter, directeur van het Nederlands Uitvaartmuseum ‘Tot Zover’ in Amsterdam. Deze lezing is toegespitst op de Nederlandse cultuur.
|
Guus Sluiter vertelt over de porseleinen as-taart als reliekhouder |
Hij vertelt dat het haar van overledenen en ook edelstenen vaak een bijzondere betekenis geven aan mensen. Vanuit de bovenlaag van de samenleving zijn relieken steeds meer gedemocratiseerd, verbreid naar de andere lagen in de samenleving. In de 19e eeuw werden herinneringswerkjes zoals bijvoorbeeld haarwerkjes veel gemaakt door een brede laag van de samenleving.
Aangezien zo’n 64% van de Nederlanders momenteel wordt gecremeerd, zie je ook steeds meer handel ontstaan in as-hangers en in as-tattoos. Verder is er een bedrijf dat van de as van overledenen (hele dure) as-diamant-ringen maakt. Ook kunstenaars komen met nieuwe ideeën over wat je met de as, bijvoorbeeld in combinatie met grafietpoeder, kunt doen (bijvoorbeeld in een as-tol, waarmee je kunt schrijven als ware het de lijnen van de overledene). We zien in zijn presentatie ook een kleurrijke porseleinen as-taart als reliekhouder.
Van doodgeboren kindjes hebben de meeste ouders niets. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis in 's-Hertogenbosch echter geeft deze ouders een dwarsdoorsnede van de navelstreng mee in een lijstje, als een bijzonder symbool van de verbintenis tussen moeder en kind.
Verder kennen we allerlei soorten doodsportretten, waarmee van bijvoorbeeld machthebbers hun macht wordt aangegeven. Maar ook familierelaties en heel persoonlijk verdriet kunnen ermee worden uitgebeeld. Iets later – sinds 1839 - kwamen de fotografische doodsportretten. Toen werd er ook nog heel veel geschreven over dergelijke technieken en vormen. Zo’n foto is de drager van het verdriet. Foto’s zijn en blijven de herinneringen voor later.
Vingerafdrukken (vlak vrij snel na het overlijden genomen) zijn ook zaken die worden gebruikt om overledenen ter herinneren. Het is immer een fysieke afdruk van de overledene, en ook heel subtiel.
Zelfs van de peuk van een laatste gerookte sigaar kan een reliek worden gemaakt. En ook van een knoop van een veel gedragen kledingstuk kan een rouwknoop, een reliek worden gemaakt; als de tastbare herinnering; een stilzwijgende, dierbare herinnering, die je koestert.
Krachtvoorwerp 2: Mesoeza
|
Pelgrim Guus |
Pelgrim Guus vertelt direct na de lunchpauze dat hij ook een krachtvoorwerp bij zich heeft. Eerst vertelt hij over zijn overleden dochter, en over zijn zoektocht naar God: naar antwoorden van God.
Guus zocht een krachtvoorwerp om op weg te gaan met God. Hij koos daarvoor de Mesoeza, een kleine voorwerp dat door de Joden aan de deurpost van de voordeur wordt gehangen, met in die mesoeza een tekst, door de rabbi gezegend. Daarmee is dan je huis gezegend en beschermd.
|
Mesoeza |
Guus dacht:
“Als ik de mesoeza nu meeneem naar de pelgrimsherbergen, dan verblijf en overnacht ik in een gezegende ruimte, en voel ik me onderweg een gezegend mens.”
The Lampedusa Cross en andere actuele ‘vluchtelingen-relieken’
Derde keynote speaker is Paul Post, hoogleraar Ritual Studies bij de Tilburg University.
|
Paul Post |
Hij spreekt over de zogenoemde
Lampedusa-kruisen, waarmee aandacht wordt gevraagd voor het lot van vluchtelingen op bijvoorbeeld Lesbos, Samos en Lampedusa in het Middellandse Zee-gebied. Deze kruisen zijn bedoeld om je compassie te tonen, om je proteststem te laten horen tegen de misstanden van het vluchtelingenprobleem rondom de Middellandse Zee.
Bij de Lampedusa-kruisen gaat het er niet om dat de mens naar de reliek gaat, maar dat een reliek naar de mensen toe gaat, als een signaal voor wat in de wereld om je heen gebeurt. Je kunt namelijk allemaal een Lampedusa-kruis bestellen, kopen, waarmee je dan als het ware een zegenbede uitspreekt over de tragiek van de migrantencrisis. De paus heeft ook een Lampedusa-kruis, dat hij regelmatig gebruikt bij bijeenkomsten waarin het gaat om misstanden die te maken hebben met de migrantenproblematiek.
Timmerman Francisco Tuccio kwam in 2011 in zijn parochiekerk, waar Afrikaanse vluchtelingen zaten te huilen, waar(door) hij werd geraakt en geroerd door de droefheid van deze migranten. Hij besloot toen een daad te stellen, en ging daartoe kruisen maken. Zijn passie is inmiddels uitgegroeid tot een klein fabriekje, waar op bestelling Lampedusa-kruisen worden gemaakt.
Dan zou je nu de vraag kunnen stellen waarom dit dan nu een reliek is. Welnu, omdat het voldoet aan alle eisen waar een reliek aan zou moeten voldoen. Ze worden namelijk gemaakt van de scheepswrakken die op het eiland Lampedusa zijn aangespoeld, afkomstig van migranten-boottochten. Deze kruisen zijn dus gemaakt van het wrakhout van aangespoelde migrantenboten. Lampedusa is – mede hierdoor - het symbool geworden van al die migrantendoden (border deaths).
Deze relieken zijn krachtvoorwerpen, gebruikt ten behoeve van het koesteren van personen. Relieken bemiddelen personen (een kruis staat voor een dode migrant), via gebeurtenissen. Bij een reliek kan het gaan om een object (het Lampedusa-kruis), en het kan eveneens gaan om een plaats (het eiland Lampedusa).
Krachtvoorwerpen zijn veelal verbonden aan het heilige, aan religie. We gebruiken krachtvoorwerpen waar ze ons laten herinneren en gedenken. Het kan ook een expressie zijn van woede, van verdriet, zulks ter heling. Er zijn enorm veel variaties in relieken en krachtvoorwerpen. Zo kennen we bijvoorbeeld directe voorwerpen, of indirecte zaken, zoals gedragen kleding. Het kan eveneens gaan om souvenirs, en ook een naam of een namenlijst kan kracht bezitten.
We kunnen spreken over Relieken met het oog op de zogenoemde ‘border deaths’ van Lampedusa, daar waar het bijvoorbeeld gaat om:
- Lichamen: Vaak zijn er geen lichamen (de bootvluchteling is wel vertrokken, maar van diens aankomst heeft niemand ooit gehoord; verdronken?).
- Boten zijn hier ook relieken, vooral omdat er geen lichamen zijn. Die botenkerkhoven op de eilanden in de Middellandse Zee staan symbool voor al die migrantendoden. Ook ruïnes kunnen als reliek werken. Een reliek kan worden gebruikt als protest, bijvoorbeeld tegen overheidsbeleid. Maar ook kunstvoorwerpen kunnen heel goed een reliek zijn. De paus is naar Lampedusa gekomen, aangekomen te midden van de botenkerkhoven, en zijn preekstoel was gemaakt van de resten van een migrantenboot: boot > kruis > reliek.
- Kleding van migranten: de eilandstranden van bijvoorbeeld Samos, Lampedusa en Lesbos liggen bedekt met kleding. De hele kust ligt bezaaid met zwemvesten van duizenden migranten, waar vervolgens ook wel kunstvoorwerpen van worden gemaakt, soms ook wel door migranten zelf gemaakt. Het zwemvest representeert de migranten. En ook persoonlijke stukken zoals bijbeltjes, brieven, boekjes; van alles wordt als reliek gebruikt.
- Namenlijsten, dodenlijsten - vaak nog maar deels ingevuld – vormen ook krachtvoorwerpen, vaak ook gebruikt om ze steeds verdergaand te documenteren. We kennen dergelijke namenlijsten van bijvoorbeeld de omgekomen Joden van de Holocaust, en op dit moment ook de namenlijsten van omgekomen vluchtelingen die buiten staan opgesteld vóór de voormalige bibliotheek van Leeuwarden (genaamd ‘The List’, met daarop de namen van bijna 35.000 mensen die omkwamen in de Middellandse Zee, terwijl zij op weg waren naar Europa). Als je naam niet meer wordt genoemd; als je naam niet meer bekend is, ben je pas echt dood en vergeten. Daarom blijven we die namen tentoonstellen en lezen, hetgeen je bijvoorbeeld ook ziet bij het steeds weer voorlezen van alle namen van de slachtoffers van de terreuraanslagen in Amerika op 11 september 2001 (9/11).
Afrikaanse voorwerpen met kracht
Vierde en laatste spreker is vandaag Harrie Leyten, die promoveerde in 2015 op ‘From Idol to Art. African Objects-with-power’. Voorheen was hij missionaris in Ghana en ook museumconservator.
|
Harrie Leyten spreekt over betekenisverschuiving |
Leyten laat ons een foto van enkele beeldjes zien. Wij zien het als symbolen, waarvan wij de betekenis niet zomaar vanzelf kennen. Het zijn Afrikaanse beeldjes, die wij in Europa in eerste instantie beschouwen als afgodsbeeldjes. Maar in werkelijkheid zijn het ‘tweelingbeeldjes’, die verwijzen naar de idee dat God een bedoeling had met het geboren laten worden van een tweeling. Als één kind van een tweeling was overleden, werd een beeldje gemaakt van de overledene. Ze (het nog levende kind en het beeldje) worden samen gewassen, worden samen gevoed, en gaan samen naar bed. Zo blijft het tweeling-schap overeind. Zo’n beeldje is tegelijk ook een soort vooraf-beeld, tonend hoe dat kind zou zijn geworden als het later volwassen was geworden. Wij kijken dus – onwetend - heel anders aan tegen dergelijke beelden.
Vervolgens toont Harrie Leyten ons houten maskers met hoge beelden er bovenop, met een hoogte van ongeveer 150 cm. Het zijn maskers die bij het dansen werden gebruikt. Ze kwamen in 1924 in Nederland aan, waar ze aanvankelijk werden beschouwd als afkomstig uit een oord zonder beschaving. Die beelden gingen naar missietentoonstellingen in Nederland, om daar geld bij elkaar te krijgen voor het missiewerk. In Nederland werd zo’n beeld ook wel als een symbool van Moeder Aarde betiteld. En nog weer later werd het beeld als Afrikaanse kunst beschouwd.
Dit is een mooi voorbeeld van ‘
toeëigening’, van ‘
betekenisverschuiving’, gedaan door anderen (derden), die de oorspronkelijke betekenis van zo’n beeld niet kennen. Pas in de 70-er jaren werd begonnen met wetenschappelijk onderzoek naar de betekenis van dergelijke voorwerpen. Toen bleek dat het om festivalmaskers ging; gebruikt als dank aan moeder de vrouw, voor het baren en opvoeden van kinderen, als een waar eerbetoon aan de vrouw, want vrouwen worden in Nigeria op handen gedragen.
Van een ander beeld werd in eerste instantie gedacht dat het beeld een afbeelding was van een belangrijke voorouder. Bij navraag bleek dat dit beeld in werkelijkheid een ‘blolo’ (een woord dat in geen enkele Europese taal voorkomt) is, zijnde een plek (van)waar mensen geboren worden; een hiervoormaals. Een manvrouw bestaat uit twee delen: man&vrouw. Als de man wordt geboren, blijft de vrouw in het hiervoormaals achter. Het beeld van die vrouw in het hiervoormaals wordt dan na de geboorte van de man gemaakt voor die wederhelft, en wel zo mooi mogelijk. Nog steeds worden die beelden gemaakt, om er een ideaalbeeld van de tweede helft van te maken.
Vervolgens zien we dan een krachtbeeld uit Kongo, dat voor heel veel doeleinden wordt gemaakt, bijvoorbeeld om ermee te genezen. Maar, waar komt die kracht van zo’n krachtbeeld vandaan? Uit het beeld zelf? Harri Leyten:
“Dit verschijnsel noemen we ‘Agency’ en zo’n beeldje kun je een ‘Social Agent’ noemen: het is niet het voorwerp dat de kracht heeft, maar het is de mens die het voorwerp de kracht geeft, en dan komt die (als zodanig ervaren) kracht middels het voorwerp bij de mens terug”.