donderdag 27 september 2012

Eindniveau & Examinering in het Hoger Beroepsonderwijs



Donderdag 27 september 2012
Paul Nieuwenhuis introduceert de sprekers van de netwerkbijeenkomst


















Kwaliteitsdiscussie in het HBO
Het is in dit collegejaar de eerste keer dat we als Platform HBO van het Nederlands Netwerk  voor Kwaliteitsmanagement  weer bijeenkomen, deze keer voor het eerst in het Cursus- en Vergadercentrum Domstad van Hogeschool Utrecht, nabij het NS-station Utrecht Centraal.
Het onderwerp dat vanmiddag centraal staat, is: ‘Eindniveau en examinering, wat doe je als kwaliteitszorgmedewerker om het proces te borgen?’

Grote  opkomst
De netwerkbijeenkomst wordt geopend door netwerkvoorzitter Paul Nieuwenhuis. Hij wijst op de grote opkomst van deze middag voor dit actuele en al veelbesproken thema. Met ongeveer 50 mensen zit de zaal vol. Late aanmeldingen moesten helaas worden afgewezen, want ‘vol is vol’. Paul Nieuwenhuis heet iedereen van harte welkom en introduceert de middagvoorzitter Paul van Deursen, die als lid van de agendacommissie het programma met ons zal doorlopen.

Commotie bij MenEM van Inholland
Paul van Deursen start zijn opening met enige inleidende woorden over het verleden en heden omtrent de commotie die ontstond toen bleek dat er bij hogeschool Inholland onder andere iets fout zat bij alternatieve afstudeertrajecten van de opleiding Media en Entertainment Management (MenEM) van Inholland.  Inholland werd in de hectische tijd die daarop volgde voor nader onderzoek bezocht door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), de Commissie Dunnewijk en de Onderwijsinspectie. Duidelijk werd dat Inholland veel van haar onderwijsprocessen ‘WHW-proof’ zou moeten maken, ofwel ervoor te zorgen dat alles wat binnen deze hogeschool en haar opleidingen wordt gedaan, ook aan de daartoe geldende hoger onderwijswetgeving zou gaan voldoen. De opleidingen moeten er ook voor zorgen dat het eindniveau van alle afgestudeerde studenten voortaan tenminste op het voorgeschreven niveau zou zijn. Het is aan de hogeschool en aan haar afzonderlijke opleidingen om daarin te voorzien en dat op gestelde tijden aan te tonen. Vanmiddag zullen drie medewerkers van hogeschool Inholland vertellen wat er in de afgelopen jaren is gedaan om de opleiding MenEM weer aan de vereiste kwaliteitsstandaarden te laten voldoen. 

2010
Eerste spreker is Paul van den Bosch, de opleidingsmanager van de opleiding MenEM van de Inholland-vestigingsplaats Rotterdam. Vanuit het directieteeam van de opleiding MenEM is hij het aanspreekpunt voor de opleidingsexamencommissie. Hij heeft tevens ‘Toetsing & Examinering” in portefeuille. En hij was lid van de Projectgroep Accreditatie van MenEM, de groep die de opleiding voorbereidde op de onlangs gehouden NVAO-visitatie.
Van den Bosch neemt ons eerst mee terug naar het jaar 2010, het jaar waarin de nodige ophef ontstond rond de opleiding MenEM van Inholland. Hij vertelt achtereenvolgens onder andere over:
·         Het langstudeerderstraject, waarmee Inholland in de problemen geraakte;
·         De bestuurlijke crisis, die mede als gevolg daarvan daarop volgde;
·         De Domeinvorming die werd ingezet, gekarakteriseerd door afstemming, nieuwe rollen en een nieuwe structuur;
·         De Onderwijsinspectie die haar onderzoek instelde binnen de hogeschool, onder andere om te onderzoeken in welke mate Inholland voldeed aan wettelijke voorschriften uit de WHW;
·         De Commissie Dunnewijk, die voor nader onderzoek bij Inholland op bezoek kwam;
·         De NVAO, die als kwaliteitsbewaker van het hoger onderwijs diepgaand onderzoek instelde naar de wijze en de mate waarin Inholland en haar opleidingen voldoen aan de kwaliteitsstandaarden die gelden voor alle opleidingen in het hoger onderwijs.

2011
In  het jaar 2011 moesten de handen uit de mouwen, want de hogeschool moet erin voorzien dat de hogeschool en haar opleidingen op grond van de nodige verbetertrajecten kwalitatief wel aan de gestelde kwaliteitscriteria zouden gaan voldoen. Paul van den Bosch vertelt volgens welke doorontwikkelingslijnen daaraan in 2011 is gewerkt, zoals:
·         Een Commissiecyclus is doorlopen. Onderwijscommissies zoals Curriculumcommissie, Toetscommissie en Examencommissie moeten hun werk met de nodige onderlinge afstemming adequaat verrichten;
·         Er werd gestart met Interne Audits: onderzoeksteams die checken wat goed is en wat beter kan;
·         Werkprocessen werden herontworpen, waarbij met name docenten werden betrokken, want zij zouden kunnen aangeven welke processen ze wenselijk achten om goed onderwijs op de kaart te zetten;
·         Een onderzoekslijn werd ontworpen;
·         Reviews werden ingezet om te verifiëren of reeds goedgekeurde processen en producten daadwerkelijk aan de maat zijn.
·         Heel belangrijk is de scholing van medewerkers. Scholing bijvoorbeeld op het gebied van het ontwerpen van onderwijs (onderwijskunde), scholing op het gebied van het verzorgen van onderwijs (didactiek), scholing op het  gebied van toetsen, beoordelen en examineren en juridische scholing op het gebied van de wijze waarop de WHW kan en zal worden nageleefd.

2012
En in dit kalenderjaar wordt weer voortgeborduurd op het werk van de voorgaande twee jaren. Dit  huidige kalenderjaar is een tijd van:
·         Borgen en bestendigen;
·         Doorontwikkelen.
Paul van den Bosch vertelt dat Inholland in het verleden de focus had op sterke en snelle groei, maar dat toen - en bij nader inzien - bleek dat de beheersing van die hevige groei niet haalbaar was. En ook nu- na alle ophef en maatregelen – is het zelfs in de fase van het bestendigen lang niet altijd gemakkelijk. Van den Bosch: “Het was èn is bizar!”
Inmiddels staat bij Inholland het primair proces weer centraal en de Inholland-studenten zijn veel kritischer geworden. 
Nu zit men nog steeds in een periode van reorganisatie met een forse reductie van kosten en personeel. Dat bracht en brengt spanning, onzekerheid, angst en weerstand, hetgeen het er niet leuker op maakt en soms heel spannend is.
Inholland werkt nu naar een andere invulling van interne rollen. Opleidingen maken tegenwoordig zelf veel meer keuzes dan voorheen het geval was. De onderwijsdiensten zijn veel minder dwingend en in plaats daarvan nu dienend aan het onderwijs.
De cultuur verandert. Daar waar medewerkers vroeger alleen maar afspraken maakten, gaat men nu een stap verder, door elkaar ook op het nakomen van die gemaakte afspraken aan te spreken. Docententeams zijn nu weer zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun onderwijs.
Qua beleid is de focus nu veel meer op onderwijs. Men kiest ervoor om minder te doen, maar het moet wel beter. De docent wordt daartoe meer in positie gebracht en de student wordt centraal gesteld.

Opleidingsexamencommissie
Tweede spreker is Jan Timmerhuis, docent en lid van de Examencommissie van de opleiding MenEM van Inholland. Timmerhuis was evenals Van den Bosch lid van de Projectgroep Accreditatie.
Timmerhuis vertelt over de ins en outs met betrekking tot de Examencommissie in de werkpraktijk van alledag. Hij beschrijft daarbij de volgende drie fasen, die zijn/worden doorlopen, te weten:
·         De inrichting van de Examencommissie;
·         Het WHW-proof maken van de Examencommissie;
·         Als derde stap de fase van het jaarplan en van de beleidsvorming van de Examencommissie. Daarbij gaat hij ook nader in op de relatie van de Examencommissie met de andere onderwijscommissies èn met het management van de opleiding.
Timmerhuis: “Communicatie en Transparantie zijn van groot belang”.
Dit alles leidde uiteindelijk tot een cultuuromslag binnen de opleiding en in de hogeschool. Waar de opleidingsexamencommissie van MenEM voorheen bijvoorbeeld per jaar zo’n 400-500 verzoeken van studenten behandelde in de Examencommissie, is dat inmiddels al opgelopen tot ongeveer 3.500 verzoekschriften per jaar.

Onderwijs & Kwaliteit
Voordat we een korte koffiepauze hebben, komt Reen Pouwels als derde spreekster van Inholland aan het woord. Pouwels is binnen Inholland senior Adviseur Onderwijs & Kwaliteit. Ze begeleidde vanuit de Concernstaf Kwaliteit van Inholland de opleiding MenEM naar de visitatie richting accreditatie en was namens Inholland inhoudelijk contactpersoon naar de NVAO.
Pouwels vertelt ondermeer dat alle veranderingen binnen Inholland er in elk geval toe hebben geleid dat de opleidingsdocenten zich nu weer veel meer eigenaar van het onderwijs voelen dan voorheen het geval was.
Vóór en na de koffiepauze gaan we niet in subgroepen uiteen, zoals aanvankelijk was gepland. Het blijkt dat de aanwezigen in de zaal popelen om allemaal hun vragen te stellen aan de drie sprekers van Inholland. Er zijn heel veel vragen, omdat zoveel hogescholen allemaal voortdurend op zoek zijn naar wat er allemaal moet worden gedaan om aan de geldende regelgeving te voldoen en aan hoe dat allemaal moet worden gedaan om aan de van toepassing zijnde kwaliteitsstandaarden te voldoen.
Vrij lang wordt bijvoorbeeld stilgestaan bij begrippen als afstudeerwerken/eindwerken en bij de verschillende interpretaties die in de werkpraktijk van alledag daaraan worden gegeven in de verschillende hogescholen en opleidingen in Nederland. Duidelijk is wel dat uiteindelijk elke opleiding van elke student zal moeten aantonen dat hij/zij bij afstuderen tenminste voldoet aan alle slaagnormen die gelden voor alle beoordelingcriteria, voor wat betreft de hoogste beheersingsniveau’s per eindterm van een opleiding; zoals bijvoorbeeld gedefinieerd in competenties.
Een ander punt waar enige tijd bij stil wordt gestaan in deze groepsdiscussie is de wijze waarop opleidingen in de opleidingspraktijk omgaan met het geldende vrijstellingenbeleid.

Kwetsbaar transparant
Een boeiend vraag- en antwoordgesprek wordt gevoerd en voordat je het in de gaten hebt, is het al bijna 16.00 uur. Tijd om dit gedeelte van de netwerkbijeenkomst af te ronden, met dank aan onze drie collega’s van Inholland, die – zoals voorzitter Paul Nieuwenhuis  noemt – zich in deze bijeenkomst van ‘quality experts’ kwetsbaar hebben opgesteld door zo transparant te vertellen waar men binnen Inholland momenteel zo hard aan werkt. Een hartelijk applaus volgt daarop vanuit de zaal, waarmee de woorden van de netwerkvoorzitter van harte worden onderstreept door de aanwezigen.
Na een korte ronde van het zogenoemde ‘halen en brengen’ wordt deze netwerkbijeenkomst door de netwerkvoorzitter Paul Nieuwenhuis afgesloten.

Geen opmerkingen: