dinsdag 10 december 2024

Rondje 22 om de Kerken - van Franeker & Schalsum & Peins & Zweins - in Noord-Fryslân

Maandagmiddag 9 december 2024
 
Van start bij de Martinikerk van Franeker

Rondjes om de kerken in noord-Fryslân
Op 31 mei 2024 publiceerde de Stichting Tsjerkepaad in het Friese Pingjum haar wandelgids 'Rondjes om de kerken in noord-Fryslân'. Deze fiets- en wandelgids is geschreven door de bekende wandeljournalist Fokko Bosker. 
Stichting Tsjerkepaad ijvert voor een zo ruim mogelijke openstelling van monumentale kerken in Fryslân, en zo'n wandelgids is dan een geschikt instrument om fietsers en wandelaars te laten fietsen en wandelen langs (zo mogelijk opengestelde) Friese kerken.
Deze wandelgids is naast de Kleasterrûntsjes van Stichting Tsjerkepaad deels gebaseerd op de Jabiksrûntsjes die Stichting Jabikspaad Fryslân en Stichting Tsjerkepaad jaren geleden al hebben ontwikkeld. Fokko Bosker heeft in die Kleasterrûntsjes en in die Jabiksrûntsjes de nodige aanpassingen gedaan, en voor deze wandelgids ook een aantal nieuwe wandelrondjes gecreëerd, om daarmee 26 inspirerende wandelroutes te ontwerpen langs kerken in noord-Fryslân, door het omliggende cultuurlandschap.

26 wandelrondjes
Deze 26 rondjes om de kerken liggen verspreid door het hele noorden van Fryslân, en hebben elk een lengte die varieert tussen 5,1 en 18,3 kilometer. De totale lengte van alle 26 rondjes is 337,4 kilometer, waarmee de rondjes een gemiddelde afstand van 13 kilometer hebben. 
Door de grote variatie qua afzonderlijke afstanden, kun je er per wandeldag voor kiezen om bijvoorbeeld 1, 2, 3 of meer rondjes te fietsen of te wandelen. De wandelgids vermeldt welke 12 van de 26 rondjes kunnen worden gefietst.
Het mooie van de wandelgidsen van Fokko Bosker is dat je naast de routebeschrijving en routekaartjes onderweg ook een interessante beschrijving krijgt van het landschap en van de kerken langs de route. Zo verweeft Fokko Bosker cultuurhistorie, erfgoed en landschapsgeschiedenis. 
Deze wandelgids maakt gebruik van de wandelknooppunten van het Friese wandelknooppuntennetwerk, hetgeen het navigeren in het veld vergemakkelijkt.
Elke wandelronde begint met een korte bezinningstekst, die je mee kunt nemen ter overdenking onderweg, zoals:

"Aandacht is het mooiste compliment 
dat je kunt ontvangen en geven."

Een buitenbeentje met grote aspiraties
Vanmorgen liepen we al Rondje 21 rondom Boer, over een afstand van 14,7 kilometer. Vanmiddag lopen we aanvullend het rondje 22 langs de kerken van Franeker, Schalsum, Peins en Zweins, over een afstand van 11,9 kilometer. Totaal wandelen we derhalve vandaag 14,7 + 11,9 = 26,6 kilometer.
Dit rondje begint in Franeker en gaat dan door Schalsum naar Peins, en vervolgens via Zweins terug naar Franeker.
Start en aankomst zijn derhalve in de Friese Elfstedenstad Franeker, de voormalige vermaarde universiteitsstad, die indertijd in Fryslân een buitenbeentje was met grote aspiraties.
Om 11:25 uur vertrekken we vanuit Boer, en rijden we naar Franeker, waar we de auto parkeren buiten de stadsgracht. Als we vertrekken, is het 6 graden Celsius, en bij terugkomst in Franeker om 14:45 uur is het 7 graden Celsius. 
Het weer is tamelijk wisselvallig, maar overwegend droog. Gedurende de hele dag s waait een harde, koude wind uit het noordoosten. Als we over het Franeker Bloemketerp vertrekken, regent het licht, maar al snel wordt het weer droog. Daarna krijgen we nog een enkele maal iets van hele lichte motregen, maar halverwege dit rondje zien we heel even een zuinig zonneschijntje, en als we in Franeker terug komen, regent het al weer licht.

Van Franeker naar Schalsum
Om 11:40 uur begint onze middagwandeling op het Sint-Martiniplantsoen achter de Martinikerk van Franeker.
Langs de Breedeplaats lopen we links om de 15e eeuwse kerk, de enige middeleeuwse Friese kerk met een kooromgang.
Bij de Voorstraat aangekomen, gaan we even richting Raadhuisplein.
Over dat Raadhuisplein hebben we het zicht op het oude stadhuis (in renaissance-stijl) van Franeker, en aan het eind zien we het gebouw van het Planetarium van Eise Eisinga.
Linksom over het Sint-Martinusplantsoen en door de Schoolsteeg gaan we naar het Leeuwarderend, om daar de Noorder Gracht over te steken. Met een oversteek over de Opvaart gaat het dan verder over de Bloemketerp, naar de Wetterwillewei-tunnel onder de noordoostelijke ringweg door.
Door en langs een woonwijk gaat het dan naar de Franekerweg, om die te volgen richting Schalsum. Parallel aan de Schalsumerfeart wandelen we om 12:30 uur Schalsum binnen. 
Eerst brengen we een bezoek aan de oude Nicolaaskerk van Schalsum. De 13e/14e eeuwse kerk heeft een rond kerkraam in de vorm van een Davidster in de zuidgevel van de dorpskerk, boven de kerkdeur. Dat zie je wel vaker bij kerken, zoals bijvoorbeeld boven de kerkdeur van de kerk in het Friese Ee. Ook op andere plekken zie je ze wel in kerkgevels, zoals onder andere bij de kerk in Midsland op Terschelling. En hier in Schalsum zie je hem dus ook boven de kerkdeur.
Omdat de kerk gesloten is, lopen we - na een rondje om de kerk - over de Kerkstraat weer terug naar het dorpscentrum. Een pakketbezorger van DHL komt ons tegemoet. Zij hebben het druk in deze periode tussen Sinterklaas en kerst.
Langs de Dorpsstraat passeren we een woning, waaraan een houten kastje hangt, met daarin een stempel van het Jabikspaad.
Mensen die het Jabikspaad wandelen of fietsen kunnen hier even een stempel zetten op hun stempelkaart van het Jabikspaad of in hun pelgrimspaspoort van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob.

Lunchpauze bij de Sint-Gertrudiskerk van Peins
Op de Peinserweg gaan we onder de A31 door, en dan lopen we over de Schalsumerweg naar het dorp Peins, waar we arriveren bij het voormalige kerkgebouwtje, dat momenteel in gebruik is als mini-hotel. 
In het dorpscentrum maak ik een rondje om de Sint-Gertrudiskerk. 
Durkje installeert zich alvast op het houten bankje bij de ingang van de afgesloten kerkdeur. Dan houden we hier vervolgens onze lunchpauze, mooi uit de wind, in de luwte van de kerkgevel.
Als we verder zullen gaan, komt Willem de Graaf bij de kerk, met camera. Hij is bouwkundige van de Stichting Alde Fryske Tsjerken, de eigenaar van deze kerk, en als ik hem vraag of hij beroepshalve komt om hier foto's te maken van de kerk, vertelt hij dat hij hier hobbymatig is. Dat blijkt niet te kloppen, want nadat we een tijdje met hem binnen in de kerk hebben staan praten, blijkt dat hij in de kerk beroepshalve een afspraak heeft met twee vertegenwoordigers van Vellema Installatietechniek uit Hallum, dus we sluiten ons gesprek af om hen aan het werk te kunnen laten gaan. Wij verlaten de kerk en wandelen even later over de Zweinserweg het dorp uit, en verderop onder de A31 door.

Van Zweins terug naar Franeker
Als we over de Hoofdweg aankomen in het dorpje Zweins, staat het daar bij de Reginakerk (1783) vol met geparkeerde auto's. 
Er brandt wel licht in de kerk, maar we zien een baar bij de kerk staan, en vermoeden dat er binnen een rouwdienst is voor een overledene. Daarom gaan we niet naar binnen, en lopen we langs de Reginakerk het dorp in.
We volgen de Hoofdweg tot aan het buurtschap Kingmatille. Hier gaan we niet naar de veerpont van het Van Harinxmakanaal, maar nemen we de Salverderweg richting buurtschap Salverd.
Dit lange stuk vanuit Zweins via Salverd naar Franeker hebben we de wind in de rug, en dat is best aangenaam bij deze koude en vooral harde wind. 
Deels over de weg en met name in de berm ligt een groot aantal afgewaaide boomtakken, die waarschijnlijk door de stormwinden van de afgelopen dagen van de oude bomen langs deze Salverderweg zijn gevallen. Bij één van de huizen langs deze weg is een hele dikke tak afgerukt door de wind, die over het bruggetje is gevallen, en die daarop het hekwerk heeft vernield.
Om 14:40 uur wandelen we over de Salverderweg de Elfstedenstad Franeker binnen, waarna we de Salverderweg blijven volgen, langs de Alde Trekfeart, tot vlak vóór de stadsgracht van Franeker, waar we onze auto eerder vandaag parkeerden.
Als we dan terugrijden naar huis, begint het iets harder te regenen dan eerder vandaag, dus we zijn mooi op tijd terug bij de auto, aan eind van deze najaarsfrisse wandeldag door de Groote Schalsumerpolder.

Rondje 21 om de Kerken - van Boer & Tzummarum & Klooster Lidlum & Dongjum - in Noord-Fryslân

Maandag 9 december 2024
 
Start tijdens ochtendgloren bij de 12e eeuwse Mariakerk van Boer

















Rondjes om de kerken in noord-Fryslân

Op 31 mei 2024 publiceerde de Stichting Tsjerkepaad in het Friese Pingjum haar wandelgids 'Rondjes om de kerken in noord-Fryslân'. Deze fiets- en wandelgids is geschreven door de bekende wandeljournalist Fokko Bosker. 
Stichting Tsjerkepaad ijvert voor een zo ruim mogelijke openstelling van monumentale kerken in Fryslân, en zo'n wandelgids is dan een geschikt instrument om fietsers en wandelaars te laten fietsen en wandelen langs (zo mogelijk opengestelde) Friese kerken.
Deze wandelgids is naast de Kleasterrûntsjes van Stichting Tsjerkepaad deels gebaseerd op de Jabiksrûntsjes die Stichting Jabikspaad Fryslân en Stichting Tsjerkepaad jaren geleden al hebben ontwikkeld. Fokko Bosker heeft in die Kleasterrûntsjes en in die Jabiksrûntsjes de nodige aanpassingen gedaan, en voor deze wandelgids ook een aantal nieuwe wandelrondjes gecreëerd, om daarmee 26 inspirerende wandelroutes te ontwerpen langs kerken in noord-Fryslân, door het omliggende cultuurlandschap.

26 wandelrondjes
Deze 26 rondjes om de kerken liggen verspreid door het hele noorden van Fryslân, en hebben elk een lengte die varieert tussen 5,1 en 18,3 kilometer. De totale lengte van alle 26 rondjes is 337,4 kilometer, waarmee de rondjes een gemiddelde afstand van 13 kilometer hebben. 
Door de grote variatie qua afzonderlijke afstanden, kun je er per wandeldag voor kiezen om bijvoorbeeld 1, 2, 3 of meer rondjes te fietsen of te wandelen. De wandelgids vermeldt welke 12 van de 26 rondjes kunnen worden gefietst.
Het mooie van de wandelgidsen van Fokko Bosker is dat je naast de routebeschrijving en routekaartjes onderweg ook een interessante beschrijving krijgt van het landschap en van de kerken langs de route. Zo verweeft Fokko Bosker cultuurhistorie, erfgoed en landschapsgeschiedenis. 
Deze wandelgids maakt gebruik van de wandelknooppunten van het Friese wandelknooppuntennetwerk, hetgeen het navigeren in het veld vergemakkelijkt.
Elke wandelronde begint met een korte bezinningstekst, die je mee kunt nemen ter overdenking onderweg, zoals:

"'t Is in moaie dei, 
ljocht falt op de wei,
hiel Gods skepping sjongt Syn liet.
'k Rin de lannen yn,
'k fiel de sinneskyn,
op de paden falt it ljocht.
Pylgers ûnderweis
fine op harren reis
monuminten fan stânfêst."

In weer en wind voortgedreven door de wolken
Vanmiddag lopen we Rondje 22 in Franeker en omstreken over een afstand van 11,9 kilometer, maar vanmorgen lopen we éérst Rondje 21, om de kerken van Boer, Tzummarum, Oosterbierum en Dongjum, over een afstand van 14,7 kilometer. Totaal gaan we vandaag dus 26,6 kilometer wandelen.
Dit rondje begint in Boer en gaat dan door Tzummarum naar Oosterbierum, en vervolgens via Klooster Lidlum naar Dongjum, om tot slot terug te keren naar Boer.
Het is een route waar je in dit open landschap in weer en wind als het ware zomaar kunt worden voortgedreven door de wolken.
Om 7:40 uur vertrekken we in het duister vanuit Feinsum, en rijden we naar Boer, waar we de auto parkeren bij de rode kerk van Boer. Als we vertrekken, is het 3 graden Celsius, en bij terugkomst in Boer om 11:25 uur is het 6 graden Celsius. 
Het weer is een beetje wisselvallig. Het is overwegend droog, maar af en toe voelen we kort heel lichte motregen. Het waait nogal hard over dit eeuwenoude getijdenlandschap, met een koude wind vanuit het noordoosten. 

Van Boer naar Tzummarum
Om 8:05 uur gaan we van start bij de Mariakerk van Boer. 
We vertrekken tijdens het ochtendgloren, en dan is deze rode Mariakerk van Boer nog sprookjesachtig verlicht
Via de Miedwei doorkruisen we een boerderijerf, en dan steken we de Rie(d) over. 
Aan de overzijde van dit kanaal verlaten we de Miedwei, om dan eerst over het pad langs de Rie te lopen, en vanaf de kruising met de Tzummarumer Vaart het pad langs díe vaart in noordelijke richting te volgen.
Vlak vóór de brug van de N384 (de Hegesylsterwei) gaan we de Betaniëleane op.
Over deze Betaniëleane wandelend, met harde tegenwind, passeren we de locatie van het vroegere begijnen-klooster Betanië, dat een zusterklooster was van het klooster van Lidlum, waar we straks nog langs zullen komen.
Om 8:50 uur wandelen we over de Sytzamaleane het terpdorp Tzummarum binnen.
Over de Buorren lopen we de terp op naar het dorpscentrum van Tzummarum.
Nog net vóór de kerk passeren we het 16 eeuwse Vicarishuis, vroeger bewoond door de vervanger van de pastoor, en in latere tijden ook bewoond door de hoofdmeester van de dorpsschool.
Dit oudste huis van Tzummarum is gebouwd op een onderstel van kloostermoppen, die we in Fryslân de Alde Friezen noemen.
Daarna maken we over het smalle Tsjerkepaad een rondje om de Sint-Martinuskerk.
Dan valt ook op hoe hoog de terp is ten opzichte van de huisjes aan de voet van de terp.

Klooster-Lidlum en Oosterbierum
Aan de overzijde van de N393 gaan de Buorren over in de Westerbuorren, en daarover lopen we in westelijke richting onder andere langs het oude stins-terrein, waarop vroeger Roorda(ma) State heeft gestaan, een belangrijke stins in het Fryslân van de 15e eeuw.
Vanaf de Roordamaleane gaan we de Lidlumerwei (N393) op, en dan wandelen we op het parallelle fietspad het oude buurtschap Klooster-Lidlum binnen.
Via die weg lopen we om 9:30 uur de plaats Oosterbierum binnen.
In noordelijke looprichting passeren we op de Konkelswei het cortex-stalen terpen-kunstwerk, waarin de tekst staat dat Oosterbierum vroeger is gebouwd op drie terpen.
Nadat we de kloostertuin De Tagong zijn gepasseerd, hebben we op deze koude ochtend straks geluk. Eerst passeren we nog de boerderij aan de Sint-Jorisstrjitte, waar het erf vol staat met oude landbouwwerktuigen. We hebben nu geluk, omdat we op de Buorren ontdekken dat de toegangsdeur van het plaatselijke dorpshuis It Mienskar open is. Hier hebben we enkele jaren geleden al eens koffie gedronken, en ook deze keer ontmoeten we binnen de gastvrije beheerder van dit Oosterbierumer gemeenschapscentrum, en ook nu weer zijn we van harte welkom om hier koffie te drinken. Wat is het een voorrecht om als dorp zo'n mooi gemeenschapscentrum te hebben.
Na een aangename koffiepauze bij beheerder Ype Bonnema in dit warme dorpshuis komen we op de kruising met de Haerdawei langs de Sint-Joristsjerke van Oosterbierum.
En op de Terp aangekomen - heel toevallig - ontmoeten we wederom mijn vroegere hogeschoolcollega Hermien Moning, die wij twee jaar geleden in Oosterbierum ook al eens ontmoetten, toen zij - op 24 december 2022 - ook haar hond uitliet. 

Langs klooster Mariëndal over de Mûntsewei richting Dongjum
Na een gesprek met Hermien verlaten we over de Lidlumerwei het dorp Oosterbierum, om terug te keren naar Klooster-Lidlum.
Daar gaan we de Mûntsewei op, waarvan de naam verwijst naar de ongeveer zeshonderd kloosterlingen die hier eeuwen geleden in de Middeleeuwen in het veld hebben gewoond en gewerkt in klooster Mariëndal. 
Veel zuidelijker in de bocht van de Mûntsewei ligt een grote bult suikerbieten, gerooid, wachtend op transport naar de suikerfabriek.
Over het fietspad langs de N384 (de Tzummarumerweg) lopen we naar Dongjum.
In de Dorpsstraat van Dongjum hebben enkele bewoners hun vensterbanken nu al ingericht in kerstsfeer.
Verderop passeren we de Donatuskerk van Dongjum, en dan wandelen we het dorp al weer uit.


Over de Riedsterweg en de Dongjumerweg gaat het dan met een harde, koude tegenwind terug richting Boer.
In de berm langs het fietspad staat een oorlogsmonument, waarmee vijf mannen van het verzet worden herdacht, die op 8 maart 1945 - dus vlak voor het eind van de Tweede Wereldoorlog - als represaille-maatregel door de Duitsers om het leven kwamen in de strijd tegen het onrecht & geweld van de Duitse bezetters.
Om 11:20 uur wandelen we Boer binnen.
Op de Oude Weg komen we eerst langs de voormalige pastorie, waarvan onze wandelgids vermeldt dat deze 15e eeuwse woning het oudste stenen huis is van Fryslân. 
Dan arriveren we bij de Mariakerk van Boer, het eindpunt van dit wandelrondje.
Nu het helemaal licht is kunnen we de toegangspoort van deze roodgeschilderde dorpskerk weer eens goed bekijken. Dit poortornament dat dateert van 1664 is afkomstig van de vroegere Elgermastate.
We stappen in de auto en rijden van Boer naar Franeker. In de auto zien we dat de temperatuur vanmorgen is opgelopen van 3 naar 6 graden Celsius. Het is heel licht regenachtig als we van Boer naar Franeker rijden, waar straks ons volgende rondje van deze wandelgids begint.

woensdag 4 december 2024

Rondje 12 om de Kerken - van Gerkesklooster & Burum & De Keegen - in Noord-Fryslân

Dinsdag 3 december 2024
 
Bij het voormalige Brouwhuis van klooster Jeruzalem in Gerkesklooster

















Rondjes om de kerken in noord-Fryslân
Op 31 mei 2024 publiceerde de Stichting Tsjerkepaad in het Friese Pingjum haar wandelgids 'Rondjes om de kerken in noord-Fryslân'. Deze fiets- en wandelgids is geschreven door de bekende wandeljournalist Fokko Bosker. 
Stichting Tsjerkepaad ijvert voor een zo ruim mogelijke openstelling van monumentale kerken in Fryslân, en zo'n wandelgids is dan een geschikt instrument om fietsers en wandelaars te laten fietsen en wandelen langs (zo mogelijk opengestelde) Friese kerken.
Deze wandelgids is naast de Kleasterrûntsjes van Stichting Tsjerkepaad deels gebaseerd op de Jabiksrûntsjes die Stichting Jabikspaad Fryslân en Stichting Tsjerkepaad jaren geleden al hebben ontwikkeld. Fokko Bosker heeft in die Kleasterrûntsjes en in die Jabiksrûntsjes de nodige aanpassingen gedaan, en voor deze wandelgids ook een aantal nieuwe wandelrondjes gecreëerd, om daarmee 26 inspirerende wandelroutes te ontwerpen langs kerken in noord-Fryslân, door het omliggende cultuurlandschap.

26 wandelrondjes
Deze 26 rondjes om de kerken liggen verspreid door het hele noorden van Fryslân, en hebben elk een lengte die varieert tussen 5,1 en 18,3 kilometer. De totale lengte van alle 26 rondjes is 337,4 kilometer, waarmee de rondjes een gemiddelde afstand van 13 kilometer hebben. 
Door de grote variatie qua afzonderlijke afstanden, kun je er per wandeldag voor kiezen om bijvoorbeeld 1, 2, 3 of meer rondjes te fietsen of te wandelen. De wandelgids vermeldt welke 12 van de 26 rondjes kunnen worden gefietst.
Het mooie van de wandelgidsen van Fokko Bosker is dat je naast de routebeschrijving en routekaartjes onderweg ook een interessante beschrijving krijgt van het landschap en van de kerken langs de route. Zo verweeft Fokko Bosker cultuurhistorie, erfgoed en landschapsgeschiedenis. 
Deze wandelgids maakt gebruik van de wandelknooppunten van het Friese wandelknooppuntennetwerk, hetgeen het navigeren in het veld vergemakkelijkt.
Elke wandelronde begint met een korte bezinningstekst, die je mee kunt nemen ter overdenking onderweg, zoals:

"Kloosters zijn lichtpuntjes,
bakens in een wereld
waar positieve energie van uitgaat."

De nagalm van een rijk kloosterleven
Vandaag lopen we Rondje 12, om de kerken van Gerkesklooster & Visvliet & Burum, over een afstand van 18,7 kilometer.
Dit rondje begint in Gerkesklooster nabij de voormalige, middeleeuwse kloosterbrouwerij - tegenwoordig dorpskerk - en gaat dan door Visvliet, langs Galilea naar Burum, en vervolgens via de buurtschappen De Keegen, Steenharst en de Laatste Stuiver terug naar Gerkesklooster.
Dit mag dan wel een rondje langs kerken zijn, maar deze ronde gaat ook door een gebied, waarin als het ware nog de nagalm klinkt van een aantal vroegere kloosters in deze regio.
Om 8:05 uur vertrekken we vanuit Feinsum, en rijden we naar Gerkesklooster, waar we de auto parkeren aan de Kerkeboeren. Als we vertrekken, is het 8 graden Celsius, en bij terugkomst in Gerkesklooster om 13:30 uur is het 7 graden Celsius. 
Het weer is wat wisselvallig, maar overwegend droog. 's Morgens waait nog een koude wind uit het noordwesten, maar 's middags gaat de wind liggen en hebben we enkele licht-zonnige perioden. Tweemaal krijgen we onderweg te maken met een lichte bui, maar die zijn van weinig betekenis, en daarmee goed op te vangen door even met de paraplu te lopen.

Van Gerkesklooster naar Visvliet
Om 9:10 uur steken we in Gerkesklooster op de Kerkeboeren de rivier De Lauwers over, om dan langs dat water - ook wel de Oude Vaart of Ald Knillesdjip genoemd - over De Lege Finne naar de Sarabos te lopen. 
Dan verlaten we Gerkesklooster om over de Sarabos op enige afstand van de meanderende Lauwers naar het noordoosten te lopen, richting Visvliet. Na onder de spoorlijn tussen Groningen en Leeuwarden door te zijn gegaan, wandelen we op de Oude Dijk de provincie Groningen binnen ter hoogte van poldermolen De Hilmahuister, een zogenoemde achtkante grondzeiler, daterend van 1868.
Op de Oude Dijk komen we op een traject van de Droomtocht door en rond Visvliet, een tocht langs de planeten van ons zonnestelsel (hier Jupiter), zijnde een initiatief van de Stichting Eisinga Visvliet. Eise Eisinga heeft vroeger namelijk een tijd in Visvliet gewoond.
Voorin Visvliet staat een mozaïekbank met daarop ook een kleurrijke voorstelling van die Droomtocht.
We wandelen Visvliet binnen, en komen dan op de Eise Eisingastraat langs een kunstkastje dat ook verwijst naar de beroemde oud-inwoner van Visvliet: Eise Eisinga.
Als we via de brug van de Heirweg nogmaals de rivier de Lauwers oversteken, laten we Visvliet achter ons, en wandelen we Fryslân weer binnen.

Van Galilea langs de Mienskip van Burum naar It Grutte Ear
Op de Friesestraatweg lopen we langs een boerderijerf waar aan weerszijden van de oprit op twee gemetselde pijlers met de namen Vrouwen & Klooster wordt verwezen naar de vroegere vestiging van het vrouwenklooster Galilea op deze terplocatie. Dit vrouwenklooster was een separate vestiging van het klooster Jeruzalem, dat door het vertrek van de vrouwelijke kloosterlingen niet langer een dubbelklooster was, maar een mannenklooster werd, dat in de volksmond ook wel Gerkes klooster werd genoemd (naar Gercke Harkema).
Dan gaan we verder in noordelijke richting de Kloosterweg op, over de N355 heen, om dan Burum binnen te wandelen.
In het centrum van Burum aan de Heerestraat staat een kunstwerk, getiteld 'Mienskip Burum', met 517 mensen op een plaat, die de inwoners van Burum in het jaar 2018 uitbeelden op de plek waar zij toen allen in wooneenheden woonden.
Tussen de kerk en de molen houden we onze koffiepauze, in een koude wind, doch tijdens een hele korte zonnige periode.
Over de Keegensterweg wandelen we langs het huis van Ineke Burum al snel weer uit, op weg naar het buurtschap De Keegen. 
Daar gaan we het Satellietpad op, waar we langs de zogenoemde Voetval voor de Friese atlete Foekje Dillema (1926-2007) komen, het monument voor deze Olympische atlete, die een geslachtstest weigerde, en toen voor het leven werd geschorst door de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie.
Op de achtergrond van haar monument staan de vele schotelantennes van het Friese satellietstation van Burum, dat door Friezen ook wel 'It Grutte Ear' wordt genoemd.

Terug naar Gerkesklooster
Dan gaat het verder over de smalle wegen en paden van de Beyweg, de Hesseweg, De Goudberg en de Zevenhuisterweg, dwars door uitgestrekte graslanden in een open landschap.
De Zevenhuisterweg is recent opnieuw aangelegd als betonweg, en is voorlopig nog gesloten voor rijdend verkeer. We komen op deze vernieuwde betonweg ook door het buurtschap Steenharst, nabij Augsbuurt (ofwel Lytse Geast).
Bij het buurtschap De Laatste Stuiver aangekomen, steken we de N355 weer over, waarna we na de oversteek over de Stroobossertrekvaart in zuidelijke richting over de Trekweg langs deze vaart lopen.
In het buurtschap Dykhuzen moeten we via de brug de vaart nog eens oversteken.
Dan gaat het over het erf van een boerderij verder over het fietspad van de Monnikeweg naar De Poorthoek, waar we Gerkesklooster binnenwandelen. 
Eerst gaan we naar de dorpskerk van Gerkesklooster, die momenteel is gehuisvest in het monumentale pand van wat vroeger de (15e eeuwse) brouwerij was van het voormalige klooster Jeruzalem. Na een rondje om dit middeleeuwse gebedshuis houden we onze lunchpauze bij de oude kerkmuur van kloostermoppen, die we in Fryslân ook wel de 'Alde Friezen' noemen.
Na deze pauze wandelen we de bebouwde kom van Gerkesklooster binnen, om dan rond 13:30 uur daar in onze auto te stappen om terug te rijden naar huis.

Geloof belijden & dopen in De Hege Stins van Stiens

Zondag 1 december 2024
 
Auke de Boer op vleugel & Marit Eilander op altsaxofoon

















Volop feest op deze Eerste Zondag van Advent
Vanmorgen vieren we een wel heel feestelijke ochtenddienst als Protestantse Gemeente te Stiens in een zo volle kerkzaal, dat de bijzaal vanwege de aanwezigheid van veel welkome gasten nog open moet om alle kerkgangers een goede zitplaats te geven.
Vandaag gaat ons gemeentelid Akke namelijk belijdenis van haar geloof afleggen en wordt ze daarna gedoopt, samen met de twee baby's Minte en Jasmijn van twee stellen doopouders.
Voorganger van deze bijzondere kerkdienst is dominee Jak Verwaal, en de muzikale begeleiding wordt verzorgd door onze vaste kerkorganist Auke de Boer.  
Ouderlinge van dienst Petra benoemt in haar woorden van welkom dat we als kerkelijke gemeente een kerk willen zijn voor alle generaties, en dat dat vandaag heel zichtbaar zal worden in deze dienst, in bijvoorbeeld de lezingen van twee lectoren van verschillende generaties (waaronder de beppe (oma) van Jasmijn), en bijvoorbeeld ook in het feit dat organist Auke de pake (grootvader) is van dopelinge Jasmijn.
Al vroeg tijdens de kerkdienst gaan de kinderen van de kindernevendienst naar de bijzalen van ons kerkgebouw, want zij zullen vandaag van start gaan met het nieuwe Kerstproject, want we vieren vandaag ook nog dat het de Eerste Zondag van Advent is, in afwachting van het komende Kerstfeest over ruim drie weken. We steken vanmorgen dus ook de eerste van de vier Adventskaarsen aan tijdens deze eredienst.

Belijdenis en doop van 2 generaties
Aansluitend op de verkondiging spelen Auke de Boer (op vleugel) en Marit Eilander (op altsaxofoon) samen het Ave Maria van de Oekraïense componist Leonid Borisovich Zatulovsky (1935-2018). 
Na de belijdenis volgt de doop van de drie dopelingen, in het feestelijke bijzijn van ook alle kinderen van de kinder-nevendienst.
We zingen & luisteren, we bidden & danken, lezen uit de Bijbel en collecteren voor het werelddiaconaat & voor de kerk.
Bijzonder is dat we afsluitend luisteren naar de klanken van beiaardier Auke (met filmbeelden op het beamerscherm), begeleid op het kerkorgel door dezelfde muzikant Auke. Ondertussen worden alle gemeenteleden in de gelegenheid gesteld om de volwassen dopeling en de vier doopouders hartelijk te feliciteren met de belijdenis van de volwassene en met het sacrament van de doop van de drie dopelingen van twee generaties gemeenteleden.

Rondje 13 om de Kerken - van Buitenpost & Twijzel - in Noord-Fryslân

Zaterdag 30 november 2024
 
Winters ochtendgloren bij de ijsbaan en molen De Mûnts van Buitenpost

 















Rondjes om de kerken in noord-Fryslân
Op 31 mei 2024 publiceerde de Stichting Tsjerkepaad in het Friese Pingjum haar wandelgids 'Rondjes om de kerken in noord-Fryslân'. Deze fiets- en wandelgids is geschreven door de bekende wandeljournalist Fokko Bosker. 
Stichting Tsjerkepaad ijvert voor een zo ruim mogelijke openstelling van monumentale kerken in Fryslân, en zo'n wandelgids is dan een geschikt instrument om fietsers en wandelaars te laten fietsen en wandelen langs (zo mogelijk opengestelde) Friese kerken.
Deze wandelgids is naast de Kleasterrûntsjes van Stichting Tsjerkepaad deels gebaseerd op de Jabiksrûntsjes die Stichting Jabikspaad Fryslân en Stichting Tsjerkepaad jaren geleden al hebben ontwikkeld. Fokko Bosker heeft in die Kleasterrûntsjes en in die Jabiksrûntsjes de nodige aanpassingen gedaan, en voor deze wandelgids ook een aantal nieuwe wandelrondjes gecreëerd, om daarmee 26 inspirerende wandelroutes te ontwerpen langs kerken in noord-Fryslân, door het omliggende cultuurlandschap.

26 wandelrondjes
Deze 26 rondjes om de kerken liggen verspreid door het hele noorden van Fryslân, en hebben elk een lengte die varieert tussen 5,1 en 18,3 kilometer. De totale lengte van alle 26 rondjes is 337,4 kilometer, waarmee de rondjes een gemiddelde afstand van 13 kilometer hebben. 
Door de grote variatie qua afzonderlijke afstanden, kun je er per wandeldag voor kiezen om bijvoorbeeld 1, 2, 3 of meer rondjes te fietsen of te wandelen. De wandelgids vermeldt welke 12 van de 26 rondjes kunnen worden gefietst.
Het mooie van de wandelgidsen van Fokko Bosker is dat je naast de routebeschrijving en routekaartjes onderweg ook een interessante beschrijving krijgt van het landschap en van de kerken langs de route. Zo verweeft Fokko Bosker cultuurhistorie, erfgoed en landschapsgeschiedenis. 
Deze wandelgids maakt gebruik van de wandelknooppunten van het Friese wandelknooppuntennetwerk, hetgeen het navigeren in het veld vergemakkelijkt.
Elke wandelronde begint met een korte bezinningstekst, die je mee kunt nemen ter overdenking onderweg, zoals:

"Als je echt van de natuur houdt,
vind je overal schoonheid."

Een natuurlijke pleisterplaats op de rand van zand, veen en klei
Vandaag lopen we Rondje 13, om de kerken van Buitenpost & Twijzel, over een afstand van 15,9 kilometer.
Dit rondje begint in Buitenpost nabij de middeleeuwse Mariakerk en gaat dan langs het buurtschap Lytsepost (Lutkepost) en door de Twijzeler Mieden via Twijzel naar Zandbulten, waarna door het buurtschap Egypte terug wordt gekeerd naar Buitenpost, de pleisterplaats op de rand van zand, veen en klei.
Om 7:15 uur vertrekken we vanuit Feinsum, en rijden we naar Buitenpost, waar we de auto in het winkelcentrum van Buitenpost parkeren. 
Als we vertrekken vanuit Feinsum is het nul graden Celsius, en bij terugkomst in Buitenpost is het één graad Celsius. 
Het is fris winterweer met rijp op het veld en een licht laagje ijs op sloten waarin het water niet sterk stroomt. Het ochtendgloren gaat gepaard met mooie rode tinten in de lucht, en verder blijft het half bewolkt vandaag. Een ware licht winterse wandeldag al met al.

Van Buitenpost naar Lytsepost
Over de Kerkstraat lopen we recht op de monumentale Mariakerk af, die aan het eind van de straat staat. De kerktoren dateert van ongeveer het jaar 1200 en de kerkzaal van zo rond het jaar 1491.
Vanaf de Bernhardlaan gaan we voorbij de christelijke basisschool een voetpad op dat tussen een woonwijk en een vijverpartij loopt, langs knotwilgen die mooi worden beschenen door het ochtendrood van deze vroege morgen. Op dit pad passeren we ook molen De Mûnts.
Naast deze molen ligt de ijsbaan, klaar om te bevriezen.
Op enkele kleine waterpartijen in het parkgebied dat langs de Lauwersmeerwei ligt, zien we hier en daar ook al kleine ijsvloertjes liggen, zij het nog heel dun.
Bij de Bûtenposterfeart aangekomen, lopen we door het fietsers- en voetgangerstunneltje onder de N358 door, om dan langs deze vaart naar de Oude Dijk te lopen. Die Oude Dijk volgen we naar en door het buurtschap Lytsepost.

Door de Rohelstermieden en de Twizeler Mieden richting Twizel 
Vanaf de Oude Dijk gaan we in Lytsepost het 'Laarzenpad Mem Wiedman' op.
Dit pad gaat door de vochtige landen van de Rohelstermieden. Ook op dit traject ligt hier en daar een dunne ijslaag op waterpartijen.
Verderop kunnen we over een hogere rug door dit natte natuurgebied lopen.
In de Rohelstermieden steken we via een houten brug de Bûtenposterfeart nogmaals over.
Dan komen we aan de overzijde van de Oude Dijk in de Twizeler Mieden. Daar volgen we het graspad naar de Sânsleat.
Eerst lopen we aan de zuidkant over het schouwpad, en na de oversteek over de Sânsleat gaat het schouwpad verder aan de noordzijde, ook in westelijke richting.
Een eindje verderop moeten we de weilanden in waar we via een overstap dan van het schouwpad het grasland in gaan.
We lopen nu op het Simkepaad, een graslandpad dat ons langs een dobbe - ofwel pingo - door het weiland naar de N355 voert.

Langs Bootsma's Poel en De Swadde door Egypte terug naar Buitenpost
In Twijzel steken we de Tsjerkebuorren over, om dan aan de overzijde van die N355 onze route te vervolgen over het graspad van het Simkepaad. Dit pad voert ons langs hagen en boomwallen.
Nog voordat we het buurtschap De Wedze bereiken, passeren we de grote Bootsma's Poel. 
We weten van eerdere passages dat hier een bankje staat bij de pingo, en dit is voor ons een mooie - zij het frisse - plek om onze koffiepauze te houden, met het uitzicht over de poel. 
Ook hier zijn de planten bedekt met een dun laagje rijp, wat het geheel een mooi winters imago geeft.
Na deze pauze lopen we De Wedze binnen.
Via de Sânbultsterwei gaan we door de tunnel onder de spoorlijn Leeuwarden-Groningen door, om direct daarna de bebouwde kom van Kollumersweach binnen te lopen. 
Dan wandelen we door het buurtschap Sânbulten (Zandbulten) van Kollumersweach over de Sparrewei en de Ganzingawei terug naar de spoorlijn, waarna we op enige afstand van het riviertje De Swadde over het slingerende Poelepaad door een bosperceel naar het buurtschap Egypte lopen. 
Daar gaan we onder de N358 door, om dan door Egypte en langs de West rond 11:30 uur terug te keren naar Buitenpost, waar onze auto staat. 
Vanuit Buitenpost rijden we naar mim in Drachten om daar met elkaar te lunchen, en aan het begin van de middag rijden we door naar Westerbork, want we hebben vernomen dat Sinterklaas en zijn Pieten zich daar later vanmiddag zullen melden voor een verrassingsbezoek.
Na een feestelijke Sinterklaaspakjessessie voor groot en vooral klein rijden we aan het begin van de avond weer naar huis.

Bezeten bruggenbouwer

Vrijdag 29 november 2024
 
Fokko Sierksma (1917-1977)

Biografie over Fokke Sierksma
Ter gelegenheid van het verschijnen van de biografie over het leven en werk van professor dr. Fokke Sierksma (1917-1977), geschreven door Jan Gulmans, belicht het symposium van vandaag in Tresoar te Leeuwarden verschillende facetten van deze Fries, die gedurende bijna vier decennia een spraakmakende intellectueel was.
‘Wat men ook over Sierksma zou kunnen zeggen, niemand kan volhouden dat hij een afwezige is. Integendeel, hij was niet alleen duidelijk aanwezig tijdens zijn leven, maar hij is dit ook nu na zijn voortijdige dood nog steeds’, zo beschreef Theo van Baaren zijn collega en vriend Sierksma in 1977.
Deze blijvende aanwezigheid van Fokke Sierksma door zijn ideeën, boeken, woorden en daden, was voor Jan Sierksma één van de beweegredenen om deze biografie over Sierksma te schrijven.

Veelzijdige levensloop
In twintig hoofdstukken wordt niet alleen Sierksma’s levensloop geschetst, maar ook diens grote oeuvre, dat zich beweegt op veel terreinen, zoals van de Friese en Nederlandse literatuur (van Obe Postma, Douwe Tamminga en Anne Wadman tot en met Gerrit Achterberg, Jacques Bloem en Adriaan Roland Holst), oorlog en verzet, acculturatie, ongelijkheid der seksen, religieuze projectie, mode en kleding, schilderkunst, cultuurkritiek, mystiek, tot en met de cultuur van Tibet.

De multi-talentvolle geleerde
De opening van dit symposium wordt verzorgd door middagvoorzitter Geart de Vries, de oud-directeur van het Historisch Centrum Leeuwarden.
Hij memoreert de relevantie van Fokke Sierksma, als het multitalent, de talentvolle geleerde, waarover Jan Gulmans de biografie schreef.
Sierksma is meer dan een Fries, denk maar aan zijn proefschrift, en zijn rijke oeuvre. Daarnaast leerde hij ook nog eens Tibetaans lezen en spreken.
Vandaag gaan we achtereenvolgens luisteren naar enkele zogenoemde 'Sierksma-watchers'.

Drie ongelovige vrienden in de ban van religie en magie
De eerste lezing wordt verzorgd door Yme Kuiper. 
Yme Kuiper is antropoloog en emeritus hoogleraar van de RUG in de antropologie van de religie en historische antropologie. Hij schreef artikelen over zowel filosofie als religie in het werk van W.F. Hermans en over wetenschap en dichtkunst bij Theo van Baaren, bij wie hij colleges over hekserij en tovenarij volgde.
Het thema van deze lezing luidt: ‘Drie ongelovige vrienden in de ban van religie en magie: Theo van Baaren (1912-1989), Fokke Sierksma (1917-1977) en W.F. Hermans (1921-1995)’.
Fokke Sierksma, Theo Van Baaren en ‘Wim’ Hermans kenden elkaar persoonlijk. Deze drie multi-talenten waardeerden elkaars werk op het vlak van literatuur en wetenschap. 
Ook heeft de bezettingstijd van de Tweede Wereldoorlog een enorme rol gespeeld in hun vroege leven en werk. Van Baaren en Sierksma, opgeleid in theologie, godsdienstgeschiedenis en godsdienstpsychologie, ambieerden in het naoorlogse Nederland een academische loopbaan. Ze kregen aanstellingen bij theologische faculteiten te Groningen en Leiden.
Hermans wilde al op jonge leeftijd schrijver worden en meende zijn schrijverschap na een opvallend literair debuut te kunnen combineren met een universitaire positie als fysisch geograaf. 
De rode draad in hun intellectuele vriendschap is de fascinatie voor religie en magie, die zij ieder op hun eigen manier ontwikkelden. Opvallend is hun voorliefde en kennis van de klassieke antropologie, waarvan veel sporen in hun werk aanwezig zijn. Alle drie toonden grote interesse voor beeldvorming rond goden en mensen. 
  • Hoe kunnen we de hang naar polemiek bij de schrijvers Sierksma en Hermans begrijpen ten opzichte van de meer schuchtere geleerde en dichter Van Baaren? 
  • Welke filosofische en esthetische denkbeelden liggen ten grondslag aan de overeenkomsten èn
  • verschillen tussen het drietal? 
  • Waarom lijken de twee professoren Van Baaren en Sierksma op latere leeftijd hun banden met W.F. Hermans zo te koesteren?

Lezing van Yme Kuiper 
  • Sierksma was het kind uit een orthodox gezin in Dokkum. In de vijftiger jaren promoveerde Sierksma. In die tijd was Nederland nog verzuild.
  • De vraag is of deze drie hierboven genoemde mannen eigenlijk wel vrienden van elkaar waren. 
  • Fokke verhuisde van Groningen naar Leiden, waar hij uiteindelijk professor werd. 
  • Voor die vriendschap moet je terug kijken naar de bezettingstijd. Dat waren namelijk hun vormende jaren. 
  • Sierksma raakte betrokken bij het verzet in Fryslân, waarover hij later het boek ‘Grensconflict’ schreef. De spanning vanwege deze verzetsgroep resulteerde voor hem later in posttraumatische problematiek, vooral als resultaat van de dramatische oorlogservaring. Hij werd daardoor ook ongelovig, maar zijn fascinatie voor religie bleef wel.
  • Ondanks de visieverschillen tussen Hermans en Sierksma werden de persoonlijke banden wel sterker tussen beiden vanaf het moment dat Hermans en Sierksma beiden in Groningen werkten. 
  • Sierksma identificeerde zich met het Friese platteland, onder andere gegrond op de ‘pleats’ (boerderij) van zijn ‘pake & beppe’, een boerenfamilie in Reitsum, de mensen die zijn leven en denken hebben gericht. 
  • Sierksma kreeg heel wat te stellen met de godgeleerden in Leiden. Sierksma had overigens ook nogal wat conflicten met antropologen. 
  • Sierksma: “Als Hermans daartegen geen bezwaar heeft, zou ik hem één van mijn weinige vrienden willen noemen.” '
  • Vriendschap en Hermans is trouwens een lastige combinatie. Voor Yme Kuiper staat echter vast dat Sierksma de relatie met Hermans wel als vriendschap beschouwde.
Bewondering zonder volgzaamheid
De tweede lezing wordt verzorgd door Wim Hofstee.
Wim Hofstee is oud-docent antropologie van de religie en vergelijkende godsdienstwetenschap te Leiden
Het thema van deze lezing luidt: ‘Bewondering zonder volgzaamheid. Fokke Sierksma en Gerardus van der Leeuw.’
Fokke Sierksma was een leerling van Gerardus van der Leeuw, die hij bewonderde maar niet volgde. Met name de struktuurpsychologische fenomenologie van Van der Leeuw werd door Sierksma beschouwd als een te theologische positie. Net als Theo van Baaren paste hij meer antropologisch materiaal toe, sneed onderwerpen aan op een wijze die ongebruikelijk was en schuwde politiek geëngageerde uitspraken niet.
Daarmee kwam hij niet alleen in botsing met theologen en godsdiensthistorici, maar ook met antropologen. Sierksma presenteerde zijn aanpak feitelijk als een verbetering van Van der Leeuws fenomenologie, niet als een verwerping ervan, zoals Van Baaren uiteindelijk wel deed. De mogelijkheden die het werk van Lévy-Bruhl bood om te komen tot een meer structurele analyse van betekenis-systemen als religie, zoals EvansPritchard heeft laten zien, zagen zowel Sierksma als Van Baaren over het hoofd.
Niettemin hebben beiden met hun kritiek op Van der Leeuw een begin gemaakt met de godsdienstwetenschap te bevrijden van haar theologisch imago. Deze Nederlandse ontwikkeling staat haaks op die in de VS, waar een kritiekloze bewondering voor Mircea Eliade juist leidde tot het tegenovergestelde.

Lezing van Wim Hofstee over Sierksma & Van der Leeuw: Bewondering zonder volgzaamheid 
  • Sierksma wilde godsdienst-wetenschap bevrijden van de theologie, maar bewandelde daarbij een eigenzinnige weg.
  • Van Leeuwen bestudeerde de mensen in onder andere Egypte en Griekenland en ook de primitieven, maar hij deed geen veldonderzoek. In plaats daarvan werkte hij in zijn studeerkamer, om daar boeken te lezen en boeken en artikelen te schrijven. 
  • Bij fenomenologie gaat het om de essenties, en het is a-historisch. Het is de zoektocht naar onveranderlijke elementen in de wereld van de religies, op zoek naar de essentie van religie, die volgens Hofstee niet bestaat. Er zijn wel essenties, maar niet één essentie.
  • Sierksma verdiept zich veel meer in psychologie en antropologie dan anderen om zich heen, ten einde religie te doorgronden. 
  • Als onderzoeker moet je wel persoonlijke betrokkenheid hebben bij religie – moet je zelf religieus zijn - om de religie te doorgronden, vond Van der Leeuw.
  • “De primitieve mentaliteit is een pre-logische structuur” volgens Lucien Lévy-Bruhl (1857-1939). Primitieven denken wel degelijk logisch; alleen op een andere manier dan de onze. 
  • Claude Lévy-Strauss (1908-2009) daarentegen deed wel aan veldwerk als etnoloog in het veld. 
  • Sierksma heeft Van Leeuwen altijd verdedigd, wat op zich best omstreden is. Sierksma’s godsdienstwetenschappelijk werk is bedoeld om Van Leeuwen zijn visie te verbeteren, niet om die te verwerpen. 
  • Wetenschap bestaat bij de gratie van een kritische benadering.
Secularisatie als bron van godsdienstwaan
De derde lezing wordt na de koffiepauze verzorgd door Huub Mous.
Huub Mous (1947) is kunsthistoricus en publicist. Hij publiceerde over diverse onderwerpen op het terrein van beeldende kunst, literatuur, filosofie en psychiatrie. Terugkerend thema daarbij is de snelle secularisatie en de gevolgen daarvan.
Het thema van deze lezing luidt: ’Secularisatie als bron van godsdienstwaan, Fokke Sierksma en the sixties’.
Achteraf kun je stellen dat de ontwikkeling die de godsdienstwetenschapper Fokke Sierksma in de jaren vijftig heeft doorlopen, vooruitliep op de snelle secularisering die zich in de jaren zestig in Nederland zou aandienen. Sierksma’s eigen belangstelling had zich toen al verlegd naar de religies van niet-westerse culturen en de daarbij optredende acculturatie-verschijnselen. Hij richtte zijn blik op de dramatische veranderingen die zich voordoen als een oude religie in contact komt met een nieuwe cultuur, een verandering waar het oude systeem van waarden niet tegen opgewassen is. Dat vergelijkbare processen zich in de jaren zestig in zijn directe nabijheid ook konden voltrekken, leek Sierksma te ontgaan. Ook de snelle modernisering die zich in Nederland in de jaren zestig aandiende, was in zekere zin een acculturatieproces. Zeker voor de traditionele katholieke zuil die in korte tijd van anti-modern omsloeg naar ultra-modern.
Deze radicale omslag had voor menigeen een eschatologische dimensie, met alle ontsporingen van dien, ook in de pathologische sfeer.

Lezing van Huub Mous 
In zijn lezing gaat Mous in op de mogelijke verbanden tussen godsdienst-waanzin en
acculturatie-processen in de jaren zestig. 
Huub laat zich daarbij inspireren door ideeën van Fokke Sierksma, maar ook door zijn eigen psychotische ervaringen uit die tijd. We luisteren naar een persoonlijk verhaal, gerelateerd aan Sierksma.
  • Als jongen werd Huub woedend op God, later de basis van zijn psychose, waarin hij zichzelf als messias ging zien, wat leidde tot zijn levenslange fascinatie voor religie. Zo kwam Mous ook op het pad van Sierksma, op diens leven zonder God.
  • De diepgaande crisis in het geloof in onze beschaving, was voor Sierksma een drijfveer om zich bezig te houden met godsdienstwetenschap. Daarmee werd Sierksma de bruggenbouwer tussen God en mens & wereld. 
  • Christendom kwam voort uit cognitieve dissonantie, aldus Sierksma.
  • Sierksma zijn strijd na de Tweede Wereldoorlog duurde tot diep in de jaren zestig. Sierksma zocht de idylle van het ‘Heitelân’.
  • Afscheid van de religie was verbonden met het gelijktijdige afscheid van de Friese identiteit, in de ogen van Sierksma. 
  • Sierksma koos duidelijk voor rebelse groepen en opstandelingen.
  • Sierksma richtte zich in de zestiger jaren veel meer op de goden van Tibet, in plaats van dat hij zich richtte op de religie in ons eigen land, in een tijd waarin hier in Nederland heel veel veranderde in de wereld van de godsdienst.
  • Zestiger jaren-hippies predikten de liefde als nooit tevoren, waarbij ieder mens zijn eigen messias zou moeten worden; als een toppunt van democratisering, namelijk mens zijn èn God tegelijk.
  • Mous zijn messiaswaan leidde in zijn eigen ogen tot de verlossing van zichzelf en van de hele mensheid. Hij noemt het zelf zijn religieuze waanideeën.
  • Ontworteling, dat is waar Mous aan denkt, als hij denkt aan en over Sierksma. Sierksma’s grootste verdienste is dat hij heeft gewezen op de geestestoestand van Jezus, in een tijd van onderdrukking. 
  • Ook huidige psychoten zien zichzelf als de messias, die de wereld zullen gaan redden.
  • De inzichten van Sierksma hebben Huub Mous geholpen om Mous zijn eigen psychose te doorbreken en te verlaten.
  • Liefde en haat bestaan ook in déze tijd nog vaak gelijktijdig tussen huidige adolescenten.
  • De psychiatrie heeft momenteel geen wereldbeeld meer, volgens Mous. 
  • Sierksma had de  moed om over de grenzen van zijn eigen wereld heen te kijken; iets wat bij velen nog wel eens ontbreekt. 
De blijvende aanwezigheid van Fokke Sierksma 
De vierde lezing wordt verzorgd door Sierksma's biograaf Jan Gulmans.
Het thema van deze lezing luidt: ‘De blijvende aanwezigheid van Fokke Sierksma’. 
Er zijn hier ook nog tenminste vier oud-leerlingen van Sierksma in de zaal, die zijn colleges volgden, en die óók een bijdrage hebben geleverd aan het schrijven van dit boek.
Gulmans spreekt zijn dank overigens eerst uit aan allen die een bijdrage leverden aan het maken en het publiceren van dit boek.
Vanmiddag wil Gulmans benadrukken waarom Fokke Sierksma en zijn werk Gulmans zo heeft gefascineerd. Fascinatie betekent: open staan, ook voor de persoon van voor wie je gefascineerd bent.  
  • Zijn fascinatie komt ten eerste vanuit Jan zijn eigen biografie, van Dokkum en omstreken, vooral het kanteljaar 1963, ook voor Jan zelf belangrijk.
  • Jan is geboren in Ternaard. Hij ging in 1958 naar het Dokkumer lyceum, het gymnasium. In 1963 was het een strenge winter, maar zijn vader - stucadoor – kreeg in die winter 13 weken geen uitkering. Zij woonden als gezin in het Dokkumer Admiraliteitshuis, omdat zijn moeder daar betaald beheerster was van dat pand. Op die plek kwamen allerlei archivalia bijeen, die daar werden tentoongesteld. Dat opende voor Jan de wereld van de Friese cultuur en geschiedenis. 
  • Sierksma gaf voor de draadomroep drie lezingen over acculturatie en christendom. Daar luisterde Gulmans naar. En toen en daar groeide Jan zijn fascinatie voor Sierksma. 
  • In het Friese Aalsum deed Sierksma belijdenis van het geloof, maar daarover wilde Sierksma later niets meer weten.
  • Sierksma volgde colleges bij Van der Leeuw, en waarschijnlijk ook bij de filosoof, socioloog en bioloog Helmuth Plessner. Dát zou wel eens van doorslaggevende betekenis kunnen zijn geweest voor de visievorming van Sierksma. 
  • In Dokkum was ook veel verzet in de Tweede Wereldoorlog. Bij De Valom durfde het verzet het aan om een brug op te halen toen eens hoge heren van de Sicherheitsdienst (SD) naar Dokkum zouden rijden. Daarop namen de Duitsers wraak, door 17 mensen te fusilleren. De lijken van die 17 willekeurig gekozen mensen moesten drie dagen blijven liggen, wat heel veel invloed heeft gehad op Sierksma.
  • Sierksma werd gevraagd om deel te nemen aan de verzetsgroep de Luisterpost, die bij boekhandelaar Wielinga was gehuisvest (wiens zoon vanmiddag hier ook aanwezig is in de zaal). Die periode is in deze biografie ook beschreven.    
  • Johan Erich was bevriend met Sierksma. Erich, postbode, zat ook in het verzet, ging eens naar Drachten, verifieerde of binnengaan daar veilig was, ging daartoe ergens naar binnen, kreeg daar van een SD-er een schot, werd doodgeschoten. Dit soort gebeurtenissen zijn ook oorzaken van het PTSS-syndroom van Sierksma.  
  • Sierksma vraagt zijn zoon (Rypke Johan Sierksma) zich de dood van Sierksma’s vriend Johan te realiseren. Sierksma had zijn zoon Rypke namelijk een dubbele naam gegeven, door als tweede voornaam Johan toe te voegen. 
  • Sierksma is als essayist, die als een roofvogel op zijn thema’s af vliegt, om die thema’s als het ware aan te vallen, te overvallen.
  • Tibetaanse kunst staat vol motieven van sexualiteit en agressie, wat heel erg levend is in de Tibetaanse iconografie.
  • Gulmans fascinatie voor Sierksma komt ook vanuit de stijl van het schrijven van Sierksma. 
  • En daarnaast komt Jan zijn fascinatie voor Sierksma ook vanuit de thema’s van Sierksma, zoals: literatuur, mystiek, biologie. 
  • Sierksma bestudeerde bijvoorbeeld onder andere ook het gedrag van teken. Hij wilde namelijk het waarnemingsbeeld van mens en dier identificeren en beschrijven.
  • Sierksma is hopelijk blijvend aanwezig. Hij is overleden, maar zijn vrouw leeft nog steeds, is 106 jaar oud op dit moment.
  • Zoon Rypke Sierksma leeft momenteel in het Franse Dordogne, en is hier vandaag niet in de zaal bij ons. Rypke wil nog eenmaal naar Nederland komen, namelijk wanneer zijn moeder sterft.
  • Twee mensen die Gulmans heel erg hebben geholpen bij de totstandkoming van dit nieuwe boek, worden naar voren gehaald en tot hen wordt door Jan Gulmans zijn waardering uitgesproken over hun aandeel – als een steun in de rug - aan deze biografie. Zij krijgen het eerste boek van Jan Gulmans officieel aangeboden.
Over boeken
Daarna spreekt Ad, één van Sierksma’s vroegere medewerkers, en tevens zijn laatste promovendus. 
  • Het geheim van de uitgever - diens succes en flop - verschilt alleen gradueel.
  • Boeken zijn het resultaat van de verbintenis tussen auteur en uitgever. 
  • Boeken zijn een onderdeel van onze cultuur. Cultuur biedt ons boeken, als vertalingen van werkelijkheden, of van wat we niet kennen. 
  • Boeken ontstaan uit het niets. 
  • De output van de auteur is de input voor de uitgever. 
  • De waardigheid van de mens ligt in het lezen.
  • Voor de lezer is de schok van de herkenning bij fictie het belangrijkste.
Nagift over Fokke Sierksma
Tot slot hieronder nog een beknopt profiel van Fokke Sierksma, geschetst door zijn biograaf Jan Gulmans.
  • Bij een herdenkingsbijeenkomst in 1977 beschreef professor dr. Theo P. van Baaren zijn collega en vriend Sierksma. Hij zei onder meer: “Al moeten wij nu ook zijn persoon missen, zijn vuur en zijn beminnelijkheid, zijn eerlijkheid en zijn scherpzinnigheid, hij is nog steeds te midden van ons aanwezig door zijn ideeën, zijn boeken, zijn woorden en, niet te vergeten, zijn daden’.
  • Uit deze opsomming blijkt al, dat Sierksma – vaak een geestelijk omnivoor genoemd - zich bewoog op velerlei terreinen: psychologie, culturele antropologie, biologie en literatuur. 
  • Jarenlang besprak Sierksma voor de toenmalige Regionale Omroep Noord en Oost (RONO) Friese en ook Nederlandstalige boeken. Hij schreef in het bekende tijdschrift de Tsjerne en was hoofdredacteur van het literaire blad Podium. Hij schreef een klassiek boekje over de poëzie van de door hem bewonderde wetenschapsman en dichter Obe Postma, getiteld: ‘Bern fan’e ierde’. 
  • Voor zover Fokke Sierksma nog in - wat genoemd wordt - het collectief geheugen voorkomt, heeft de herinnering soms op zijn oeuvre, misschien vaker nog op de zogenoemde Luisterpost betrekking. Kort gezegd komt het verhaal over de Luisterpost hierop neer: Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het Sonderkommando van de Sicherheitsdienst zijn intrek in het Burmaniahuis. Ruim zes weken heeft de Duitse bezetter hier vele verzetsmensen verhoord. Toen de Sicherheitsdienst zijn interne telefoonsysteem wilde veranderen en de PTT opdracht gaf dit met spoed uit te voeren, heeft het Friese verzet het plan opgevat om de SD af te luisteren. Dat gebeurde. De Luisterpost bestond uit Fokke Sierksma (Wouter) en Eeuwke Koopmans (Kopie, de leider van de groep), met wie Sierksma een duo vormde. De vier andere leden van de Luisterpost waren Lo van der Werf, Lykele van Dijk, Teake Kuipers (‘Frits’) en de onderwijzeres Gerda. 
  • Fokke Sierksma – in zijn mensvisie sterk beïnvloed door deze riskante periode - heeft de gang van zaken op deze Luisterpost beschreven in zijn boek ‘Grensconflict’. Een televisiebewerking van dit boek door Hein Schütz (scenario) en Jonne Severijn (regie) met de titel ‘Luisterpost’ werd uitgezonden door de NOS op 16 april 1986.
  • Sierksma noemde zichzelf ooit een oorlogsinvalide. De ervaringen tijdens de periode van de Luisterpost hadden een traumatiserend effect op hem en zijn gezin. Geestelijk getraumatiseerd zijn betekent dat de menselijke contactapparatuur is aangetast en dat de mens, gefixeerd in machteloosheid, niet op eigen kracht uit die fixatie kan loskomen. Mogelijk is dit op Sierksma van toepassing. Zijn biograaf Jan Gulmans heeft Sierksma ervaren als een getraumatiseerd mens, die een balling in zijn eigen bestaan was. Voor Sierksma was de oorlog onvoltooid verleden tijd.
  • Geestelijke bevrijding kende Sierksma slechts in beperkte mate. Hij koos de weg van de mystiek, maar die weg was in zekere zin voor hem onbegaanbaar. Hij spreekt hier en daar van beknotte mystiek. Zijn bezetenheid op wetenschappelijk en ander gebied was gericht op de bevrijding uit innerlijke krampen. 
  • Het psychotrauma, waaraan Sierksma leed, kan geduid worden als een geestelijke verwonding, die ontstaat doordat de mens door een ramp, zoals bijvoorbeeld verhoren en foltering in het Burmaniahuis, zo is getroffen, dat hij innerlijk geheel of gedeeltelijk, in machteloze afsluiting, in machteloos verdriet en in machteloze angst en woede vast is blijven zitten, dus zonder dat hij het ervaren van dat rampzalig gebeuren heeft kunnen verwerken. Dát lijkt Gulmans de kern van het drama van de paradoxale ‘verenkeling’, zoals Sierksma’s controversiële levensloop met een term van zijn vriend Simon Vestdijk gekarakteriseerd kan worden.