Vrijdag 29 november 2024
|
Fokko Sierksma (1917-1977) |
Biografie over Fokke Sierksma
Ter gelegenheid van het verschijnen van de biografie over het leven en werk van professor dr. Fokke Sierksma (1917-1977), geschreven door Jan Gulmans, belicht het symposium van vandaag in Tresoar te Leeuwarden verschillende facetten van deze Fries, die gedurende bijna vier decennia een spraakmakende intellectueel was.
‘Wat men ook over Sierksma zou kunnen zeggen, niemand kan volhouden dat hij een afwezige is. Integendeel, hij was niet alleen duidelijk aanwezig tijdens zijn leven, maar hij is dit ook nu na zijn voortijdige dood nog steeds’, zo beschreef Theo van Baaren zijn collega en vriend Sierksma in 1977.
Deze blijvende aanwezigheid van Fokke Sierksma door zijn ideeën, boeken, woorden en daden, was voor Jan Sierksma één van de beweegredenen om deze biografie over Sierksma te schrijven.
Veelzijdige levensloop
In twintig hoofdstukken wordt niet alleen Sierksma’s levensloop geschetst, maar ook diens grote oeuvre, dat zich beweegt op veel terreinen, zoals van de Friese en Nederlandse literatuur (van Obe Postma, Douwe Tamminga en Anne Wadman tot en met Gerrit Achterberg, Jacques Bloem en Adriaan Roland Holst), oorlog en verzet, acculturatie, ongelijkheid der seksen, religieuze projectie, mode en kleding, schilderkunst, cultuurkritiek, mystiek, tot en met de cultuur van Tibet.
De multi-talentvolle geleerde
De opening van dit symposium wordt verzorgd door middagvoorzitter Geart de Vries, de oud-directeur van het Historisch Centrum Leeuwarden.
Hij memoreert de relevantie van Fokke Sierksma, als het multitalent, de talentvolle geleerde, waarover Jan Gulmans de biografie schreef.
Sierksma is meer dan een Fries, denk maar aan zijn proefschrift, en zijn rijke oeuvre. Daarnaast leerde hij ook nog eens Tibetaans lezen en spreken.
Vandaag gaan we achtereenvolgens luisteren naar enkele zogenoemde 'Sierksma-watchers'.
Drie ongelovige vrienden in de ban van religie en magie
De eerste lezing wordt verzorgd door Yme Kuiper.
Yme Kuiper is antropoloog en emeritus hoogleraar van de RUG in de antropologie van de religie en historische antropologie. Hij schreef artikelen over zowel filosofie als religie in het werk van W.F. Hermans en over wetenschap en dichtkunst bij Theo van Baaren, bij wie hij colleges over hekserij en tovenarij volgde.
Het thema van deze lezing luidt: ‘Drie ongelovige vrienden in de ban van religie en magie: Theo van Baaren (1912-1989), Fokke Sierksma (1917-1977) en W.F. Hermans (1921-1995)’.
Fokke Sierksma, Theo Van Baaren en ‘Wim’ Hermans kenden elkaar persoonlijk. Deze drie multi-talenten waardeerden elkaars werk op het vlak van literatuur en wetenschap.
Ook heeft de bezettingstijd van de Tweede Wereldoorlog een enorme rol gespeeld in hun vroege leven en werk. Van Baaren en Sierksma, opgeleid in theologie, godsdienstgeschiedenis en godsdienstpsychologie, ambieerden in het naoorlogse Nederland een academische loopbaan. Ze kregen aanstellingen bij theologische faculteiten te Groningen en Leiden.
Hermans wilde al op jonge leeftijd schrijver worden en meende zijn schrijverschap na een opvallend literair debuut te kunnen combineren met een universitaire positie als fysisch geograaf.
De rode draad in hun intellectuele vriendschap is de fascinatie voor religie en magie, die zij ieder op hun eigen manier ontwikkelden. Opvallend is hun voorliefde en kennis van de klassieke antropologie, waarvan veel sporen in hun werk aanwezig zijn. Alle drie toonden grote interesse voor beeldvorming rond goden en mensen.
- Hoe kunnen we de hang naar polemiek bij de schrijvers Sierksma en Hermans begrijpen ten opzichte van de meer schuchtere geleerde en dichter Van Baaren?
- Welke filosofische en esthetische denkbeelden liggen ten grondslag aan de overeenkomsten èn
- verschillen tussen het drietal?
- Waarom lijken de twee professoren Van Baaren en Sierksma op latere leeftijd hun banden met W.F. Hermans zo te koesteren?
Lezing van Yme Kuiper
- Sierksma was het kind uit een orthodox gezin in Dokkum. In de vijftiger jaren promoveerde Sierksma. In die tijd was Nederland nog verzuild.
- De vraag is of deze drie hierboven genoemde mannen eigenlijk wel vrienden van elkaar waren.
- Fokke verhuisde van Groningen naar Leiden, waar hij uiteindelijk professor werd.
- Voor die vriendschap moet je terug kijken naar de bezettingstijd. Dat waren namelijk hun vormende jaren.
- Sierksma raakte betrokken bij het verzet in Fryslân, waarover hij later het boek ‘Grensconflict’ schreef. De spanning vanwege deze verzetsgroep resulteerde voor hem later in posttraumatische problematiek, vooral als resultaat van de dramatische oorlogservaring. Hij werd daardoor ook ongelovig, maar zijn fascinatie voor religie bleef wel.
- Ondanks de visieverschillen tussen Hermans en Sierksma werden de persoonlijke banden wel sterker tussen beiden vanaf het moment dat Hermans en Sierksma beiden in Groningen werkten.
- Sierksma identificeerde zich met het Friese platteland, onder andere gegrond op de ‘pleats’ (boerderij) van zijn ‘pake & beppe’, een boerenfamilie in Reitsum, de mensen die zijn leven en denken hebben gericht.
- Sierksma kreeg heel wat te stellen met de godgeleerden in Leiden. Sierksma had overigens ook nogal wat conflicten met antropologen.
- Sierksma: “Als Hermans daartegen geen bezwaar heeft, zou ik hem één van mijn weinige vrienden willen noemen.” '
- Vriendschap en Hermans is trouwens een lastige combinatie. Voor Yme Kuiper staat echter vast dat Sierksma de relatie met Hermans wel als vriendschap beschouwde.
Bewondering zonder volgzaamheid
De tweede lezing wordt verzorgd door Wim Hofstee.
Wim Hofstee is oud-docent antropologie van de religie en vergelijkende godsdienstwetenschap te Leiden
Het thema van deze lezing luidt: ‘Bewondering zonder volgzaamheid. Fokke Sierksma en Gerardus van der Leeuw.’
Fokke Sierksma was een leerling van Gerardus van der Leeuw, die hij bewonderde maar niet volgde. Met name de struktuurpsychologische fenomenologie van Van der Leeuw werd door Sierksma beschouwd als een te theologische positie. Net als Theo van Baaren paste hij meer antropologisch materiaal toe, sneed onderwerpen aan op een wijze die ongebruikelijk was en schuwde politiek geëngageerde uitspraken niet.
Daarmee kwam hij niet alleen in botsing met theologen en godsdiensthistorici, maar ook met antropologen. Sierksma presenteerde zijn aanpak feitelijk als een verbetering van Van der Leeuws fenomenologie, niet als een verwerping ervan, zoals Van Baaren uiteindelijk wel deed. De mogelijkheden die het werk van Lévy-Bruhl bood om te komen tot een meer structurele analyse van betekenis-systemen als religie, zoals EvansPritchard heeft laten zien, zagen zowel Sierksma als Van Baaren over het hoofd.
Niettemin hebben beiden met hun kritiek op Van der Leeuw een begin gemaakt met de godsdienstwetenschap te bevrijden van haar theologisch imago. Deze Nederlandse ontwikkeling staat haaks op die in de VS, waar een kritiekloze bewondering voor Mircea Eliade juist leidde tot het tegenovergestelde.
Lezing van Wim Hofstee over Sierksma & Van der Leeuw: Bewondering zonder volgzaamheid
- Sierksma wilde godsdienst-wetenschap bevrijden van de theologie, maar bewandelde daarbij een eigenzinnige weg.
- Van Leeuwen bestudeerde de mensen in onder andere Egypte en Griekenland en ook de primitieven, maar hij deed geen veldonderzoek. In plaats daarvan werkte hij in zijn studeerkamer, om daar boeken te lezen en boeken en artikelen te schrijven.
- Bij fenomenologie gaat het om de essenties, en het is a-historisch. Het is de zoektocht naar onveranderlijke elementen in de wereld van de religies, op zoek naar de essentie van religie, die volgens Hofstee niet bestaat. Er zijn wel essenties, maar niet één essentie.
- Sierksma verdiept zich veel meer in psychologie en antropologie dan anderen om zich heen, ten einde religie te doorgronden.
- Als onderzoeker moet je wel persoonlijke betrokkenheid hebben bij religie – moet je zelf religieus zijn - om de religie te doorgronden, vond Van der Leeuw.
- “De primitieve mentaliteit is een pre-logische structuur” volgens Lucien Lévy-Bruhl (1857-1939). Primitieven denken wel degelijk logisch; alleen op een andere manier dan de onze.
- Claude Lévy-Strauss (1908-2009) daarentegen deed wel aan veldwerk als etnoloog in het veld.
- Sierksma heeft Van Leeuwen altijd verdedigd, wat op zich best omstreden is. Sierksma’s godsdienstwetenschappelijk werk is bedoeld om Van Leeuwen zijn visie te verbeteren, niet om die te verwerpen.
- Wetenschap bestaat bij de gratie van een kritische benadering.
Secularisatie als bron van godsdienstwaan
De derde lezing wordt na de koffiepauze verzorgd door Huub Mous.
Huub Mous (1947) is kunsthistoricus en publicist. Hij publiceerde over diverse onderwerpen op het terrein van beeldende kunst, literatuur, filosofie en psychiatrie. Terugkerend thema daarbij is de snelle secularisatie en de gevolgen daarvan.
Het thema van deze lezing luidt: ’Secularisatie als bron van godsdienstwaan, Fokke Sierksma en the sixties’.
Achteraf kun je stellen dat de ontwikkeling die de godsdienstwetenschapper Fokke Sierksma in de jaren vijftig heeft doorlopen, vooruitliep op de snelle secularisering die zich in de jaren zestig in Nederland zou aandienen. Sierksma’s eigen belangstelling had zich toen al verlegd naar de religies van niet-westerse culturen en de daarbij optredende acculturatie-verschijnselen. Hij richtte zijn blik op de dramatische veranderingen die zich voordoen als een oude religie in contact komt met een nieuwe cultuur, een verandering waar het oude systeem van waarden niet tegen opgewassen is. Dat vergelijkbare processen zich in de jaren zestig in zijn directe nabijheid ook konden voltrekken, leek Sierksma te ontgaan. Ook de snelle modernisering die zich in Nederland in de jaren zestig aandiende, was in zekere zin een acculturatieproces. Zeker voor de traditionele katholieke zuil die in korte tijd van anti-modern omsloeg naar ultra-modern.
Deze radicale omslag had voor menigeen een eschatologische dimensie, met alle ontsporingen van dien, ook in de pathologische sfeer.
Lezing van Huub Mous
In zijn lezing gaat Mous in op de mogelijke verbanden tussen godsdienst-waanzin en
acculturatie-processen in de jaren zestig.
Huub laat zich daarbij inspireren door ideeën van Fokke Sierksma, maar ook door zijn eigen psychotische ervaringen uit die tijd. We luisteren naar een persoonlijk verhaal, gerelateerd aan Sierksma.
- Als jongen werd Huub woedend op God, later de basis van zijn psychose, waarin hij zichzelf als messias ging zien, wat leidde tot zijn levenslange fascinatie voor religie. Zo kwam Mous ook op het pad van Sierksma, op diens leven zonder God.
- De diepgaande crisis in het geloof in onze beschaving, was voor Sierksma een drijfveer om zich bezig te houden met godsdienstwetenschap. Daarmee werd Sierksma de bruggenbouwer tussen God en mens & wereld.
- Christendom kwam voort uit cognitieve dissonantie, aldus Sierksma.
- Sierksma zijn strijd na de Tweede Wereldoorlog duurde tot diep in de jaren zestig. Sierksma zocht de idylle van het ‘Heitelân’.
- Afscheid van de religie was verbonden met het gelijktijdige afscheid van de Friese identiteit, in de ogen van Sierksma.
- Sierksma koos duidelijk voor rebelse groepen en opstandelingen.
- Sierksma richtte zich in de zestiger jaren veel meer op de goden van Tibet, in plaats van dat hij zich richtte op de religie in ons eigen land, in een tijd waarin hier in Nederland heel veel veranderde in de wereld van de godsdienst.
- Zestiger jaren-hippies predikten de liefde als nooit tevoren, waarbij ieder mens zijn eigen messias zou moeten worden; als een toppunt van democratisering, namelijk mens zijn èn God tegelijk.
- Mous zijn messiaswaan leidde in zijn eigen ogen tot de verlossing van zichzelf en van de hele mensheid. Hij noemt het zelf zijn religieuze waanideeën.
- Ontworteling, dat is waar Mous aan denkt, als hij denkt aan en over Sierksma. Sierksma’s grootste verdienste is dat hij heeft gewezen op de geestestoestand van Jezus, in een tijd van onderdrukking.
- Ook huidige psychoten zien zichzelf als de messias, die de wereld zullen gaan redden.
- De inzichten van Sierksma hebben Huub Mous geholpen om Mous zijn eigen psychose te doorbreken en te verlaten.
- Liefde en haat bestaan ook in déze tijd nog vaak gelijktijdig tussen huidige adolescenten.
- De psychiatrie heeft momenteel geen wereldbeeld meer, volgens Mous.
- Sierksma had de moed om over de grenzen van zijn eigen wereld heen te kijken; iets wat bij velen nog wel eens ontbreekt.
De blijvende aanwezigheid van Fokke Sierksma
De vierde lezing wordt verzorgd door Sierksma's biograaf Jan Gulmans.
Het thema van deze lezing luidt: ‘De blijvende aanwezigheid van Fokke Sierksma’.
Er zijn hier ook nog tenminste vier oud-leerlingen van Sierksma in de zaal, die zijn colleges volgden, en die óók een bijdrage hebben geleverd aan het schrijven van dit boek.
Gulmans spreekt zijn dank overigens eerst uit aan allen die een bijdrage leverden aan het maken en het publiceren van dit boek.
Vanmiddag wil Gulmans benadrukken waarom Fokke Sierksma en zijn werk Gulmans zo heeft gefascineerd. Fascinatie betekent: open staan, ook voor de persoon van voor wie je gefascineerd bent.
- Zijn fascinatie komt ten eerste vanuit Jan zijn eigen biografie, van Dokkum en omstreken, vooral het kanteljaar 1963, ook voor Jan zelf belangrijk.
- Jan is geboren in Ternaard. Hij ging in 1958 naar het Dokkumer lyceum, het gymnasium. In 1963 was het een strenge winter, maar zijn vader - stucadoor – kreeg in die winter 13 weken geen uitkering. Zij woonden als gezin in het Dokkumer Admiraliteitshuis, omdat zijn moeder daar betaald beheerster was van dat pand. Op die plek kwamen allerlei archivalia bijeen, die daar werden tentoongesteld. Dat opende voor Jan de wereld van de Friese cultuur en geschiedenis.
- Sierksma gaf voor de draadomroep drie lezingen over acculturatie en christendom. Daar luisterde Gulmans naar. En toen en daar groeide Jan zijn fascinatie voor Sierksma.
- In het Friese Aalsum deed Sierksma belijdenis van het geloof, maar daarover wilde Sierksma later niets meer weten.
- Sierksma volgde colleges bij Van der Leeuw, en waarschijnlijk ook bij de filosoof, socioloog en bioloog Helmuth Plessner. Dát zou wel eens van doorslaggevende betekenis kunnen zijn geweest voor de visievorming van Sierksma.
- In Dokkum was ook veel verzet in de Tweede Wereldoorlog. Bij De Valom durfde het verzet het aan om een brug op te halen toen eens hoge heren van de Sicherheitsdienst (SD) naar Dokkum zouden rijden. Daarop namen de Duitsers wraak, door 17 mensen te fusilleren. De lijken van die 17 willekeurig gekozen mensen moesten drie dagen blijven liggen, wat heel veel invloed heeft gehad op Sierksma.
- Sierksma werd gevraagd om deel te nemen aan de verzetsgroep de Luisterpost, die bij boekhandelaar Wielinga was gehuisvest (wiens zoon vanmiddag hier ook aanwezig is in de zaal). Die periode is in deze biografie ook beschreven.
- Johan Erich was bevriend met Sierksma. Erich, postbode, zat ook in het verzet, ging eens naar Drachten, verifieerde of binnengaan daar veilig was, ging daartoe ergens naar binnen, kreeg daar van een SD-er een schot, werd doodgeschoten. Dit soort gebeurtenissen zijn ook oorzaken van het PTSS-syndroom van Sierksma.
- Sierksma vraagt zijn zoon (Rypke Johan Sierksma) zich de dood van Sierksma’s vriend Johan te realiseren. Sierksma had zijn zoon Rypke namelijk een dubbele naam gegeven, door als tweede voornaam Johan toe te voegen.
- Sierksma is als essayist, die als een roofvogel op zijn thema’s af vliegt, om die thema’s als het ware aan te vallen, te overvallen.
- Tibetaanse kunst staat vol motieven van sexualiteit en agressie, wat heel erg levend is in de Tibetaanse iconografie.
- Gulmans fascinatie voor Sierksma komt ook vanuit de stijl van het schrijven van Sierksma.
- En daarnaast komt Jan zijn fascinatie voor Sierksma ook vanuit de thema’s van Sierksma, zoals: literatuur, mystiek, biologie.
- Sierksma bestudeerde bijvoorbeeld onder andere ook het gedrag van teken. Hij wilde namelijk het waarnemingsbeeld van mens en dier identificeren en beschrijven.
- Sierksma is hopelijk blijvend aanwezig. Hij is overleden, maar zijn vrouw leeft nog steeds, is 106 jaar oud op dit moment.
- Zoon Rypke Sierksma leeft momenteel in het Franse Dordogne, en is hier vandaag niet in de zaal bij ons. Rypke wil nog eenmaal naar Nederland komen, namelijk wanneer zijn moeder sterft.
- Twee mensen die Gulmans heel erg hebben geholpen bij de totstandkoming van dit nieuwe boek, worden naar voren gehaald en tot hen wordt door Jan Gulmans zijn waardering uitgesproken over hun aandeel – als een steun in de rug - aan deze biografie. Zij krijgen het eerste boek van Jan Gulmans officieel aangeboden.
Over boeken
Daarna spreekt Ad, één van Sierksma’s vroegere medewerkers, en tevens zijn laatste promovendus.
- Het geheim van de uitgever - diens succes en flop - verschilt alleen gradueel.
- Boeken zijn het resultaat van de verbintenis tussen auteur en uitgever.
- Boeken zijn een onderdeel van onze cultuur. Cultuur biedt ons boeken, als vertalingen van werkelijkheden, of van wat we niet kennen.
- Boeken ontstaan uit het niets.
- De output van de auteur is de input voor de uitgever.
- De waardigheid van de mens ligt in het lezen.
- Voor de lezer is de schok van de herkenning bij fictie het belangrijkste.
Nagift over Fokke Sierksma
Tot slot hieronder nog een beknopt profiel van Fokke Sierksma, geschetst door zijn biograaf Jan Gulmans.
- Bij een herdenkingsbijeenkomst in 1977 beschreef professor dr. Theo P. van Baaren zijn collega en vriend Sierksma. Hij zei onder meer: “Al moeten wij nu ook zijn persoon missen, zijn vuur en zijn beminnelijkheid, zijn eerlijkheid en zijn scherpzinnigheid, hij is nog steeds te midden van ons aanwezig door zijn ideeën, zijn boeken, zijn woorden en, niet te vergeten, zijn daden’.
- Uit deze opsomming blijkt al, dat Sierksma – vaak een geestelijk omnivoor genoemd - zich bewoog op velerlei terreinen: psychologie, culturele antropologie, biologie en literatuur.
- Jarenlang besprak Sierksma voor de toenmalige Regionale Omroep Noord en Oost (RONO) Friese en ook Nederlandstalige boeken. Hij schreef in het bekende tijdschrift de Tsjerne en was hoofdredacteur van het literaire blad Podium. Hij schreef een klassiek boekje over de poëzie van de door hem bewonderde wetenschapsman en dichter Obe Postma, getiteld: ‘Bern fan’e ierde’.
- Voor zover Fokke Sierksma nog in - wat genoemd wordt - het collectief geheugen voorkomt, heeft de herinnering soms op zijn oeuvre, misschien vaker nog op de zogenoemde Luisterpost betrekking. Kort gezegd komt het verhaal over de Luisterpost hierop neer: Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het Sonderkommando van de Sicherheitsdienst zijn intrek in het Burmaniahuis. Ruim zes weken heeft de Duitse bezetter hier vele verzetsmensen verhoord. Toen de Sicherheitsdienst zijn interne telefoonsysteem wilde veranderen en de PTT opdracht gaf dit met spoed uit te voeren, heeft het Friese verzet het plan opgevat om de SD af te luisteren. Dat gebeurde. De Luisterpost bestond uit Fokke Sierksma (Wouter) en Eeuwke Koopmans (Kopie, de leider van de groep), met wie Sierksma een duo vormde. De vier andere leden van de Luisterpost waren Lo van der Werf, Lykele van Dijk, Teake Kuipers (‘Frits’) en de onderwijzeres Gerda.
- Fokke Sierksma – in zijn mensvisie sterk beïnvloed door deze riskante periode - heeft de gang van zaken op deze Luisterpost beschreven in zijn boek ‘Grensconflict’. Een televisiebewerking van dit boek door Hein Schütz (scenario) en Jonne Severijn (regie) met de titel ‘Luisterpost’ werd uitgezonden door de NOS op 16 april 1986.
- Sierksma noemde zichzelf ooit een oorlogsinvalide. De ervaringen tijdens de periode van de Luisterpost hadden een traumatiserend effect op hem en zijn gezin. Geestelijk getraumatiseerd zijn betekent dat de menselijke contactapparatuur is aangetast en dat de mens, gefixeerd in machteloosheid, niet op eigen kracht uit die fixatie kan loskomen. Mogelijk is dit op Sierksma van toepassing. Zijn biograaf Jan Gulmans heeft Sierksma ervaren als een getraumatiseerd mens, die een balling in zijn eigen bestaan was. Voor Sierksma was de oorlog onvoltooid verleden tijd.
- Geestelijke bevrijding kende Sierksma slechts in beperkte mate. Hij koos de weg van de mystiek, maar die weg was in zekere zin voor hem onbegaanbaar. Hij spreekt hier en daar van beknotte mystiek. Zijn bezetenheid op wetenschappelijk en ander gebied was gericht op de bevrijding uit innerlijke krampen.
- Het psychotrauma, waaraan Sierksma leed, kan geduid worden als een geestelijke verwonding, die ontstaat doordat de mens door een ramp, zoals bijvoorbeeld verhoren en foltering in het Burmaniahuis, zo is getroffen, dat hij innerlijk geheel of gedeeltelijk, in machteloze afsluiting, in machteloos verdriet en in machteloze angst en woede vast is blijven zitten, dus zonder dat hij het ervaren van dat rampzalig gebeuren heeft kunnen verwerken. Dát lijkt Gulmans de kern van het drama van de paradoxale ‘verenkeling’, zoals Sierksma’s controversiële levensloop met een term van zijn vriend Simon Vestdijk gekarakteriseerd kan worden.