Cover van 'It wie yn Feinsum' |
Feinsumer verhalen
Toen wij nog niet zolang in Feinsum woonden, raakten we na een kerkdienst in gesprek met Beppie uit Stiens, die ons vertelde dat zij geboren en getogen was in de - toen nog dubbele - woning tegenover ons nieuwe huis. Ze woonde daar met al haar broers en zusters met hun ouders en 'beppe' (die klompen verkocht) in de twee geschakelde woningen onder één kap.
Al snel kwamen er allemaal verhalen over Feinsum naar boven, teveel om tijdens de koffie na de kerkdienst allemaal aan te horen. Daarom besloten we dat Beppie zou regelen dat ze met haar broers eens bij ons op bezoek zouden komen, om aan de hand van hun oude foto's de oude verhalen van hun familie en van Feinsum eens de revue te laten passeren.
Zo gezegd, zo gedaan, en het duurde niet lang of Beppie kwam samen met twee van haar broers - Siebe en Louw - bij ons op bezoek voor een verhalenmiddag over de Bijma's, de Feinsumers en over ons dorp Feinsum.
Het was in Feinsum
Mooie oude foto's van hun huis en van de buurt rond hun en onze woning kwamen op tafel. Verhalen met veel passie rolden over elkaar heen, en ze lieten ons ook het boekje zien, dat hun broer Foeke Bijma had geschreven, waarin hij verhaalt over zijn leven, hun gezinsleven, en over het wel en wee van hun Friese geboortedorp Feinsum.
De titel van dit boekje is 'It wie yn Feinsum', geschreven in het Fries, en in maart 2014 door Foeke gepubliceerd. Ik kreeg een exemplaar van dit familiegeschiedenisboekje, en heb het met grote belangstelling gelezen.
Het boek staat vol met feiten, en met allerhande grappige, bijzondere, belangrijke en minder belangwekkende zaken, waarmee Foeke op mooie wijze iets laat zien over het Feinsum van vele jaren geleden; over wie er woonden, en waar men zich zoal mee bezighield.
Terugblikkend op de inhoud van zijn boekje concludeert Foeke dat er in het tijdsbestek van één generatie ook in Feinsum veel is veranderd.
It doarp fan ús jeugd
- Evenals bewoners van omliggende dorpen, hadden ook de Feinsumers een scheldnaam. Feinsumers werden de 'Feinsumer flinters' (vlinders) genoemd.
- Feinsum was vroeger een bescheiden dorpje, en dat is het nog.
- De naam van het voormalige evangelisatiegebouw diagonaal tegenover onze woning was vroeger: 'Welkom'.
- De kleinere boeren, gardeniers en koemelkers bouwden op kleine schaal vaak een hok tegen de schuur, en daarnaast later nog een hok, en soms daar dan nog weer een hok tegen aan.
- Vroeger kon je bij het Feinsumer treinstation nog in 'It Dockumer Lokaeltsje' stappen, om met de trein naar plaatsen als Holwerd, Dokkum en Anjum te reizen. En op het spoordok konden daar de goederenwagons geladen en gelost worden.
- Foeke schrijft over de preekbezoeken van dominee Zelle, en schrijft dat hij het zich indertijd niet zo realiseerde dat de christelijke school en de kerk in Stiens een behoorlijk fundament onder hun leven hebben gelegd. Hij noemt de eeuwenoude Feinsumer dorpskerk terecht een waardevol monument.
- De kinderen die uit school kwamen, verkleedden zich thuis direct, en dan werd er veel buiten gespeeld, waarbij de Feinsumer Feart ook een belangrijke rol speelde, in zomer en winter.
- De tekening van het 'heechhout' op de omslag van zijn boekje is door Foeke Bijma in 1965 getekend.
- Vroeger stond er nog een Amerikaanse windmolen tegenover het spoordok; maar die is nu weg.
Noch in kear werom
- Foekes vader & moeder trouwden in de Tweede Wereldoorlog, en mochten wonen in het huisje naast de grootouders van Bijma-zijde.
- Ze kregen tien kinderen, waarvan er drie in één jaar werden geboren: een tweeling, en nog een derde dochter.
- Als één van de kinderen jarig was, schreef moeder de naam van de jarige met zeep op de spiegel. Op 21 januari stonden er drie namen op de spiegel.
- Als de grote vaas met Seringen op tafel stond, was de grote voorjaarsschoonmaak klaar.
- Beppe Betsy, de bijwonende grootmoeder die ook wel 'beppe neist' werd genoemd, had zo haar eigen gewoonten, en leefde heel sober. Een aansluiting op waterleiding heeft ze nooit gehad.
- Foeke karakteriseert zijn kinderjaren in Feinsum als kostbare jaren, die je niet snel zult vergeten. Er waren genoeg factoren die het leven de moeite waard maakten.
De ferskillen
- Het dorp Feinsum is ontstaan doordat de vroegere bewoners hun huisjes bouwden op de rand van een kwelder, langs de kust van de voormalige Middelzee.
- De hoofdstraat van Feinsum, de Holdingawei, is genoemd naar het Slot Holdinga, dat tot de 18e eeuw ongeveer 200 meter ten westen van de Sint-Vituskerk op een terp heeft gestaan.
- De laatste dorpsboer, een schapenboer, verliet enkele jaren geleden het dorp, en is inmiddels overleden.
- De eeuwenoude Sint Vituskerk wordt momenteel af en toe nog wel gebruikt voor sociale activiteiten, maar Foeke Bijma schrijft daar wel bij dat deze mooie kerk door onze voorouders niet voor die doeleinden is gebouwd.
- Het aantal inwoners van Feinsum is in de afgelopen decennia gedaald, maar daarentegen is het aantal auto's in het dorp aanzienlijk toegenomen.
- Het voormalige spoordok is nu de jachthaven van het dorp, gelegen aan de Elfstedenvaarroute. De voormalige spoorbrug is nu een fietsbrug geworden.
- Vroeger lag er een 'heechhout' over de Feinsumer Feart, maar tegenwoordig ligt er een dergelijke hoge houten brug over It Kanael.
- Op de driesprong van wegen en vaarten aan de westzijde van het dorp ligt nu een vissteiger met een mooie picknickplaats, die als locatie het 'Flinterplein' wordt genoemd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten