7
De pelgrimstocht van Durkje en mij van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela, en iets verder door naar Cabo Fisterra duurde 152 + 4 = 156 dagen. Met enige berekening had dat ook wel in 150 dagen gekund.
Wij zijn er op uit getrokken, naar buiten getreden, en ontdekten onderweg steeds meer dat je gaandeweg ook een reis naar binnen maakt, een innerlijke reis. Die reis naar binnen kun je sturen door elke dag een tekst ter bezinning mee te nemen, die je dan wandelend en/of rustend overdenkt. Durkje en ik hebben dat niet gedaan.
Maar daar hoeft het niet bij te blijven.
Ik ben opnieuw op reis gegaan.
Deze denkbeeldige tocht is een reis van Psalmen, van één Psalm voor elke pelgrimsdag. Een avontuur met de vraag wat het verbinden van de volgende Psalm aan de volgende Pelgrimsdag op je wandeling naar binnen van je vraagt, en wat het je heeft geschonken als je wandeling met God en met elkaar ten einde is.
Een inleiding op deze Psalmenpelgrimage schreef ik in mijn blog van 16 januari 2015.
Nog steeds nieuwsgierig naar onze bestemming en bovenal naar wat deze weg ons brengt, wandel ik vandaag verder op deze denkbeeldige Psalmenreis met Psalm 7 op Pelgrimsdag 7.
Leestip
Hieronder staat eerst een weblink naar ons wandelverslag van deze Pelgrimsdag.
Daaronder staat een weblink naar deze Psalm, met de bijbeltekst van de 'Nieuwe Bijbelvertaling' (NBG 2004).
Onder de Psalm staan altijd de tussenkopjes van de 'Bijbel in Gewone Taal' (NBG 2014).
Ultreia!
Daaronder staat een weblink naar deze Psalm, met de bijbeltekst van de 'Nieuwe Bijbelvertaling' (NBG 2004).
Onder de Psalm staan altijd de tussenkopjes van de 'Bijbel in Gewone Taal' (NBG 2014).
Ultreia!
Van Genemuiden naar Berkum
Heer, bescherm mij
Straf mijn vijanden, Heer
God is een eerlijke rechter
Ik wil de Heer danken
Overstappen
Op deze zevende pelgrimsdag maken Durkje en ik een overstap. We bewandelen vanuit Genemuiden eerst nog de laatste kilometers van het Fries-Overijsselse pelgrimspad, het 'Jabikspaad', en dan stappen we in Hasselt over op het vervolg van onze pelgrimsroute richting Santiago de Compostela. In het bedevaartsoord Hasselt stappen we op deze zevende dag namelijk over op het 'Hanzestedenpad', dat ons verder zal brengen naar het zuiden.
Tijdens het bewandelen van de eerste etappes van het Jabikspaad hebben we al het besluit genomen om onze voorzichtig begonnen pelgrimage verder voort te zetten, met het meer dan drieduizend kilometer verderop liggende bedevaartsoord Santiago de Compostela als doel en bestemming.
Onder de hoede van goede mensen
Tijdens de eerste zes pelgrimsdagen hebben we al het een en ander beleefd, en zijn we ons er inmiddels wel bewust van geworden dat je zelf dan misschien tot betrekkelijk veel in staat bent, maar dat je onderweg toch zomaar, vaak onverwacht, afhankelijk kunt worden van de mensen die je onderweg ontmoet.
Je kunt je nog zo goed voorbereiden op je dagtocht, je kunt nog zo vitaal zijn, en je kunt nog zo voorzichtig zijn onderweg; toch zit het ongeluk veelal in een klein hoekje. Daar zijn de meeste pelgrims zich terdege van bewust.
Onze ervaring is dat je onderweg vooral goede mensen ontmoet. Mensen die je vriendelijk groeten, mensen bij wie je gastvrij onderdak krijgt, die een goede maaltijd voor je bereiden, mensen die je na een valpartij weer op weg helpen, en dan zijn er ook nog al die vriendelijke mensen langs het pelgrimspad, die je op belangrijke momenten voorzien van water als je drinkflessen onderweg leeg raken.
Op je hoede voor kwaadwillende mensen
Toch ben je als vreemdeling, als pelgrim onderweg ook altijd op je hoede, want het kwaad van kwaadwillende mensen kan je ook zomaar treffen. Een bedreigende situatie in een eenzaam bosgebied, een diefstal van je persoonlijke bezittingen in bijvoorbeeld een pelgrimsherberg; het zijn zomaar enkele zaken waarover je onderweg hoort of die je als pelgrim misschien zelf meemaakt.
Het pelgrimspad is eigenlijk een heel veilige route, immers, van ernstig bedreigende situaties onderweg hoor je niet of nauwelijks.
Toch kan het ook anders, helaas. Zo weten we bijvoorbeeld dat op de etappe van de Spaanse Camino tussen Astorga en Rabanal momenteel af en toe vrouwelijke pelgrims onbetamelijk worden bejegend door (twee) mannen. Twee mannen probeerden onlangs een vrouw te ontvoeren. En zo'n twee maanden geleden is daar in de buurt op de camino een Amerikaanse pelgrim spoorloos verdwenen, en nog steeds niet opgespoord.
Hoe sprekend zijn dan de eerste woorden van Psalm 7 uit het Liedboek voor de Kerken; lees maar eens waarover deze psalm zingt:
Heere mijn God, Gij hoedt mijn leven,
ik heb het in uw hand gegeven,
breid over mij uw vleugels uit,
de vijand is belust op buit:
hij wil mij als een leeuw verslinden.
Laat, Heer, zijn klauwen mij niet vinden,
niet slepen naar zijn woest gebied,
terwijl geen mens mij bijstand biedt.
Met een gerust hart verder
Een pelgrim leert onderweg zich over te geven aan de weg, aan wat en wie daar al dan niet wordt aangetroffen. Waar je je thuis nog bekommert om ontelbaar veel zaken, kom je er al snel achter dat je je als pelgrim - en misschien wel in de rest van je leven na de camino - over niet veel meer zaken druk hoeft te maken als: beschermt mijn kleding mij tegen al te heftige weersinvloeden, bewandel ik de juiste route, en waar vind ik met name eten & drinken en onderdak voor de komende nacht,
Zoals je je als pelgrim leert over te geven aan de weg, leer je onderweg ook je leven toe te vertrouwen aan God, om het vrijelijk in handen te leggen van de Heer. God zal je (leven) hoeden, Hij zal Zijn vleugels over je uitspreiden, en je behoeden voor veel gevaren onderweg. In dat (Gods)vertrouwen verlaat je iedere ochtend als pelgrim je overnachtingsaccommodatie, om het avontuur van de nieuwe dag met een gerust hart tegemoet te treden.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer
Leven onder Gods hoede wil niet zeggen dat je zonder verdriet en pijn je (levens)weg zult gaan. Het klaaglied van David in Psalm 7 spreekt niet voor niets zo nadrukkelijk over de vijanden die je als leeuwen achtervolgen, je meesleuren, verscheuren en je verslinden. Door de toorn en de razernij van zijn belagers roept ook de psalmist de hulp in van God, om onderscheid te maken tussen kwaad en onschuld, om recht te spreken over de booswichten die hun zwaarden scherpen en hun pijlen op ons afschieten. Ze zijn er dus wel degelijk, vandaag en morgen, hier en nu, en ook op de camino; die mensen met hun kwade harten en met hun slechte plannen.
De psalmist roept de Heer dan ook op om een eind te maken aan het kwaad van slechte mensen..
Dank U voor deze dag
Treed dus met een gerust hart de nieuwe dag tegemoet. Weet je op handen gedragen, voel je geborgen onder de vleugels van de Heer.
Dit is niet alleen een oproep aan pelgrims, maar aan allen die het lef hebben om de uitgestoken hand van God aan te nemen, om te (levens)wandelen met God.
Dan kun je aan het eind van je wandeldag en aan het eind van je levenswandel met de slotwoorden van Psalm 7 je dag en je leven als volgt bezingen:
God zal ik loven, den Gerechte,
Hij zal voor mij het pleit beslechten.
Nu looft mijn lied in eeuwigheid
des Heeren naam en majesteit.
Kijk, luister en zing mee: PSALM 7