zondag 5 februari 2012

De kerk voorbij?


Zondag 5 februari 2012
Cover van de essay-bundel "De kerk voorbij?'

Kerk en religie
Pogingen om de zin van kerk en religie duidelijk te maken, botsen maar al te vaak op Gods goede boodschap voor de mensen, die een boodschap is van bevrijding, verlossing en perspectief. Steeds meer mensen hebben dan ook de neiging om de kerk als instituut achter zich te laten. Maar dat wil niet zeggen dat de mens zijn gevoeligheid voor het religieuze is kwijtgeraakt, integendeel. De belangstelling voor religie en zingeving is groter dan ooit tevoren.

22 essays
Onder redactie van Rinus van Warven verscheen in 1996 het boek ‘De kerk voorbij?”. Van Warven nodigde 22 auteurs uit om ieder in een essay hun visie te geven op de betekenis van de kerk van de toekomst en van een eigentijdse religie in een steeds mondialer en pluriformer wordende samenleving. Het resultaat is deze bundel met 22 essays over geloven en over de kerk, waarin de schrijvers getuigen van hun hoop, hun kritiek en hun geloof in de spirituele belangstelling van de negentiger jaren. Als een rode draad loopt door deze essays de twijfel of het met de georganiseerde kerken nog wel verder gaat. Een andere rode draad is de ervaring van mysterie, de behoefte naar een 'holisme', een spirituele kijk op leven en samenleven.

Hoop, verlegenheid, weemoed, verlangen en kritiek
Als je kennis wilt maken met het gedachtegoed van Nederlanders die op een eigenzinnige manier hun beleving van hun hoop beleven en beschrijven, vind je in dit boek boeiende overwegingen met een autobiografische inslag van de auteurs. Het zijn 22 essays geworden van hoop en verlegenheid, van weemoed, maar ook van verlangen. De auteurs getuigen van de hoop die in hen is, maar ze schuwen ook de kritiek niet. Voortdurend gaat het om de vraag hoe geloofwaardig de ‘goede boodschap’ voor ons is.

Geloof in de toekomst
  • Hans Bouma (dichter-dominee) schijft over de ‘Toekomst voor de kerk’: het fragmenterende denken verscherpt onze kijk op bepaalde aspecten van de werkelijkheid, maar we hebben dit model verabsoluteerd. Wat één van de denkwegen had moeten zijn, is de enige weg geworden; een weg die doodloopt.
  • Herman Wiersinga (theoloog-auteur) bekritiseert in ‘Een kerk die achteruitgaat’ de remmende factor van een te weinig kritische instelling en de desinteresse in de geloofsformulering: ‘Het taalgebruik speelt een centrale rol voor de toekomst van de kerken, juist wanneer het hun spirituele invloed betreft.’

Geloof in ontmoeting
  • Henk Abma (theoloog, docent, journalist) zoekt het in ‘De kerk, het zout en de krenten’ in ruimte voor kerken, die georganiseerd zijn als een open huis, als een plek voor oriëntatie en bezinning; met thematische vieringen, lezingen, concerten en kleinere exposities verdeeld over vaste zondagen.
  • Gilbert Baudet (pastor-predikant) schrijft in ‘De toekomst van de kerk in het derde millennium’ dat God zelf ter discussie staat op de drempel van het derde millennium en dat God niet meer vanzelfsprekend samenvalt met het bestaan van de kerk.
  • Jos Brink (cabaretier, pastor en voorganger) schrijft in ‘Omzien en vooruitkijken’ dat een kerk als organisatie heel dienstig in functioneren kan zijn; een richtinggevende geloofsgemeenschap, waar je je aan elkaar kunt slijpen, aan elkaar kunt warmen en bij elkaar structuur kunt aanbrengen.

Geloof in de kerk
  • Arne Jonges (theoloog in jeugdwerk en onderwijs) schrijft ‘Een nomade in een doorzonwoning’. Over het protestantisme en de katholiciteit schrijft hij dat we zeer wel een verbondenheid in Christus kunnen hebben, terwijl daarover dogmatische verschillen bestaan.
  • Frans Brinkman (predikant-redacteur) schrijft in ‘Een kerk die geen kerk is’: ‘De rekenende burger heeft geen behoefte meer aan georganiseerd beraad (zoals in kerken plaatsvindt)’.

Geloof in de samenleving
  • Ab Harrewijn (bedrijfspastor en destijds partijvoorzitter van Groen Links) schrijft over ‘Vrijplaatsen van medemenselijkheid’. Daarin schetst hij de moderne kerk van de toekomst als een kerkelijke gemeente in de vorm van kleinere groepen van op elkaar betrokken mensen zonder volle hoorzalen en zonder een strikte liturgie.
  • Herman Noordeloos (socioloog-theoloog en publicist) kiest in ‘Krachteloos of zoutend zout?’ voor kerken en christenen die vanuit hun traditie bewust proberen om de ambivalentie van de moderniteit te verminderen in de richting van rechtvaardigheid en duurzaamheid.

Geloof in oecumene
  • Erik Kampes (dramadocent en trainer) geeft in ‘Gebeurt het in de kerk of is het met de kerk gebeurd?’ aan dat de kerkelijke gemeente moet leren denken in termen van mobiel en flexibel zijn en dat in die flexibilisering de vooruitgang zit.
  • Kor Schippers (emeritus-hoogleraar Praktische Theologie) schrijft in ‘Oecumene: nachtmerrie en droom’ dat de heftigheid van de strijd alleen maar lijkt te bevestigen dat het streven naar een verenigde kerk tot de verouderde idealen behoort; er heerst in onze samenleving namelijk een ongekende heterogeniteit.
  • Afra Wamsteker (werkte aan de totstandkoming van een gezamenlijke bovenplaatselijke organisatie voor Samen-op-Weg-kerken) zoekt het in ‘Werp uw brood uit op het water…’ in netwerken tussen mensen in gemeenten, in netwerken tussen gemeenten onderling en in netwerkvorming met behulp van nieuwe media.

Geloof in de Nieuwe Tijd
  • Aleid Schilder (klinisch psychologe-geestelijk verzorger) in ‘Kan de kerk vooruit met de Nieuwe Tijd?’: “Pas door innerlijke vrede te laten ontstaan, via aanvaarding, begrip en vergeving van hoe en wie jij bent, komen we bij de liefde die deze wereld zo nodig heeft.”
  • Jacob Slavenburg (cultuurhistoricus) stelt in ‘Van kerk naar gemeenschap’: “Vrijheid is iets van binnen, niet van buiten.”
  • Hans Stolp (pastor-publicist) is in ‘De aanstaande ommekeer’ hoopvol gestemd, waar hij schrijft dat het geloof in Christus gelukkig niet afhangt van de mens, maar dat Christus Zèlf het geloof teweeg brengt.

Geloof in de stad
  • Constand de Jonge (diaconaal consulent) beweert in ‘Heeft de kerk nog toekomst’ dat er voor de kerk alleen nog toekomst is als die zich bezig houdt met hetgeen er in de samenleving speelt, dus werkend als diaconale gemeente.
  • Hans Visser (indertijd coördinator van de Rotterdamse Pauluskerk) wijst erop in ‘Kerk-zijn in de duale stad’ dat een kerk bestaat uit mensen die geloven in het ideaal van de door God gewenste samenleving; naar het Samaritaanse model, waarin God wordt gediend in de medemens die op onze weg komt.

Geloof in vrede
  • Jan ter Laak (priester-omroeppastor) schrijft in ‘Dialoog als sleutelconcept’ dat hij bij de jongere generatie een welwillende neutraliteit ziet; zij hebben blijkbaar minder behoefte aan een strijdvaardig verzet tegen de kerk.

Geloof in stilte
  • Eric Verseput (pastoraal werker) geeft in ‘De stilte die nooit verveelt’ aan dat het hem opvalt dat er steeds meer wordt gecommuniceerd, maar dat de kwaliteit van de inhoud niet toeneemt. En andere duidelijke taal van zijn zijde: “Voor wie er niets van wil weten, valt er ook niets te weten’.
Geloof in communicatie
  • Anne van der Meiden (theoloog en communicatie-adviseur) wijst er in ‘De kerk die ‘bij’ is gaat ‘voor(t)’ op dat mensen andere vormen van kerk-zijn prefereren en dat zij geen behoefte hebben aan kerkelijke sancties op die andere vormen. Voor hem blijft keihard overeind dat kerken iets te bieden hebben aan de mensen.
  • Rinus van Warven (predikant en radiopresentator) geeft aan in ‘De kerk is dood, leve de kerk!’ dat de toekomst van de kerk, van de religie en van de theologie ligt in de groter wordende roep om zingeving en dat er zeker wel een kerk van de toekomst denkbaar is die zicht biedt op humaniteit.

Geloof in geloven
  • André Lascaris (dominicaan-docent) schrijft in ‘De toekomst van mijn geloven’ dat geloven voor hem een weg zoeken is in de wirwar van het leven nu. Volgens hem moeten we onze angst overwinnen door ons over te geven in vertrouwen in de liefde en in de God die liefde is en die geeft om mensen.

Geen opmerkingen: