Posts tonen met het label Martenastate. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Martenastate. Alle posts tonen

zondag 15 januari 2012

Stedpaed

Zondag 15 januari 2012
Omslag van de wandelgids Stedpaed

Wandeldag
Een periode van veel en harde wind, storm en regen hebben we achter de rug. Voor vandaag wordt aangenaam weer voorspeld: flinke zonnige perioden halverwege de dag. Durkje en ik besluiten om vandaag weer eens te gaan wandelen. Gezien de grote hoeveelheid neerslag van de afgelopen weken en de wateroverlast van de afgelopen dagen, kiezen we ervoor een pad te bewandelen dat het hele jaar door goed bewandeld kan worden, te weten het Stedpaed.

Wandelgids
In het jaar 2010 heeft de 'Vereniging Plaatselijk Belang Stiens' een wandelgids van het Stedpaed uitgegeven. De Stienser Durk Reitsma zorgde voor de teksten, mijn ex-CHN-collega Gryt Elzinga-Kooistra zorgde voor de tekstverwerking en onze Stienser wijkmedebewoner Jaap Bams zorgde voor de opmaak, de foto's en het tekenwerk van de wandelgids van het Stedpaed. De routegids is in meerkleurendruk gemaakt, waarbij de gekleurde teksten behoren bij dezelfde kleuren op de routekaarten.

Stedpaed
Het Stedpaed is het pad van en naar de stad Leeuwarden. Het eeuwenoude Stedpaed was vroeger een belangrijke verbindingsweg tussen Leeuwarden en de ten noorden van de stad geleden dorpjes, buurtschappen, stinzen en states. De huidige wandelroute van het Stedpaed gaat zoveel mogelijk - waar dat nog kan - over het voormalige tracé van dit oude Noordfriese pad. De route begint bij de Noorderbrug in Leeuwarden en eindigt bij De Loane in Hijum. Deze route is ongeveer 12 kilometer lang, dus zo'n 3 uren gaans.

Bij de Oude Noorderbegraafplaats
Leeuwarden
We parkeren de auto achter Camstraburen en beginnen onze dagtocht bij de Noorderbrug (Anno 1938) in Leeuwarden. Het is letterlijk klokslag 10.30 uur, want we horen verderop een kerkklok het halfuur aankondigen. Vanaf deze brug over de uit 1494 daterende Noorderstadsgracht wandelen we over de Spanjaardslaan naar de Jelsumerstraat. In het Rengerspark zien we al de eerste krokussen en sneeuwklokjes bloeien in de heerlijk warme winterzon. Een fikse boomzwam parasiteert hier op de dikke boomstam van een oude parkboom. We passeren langs de Oude Meer de Oude Noorderbegraafplaats en de Joodse begraafplaats.

Jelsumer Binnenpaed
Bij zwembad De Blauwe Golf steken we de Dammelaan over, om vervolgens ten noorden van de Dammelaan naar de Tylkedam te gaan. Als we op het oude Jelsumer Binnenpad komen, steken we de Kalkvaart (ofwel het Kalkenendje) over om dan achter de studentenhuisvesting van de oude legerkazerne naar de Vierhuisterweg te lopen. We gaan verder over het Jelsumer Binnenpaed, over het smalle betonpad door de weilanden, gelegen ten oosten van het Leeuwarder Bos. Inmiddels lopen we ook op het tracé van het Jabikspaad; de bewegwijzering met de Friese Jacobsschelp (de wulk) valt hier duidelijk op. Bij het Sylsterhout steken we de Jelsumer Feart over en dan komen we uiteindelijk bij de boerderij Haskerastate op de Haskedyk, vanwaar we over de Dekemawei richting Jelsum lopen.

Martenastate in Koarnjum

Jelsum en Koarnjum
Via de Finsterbuorren en de Griene Singel lopen we naar Dekemastate. Langs en voorbij de westelijke ringmuur (it Skytsingeltsje) van Dekemastate komen we Op 'e terp van Jelsum. Via De Lange Jammer, de Skierhústerwei en de Bendyk lopen we van Jelsum naar Koarnjum. We verlaten de Martenawei en gaan dan door de Bokkestege, over het Tsjerkepaed langs het ijsbaanterrein, over De Wier en door de Swarte Singel naar Martenastate.

Britsum en Stiens
Over de Joussenswei lopen we van Koarnjum naar Britsum. Halverwege deze weg steken we het voormalige vaarwater van de Jousen over. In Britsum lopen we over het Stedpaed, op de plaats waar dit eeuwenoude pad de naamgever is geworden van de doorgaande weg door Britsum. We verlaten Britsum over de Menno van Coehoornwei, de weg die naar de hier in Britsum geboren vestingbouwer Menno van Coehoorn is genoemd. Via de brug van de Griene Leane steken we de Stienzer Feart over en dan lopen we tussen de Stienser Feart en de Stienser volkstuinen over het schelpenpad naar de kruising van de Stienser Feart en de Kletsefeart. Op deze driesprong pauzeren we op een bankje, met uitzicht over het water en op Britsum, aan de andere zijde van de Stienzer Feart.

Truerd en Hoarne
Na onze rustpauze lopen we langs de Kletsefeart in de richting van onze woonwijk Aldlân in Stiens. Dan verlaten we het Jabikspaad. We steken namelijk de Kletsefeart over en gaan over de Trijehoeksdyk naar het Mierepaed, in de richting van kinderboerderij Doniastate. Bij deze kinderboerderij kruisen we de Truerderdyk, om vervolgens over de Harnsterdyk vanuit het buurtschap Truerd via het buurtschap Hoarne naar het buurtschap Swaerd (ofwel Swaerderterp) te lopen. Bij Hoarne steken we de Wurge Feart over.

Swaerd en Poelhúzen
Vanuit Swaerd lopen we over de Poeldyk naar de Poelhústerbrêge, waar we de Feinsumer Feart oversteken. Langs de vaartswal staan enkele graafmachines, waarmee men momenteel de Feinsumer Feart uitdiept, teneinde de Elfstedenvaarroute weer optimaal bevaarbaar te maken in de richting van de Dokkumer Ee. We arriveren in het buurtschap Poelhúzen, voorheen het middeleeuwse Herum, waar vroeger een uithof van het Friese klooster Mariëngaarde stond.

Feinsum en Hijum
Voorbij Poelhúzen steken we de Brédyk (de weg van Leeuwarden naar Holwerd) over en lopen we verder in westelijke richting over de Iestdyk. Ter hoogte van het zuidelijker gelegen Feinsum gaan we in noordelijke richting over een smal wandel- en fietspad tussen de velden en akkers door naar onze bestemming in Hijum. We bellen Pieter (als we hier op het Binnenpaed lopen), die ons vanuit Stiens met de auto uit Hijum haalt.
We hebben vandaag schitterend wandelweer. Bijna geen wind, lichtbewolkt en een heerlijk warme zon vanuit het zuiden. De vrolijke zonnestralen beschijnen hier het prachtige kleilandschap van de opgebilde en ingepolderde velden en akkers, waar eeuwen geleden nog de voormalige Middelzee bij eb en vloed stroomde.

zondag 13 februari 2011

Lentebode in Cornjum

Zondag 13 maart 2011

We zijn in dit kalenderjaar nog maar halverwege de maand februari. Naar de seizoenen kijkend, is het nog winter. Toch dienen de eerste, vroege lenteboden zich al weer aan. Aan de voet van de voormalige Nederlands-Hervormde kerk van het Friese Cornjum (Fries: Koarnjum) bloeit al weer het 'Maarteblomke", ofwel 'de plant die in maart bloeit', hier het Sneeuwklokje (Latijnse naam: Galanthus nivalis). In het Fries doorgaans het "Liderke" genoemd.

Het Sneeuwklokje is een zogenoemde stinsenplant, een plant die in Fryslân van oorsprong groeit op het landgoed van Friese adel en in de grote tuinen van andere aanzienlijke bewoners van Fryslân, zoals bijvoorbeeld rijke boeren, notarissen en predikanten (pastorietuinen). In Fryslân kennen we nogal veel Friese volksnamen van het Sneeuwklokje, zoals onder andere:
- Snieklokje, eigenlijk niet meer dan een letterlijke Friese vertaling van 'Sneeuwklokje';
- (Neakene) Boutsje; vrij te vertalen als"(Naakte) Stengel';
- Neaken Earske, ofwel een 'Naakte Dribbel/Drentel;
- Foarjiersberntsje, ofwel het Voorjaarskindje;
- Wyt Wyfke, ofwel het "Witte Vrouwtje';
- Neaken Manstje/Neaken Wyfke, te vertalen als 'naakt mannetje/naakt vrouwtje'.

Deze kerk van Cornjum is in 1873 gebouwd naar het ontwerp en onder toezicht van architect Foppe Brouwer uit Cornjum. De kerk staat op een vrij lage terp op een ruim kerkhof met een dichte boomzoom. Ten zuiden, aan de voet van deze terp, ligt de laaggelegen ijsbaan van dit Friese dorp. Ten oosten van het koor van de kerk ligt het landgoed van Martenastate, een landgoed dat ook bekend staat vanwege haar mooie stinsenplanten.

In de kerktoren hangen twee luidklokken, die in 1948 de oorspronkelijke luidklokken vervingen, die in de Tweede Wereldoorlog verdwenen. De huidige luidklokken dragen de bijpassende Friese tekst: 'Mei it wrâldsbestel sa forrinne dat hja nou hingjen bliuwe kinne", ofwel de wens dat de situatie in de wereld zo mag voortschrijden dat in elk geval deze klokken hier in de toren mogen blijven hangen. Laten we hopen dat die wens werkelijkheid mag blijven.

Voor de sneeuwklokjes geldt dat in elk geval niet, want het is ijdele hoop om te verwachten deze mooie witte klokjes het jaar rond zullen blijven hangen. Over enige weken zullen deze witte Sneeuwklokjes zijn vergaan, maar we willen er graag op blijven vertrouwen dat we ze in het volgende voorjaar van 2012 - en ook nog vele jaren daarna weer mogen zien als de eerste 'Lentebodes van Cornjum'.

zaterdag 9 januari 2010

Martenastate in een winters Cornjum

Vrijdag 8 januari 2010

Door de combinatie van aanhoudende mist en vorst is Friesland veranderd in een sprookjesachtig landschap. Besneeuwde gebouwen en velden en berijpte bomen tekenen het landschap wit. Laat in de middag gaat de zon onder, daarbij de lucht in het westen zacht oranje-roze afstekend boven de witte ondergrond en horizon.

Op weg naar huis rijd ik door Cornjum.

Aan de voet van de deels afgegraven dorpsterp schaatst een twintigtal kinderen en volwassenen in het eerste schijnsel van de baanverlichting. Tegen de hoogopgaande terpwand staat een groepje schaatser met elkaar te praten; hier enige beschutting vindend tegen de koude oostenwind, die over het Aldlân de ijsbaan bereikt.

Ik wandel hier in Cornjum een eindje over het bevroren en besneeuwde wandelpad van de Swarte Singel, gaande in de richting van Martenastate (zie ook mijn weblogbericht van 11 mei 2009). De aanduiding "Swarte" in de naam "Swarte Singel" is tijdens deze winterdagen geen representatieve benaming, want de singel is sneeuwwit, dus eigenlijk is het vandaag meer een "Sniewite Singel".

Een eindje van de Swarte Singel af - voorbij de brug over de besneeuwde ijsvloer van de slotgracht - brengt Martenastate tenminste nog enige kleur in het witte wintersprookjestafereel. Vóór mij in het Cornjumerbos is het stil, achter mij hoor ik de door de sneeuw en de terpwand gedempte klanken van de Cornjumer ijsbaan.

Even later waarschuwt onze Friese weerman Piet Paulusma op Omrop Fryslân Radio voor de verwachte harde wind en sneeuwbuien, die morgen en overmorgen Friesland met onder andere sneeuwduinen letterlijk en figuurlijk nog dieper in de sneeuwwinter zullen brengen.

woensdag 13 mei 2009

Martenastate: hoe schoon ook, 't zal eenmaal vergaan

Woensdag 13 mei 2009

“Niets is hier blijvend. Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.” Woorden uit de Zangbundel van Johannes de Heer, die wijzen op de vergankelijkheid van de mens, van natuur en cultuur. Eergisteren (over cultuur) en gisteren (over natuur) schreef ik de eerste twee delen van een drieluik over het landgoed Martenastate in Cornjum (zie mijn weblogberichten van 11 en 12 mei 2009). Vandaag het derde en laatste deel van deze serie: over de vergankelijkheid van de mens.

De familie Martena is lang eigenaar geweest van het landgoed Martenastate te Cornjum. Verschillende generaties Martena hebben het oude kasteeltje Martenastate bewoond. Jonkheer Duco Martena Burmania van Vegelin van Claerbergen was de laatste adelijke bewoner van het geslacht Martena.

De familie Vegelin van Claerbergen liet in het begin van de negentiende eeuw - in 1809 - op hun landgoed Martenastate een eigen familiegraf aanleggen, in de vorm van een grafheuvel. Deze grafheuvel is te vinden aan de zuidoostkant van het landgoed. Onder de tien grote grafstenen van deze particuliere begraafplaats ligt de familie Martena begraven. Ook de al eerder genoemde jonker Duco, die als laatste bewoner geen nageslacht achter liet.

Deze grafheuvel wordt omzoomd door verschillende monumentale beuken. Bijzondere bewoners zijn de Blauwe Reigers, die bij deze grafheuvel – gelegen naast de eenvoudige natuurcamping aan de zuidkant van het terrein van Martenastate - een Reigerkolonie bevolken.

dinsdag 12 mei 2009

Martenastate: een State met een Stinzentuin

Dinsdag 12 mei 2009

Het landgoed Martenastate in Cornjum is een 4,5 hectare groot park rondom Martenastate (zie mijn weblogbericht van 11 mei 2009). Het is één van de rijkste Stinzentuinen van Fryslân. Sinds 2001 wordt het parkbeheer in opdracht van Stichting Martenastate uitgevoerd door It Fryske Gea

Een Stinzenplant is een plant die in bepaalde gebieden in Nederland alleen voorkomt op bijvoorbeeld oude landgoederen, boerenhoven, pastorietuinen en voormalige stadswallen. Het zijn in de regel planten met opvallende bloemen en voorjaarsbloeiers. Deze planten zijn in het verleden van elders aangevoerd en aangeplant om te verwilderen. Sommige soorten - zoals de Vingerhelmbloem - komen van nature wel in Nederland voor. Andere Stinzenplanten - zoals de Holwortel - komen van nature niet in Nederland voor, maar eenmaal aangeplant, verwilderen ze gemakkelijk in het Stinzenmilieu. De laatste categorie zijn de exotische Stinzenplanten, die oorspronkelijk uit Azië komen en die zich wel in het stinzenmilieu handhaven, maar zich daarbuiten niet verder verspreiden.

Het woord "Stinzenplant", komt van het Friese woord "Stins" (steenhuis), dat slaat op een versterkt en met stenen gebouwd huis. Dit waren de woningen van adellijke of anderszins aanzienlijke heren, die dikwijls landgoederen bezaten.

De eerste Stinzenplanten werden al vanaf de late Middeleeuwen gekweekt. Het aanplanten van Stinzenplanten kreeg een grote impuls aan het einde van de 18e eeuw door de opkomst van de Engelse landschapsstijl. Het ideaal van deze tuinarchitectuur was de natuur en men wilde haar verder perfectioneren. Daarom werden er planten uitgezet ter verwildering. Deze werden vaak uit Midden- en Zuid-Europa gehaald. Om de planten te laten aanslaan voegde, men veel kalkrijk puin toe.

Het park van Martenastate wordt omlijst en doorsneden door een aantal lanen met ten dele zeer oude bomen. Onder de oude lanen - zoals bijvoorbeeld die van de Kastanjelaan aan de zuidoostzijde van het park - vormt zich vroeg in het voorjaar een tapijt van duizenden bol- en knolgewassen. In totaal worden er op Martenastate twaalf verschillende soorten stinzenflora aangetroffen. Naast de hierboven genoemde zijn dat ook het Haarlems klokkenspel, de Bostulp, Daslook, Gele anemoon, Adderwortel en de Boerenkrokus.

maandag 11 mei 2009

Martenastate ook van W.C. de Groot

Maandag 11 mei 2009

Vanmiddag ben ik even op mei-bezoek geweest op het botanisch-weelderige landgoed van Martenastate in Cornjum. Deze state (en landgoed) is genoemd naar één van zijn eerste bewoners: de heer Duco Martena, ooit getypeerd als staatsman, held en geleerde in de geschiedschriften van Wopke Eekhof.

De laatste bewoner van de voormalige state was jonker Duco Martena van Burmania Vegelin van Claerbergen. Aangezien hij geen nazaten had, vermaakte hij Martenastate aan de kerkvoogdij van Cornjum. De Nederlandse Hervormde gemeente werd daarmee echter eigenaar van een vervallen en verpauperd hoofdgebouw.

De kerkvoogdij besloot in 1899 de voormalige state te slopen en te vervangen door een “slot”. Dit gebouw bestaat nog steeds en is gelegen op het eiland in de slotgracht van het park van Martenastate. Het tegenwoordige Martenastate is een ontwerp van de bekende Leeuwarder architect Willem Cornelis de Groot (1853-1939), die dit miniatuur-kasteeltje ontwierp in Neo-Renaissancestijl, met de opvallende "sipel op 'e toer": het ui-vormige dak van de toren.

In de nu kleinere 19e-eeuwse state zijn ornamenten van de oude state hergebruikt. Het in neorenaissancistische trant uitgevoerde miniatuurkasteeltje heeft een L-vormige plattegrond met een traptoren in de oksel van de vleugels. De toren heeft een vierzijdige onderbouw, die overgaat in een achtzijdige bovenbouw als overgang naar de ui-vormige bekroning. Beide vleugels kregen verzorgde trapgevels met zware hoekschoorstenen. Boven de ramen zijn hoge boogtrommels met siermetselwerk (à la W.C. de Groot) aangebracht. De schildhoudende leeuwen op een zware cordonlijst tegen het torentje en op de hoek van de lange vleugel zijn nog onderdelen van de oude state.

Een bijzondere state, zo in het buitengebied tussen Leeuwarden en Stiens. Een mooie "W.C. de Groot", de architect die in Leeuwarder zulke prachtige bouwwerken op zijn naam zette; denk maar eens aan het Gabbema Gasthuis (1906) in de Leeuwarder Wybrand de Geeststraat, ook zo'n monumentaal topstuk van deze vermaarde architect.