dinsdag 24 november 2020

De pelgrimstochten

Dinsdag 24 november 2020

Cover van 'De pelgrimstochten'

Pelgrimeren in de Middeleeuwen
Pelgrimstochten waren in de Middeleeuwen om verschillende redenen in.
Men trok naar verre of meer nabijgelegen pelgrimsoorden om iets te vragen, of om een goede daad te verrichten, en misschien soms ook wel een beetje om het uitstapje en de gezellige omgang tussen de pelgrims onderling.
Het opleggen van een pelgrimsreis was echter ook een veel voorkomende straf.
Dit boek gaat vooral over de middeleeuwse pelgrimstochten naar Santiago de Compostella, naar Rome en naar Jeruzalem in het Heilige Land.

Jeugdreizen door de geschiedenis
De Jeugdbond ter Bestudering van de Geschiedenis was de producent van de zogenoemde 'Fibula Juniorreeks'. Deel 17 van die geschiedenisboekenreeks kwam uit in 1972 met als titel: 'De pelgrimstochten'.
Dit boek is geschreven door dr. mr. C.W. van Voorst van Beesd, in samenwerking met een redactieteam, en onder hoofdredactie van H. Dijkstra.
Met haar boeken liet deze jeugdbond de jongeren denkbeeldig reizen door de geschiedenis. Daarnaast organiseerde de jeugdbond ook lezingen en excursies in Nederland en in het buitenland, en kregen de jeugdbondsleden de gelegenheid om mee te werken aan opgravingen. 

Pelgrimstochten van niet-Christenen
Deel 17 van deze serie gaat over pelgrims, pelgrimstochten en over drie beroemde bedevaartsplaatsen. In de inleiding wordt gesteld dat een pelgrim geen gewone trekker is, maar dat de bedevaartganger op weg is naar een plaats die door hen als heilig wordt beschouwd.
Alle grote godsdiensten kennen hun eigen pelgrimstochten. Het boek begint met een korte beschrijving van 'Pelgrimstochten van niet-Christenen'.
Zo wordt er geschreven over de goden van Egypte en van de oude Grieken, lees je over de bedelmonniken en beroepsheiligen van India, en over de Boeddhistische pelgrimsoorden.
Van de Mohammedanen of moslims wordt verteld dat ze pelgrimeren naar steden zoals: Mekka, Medina en Jeruzalem.
Uit de Bijbel kennen we de verhalen van de Joden die van heinde en verre naar de tempel in Jeruzalem trokken. Van de 150 psalmen zijn bijvoorbeeld 34 psalmen zogenoemde bedevaartsliederen.

Christelijke pelgrimstochten
Daarna volgt een hoofdstuk over de christelijke pelgrimstochten, zoals bijvoorbeeld naar Lourdes, Fatima, Rome, Palestina en Santiago de Compostella.
Wie in moeilijkheden verkeerde, kon bijvoorbeeld naar zo'n heilige plaats gaan om daar te bidden. Maar men pelgrimeerde ook wel als blijk van dank aan God. Verder waren er pelgrimages om te boeten voor je zonden, en soms had het ook wel iets van een verbanning om een boosdoener voor enige tijd uit het midden van diens slachtoffers te houden. 
Maar ook heel andere redenen speelden een rol, want een pelgrimstocht gaf je ook afwisseling om los te komen uit de sleur van alledag, of trok het (bijvoorbeeld liefdes)avontuur je, of was je op zoek naar een ruimere kijk op het leven.   
Pelgrims reisden vroeger vaak in groepen, die vanwege hun luidruchtigheid ook wel als hinderlijk werden ervaren. 
Wat ze veelal gemeen hadden, was hun vast en vurig geloof in God, dat Jezus Christus hun zonden zou vergeven, dat zij onderweg heiligen vereerden en dat ze dachten dat die voor hen zouden bidden, en verder hadden deze middeleeuwse pelgrims een grote liefde voor God, voor Christus en voor de (vele) heiligen.
Dit tweede hoofdstuk beschrijft daarna de uitrusting van de middeleeuwse pelgrim, hun financiële voorbereidingen en gaat het over de gevaren op reis. Veel aandacht wordt ook gegeven aan het onderdak voor de pelgrims onderweg, waaronder kloosters en gasthuizen (hospitia).

Pelgrimstochten naar Rome
De oudste christelijke pelgrimstochten leidden naar het Italiaanse Rome. Pelgrims trokken naar het graf van de apostel Paulus, die wij op afbeeldingen vaak zien met een sleutel in zijn hand. Daarom zie je Rome-pelgrims vaak op afbeeldingen met gekruiste sleutels. 
Het grote altaar van de tegenwoordige Sint-Pieterkerk in Rome staat boven op het graf van Petrus. 
Tweede doel voor de Rome-pelgrim is het graf van de apostel Paulus, en deze pelgrims trokken ook naar de catacomben buiten Rome, waar de doden werden begraven in de nissen van lange ondergrondse gangen.
Onderweg reisden de pelgrims veelal over de Romeinse heirwegen, waarlangs ook de Romeinse legers door Europa trokken. Ze gingen van parochie naar parochie, van klooster naar klooster. en overnachtten ook in andere pelgrimsherbergen onderweg.

Pelgrimstochten naar het Heilige Land
De meeste aandacht in dit boek wordt gegeven aan de bedevaart naar Palestina, naar het Heilige Land. Vanaf de 4e eeuw trokken de pelgrims richting Jeruzalem. Dat kon over land, maar er werd ook gevaren over de Middellandse Zee. 
Dit hoofdstuk vertelt uitgebreid over de doortocht door Venetië, over de behandeling door de Turken, over de vooral niet comfortabele en riskante scheepsreis in pelgrimsgaleien, waarvan de kapiteins vaak hun vracht belangrijker achtten dan de meevarende pelgrims.
Maar als ze eenmaal Jeruzalem hadden bereikt, volgden ook nog bezoeken aan bijbelse plaatsen zoals Bethlehem, Jericho, Nazareth, de Jordaan en de Dode Zee. De bedevaartgangers wilden vooral zoveel mogelijk plaatsen zien en beleven waar Jezus Christus ook was geweest.
Onderweg kochten de pelgrims souvenirs, om ze mee te nemen naar huis, en soms ook om ze thuis met winst weer te verkopen.

Pelgrimstochten naar Santiago de Compostella
Het laatste hoofdstuk gaat over de bedevaart naar Santiago de Compostela in Spanje.
Deze pelgrims zijn op weg naar het graf van de apostel Jacobus (de Meerdere), in het Spaans 'San Yago' genoemd, waarmee de Heilige Jacobus wordt bedoeld.
Dit boek vertelt over de legende van Jacobus, onder andere over zijn rol in de herovering van Spanje op de Moren. Niet voor niets wordt Jacobus ook wel 'matamoros' genoemd en afgebeeld, ofwel als Morendoder.
In kort bestek behandelt dit hoofdstuk de vier Europese hoofdroutes van pelgrims, waarbij pelgrims zich verzamelden in steden zoals Parijs, Vézelay, Le Puy-en-Velay en Arles, om van daaruit de Pyreneeën over te trekken naar het graf van Sint Jacobus in de kathedraal van Santiago de Compostela.
Ook deze pelgrimstocht was beslist niet zonder gevaren. Hoge bergen, diepe rivieren, schipbreuk, het klimaat, ziektes en berovingen leidden ertoe dat niet alle pelgrims hun bedevaart overleefden. Zo stierven er in het jaar 1120 bijvoorbeeld zo'n duizend pelgrims onder het puin van de brandende kerk van Vézelay.
Als bewijs dat de pelgrims Santiago de Compostella hadden bereikt, namen ze een hartmosselschelp mee naar huis vanuit Spanje, ook wel de Sint-Jacobsschelp genoemd, die tot op heden nog steeds het herkenningsteken is van de tegenwoordige pelgrim van Sint-Jacob.

Het belang van pelgrimstochten
De Europese pelgrimstochten hebben een geweldige invloed (gehad) op de Europese cultuur, want:

  • 1. Zij bevorder(d)en het gevoel van saamhorigheid en solidariteit;
  • 2. Het mensenleven wordt vaak wel gezien als een pelgrimstocht met het Hemelse Vaderland als einddoel;
  • 3. Pelgrimstochten verruimen je geest en blik;
  • 4. Verschillende wetenschappen werden door deze bedevaarten bevorderd;
  • 5. In bedevaartsoorden ontstonden nieuwe industrieën en andere bedrijvigheid:
  • 6. De kunst kreeg door de pelgrimstochten nieuwe prikkels.
  • 7. Pelgrimstochten hebben veel bijgedragen tot de onderlinge communicatie van mensen, en dat doen ze tot op heden nog steeds.



Geen opmerkingen: