Kantoor van de Inspectie van het Onderwijs te Utrecht |
Nieuw accreditatiestelsel
De Inspectie van het (Hoger) Onderwijs stelt periodiek onderzoek in naar het functioneren van het Nederlandse accreditatiestelsel in het hoger onderwijs. Momenteel wordt het onderzoek voorbereid naar het functioneren van het nieuwe accreditatiestelsel, dat is gestart met ingang van het jaar 2011. Dit onderzoek draagt bij aan de evaluatie (van het nieuwe stelsel), die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap uitvoert.
De onderwijsinspectie houdt al vanaf de start van het visitatiestelsel zogenoemd ‘meta-toezicht’ op dit stelsel. Bij de start van het huidige accreditatiestelsel - aanvang 2011 - is dit toezicht voortgezet. In dit verband zijn er al diverse evaluaties uitgevoerd en mede op grond hiervan zijn er verbeteringen van het accreditatiestelsel doorgevoerd.
Maatschappelijk vertrouwen
Met het vorige maand begonnen inspectieonderzoek wordt deze lijn voortgezet. Het accreditatiestelsel neemt in de kwaliteitsborging in het hoger onderwijs een centrale positie in. De inspectie wil met haar toezicht op het accreditatiestelsel de kwaliteit van dit stelsel onderzoeken en bevorderen. Dit toezicht staat daarmee ten dienste van een goed functioneren van het accreditatiestelsel, met het oog op het behoud en de versterking van het maatschappelijk vertrouwen in dit stelsel, en daarmee in de kwaliteit van het hoger onderwijs.
Ten behoeve van dit onderzoek heeft de onderwijsinspectie een Resonansgroep ingesteld, die haar zal adviseren over de onderzoeksopzet, tijdens de uitvoering van dit onderzoek en over de rapportage van dit onderzoek. Deze Resonansgroep bestaat uit leden van koepelorganisaties, deskundigen vanuit visitatiepanels, docentenvertegenwoordigers, een student en een onafhankelijk lid. Vandaag woon ik als representant van de onderwijsvakbond CNV-Onderwijs de eerste bijeenkomst van deze Resonansgroep bij.
Stelselonderzoek
Coördinerend inspecteur hoger onderwijs, onderzoeksleider Bert de Vries legt bij aanvang van deze bijeenkomst in het inspectiekantoor te Utrecht uit dat het hier gaat om een onderzoek, dat het Nederlandse accreditatiestelsel betreft. Dit toezicht betreft dus niet primair het toezicht op de Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en/of het toezicht op de kwaliteit van het aangeboden onderwijs in een instelling, maar onderzoekt het functioneren van het actuele accreditatiestelsel
In deze bijeenkomst spreken we als Resonansgroep vanmorgen over de inhoud van het concept-Toezichtskader en over de beoogde opzet van het reeds aangevangen ‘Onderzoek Accreditatiestelsel 2012-2013’. Een aantal zaken die daarbij onder andere aan bod komen, zijn:
- Het stapelen van toezicht;
- Met betrekking tot het stelsel: de basis, de effectiviteit en efficiëntie, de kwaliteit, de mate van tevredenheid en het vertrouwen dat dit stelsel uitstraalt;
- De gehanteerde definities in het veld;
- De onderzoeksobjecten: statische elementen zoals het vastgelegde kader en dynamische aspecten zoals latere aanpassingen van het stelsel;
- Het scheiden van toezicht op het stelsel en op de hoger onderwijsinstellingen;
- De kwaliteit van Kritische Reflecties en van Visitatiepanels;
- De verbeterfunctie van het huidige accreditatiestelsel;
- De administratieve lasten en de kosten van het accreditatiestelsel;
- Beoordelingsstandaarden, Evaluatievragen en Onderzoeksvragen;
- De projectopzet en de inrichting van het onderzoek;
- De inspectierapportage van èn het bestuurlijk vervolg op dit inspectieonderzoek.
In de volgende bijeenkomsten zal de Resonansgroep met de projectleiding nader ingaan op de onderzoeksvragen en op de nadere inrichting van specifieke case studies in de tweede fase van dit onderzoek. Aan de Resonansgroep is het dan om goed te adviseren op de voorgestelde onderzoeksvragen, waarbij zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met het uniformeren en differentiëren van de onderzoeksvragen, rekening houdend met de diversiteit van het Nederlandse Hoger Onderwijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten