De Omroepvereniging KRO, het dagblad Trouw en de Uitgeverij Ten Have zijn de initiatiefnemers van de ‘Maand van de Spiritualiteit’, die jaarlijks in de maand november wordt gehouden. Het thema van de Maand van de Spiritualiteit in het jaar 2010 was ‘Tijd maken’. De initiatiefnemers hebben de filosofe-auteur Joke J. Hermsen gevraagd in het kader van dat thema een essay te schrijven over ‘tijd”. Dat resulteerde in de uitgave van deze speciale uitgave, in de vorm van het dagboek ‘Windstilte van de ziel’.
Hermsen beschrijft in haar boek dat de loutering van onze ziel volgens de Franse filosofe Simone Weil (1909-1943) de vorm van het ‘wachten’ krijgt. Weil zag dat ‘wachten’ als de ‘voorwaarde om met aandacht naar de wereld, naar jezelf en naar de ander te kunnen kijken’. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) onderzocht en beschreef dat ‘wachten’ ook, maar hij zag ‘wachten’ meer als een soort onaangename ‘windstilte van de ziel’. Die karakterisering van Nietzsche koos Joke Hermsen als titel voor dit boek.
In haar dagboek zoekt Hermsen naar de inhoud en betekenis van het begrip 'ziel'. Het is een dagboek geworden met mijmeringen, over vervelen en wachten, maar ook over een inspirerende wandeling in de omgeving van het al eeuwenoude Franse pelgrimsoord Vézelay, over éen van de aanlooproutes naar de Spaanse pelgrimsplaats Santiago de Compostela, die ook in Vézelay begint.
Dit ‘zomerjournaal’ van Joke Hermsen gaat over de verhouding tussen tijd en ziel, in filosofisch opzicht na eeuwen nog steeds een mysterie voor de mens. Ze beschrijft begrippen als ‘kloktijd’ en ‘innerlijke tijd’ en merkt dat het loskomen van de kloktijd ontspannend, rustgevend en ook geestverkwikkend werkt. Op grond van haar onderzoek naar het werk van denkers en dichters realiseert ze zich dat rust nemen, (af)wachten en niets doen worden gezien als voorwaarden voor reflectie, creativiteit, spiritualiteit en menselijkheid.
Hermsen gaat uiteindelijk zover dat ze – om het zelf ook eens te ervaren – drie dagen gaat zitten ‘wachten’ en elke keer als de kerktorenklok een nieuw uur inluidt, haar laatste gedachte in een schrift schrijft. Na dit experiment gaat ze in de buurt van Vézelay een stukje van de oude pelgrimsroute naar Santiago de Compostela lopen als een andere ‘zielsverkennende exercitie’. Ze beschrijft dan kort en gedetailleerd wat ze al wandelend ervaart en sluit die beschrijving af met haar conclusie: “Wandelen is een vorm van luchten van de ziel”.
Aan het eind van haar essay (dagboek) schrijft ze dat het ononderbroken ritme van het lopen haar eenzelfde afdaling in haar ‘zelf’ bood als het eerdere wachten, mijmeren of dagdromen.
Enkele citaten van Joke Hermsen in dit boek:
- Als de zondag eender wordt aan andere dagen, is er geen intermezzo in de week;
- We hebben kortom rust nodig om de geest lenig te houden;
- Arm van geest zijn we al genoeg in deze vrijwel exclusief economische tijden;
- Wat bezielt de hedendaagse pelgrims? Om een antwoord op die vraag te vinden, gaan we zelf maar een stukje van het traject lopen;
- Wat de kerk kan bieden, is een plek om het leven even op zijn beloop te laten, de blik naar binnen te richten en voor de duur van een gezongen mis of kerkdienst de eigen ziel te raadplegen;
- Het succes van religie zit hem volgens mij dan ook in het bieden van een dergelijke plek voor rust en contemplatie;
- Het zou nog wel eens kunnen dat ik een fervente wandelaar ga worden:
- Zelfs rugpijn en slapeloosheid zijn met wandelen te verdrijven.
Joke Hermsen realiseert zich na al het studeren, denken, schrijven, wachten en wandelen dat in haar drukke leven in de stad het driespan van haar lichaam, geest en ziel elkaar voortdurend voor de voeten lopen, hetgeen een harmonisch leven op het spel zet. Haar korte pelgrimstocht durft ze nu een ‘bezielende ervaring’ te noemen, omdat “mijn lichaam, geest en ziel gedurende deze dagen een wat harmonieuzer driespan vormden dan daarvoor”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten