Om ongeveer een kwartier na middernacht stappen Durkje, Jan Wijbe en ik met alle andere reisgenoten weer in de bus. Weer rijden we in het donker over de rustige Poolse autowegen. Midden in de nacht rijden we dwars door de stad Warschau; een grote stad, dus het duurt lang voordat we de Poolse hoofdstad achter ons laten. Om ongeveer 4.00 uur volgt weer een tussenstop. De bus rijdt van de autoweg af en gaat een grote parkeerplaats op, die nagenoeg vol staat met tientallen vrachtwagens. De meeste vrachtwagenchauffeurs slapen, slechts enkelen lopen rond hun auto of halen even wat te eten of te drinken in het geopende chauffeurscafé, waar wij ook naar binnen gaan voor het toilet en/of voor een kleine aankoop. Daarna naderen we de Pools-Witrussische grens.
Het wordt stiller op de weg en na twee uren arriveren we om 6.00 uur bij de Poolse grens. Het rode stoplicht dwingt ons de bus stil te zetten. We mogen niet verder. Dan begint het wachten. Het wordt licht. De klok tikt door en na veel geduld geoefend te hebben, gaat pas anderhalf uur later de slagboom vóór de bus open. Dan blijkt dat de grensbeambte hier nog niet op zijn werk was gearriveerd, waardoor wij zolang moesten wachten. We mogen eindelijk het Poolse grensterrein op rijden. Onze paspoorten worden één voor één gecontroleerd, de bagageluiken worden geopend voor douane-contrôle en na een half uur mogen we het niemandsland tussen Polen en Wit-Rusland in rijden.
Via een brede, lange brug steken we hier de grensrivier over. En dan herhaalt zich de procedure van twee uren geleden weer. Eerst moeten we de bus stilzetten voor het rode stoplicht. Deze keer duurt het gelukkig niet zo lang als bij de Poolse grens. De bus mag naar de Witrussische grensovergang rijden. Daar worden onze visa en onze paspoorten ingenomen voor contrôle en ook de bagageluiken moeten voor de douanecontrôle weer worden geopend. Nadat we allemaal ook nog een verplichte medische verzekering hebben afgesloten voor de komende dagen en nadat ook alle papieren in orde zijn bevonden, mogen we met de bus de Witrussische grens passeren. Een uur na aankomst bij deze tweede grenspost rijden we eindelijk Wit-Rusland binnen. We hebben totaal drie uren moeten wachten om deze dubbele landengrens te overschrijden.
Vlak over de grens stopt de bus al weer, omdat hier de eerste buspassagiers worden afgehaald door het Witrussische gezin waar zij de komende dagen te gast zullen zijn. Na deze korte stop rijden we naar en door de Witrussische grensstad Brest. Een uur later komen we op een stuk tolweg. Weer een uur later rijden we langs een uitgestrekt moerasachtig landschap met meertjes en uitgestrekte berkenbossen; heel karakteristiek voor Wit-Rusland. Een kwartier later passeren we een enorm kunstwerk langs de autoweg, die onmiskenbaar de Zoebr voorstelt, de Witrussiche bison, die voor de Witrussen het nationaal symbool is voor hun uitstraling van trots en kracht.
Nabij de Witrussische hoofdstad Minsk hebben we langs de snelweg weer een Nederlands gezin uit laten stappen om hun reis te laten vervolgen met een auto van hun Witrussisch gastgezin. Om 12.45 uur stapt weer een deel van ons gezelschap uit bij een benzinestation. Maar we lossen onderweg niet alleen. Op een gegeven moment staat langs de autoweg een chauffeur bij een geparkeerde auto naar de bus te zwaaien. We stoppen bij de auto en dan worden twee grote bigbags vanuit de auto in de bus geladen. Dan gaan we weer verder.
Durkje, Jan Wijbe en ik zullen in of bij de stad Mogilov uitstappen. Tegelijk zullen ook drie anderen daar uitstappen, die over twee gastgezinnen worden verdeeld. De Witrussische chauffeurs bellen vanuit de bus naar onze drie gastgezinnen en maken een afspraak hoe laat zij langs de autoweg klaar zullen staan om ons op de afgesproken plaats af te halen. Bij de afslag Mogilov Krupskaya staan zowaar Oxcana en Slava met de auto van Slava klaar om ons mee te nemen naar het huis van Oxcana, Pasha en Palina. Als Oxcana hoort dat één van de andere gastgezinnen hier bij de bus (nog) niet is gearriveerd, belt ze direct in overleg met de buschauffeur dat afwezige gastgezin en spreekt met hen af dat deze twee passagiers mee zullen rijden met de andere Witrussische chauffeur die alleen Tjeerd maar hoeft mee te nemen. Zodra dat is geregeld, gaat de bus verder en rijden wij na deze ruim 2.000 kilometer lange busreis van 32 uren met Pasha en Oxcana mee naar haar huis.
Thuisgekomen worden we weer - zoals te doen gebruikelijk - bijzonder hartelijk ontvangen door Sveta. Voor het eerst zien we ook de vorig jaar geboren Palina, dochter van ons gastkind Oxcana, die ruim twee jaar geleden trouwde met Pasha. Pasha komt even later thuis van zijn werk. Een overheerlijke warme maaltijd staat voor ons klaar en het duurt dus maar even tot we met zijn achten in de woonkeuken rondom de keukentafel zitten te eten. Er is elkaar zoveel te vragen en zoveel te vertellen en voordat je het in de gaten hebt, is ook nu weer de taalbarrière binnen enkele momenten geslecht.
Na de avondmaaltijd nemen we de gelegenheid te baat om onze Witrussische vrienden te verblijden met de meegenomen geschenken. Het is altijd goed om te geven, maar het stemt bovenal tot grote dankbaarheid bij jezelf om te zien dat je hier en nu iets moois mag geven aan je geliefde vrienden van zover, die je in je gedachten altijd zo nabij zijn. Voordat we het in de gaten hebben, is deze eerste avond al weer voorbij en gaan we moe van de reis, maar zeer voldaan de nachtrust in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten