Posts tonen met het label spiritualiteit. Alle posts tonen
Posts tonen met het label spiritualiteit. Alle posts tonen

zondag 4 november 2012

Modern pelgrimeren en moderne devotie

Zaterdag 3 november 2012
Dr. Gert van Klinken in de Zwolse Dominicanenkloosterkerk


















We gaan naar Zwolle
Honderden pelgrims reizen vandaag naar Zwolle. Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob houdt hier vandaag haar Najaarsbijeenkomst 2012 in het mooie Dominicanenklooster. Thema van deze Najaarsbijeenkomst is: 'Modern pelgrimeren en Moderne Devotie'.
Tegen 10.00 uur opent voorzitter Joost Bol de bijeenkomst en daarna volgen achtereenvolgens vier programmablokken. Daarnaast zijn er gedurende de hele dag diverse inloopactiviteiten, zoals een Creatieve zaal en een Dagboekruimte.
In het eerste programmablok dat tot 11.30 uur duurt, wordt de Algemene Ledenvergadering gehouden, en voor wie liever wat anders doet, is er de mogelijkheid om naar informatiesessies te gaan voor wandelende of fietsende pelgrims, of om te wandelen door Zwolle of te fietsen naar het Bergklooster.

Moderne Devotie als innerlijke reis
In het tweede programmablok woon ik de lezing bij van kerkhistoricus dr. Gert van Klinken. In zijn lezing 'Moderne Devotie als innerlijke reis' geeft hij voorbeelden uit de kerkhistorie met betrekking tot de volgende drie bekende historische figuren, die in hun spiritualiteit werden gedreven door een zekere innerlijke onrust:
  1. De heilige Bonifatius noemt hij het eerste prototype van de 'heilige onrust', en daardoor ook het eerste prototype van de 'trekker'. Van Klinken vertelt dat het Bonifatius was die vanwege zijn innerlijke onrust begon met wandelend pelgrimeren, en dat Bonifatius in zijn ogen daarom als de allereerste pelgrim mag worden beschouwd. Bonifatius was altijd al de perfectionist, voor wie alles altijd beter moest. Hij was altijd op zoek naar een bepaald rustpunt, hetgeen hem een kracht zou geven. Bonifatius voelde het permanent als zijn taak, als opdracht, als verplichting om de verantwoordelijkheid te nemen in èn voor de wereld. Hij schoot daarin door, tot aan het zwaarmoedige toe. Die drijfveer bracht hem tot het uiterste, ook tot het uiterste van de wereld, tot aan het Friese Dokkum toe.
  2. De abt Emo uit het Groninger klooster van Wittewierum kennen we van het reisverslag van zijn pelgrimage naar Rome. Emo voelde een hang naar een beschouwend leven. Emo wilde afstand nemen van de de dagelijkse dingen, van het gedoe van het leven, zich daarbij daartegenover wel een taak stellend. Ook dit was ontstaan uit een gevoel van innerlijke onrust. Abt Emo kende het gevoel dat wij ook wel kennen: het gevoel dat we in deze wereld stuiten op onze eigen onvolmaaktheid. Emo vond dat hij het beste met dat gevoel om kon gaan als hij in beweging was, als hij actief was.
  3. De mysticus Thomas à Kempis is voor ons als pelgrims een vreemde eend in de bijt, zeker in vergelijking met de reeds genoemde Bonifatius en Emo. Hij was namelijk het tegendeel van die bewegende pelgrims; meer het prototype van de 'stabilitas loci' (plaatsgebonden). Thomas à Kempis had wel iets van een noordelijke hang naar het zuiden, naar het volle licht, maar dan wilde dan toch altijd wel weer terugkeren naar dat noorden. Hij vond het het mooiste als je als christen in beweging was, op pad was, actief bent, en werkt, want dan raakt je menselijke inzet iets aan van de eeuwigheid. 
Waar bij Bonifatius en bij Emo dus meer sprake is van een lineaire beweging als pelgrim naar buiten (bijvoorbeeld Rome), is bij Thomas à Kempis veel meer sprake van een cyclische, middelpuntzoekende beweging, een reis naar je binnenste. Als pelgrim kun je dus naar buiten trekken, zoals naar Santiago de Compostela, maar je zou ook naar je binnenste kunnen gaan pelgrimeren, om in jezelf de innerlijke rust te vinden, weg van die innerlijke onrust.
  • Wij zouden ons als pelgrims van de 21e eeuw nu de vraag kunnen stellen wat deze benaderingen voor ons zouden kunnen betekenen in de onrustige tijd waarin wij leven.
Wandelaars vragen pelgrims
Na de lunch ga ik in het derde programmablok naar de Informatiesessie voor wandelaars. Daar krijgen wandelaars de gelegenheid hun vragen te stellen aan (pelgrimerende) wandelaars en pelgrims. In deze sessie komen onderwerpen aan de orde als: wat is het beste moment van het jaar om je pelgrimage te beginnen, hoe verbind ik de Nederlandse pelgrimspaden tot één Nederlands pelgrimstraject, wat is het verschil tussen de Camino del Norte en de Camino Primitivo, welke wandelgids kan ik het beste gebruiken, hoe en waar vind ik slaapplaatsen onderweg, wat neem ik mee in mijn rugzak en hoe voorkom ik blessures.
Het is mooi om te zien, te horen, te ervaren hoe graag en hoe goed ervaren pelgrims beginnende wandelaars en pelgrims in spe willen helpen.

Paradoxen in modern pelgrimeren
In het laatste programmablok woon ik de lezing bij van ons medegenootschapslid en religiewetenschapsbeoefenaar Inge van der Zande. In haar presentatie gaat ze in op enkele paradoxen van het modern pelgrimeren; over zingeving en spiritualiteit. Daarmee wil ze ons inzicht geven in de gangbare dubbele boodschappen omtrent pelgrimeren. Dat doet ze aan de hand van de techniek van Parsons, aan de hand van items als: structuur, persoon, cultuur en natuur.
  • Van der Zande constateert bijvoorbeeld dat de solidariteit onder pelgrims toeneemt, naarmate de pelgrims verder op de camino vorderen. Dat herken ik inderdaad uit eigen ervaring. 
  • Inge vindt ook dat op het bijzondere en het religieuze van het pelgrimeren meer de nadruk zou moeten komen te liggen. Die religieuze en andere bijzondere pelgrimservaringen zouden meer in relatie moeten komen te staan met jouw leven na je pelgrimage. 
  • Pelgrimeren biedt je een unieke kans om los te komen van (je) vaste structuren.
  • Het psychische proces van het pelgrimeren, daar gaat het uiteindelijk om bij waarlijk pelgrimeren. 
  • In de rust, in de stilte van de weg kun je onderweg als pelgrim naar God zoeken; daar kun je God dan van binnen horen spreken.

Groei en bloei van ons pelgrimsgenootschap
De dag vliegt om, want er is vandaag zoveel te doen, zoveel te zien, zoveel medepelgrims te ontmoeten. Juist die ontmoeting is ook zo belangrijk op zulke genootschapsdagen. Elkaar ontmoeten kan ook heel goed op de Informatiemarkt, die in de rondgang van de Kloostergang plaatsvindt. Een groot aantal informatiekramen staan in de Kloostergang, waaronder ook onze informatiekraam van de Stichting Jabikspaad Fryslân, die vandaag prima wordt bemand door Janneke & Gerlof, twee ervaren pelgrims, die graag tekst en uitleg geven over ons mooie Fries-Overijsselse pelgrimspad van Sint-Jacobiparochie naar Hasselt.
En dan heb ik nog niet eens de tijd gehad om de Pelgrimsparade bij te wonen, of informatie te krijgen over hospitaleren in Roncesvalles, of het optreden van het koor Carmina Ludens bij te wonen, of de discussiesessie met de genootschapsbestuurders bij te wonen.
De Kloostergang, de Refter, de Kapittelzaal, de Aula, het Auditorium, het Studium en de Kloosterkerk zijn de hele dag goed gevuld met genootschapsleden. We hebben een bloeiende vereniging, die ertoe doet; en dat in een tijd dat veel verenigingen een zieltogend bestaan leiden.
Maar wij hebben de tijd mee.
Pelgrimeren is in, is hot; het wordt steeds drukker op de camino, en onze vereniging groeit flink.

vrijdag 30 maart 2012

Moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing


Vrijdag 30 maart 2012
Cover van de symposium-publicatie

Moderne spiritualiteit
Moderne spiritualiteit heeft eigen vormen, die getuigen van een soms moeizaam verworven evenwicht tussen traditie en vernieuwing. Dat blijkt als drie twintigste-eeuwse spirituele denkers de revue passeren, zoals hier: Simone Weil, Abraham Joshua Heschel en Dag Hammarskjöld. Bij hen komen bepaalde problemen en spanningen van de moderniteit op indringende wijze aan het licht. Het gaat om spanningen in de verhouding van individu en gemeenschap, om de verbinding tussen handelen en reflectie en om de houding tegenover de eigen religieuze traditie. Maar niet alleen de problemen waarmee zij worstelen, kunnen ons begrip van moderne spiritualiteit verhelderen. Vooral de oplossingen die zij zoeken, staan onder het beslag van de moderniteit.

Van symposium naar publicatie
In december 1996 organiseerde onze Vereniging voor Christelijk Wetenschappelijk Onderwijs (VCWO) in samenwerking met de Faculteit der Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit in de VU te Amsterdam het symposium ‘Moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing’. De voordrachten van dat symposium werden gebundeld onder redactie van VCWO-staffunctionaris dr. Bart Voorsluis en ze werden in boekvorm uitgegeven in het jaar 1997 met als gelijknamige boektitel: ‘Moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing’.
Alleen de in dit boek opgenomen bijdrage over het dagboek van Dag Hammarskjöld is door Voorsluis speciaal voor deze bundel geschreven en toegevoegd als laatste hoofdstuk.

Onderzoeksvraag
De vraag die in dit boek wordt onderzocht is of er een eigen vorm van spiritualiteit bestaat die ‘modern’ of ‘hedendaags’ kan worden genoemd. De volgende drie kwesties worden in de uitwerking meegenomen, te weten:
  • Het op het oog tegenstrijdige verschijnsel van enerzijds een groei in belangstelling voor spiritualiteit en anderzijds de huidige secularisatietendens.
  • De vraag aan welke bronnen de hedendaagse spiritualiteit zich laaft of laat laven.
  • Wat is de relatie tussen spiritualiteit en concrete activiteit dienstbaar aan de maatschappij.
Inleiding
In de verhelderende inleidende beschouwing van Bart Voorsluis komen drie sociologische kenmerken van moderniteit aan het licht, te weten: individualisering, fragmentalisering en instrumentalisering. Ook schetst Voorsluis de relatie tussen spiritualiteit en secularisatie. Volgens Bart Voorsluit biedt moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing een inspirerende kennismaking met drie belangwekkende gestalten van hedendaags spiritueel denken. Voorsluis: “De laatste decennia lijkt spiritualiteit ontdaan te worden van haar oorspronkelijke verwijzing naar christelijke bronnen’.

Moderne spiritualiteit en secularisatie
Cultuursociologe Anneke van Otterloo beziet 'moderne spiritualiteit en secularisatie' vanuit haar invalshoek van de sociologie; ze plaatst het tegen de achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen, zoals: fragmentatie en individualisering, en commercialisering en marktwerking. Van Otterloo spreekt niet over ‘secularisatie’, maar over een ‘religieuze verandering’.

Anneke van Otterloo:
  • Veel meer mensen leven nu onder voorwaarden die individuele reflectie en innerlijkheid eenvoudiger mogelijk maken dan vroeger.
  • Men kan aan spiritualiteit doen zonder ergens lid van te zijn of zich aan dwingende regels te houden.
  • Spiritualiteit duidt ook op het verlangen naar een zinvol en moreel bestaan, dat harmonisch en evenwichtig verloopt.
  • In Europa zijn de kerken verschoven van de culturele en maatschappelijke kern naar de rand. Ook op binnenkerkelijk en individueel niveau neemt de (christelijke) godsdienstigheid af.
  • Men behoort tegenwoordig steeds algemener zijn tijd en zijn levenspad te plannen en grotendeels zelf verantwoordelijk te zijn voor de doeleinden die men zich stelt.
De spiritualiteit van Simone Weil
Theoloog Rob Hensen schrijft over de Franse filosofe Simone Weil, die ook wel de 'pelgrim naar het absolute' genoemd. Hij schrijft over haar sterk besef van individualiteit en haar afkeer van het collectief verbinding zoeken met een radicaal afzien van het persoonlijke en van het individuele.

Rob Hensen beschrijft vijf kwesties, namelijk:
  1. Simone Weil is een christen met een agnostische inslag die niet van ontkennende, maar van vragende aard is.
  2. Spiritualiteit is voor haar een persoonlijke volgehouden oriëntatie van denken en handelen.
  3. Naast haar anti-judaïsme had deze anti-joodse een esthetisch-religieuze voorkeur voor het vooral liturgische katholicisme.
  4. Ze gaat niet uit van een psychologische benadering.
  5. Volgens deze filosofe is religie een parallelweg waarlangs de filosofe soms een eindweegs wandelt.
  6. Simone Weil heeft altijd in een politieke en in een sociale context gedacht.
Weil blijft ervan overtuigd dat wij ons niet mogen verbeelden aan de misère van de wereld een einde te kunnen maken, maar dat er wel belangrijke verbindingen te vinden zijn.

Simone Weil schrijft:
  • Aandacht erkent de ander in het ongeluk en het lijden waarin deze zich bevindt; als die ene mens die op dat moment van ons vraagt haar en hem als gelijke te behandelen.
  • Wie in haar en zijn geest enige vorm van geweld toelaat, zet de poort voor toename van geweld wijd open.
  • Hoe zal ik betrouwbaar zijn in woord en daad als ik de motieven van mijn eigen hart en die van de groep waartoe ik behoor, niet heb leren wantrouwen?
  • God oefent zijn almacht niet uit.
  • God zelf doorkruist het universum en komt tot ons..
  • Als God ons raakt en het zaad van zijn goedheid in ons zaait, kunnen we niets anders meer doen dan wachten. Het groeien van het zaad doet pijn.
Spiritualiteit bij Abraham Joshua Heschel
VU-filosoof Evert van Holst schrijft over de - van de drie - meest eigentijdse auteur, Abraham Joshua Heschel, die verbonden is met het jodendom, die vanuit een profetische bewogenheid mensen gevoelig wil maken voor verwondering, voor de openheid voor het mysterie in de werkelijkheid.
Bij Heschel heeft de spiritualiteit haar bron bij de bijbelse ervaringswereld, maar de weg daar naar toe loopt via een soort wijsgerige reflectie. Het kenmerk van de religieuze mens is, dat hij dingen niet vanzelfsprekend vindt. Heschel ziet het als een taak van joden en van christenen om de hardheid van het hart te boven te komen, door onder andere deuren te openen naar de heiligheid in deze tijd. In het uitgedaagd worden, ontdekt de mens zichzelf als menselijk wezen en ontdekt hij een opdracht te hebben. Het menselijk leven krijgt pas betekenis wanneer men zich van die oproep bewust wordt. Het gaat vooral ook om het blijven bij God en het antwoorden, om een leven dat verenigbaar is met Gods aanwezigheid.

Heschel: “Het besef van de wonderen om ons heen is de bron van het gebed en de kern van alle liturgie. In de viering, in de liturgie, wordt - als het goed is – tot verwondering opgeroepen en wordt deze voortdurend levend gehouden. Verwondering maakt de mens gevoelig voor de ervaring van heerlijkheid, dat wil zeggen, van de tegenwoordigheid van God”.

Het dagboek van Dag Hammarskjöld
Bart Voorsluis schrijft over Dag Hammarskjölds dagboek 'Merkstenen', het dagboek van de vroegere secretaris-generaal van de Verenigde Naties, waarin de protestantse Hammarskjöld laat zien hoe de verhouding tussen het contemplatieve en het actieve leven in onze tijd ergens gestalte krijgt. Hammarskjöld laat zien dat hij de idealen - die (ook door zijn ouders) aan hem waren overgedragen - zich gaandeweg werkelijk heeft toegeëigend, waarmee ze voor hem zijn gaan leven; van  traditie naar inspiratie.
In zijn dagboek maakt Hammarskjöld een ontwikkeling door van een sterk op zichzelf gerichte introspectie naar een openheid die gestalte krijgt in een dialogische relatie met God, die ook grote gevolgen heeft voor zijn verhouding (van liefde) tot de medemens.

zondag 8 januari 2012

Spiritualiteit werkt

Zondag 8 januari 2012
Omslag van het boek: Spiritualiteit werkt

Verjaardagskado
Van onze kinderen kreeg ik vorig jaar voor mijn verjaardag onder andere het boek 'Spiritualiteit werkt', geschreven onder redactie van Eelco van den Dool en Cors Visser. Eén van mijn collega's van Stenden Hogeschool - Jack Crielaard - is medeauteur van dit boek, dat in het jaar 2009 is uitgegeven.

Spiritualiteit op de werkvloer
Spiritualiteit is momenteel in, ook op de werkvloer. Zo zijn er bijvoorbeeld bedrijven met gebedsgroepen, er wordt veel over spiritualiteit geschreven en gelezen en er bestaat een groot aantal cursussen over spiritualiteit.  Deze hedendaagse ontwikkeling roept oude en nieuwe vragen op, ook onder christenen. Enkele van die vragen en hun uitwerking komen aan de orde in dit boek van ForumC, een organisatie die een bijdrage wil leveren aan dienstbare en zichtbare christenen in de wetenschap, op het werk en elders in de samenleving. De actuele ontwikkelingen roepen allereerst een hele nuchtere vraag op: Werkt spiritualiteit? Dat is voor ondernemers en/of leidinggevenden in bedrijven en organisaties een belangrijke vraag, want uit onderzoek blijkt dat spiritualiteit wel werkt. Het auteursteam is het over één ding eens: dat het verleden en het heden volop inspiratie bieden om als missionair christen ook op de werkvloer aanwezig te zijn en om de dialoog aan te gaan, vanuit een houding van respect.

Geleefd geloof
Dit boek beschrijft in welke gevallen die werking van spiritualiteit positief en/of negatief is. Is het beter voor de winst of voor het milieu? Of voor het personeel? En hoe kun je als christen geloven & werken combineren?
Daarnaast is er in dit boek ook aandacht geschonken aan de meer normatieve vragen, zoals: Mag je wel spiritualiteit en werk mengen en zo ja op welke manier? En is er vanuit het christelijk geloof met betrekking tot spiritualiteit een bepaalde houding aan te bevelen? Bij spiritualiteit gaat het namelijk om 'geleefd geloof'. Spiritualiteit is een deel van je religie. We maken onderscheid tussen spiritualiteit, religie en levensbeschouwing. Spiritualiteit werkt als we onze ervaringen verbinden met God, als ze onze handel en wandel (ook op het werk) beïnvloeden.

Indeling van het boek
Het boek begint in hoofdstuk 1 met het verslag van een rondetafelgesprek, waaruit blijkt dat mensen hun werkervaringen wel degelijk in verbinding met God weten te brengen. De volgende drie hoofdstukken (2 t/m 4) gaan dan over wat spiritualiteit toevoegt aan de output van een bedrijf; over de vraag hoe spiritualiteit werkt. De laatste vier hoofdstukken 5 t/m 8 gaan over het feit dat spiritualiteit meer is dan een momentopname; dat het een voortdurende zoektocht is naar hoe spiritualiteit vruchtbaar kan worden gemaakt voor onze dagelijkse (werk)praktijk.
Beide boekdelen bevatten een Intermezzo:
- De eerste is van Eddy de Pender, over 'Werk van Bron tot bron': Neem je eigen integriteit serieus en Geef meer dan je ontvangt;
- De tweede is van Leo Andringa, over Focolare en de economie van gemeenschap': 750 bedrijven die hun winst delen met de armen!

Passie en geleefd geloof
Gerben Bast schrijft in zijn verslag van het rondetafelgesprek onder andere het volgende:
- Spiritualiteit is mooi te omschrijven als 'geleefde waarden';
- Bij spiritualiteit gaat het altijd om de verbinding met de werkelijkheid. Het gaat dus om 'geleefd geloof';
- Je persoonlijke spiritualiteit is niet alleen iets voor je privéleven, maar het moet zich ook uiten in houding en gedrag.

Spiritualiteit werkt conservatief
Het tweede hoofdstuk, over de uitkomsten van een empirisch onderzoek naar de effecten van spiritualiteit, waarin Jack Crielaard en Cors Visser allerlei factoren - waaronder spiritualiteit - in kaart brengen, die sociale innovatie in bedrijven bevorderen.
Jack Crielaard en Cors Visser:
- Het blijkt dat spiritualiteit conservatief werkt;
- Spirituele mensen zijn meer gericht op winst en kwaliteit, hebben minder oog voor de omgeving, zijn minder gericht op veranderingen (innovaties). Alleen als er een bedreigende omgeving is, zijn mensen spiritueler.

Islam en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Voor ondernemers met een islamitische achtergrond doet hun geloof ertoe. Hun normen en waarden blijken behoorlijk overeen te komen met onze drijfveren voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Corrie Mazereeuw beschrijft in dit derde hoofdstuk in hoeverre principes van islamitische spiritualiteit verenigbaar zijn met de heersende arbeidsprincipes in Nederland.
Corrie Mazereeuw:
- De islam geeft duidelijke richtlijnen ten aanzien van het ethische kader voor het bedrijfsleven;
- Naast de kernwaarden van gelijkheid en rechtvaardigheid bestaat er binnen de islam een drietal deugden die van groot belang worden geacht voor het zakenleven, namelijk mildheid, dienstbaarheid en godvrezendheid;
- Binnen de islam is er geen centrale autoriteit, waardoor er relatief veel ruimte is voor verschil in interpretatie; er is ook volop ruimte voor verschil in de sociale sfeer;
- Islamitische ondernemers en managers achten het van groot belang om bij te dragen aan sociale projecten; met name binnen de eigen gemeenschap, aangezien de islam solidariteit onder moslims beklemtoont.

Hedendaagse spiritualiteit in het werk
In hoofdstuk vier beschrijft Eelco van den Dool technieken en trainingen op het gebied van 'werk en spiritualiteit'. Aan de hand van drie praktijkvoorbeelden over 'bedrijfsopstellingen', 'bedrijfsreading' en de 'inspiratievilla' kenschetst hij de hedendaagse spiritualiteit in bedrijven. Daarna laat hij zien dat sensitiviteit voor zingeving de christelijke traditie veel kansen biedt.
Eelco van den Dool:
- Familie- en gezinsrelaties worden in toenemende mate rondom arbeidsrelaties georganiseerd;
- Keuzes op het gebied van spiritualiteit worden gebaseerd op de eigen verlangens, wensen en ervaringen;
- Je manier van denken bepaalt je realiteit;
- Hedendaagse spirituele zoekers zijn meer dan gemiddeld sociaal en politiek geëngageerd en ook meer actie- en offerbereid dan de gemiddelde kerkganger of niet-religieus geïnteresseerde;
- Iedereen heeft een goede plek nodig om te kunnen functioneren (bedrijfsopstelling);
- Spirituele diagnose gaat vaak gepaard met een psychologisch advies, bijvoorbeeld in de vorm van een coachingtraject (bedrijfsreading);
- Wat productief is, is een moedige en creatieve actualisering van de christelijke traditie naar de werksituatie; een actualisering/vertaalslag die aansluit op de thema's waar werknemer & werkgever vandaag mee zitten.

Spiritualiteit werkt door de eeuwen heen
Eelco van den Dool laat zien hoe spiritualiteit ons werk en ons denken over werk beïnvloedt. Hij schetst de huidige ontwikkelingen in een historische context.
Eelco van den Dool:
- De Joodse religieuze wetten verbinden werken en economie nadrukkelijk aan sociale rechtvaardigheid;
- Het werk dat mensen in organisaties verrichten, moet allereerst hun humaniteit bevorderen;
- Gezag in de organisatie berust bij degenen die op een bepaald gebied geestelijk gezien het verst in hun ontwikkeling zijn;
- Organisaties waarbinnen medewerkers mogelijkheden hebben voor zelfactualisering, zullen maximaal gemotiveerde medewerkers krijgen;
- Werken kan levensvervullend zijn;
- Leiderschap kan het beste worden toevertrouwd aan mensen die 'rijp van karakter' zijn en die vanuit een dienstbare en stimulerende houding de zielen van mensen kunnen zien en begrijpen;
- Zeker bij belangrijke beslissingen is het zaak dat een leidinggevende breed consulteert en - luisterend en invoelend - zelf een beslissing neemt;
- Alleen vanuit een diep besef van de eigen 'essentie' kan een organisatie in de alledaagse fundamentele onbestendigheid tot effectieve actie komen.

Speelruimte
In hoofdstuk 6 pleit Michel de Ronde ervoor om spiritualiteit onderdeel te laten zijn van de zingeving van werk en van de speelruimte binnen het werk. De verhouding tussen 'willen' & 'moeten' in het werk en de rol die spiritualiteit in het omgaan met dat verschil speelt, wordt hierin nader verkend.
Michel de Ronde:
- In de scheppende, spelende omgang met de spanning tussen willen & moeten is de voldoening in het werk te vinden.

Management vanuit christelijke spiritualiteit
Tom van den Belt beschrijft in het zevende hoofdstuk hoe hij zelf omgaat met spiritualiteit. Daarbij schenkt hij aandacht aan:
- het doel van het leidinggeven: Vrede van Christus bevorderen in de gemeenschap van de organisatie door een afhankelijke houding naar God;
- de houding van de manager naar de medewerkers: Naastenliefde blijkt uit barmhartigheid, uit het bijzonder aandacht schenken aan diegenen die zwak zijn, die extra steun en hulp nodig hebben.
Hij sluit af met een aantal aanwijzingen voor een christelijke manager, bijvoorbeeld deze: Zie alle collega's zoals God hen ziet, en handel daarnaar.

Lente
Theoloog-econoom Jan Jorrit Hasselaar schrijft in het achtste hoofdstuk over een manier om als christen spiritualiteit en religie in het werk, op de werkvloer, te brengen. Daar gaat het om deugden, maar ook over samen hard werken om zowel het eigen als het algemeen belang te dienen.
Jan Jorrit Hasselaar:
- Spiritualiteit op de werkvloer heeft als partner een eigentijdse religie nodig; doorgaans zijn spiritualiteit en religie twee partners in de zoektocht naar God;
- Niet de religie, maar het atheïsme lijkt zijn langste tijd te hebben gehad;
- Afkijken, nadoen en oefenen speelt in de vorming van de deugden een grote rol;
- Deugden vragen om een blijvende vorming.

Tussen hypocrisie en instrumentalisering
In dit laatste hoofdstuk komen de beide redacteurs met een terugblik.
Ze waarschuwen er voor geloof, religie of spiritualiteit niet tot instrument te maken.
Spiritualiteit moet namelijk 'geleefd geloof' zijn. 
Dan werkt spiritualiteit!

vrijdag 4 november 2011

Spiritueel toerisme als ontdekkingsreis op zoek naar betekenis

Vrijdag 4 november 2011

ETFI
Stenden Hogeschool richtte het ‘European Tourism Futures Institute’ (ETFI) op, om te werken aan scenarioplanning voor de ontwikkeling van innovatieve toeristische bedrijvigheid. In het kader van het tienjarig bestaan van onze HBO-opleiding ‘Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs (HTenRO; ook bekend als ‘Tourism Management’) organiseert dat ETFI in samenwerking met Stendens ‘School of Tourism and Leisure’ èn met het Alumninetwerk (de afgestudeerden) van HTenRO de ‘Conference Tourism Futures’, dat vanaf afgelopen woensdag tot morgen plaatsvindt bij Stenden Hogeschool te Leeuwarden.

Fryske Toerisme Kongresdei
In het kader van deze conferentie vond gisteren in Stenden Hogeschool ook het congres ‘Fryske Toerisme Kongresdei 2011’ plaats, met als thema: ‘Zal toerisme het internet overleven?’, met bijzonder hoogleraar Cor Molenaar als keynote speaker.

Lezingen
Vanmorgen startte Katharina Grünberg van Shell Global Solutions als keynote speaker en vanmiddag stond Ian Yeoman als hoofdspreker gepland in het plenaire programma. Tussen de lezingen van die beide hoofdsprekers - en ook gisteren - verzorgen gerenommeerde sprekers uit binnen- en buitenland één van de vele workshop-sessies in het kader van de volgende themaclusters: Slow Marketing, Creative Cities, Global Shift, Hotel of the future en over Showcases European Tourism Research.

Voyages of discovery
Eén van die workshops wordt vanmorgen verzorgd door Marco Robledo, directeur van de ‘School of Tourism’ van de Universiteit van de Balearen, gevestigd in Palma, op het Spaanse Mallorca. Zijn presentatie kreeg als conferentietitel: ‘Voyages of discovery: spiritual tourism and the search for meaning.

Spiritual Tourism
Robledo: ‘We leven in een tijd van crisis en snelle verandering, in een instabiele samenleving, met een gebrek aan betekenis. Maar die betekenis hebben wij als mensen wel nodig, dus gaan we er in deze tijd naar op zoek.” Tijd dus voor spiritueel toerisme, of ook wel ‘introspection tourism’ genoemd. Deze spirituele toeristen kiezen voor een eenvoudige levensstijl tijdens hun reis. Deze ‘slow tourists’ zoeken een religieuze of een spirituele reis-setting, op zoek naar de beleving van religieuze of van spirituele ervaringen. Pelgrimstochten vroeger en nu zijn voorbeelden bij uitstek van spiritueel toerisme.

Secular Spiritual Tourists
Marco Robledo maakt onderscheid tussen toeristen die al dan niet primair op religieuze gronden op reis gaan. Zo gaat de één primair op religieuze gronden naar landen zoals India, Tibet, Saoedi-Arabië of Spanje (Santiago de Compostela), terwijl de zogenoemde ‘secular spiritual tourists’ , minder op bestemming, maar meer op spirituele ervaring zijn gericht. Deze geseculariseerden zijn meer op zoek naar het vinden van je innerlijke balans of ze willen zich verbinden met een meer omvattende wereld. Dat kan overal; je bent dan niet aan een locatie geboden.

Introspectie Tourism
‘Introspective tourists’ gaan op reis naar binnen, naar hun eigen innerlijk bewustzijn, zijn gevoelig voor spirituele groei. Reizen is dan slechts een middel om op de bestemming in jezelf te arriveren. Het zijn de stiltezoekers, de zoekers naar rituelen, de mensen die vooral zichzelf willen zijn en blijven.

Spiritueel toerisme
Bij spiritueel toerisme denkt Robledo vooral aan:
- Pelgrimages, naar bijvoorbeeld het Spaanse Santiago de Compostela;
- Reizen naar heilige steden, zoals Jeruzalem;
- Reizen naar heilige locaties, zoals het Vaticaan;
- Onderweg zijn met een missie, met een boodschap;
- Bezoeken van religieuze events, religieuze feestdagen of naar religieuze leiders;
- Verrichten van spirituele handelingen, zoals bidden en mediteren;
- Spirituele hotspots ervaren, zoals Stonehenge;
- Deelnemen aan cursussen en trainingen, bijvoorbeeld yoga of zen-meditatie;
- Bijwonen van religieuze bijeenkomsten, zoals geloofsgeoriënteerde conferenties
.

Motivators
En over wat de spirituele toerist ertoe aanzet om deze vorm van ‘slow tourism’ te bedrijven, noemt Marco Robledo tenslotte enkele motivatoren, zoals:
- uit plichtsbesef;
- de wil om te veranderen, om spiritueel te groeien;
- om in contact te komen met het heilige of met de heilige;
- uit nieuwsgierigheid;
- zich aangetrokken voelen tot mysteries en op zoek gaan naar wijsheid;
- ‘fysical healing’; denk aan gebedsgenezing in het Franse Lourdes;
- gedreven door gevoelde behoefte aan ‘healing’ op meer psychische, emotionele gronden.

zondag 22 mei 2011

Plezier in je werk

Zondag 22 mei 2011

Werk is meer dan geld verdienen, maar dat wordt lang niet altijd zo ervaren. Hoe kunnen wij in alle hectiek en in toenemende stress zóveel zin geven aan ons handelen, dat wij werk als een even waardevol als plezierig onderdeel van ons leven ervaren? De bekende Duitse benedictijner monnik Anselm Grün schreef op verzoek van het Christelijk Nederlands Vakverbond (CNV) een boek over plezier in je werk krijgen, hebben en houden. Dit boek met als titel “Plezier in je werk” is in 2010 uitgegeven. Hein Pieper, politicus en voormalig pastor, schreef de uitgebreide inleiding bij de boektekst van Anselm Grün. Franck Ploum vertaalde de Duitse tekst van Anselm Grün naar het Nederlands. De uitgever beschouwt dit boek als ‘een must voor ieder die met plezier wil werken’.

Bert van Boggelen – de waarnemend voorzitter van het CNV - schreef het woord vooraf, met als titel: ‘Thank God, it’s Monday’. Van Boggelen schrijft dat juist in een tijd waarin van mensen wordt gevraagd om langer door te werken het plezier in het werk onmisbaar is. Betrokkenheid en motivatie noemt hij daarbij als voorwaarden. Hij geeft aan dat het er uiteindelijk om gaat wat mensen zelf van hun werk maken, hoe ze specifiek met hun werk omgaan en hoe ze in het algemeen in het leven staan.

Hein Pieper is directeur van het Verband van Katholieke Maatschappelijk Organisaties (VKMO) en lid van de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Pieper geeft zijn inleiding als titel: ‘Zinvol werken’. Hij noemt Toewijding, Aandacht en Betrokkenheid de deugden, die geworteld zijn in wat mensen van waarde vinden. Hij geeft aan dat werk voor veel mensen een zingevingsbron is; mensen ontlenen veelal ook hun identiteit aan hun werk. Hein Pieper stelt dat daar waar bij ons het evenwicht tussen waarden, beleid en verantwoording verloren is gegaan, bij ons de nadruk te veel is komen te liggen op beleid en op theoretische top-down-aanpak van werkproblemen.

In zijn hoofdstuk over het Rationaliseringsproces gaat Pieper dieper in op het Secularisatieproces, op de Individualisering en op de Economisering van de samenleving.
Zijn tweede hoofdstuk gaat over de sociale markteconomie, waarin Pieper onder andere nader ingaat op het zogenoemde Rijnlandse model, over het christelijk-sociale gedachtegoed.
Het derde hoofdstuk gaat over Professionaliteit, die volgens Pieper verschillende vaardigheden verbindt en in goed evenwicht brengt en waarbij passie en betrokkenheid een grote rol spelen.
In hoofdstuk vier over Spiritualiteit schrijft Hein Pieper dat spiritualiteit in ons dagelijkse leven zichtbaar wordt, dat ze authentiek is, wordt gekenmerkt door waarden en dat ze mensen voortdurend verandert.
Zijn vijfde en laatste hoofdstuk over Plezier in werk als duurzame verandering, eindigt Pieper met zijn stelling dat het echte werk daar gebeurt waar ruimte is voor de bezieling van mensen en dat die bezieling mensen meer plezier in hun werk geeft.

Grün zijn bijdrage in dit boek kreeg als titel: ‘Plezier in je werk’, naar de gelijknamige titel van dit boek. Grün begint met een verwijzing naar de heilige Benedictus, die werk beschouwde als de mogelijkheid om je onafhankelijk te maken en om vrij te zijn van weldoeners. Benedictus wijst ook op de sociale en de spirituele betekenis van werk.
Het eerste hoofdstuk van Grün gaat over de kwaliteit van werk, waarbij hij antwoord geeft op vragen als: hoe ga ik om met arbeidsdruk, hoe motiveer ik mezelf voor opdrachten die ik niet leuk vind, hoe voorkom ik dat ik aan het eind van de dag uitgeput en leeg ben, hoe blijf ik bij mezelf en bij mijn eigen kern en hoe kan ik medewerkers meenemen in een diepere ervaring van werk, waarin ook ruimte is voor dankbaarheid, zegen en vreugde.
In hoofdstuk 2 laat Grün zien dat mensen elkaar moeten betrekken bij het werk. Dat doet hij door antwoord te geven op vragen als: hoe kan ik bijdragen aan betere verhoudingen op het werk, hoe ga ik om met macht en onmacht, hoe kan ik collega’s laten weten dat ze welkom zijn, hoe kan ik dienend leidinggeven binnen een organisatie waarin alleen markt en productie belangrijk zijn, wat is de betekenis van duurzaam ondernemen voor een bedrijf en voor de bedrijfscultuur en hoe kan ik als leidinggevende ervoor zorgen dat anderen plezier in hun werk vinden, me realiserend dat ik maar een klein scharniertje in een grote organisatie ben.
In het derde hoofdstuk over werk en persoonlijke ontwikkeling geeft Anselm Grün zijn antwoorden op vragen als: hoe kan ik mijn talenten in mijn werk inbrengen en aan het licht brengen, hoe kan ik als mens in mijn werk rijpen en mezelf ontplooien, hoe vind ik een goed evenwicht tussen werk en privé en hoe kunnen we de lasten en de lusten van het werk met elkaar verbinden.
Hoofdstuk vier over gevoelens en emoties op het werk gaan over kwesties als: hoe gaan we tijdens het werk om met onze emoties van ergernis, teleurstelling, angst en verdriet, wat kunnen we leren van mislukkingen, mogen we trots zijn op ons werk, hoe gaan we in het werk om met verslaving, zoals werkverslaving, maar ook met verslavingen aan alcohol en drugs, is werk een bevrijdende kracht en hoe is de relatie tussen werk en vrijheid, en hoe kunnen we tijdens het werk positieve gevoelens ontwikkelen als plezier, humor, opgewektheid en tevredenheid.
Het vijfde hoofdstuk van Grün betreffende waarden en normen binnen het werk gaat over hoe de relatie is tussen werk en roeping en wat roeping betekent, over welke beelden mijn werk bepalen, of het gezond of gevaarlijk is om helemaal in je werk op te gaan en wat overgave aan je werk betekent en of/hoe werk een dienst kan zijn. Hij geeft de betekenis van ‘het werk bezielen’. Ook geeft hij zijn antwoord op de vraag of je geloof moet hechten aan dromen, of dat je tevreden moet zijn met de realiteit van je werk. Tenslotte schrijft hij wat ‘werk en spiritualiteit’ betekent en hoe spiritualiteit je werk kan bepalen.

Door het thema ‘Plezier in je werk’ te verbinden met spiritualiteit, krijgt het een diepere betekenis. Grün maakt je met zijn boodschap duidelijk hoe je door bezinning en bewustwording kunt bouwen aan meer voldoening op je werk, voor jezelf en voor anderen. Hij vertaalt daartoe heel praktische noties uit de Regel van de benedictijner monniken naar het functioneren in bedrijven en instellingen in het hier en nu. Dat biedt een verrassend perspectief voor tal van actuele vraagstukken waarvoor wij ons dagelijks geplaatst zien, zoals werkdruk, burn-out, motivatie, scheiding werk en privé, en spiritualiteit op de werkvloer.

In de slotparagraaf van zijn bijdrage in dit boek sluit Anselm Grün af met de woorden: ‘Mensen het plezier in werk te laten ervaren, is volgens mij een beslissende bijdrage aan de humanisering van de wereld van de arbeid, aan de genezing van de werkende mens en aan de levenskwaliteit van mensen die elke dag hard moeten werken.

vrijdag 25 februari 2011

Windstilte van de ziel

Vrijdag 25 februari 2011

De Omroepvereniging KRO, het dagblad Trouw en de Uitgeverij Ten Have zijn de initiatiefnemers van de ‘Maand van de Spiritualiteit’, die jaarlijks in de maand november wordt gehouden. Het thema van de Maand van de Spiritualiteit in het jaar 2010 was ‘Tijd maken’. De initiatiefnemers hebben de filosofe-auteur Joke J. Hermsen gevraagd in het kader van dat thema een essay te schrijven over ‘tijd”. Dat resulteerde in de uitgave van deze speciale uitgave, in de vorm van het dagboek ‘Windstilte van de ziel’.

Hermsen beschrijft in haar boek dat de loutering van onze ziel volgens de Franse filosofe Simone Weil (1909-1943) de vorm van het ‘wachten’ krijgt. Weil zag dat ‘wachten’ als de ‘voorwaarde om met aandacht naar de wereld, naar jezelf en naar de ander te kunnen kijken’. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) onderzocht en beschreef dat ‘wachten’ ook, maar hij zag ‘wachten’ meer als een soort onaangename ‘windstilte van de ziel’. Die karakterisering van Nietzsche koos Joke Hermsen als titel voor dit boek.

In haar dagboek zoekt Hermsen naar de inhoud en betekenis van het begrip 'ziel'. Het is een dagboek geworden met mijmeringen, over vervelen en wachten, maar ook over een inspirerende wandeling in de omgeving van het al eeuwenoude Franse pelgrimsoord Vézelay, over éen van de aanlooproutes naar de Spaanse pelgrimsplaats Santiago de Compostela, die ook in Vézelay begint.

Dit ‘zomerjournaal’ van Joke Hermsen gaat over de verhouding tussen tijd en ziel, in filosofisch opzicht na eeuwen nog steeds een mysterie voor de mens. Ze beschrijft begrippen als ‘kloktijd’ en ‘innerlijke tijd’ en merkt dat het loskomen van de kloktijd ontspannend, rustgevend en ook geestverkwikkend werkt. Op grond van haar onderzoek naar het werk van denkers en dichters realiseert ze zich dat rust nemen, (af)wachten en niets doen worden gezien als voorwaarden voor reflectie, creativiteit, spiritualiteit en menselijkheid.

Hermsen gaat uiteindelijk zover dat ze – om het zelf ook eens te ervaren – drie dagen gaat zitten ‘wachten’ en elke keer als de kerktorenklok een nieuw uur inluidt, haar laatste gedachte in een schrift schrijft. Na dit experiment gaat ze in de buurt van Vézelay een stukje van de oude pelgrimsroute naar Santiago de Compostela lopen als een andere ‘zielsverkennende exercitie’. Ze beschrijft dan kort en gedetailleerd wat ze al wandelend ervaart en sluit die beschrijving af met haar conclusie: “Wandelen is een vorm van luchten van de ziel”.

Aan het eind van haar essay (dagboek) schrijft ze dat het ononderbroken ritme van het lopen haar eenzelfde afdaling in haar ‘zelf’ bood als het eerdere wachten, mijmeren of dagdromen.

Enkele citaten van Joke Hermsen in dit boek:
- Als de zondag eender wordt aan andere dagen, is er geen intermezzo in de week;
- We hebben kortom rust nodig om de geest lenig te houden;
- Arm van geest zijn we al genoeg in deze vrijwel exclusief economische tijden;
- Wat bezielt de hedendaagse pelgrims? Om een antwoord op die vraag te vinden, gaan we zelf maar een stukje van het traject lopen;
- Wat de kerk kan bieden, is een plek om het leven even op zijn beloop te laten, de blik naar binnen te richten en voor de duur van een gezongen mis of kerkdienst de eigen ziel te raadplegen;
- Het succes van religie zit hem volgens mij dan ook in het bieden van een dergelijke plek voor rust en contemplatie;
- Het zou nog wel eens kunnen dat ik een fervente wandelaar ga worden:
- Zelfs rugpijn en slapeloosheid zijn met wandelen te verdrijven.

Joke Hermsen realiseert zich na al het studeren, denken, schrijven, wachten en wandelen dat in haar drukke leven in de stad het driespan van haar lichaam, geest en ziel elkaar voortdurend voor de voeten lopen, hetgeen een harmonisch leven op het spel zet. Haar korte pelgrimstocht durft ze nu een ‘bezielende ervaring’ te noemen, omdat “mijn lichaam, geest en ziel gedurende deze dagen een wat harmonieuzer driespan vormden dan daarvoor”.

zaterdag 16 mei 2009

Spiritualität von Unten

Zaterdag 16 mei 2009

Vijftien jaar geleden publiceerden Anselm Grün en Meinrad Dufner hun boek "Spiritualität von Unten". Er kwamen herdrukken en het werd in het Nederlands vertaald door abt Gerhard Mathijsen (van de Sint-Adelbert-abdij in Egmond-Binnen) en verscheen hier in 1996 met als titel "Spiritualiteit van beneden".

In de geschiedenis van de spiritualiteit zijn ruwweg twee stromingen te onderscheiden: spiritualiteit van boven & spiritualiteit van beneden. Spiritualiteit van beneden drukt uit dat God niet alleen in de Bijbel en via de Kerk spreekt, maar ook - en juist - door onszelf, door ons lichaam, door onze gevoelens en zelfs door onze zwakheden heen.

Het boek begint met een beschrijving van de spiritualiteit van beneden. Daarna volgt een verhandeling over het fundament voor een spiritualiteit van beneden en over de ontwikkeling van een spiritualiteit van beneden. Het afsluitende hoofdstuk gaat over deemoed & humor als grondkenmerk van het christelijk bestaan.

De beide auteurs - Benedictijnen uit Duitsland - bespreken in dit boek aan de hand van voorbeelden uit de Bijbel en uit de monastieke traditie, hoe zo'n spiritualiteit van beneden zich ontwikkelt, namelijk: in dialoog met eigen gedachten en gevoelens, in de omgang met ervaring van zwakheden, onmacht en falen. Grün en Dufner wijzen ook op de kracht van de nederigheid en van de humor als christelijke grondhouding.

Dit verhelderende boek laat zien dat spiritualiteit zeker niet is voorbehouden aan monniken en ook zeker geen wereldvreemde bezigheid is, maar dat het juist broodnodig is voor een gezonde christelijke geest. Spiritualiteit van beneden kan je helpen als je bezig bent met de vraag wat je moet doen als alles misloopt (zie ook mijn weblogbericht van 1 mei 2009), als je wilt weten hoe je met de scherven van je leven kunt omgaan en hoe je daar dan weer iets nieuws van kunt vormen. Het beschrijft enerzijds de therapeutische stappen die je moet zetten om tot je ware wezen te geraken en biedt je de religieuze weg die langs de ervaring van het mislukken (ook van het gebed) leidt tot de roep uit de diepte en uiteindelijk tot een diepe relatie met God.

De omslag van het boek is treffend: wij moeten leren ons te verzoenen met het onkruid in ons leven, want pas dan kan de tarwe op de akker van ons leven rijpen. De Benedictijnse spiritualiteit van beneden is als de tarwekorrel die afsterft in de akker om van daaruit veelvoudig vrucht te gaan dragen; het is de paradox van "opstijgen door af te dalen". Of zoals Jezus ons leerde: "Wie afdaalt, wordt verhoogd". Daarmee is het een goed boek voor "leiders & managers", voor "begeleiden & gedirigeerden", voor "zieken & gezonden" en zeker ook voor "jong & oud".

zaterdag 2 mei 2009

Omgaan met geestelijke wonden en kwetsuren

Vrijdag 1 mei 2009
Gisteren, Koninginnedag 2009, nog geen half uur na het nationaal drama in Apeldoorn bereikt Durkje en mij in Spanje via een telefoontje vanuit Nederland het afschuwelijke bericht van de moordende automobilist. 's Avonds verschijnen ook in de landen om ons heen de hartverscheurende beelden in de nieuwsuitzendingen op televisie, we zien beelden uit Duitsland, uit België, uit Groot-Brittannië en in Spanje. Mijn eerste associatie is die van de beelden die we allemaal kennen van bijvoorbeeld de bloedige aanslagen in Irak. Vandaag kun je geen Spaanse krantenverkoper passeren zonder geconfronteerd te worden met de afschuwwekkende krantenkoppen van Spaanse dagbladen.

Ervaringen van mensen die erbij waren en fotografische en filmische beelden voor mensen die er niet bij waren leiden ons allen tot de vraag hoe het bij de veroorzaker van dit onheil zover heeft kunnen komen dat hij tot deze berekenende misdaad is gekomen. Eén ding weten we zeker: er zijn nu al meer vragen dan dat er ooit antwoorden zullen komen.

Momenteel lees ik het boek "Spiritualiteit van beneden" van de Duitse benedictijnen Anselm Grün en Meinrad Dufner, onder andere over de dialoog met eigen gedachten en gevoelens en over de omgang met de ervaring van zwakheden, onmacht en falen. Grün en Dufner schrijven dat ieder van ons enkele verwondingen bij ons dragen, die ons door het leven zijn toegebracht. De auteurs verwijzen daarbij naar het boek van John Bradshaw getiteld "Das Kind in uns. Wie finde ich zu mir selbst", waarin Bradshaw stelt dat de geestelijke verwondingen het ergst zijn, daar waar men geen oog had voor onze uniciteit en bijzonderheid. Bradshaw: "De geschiedenis van de ondergang van elke man of vrouw gaat erover dat een wonderbaar, waardevol, bijzonder en kostbaar kind zijn gevoel voor het "ik ben die ik ben" verloren heeft".

vrijdag 20 februari 2009

Vormende identiteit

Vrijdag 20 februari 2009

Identiteitsgerichte onderwijsorganisaties die in het huidige tijdsbestek ervoor kiezen om hun identiteit in rapport met de tijd te brengen en te houden, verdienen respect. Het is niet altijd gemakkelijk, maar het is zeker wel mogelijk om nieuwe woorden te vinden voor je identiteit, woorden voor wie je bent en woorden voor wie je wilt worden. Een actuele good practice case vinden we in de Bisschop Möller Stichting, een stichting die 30 basisscholen in Friesland en op Texel bestuurt en beheert: 28 op katholieke grondslag en twee op oecumenische basis, met bijna 6.000 leerlingen en ongeveer 600 medewerkers.

Bestuurders, directie, identiteitsbegeleider en medewerkers zijn met elkaar in gesprek gegaan om nieuwe woorden te geven aan de katholieke identiteit, om vervolgens te kijken hoe die identiteit wordt vormgegeven in activiteiten. Uit dat proces kwam een drietal pijlers, waarop de identiteit rust. Die identiteit wil men binnen de basisscholen verder vorm geven. Mede daarom heet dan ook de onlangs gepublicerde brochure over de visie op katholieke identiteit van de Bisschop Möller Stichting:: "Vormende identiteit".

"Geworteld in de katholieke traditie", noemt men de eerste pijler. Een belangrijke deugd voor katholieken is liefde: liefde tot de naaste als goedheid, maar ook als bijbelse opdracht. Waarden die hierbij horen, zijn: solidariteit, verantwoordelijkheid, barmhartigheid en rentmeesterschap. In de ontmoeting gaat het om gastvrijheid, dienstbaarheid, thuis voelen en geborgenheid. Het is nu voor de basisschoolleerkracht de uitdaging je levenshouding zichtbaar te maken en over te dragen op kinderen; een levenshouding die is gebaseerd op deze traditioneel katholieke grondhouding.

De tweede pijler is die van de drie kernwaarden voor het katholiek basisonderwijs:
a. Spiritualiteit, dat verwijst naar zingeving en aandacht voor waarden;

b. Subsidiariteit, dat betrekking heeft op verantwoordelijkheid dragen waar dat kan en daarover verantwoording afleggen;
c. Solidariteit, waarmee je Jezus zichtbaar kunt maken in de omgang met je naaste.

De derde pijler wordt gevormd door de vier deelgebieden waarmee de basisscholen zich in de onderwijspraktijk willen gaan profileren:
a. Gemeenschapsvorming, dat betrekking heeft op de omgang met elkaar;
b. Vieren, om de band met je naaste en met God te beleven en tot uitdrukking te brengen;
c. Leren: van kennis, maar ook "leren leven", je in dialoog persoonlijk ontwikkelen;
d. Dienen, waarmee de beleden katholieke identiteit zichtbaar gemaakt wordt.

Gelukkig is Anno 2009 religie weer opnieuw een geliefd onderwerp voor het publieke debat. Om je heen zie je bijvoorbeeld in de boekwinkel, in tijdschriften, op televisie, in alle lezingen die worden georganiseerd en ook in het christelijk onderwijs dat de zoektocht naar zingeving weer actueel is. De Bisschop Möller Stichting beweegt daarin mee en durft het aan om te laten zien dat zij voortkomt uit een lange katholieke traditie en dat ze ervoor kiest om niet speelbal van toevalligheden en trends te worden, maar poogt die traditie juist actueel te maken en te houden, vanuit een verlangen naar voortdurende vernieuwing.

Dat is "durven dromen", en als je wakker wordt hard aan het werk gaan, om er zelf mee voor te zorgen dat je "dromen werkelijkheid" worden.