Dinsdag 4 februari 2025
Namens BirdEyes verzorgen Theunis Piersma & Tjibbe Stelwagen voor Studium Generale Leeuwarden vanavond een lezing in een volle Beurs-zaal te Leeuwarden over het thema ‘Trekvogelecologie & de sleutelrol van de Waddenzee’.
- Waarom trekken vogels?
- Hoe krijgen ze het voor elkaar om enorme afstanden te vliegen?
- Waar vinden ze informatie over de route?
Trekvogelecoloog Piersma en mariene bioloog Stelwagen dompelen ons daartoe vanavond met muziek, zenderdata en aanstekelijk enthousiasme onder in de wereld van migrerende vogels.
Aan het einde van de avond hebben we zelfs geluisterd naar het wonderschone ‘oeken’ van lepelaars en hebben we gevoeld waarom de Waddenzee zo belangrijk is voor deze - en voor veel andere - gevleugelde globetrotters.
Vogeltrek van de rosse grutto
Het programma begint met muziek van Tjibbe, met op de achtergrond een korte film over watervogels, ofwel een filmische impressie over vogeltrek.
We kijken daarna naar bewegende satellietbeelden van de opeenvolgende seizoenen op de Noordpool, waar veel vogels in de winter niet kunnen verblijven, maar waar ze in het voorjaar wel naar toe trekken. Vogeltrek komt dus door de wisseling & werking van de seizoenen.
Theunis Piersma vertelt ons dat de rosse grutto een ware trekker is, die in de zomer naar de noordelijke toendra’s trekt. We kijken dan naar de lijnen van de vogeltrek tussen zuid (West-Afrika) en noord (waar de toendra's zijn), waarbij ze onderweg in het voorjaar en in het najaar even verblijven in de Waddenzee om daar tussentijds te foerageren.
Onze Waddenzee is dus cruciaal voor de rosse grutto, want daar vetten ze op tijdens hun vogeltrek.
We weten dat omdat deze rosse grutto's in het Westafrikaanse Guinée-Bissau zijn gezenderd, waardoor je ze exact kunt volgen tijdens hun vogeltrek.
Trekkende en niet-trekkende lepelaars
Theunis Piersma vertelt verder, over de rosse lepelaar, die niet trekt, omdat die op alleen de zuidelijke breedtegraad broedt en verblijft, waarschijnlijk omdat de seizoenen daar - in bijvoorbeeld Florida en Texas - weinig veranderlijk zijn.
Onze Nederlandse lepelaars daarentegen trekken echter in principe wel, wat we kunnen constateren met lepelaars die kleurringen hebben gekregen.
Ook de lepelaars trekken zuidwaarts door naar West-Afrika, zij het iets minder ver dan de rosse grutto’s. De lepelaars broeden wel bij ons in Nederland.
De laatgeboren lepelaars in Nederland zijn helaas fysiek niet op tijd klaar om met de volwassenen en met de oudere jongen naar het zuiden te trekken, dus die blijven overwinteren in Nederland, wat voor die achterblijvende lepelaars bij een strenge winter levensbedreigend is, iets wat bijvoorbeeld in twee strenge winterweken in Zeeland in 2021 tot de dood van die jonge lepelaars leidde. Lepelaars móeten dus in het najaar wel zuidwaarts trekken.
Het lijkt erop dat de trekkende lepelaars in het zuiden van Frankrijk aan de voet van de Pyreneeën wachten tot de oudere, ervaren lepelaars arriveren, waarna de jongere lepelaars dan onder aanvoering van de ervaren lepelaars de hoge Pyreneeën en ook de droge vlaktes van Spanje over trekken.
Onderzoek wijst uit dat lepelaars met elkaar communiceren op het moment dat ze hun snavel opheffen. We kijken en luisteren vervolgens naar hun onderlinge communicatie, het zogenoemde ‘oeken’.
Als de luchtpijpen van de vogels langer worden – naarmate ze ouder worden – worden hun geluiden lager van toon, zo blijkt.
Waakvogels
Inmiddels krijgen trekvogels tijdens het ringen ook een zendertje mee, waardoor vanaf dat moment ook hun communicatie kan worden afgeluisterd.
We luisteren vervolgens naar de geluiden van vogels, met eronder de muziek van de op zijn gitaar spelende Tjibbe Stelwagen.
Dan neemt Tjibbe het tweede deel van deze lezing voor zijn rekening.
Inmiddels is er een geluidsopname van de jonge lepelaar (genaamd:) 'Solanum' bekend. Die geluidszender laat echter ook zien waar Solanum verblijft. Het bleek dat deze lepelaar van Schiermonnikoog de meeste tijd doorbracht in het Lauwersmeergebied bij Ezumakeeg. De vraag is dan natuurlijk waarom zo’n lepelaar vanuit de Waddenzee naar het Lauwersmeer vliegt.
- Gaat het eigenlijk wel goed met de Waddenzee?
Ondanks de vele waarnemingen van de wadvogels, blijft het moeilijk om die tot correcte resultaten te beoordelen. Zo en daardoor weten we ook niet (zeker) of alle inzet van bijvoorbeeld natuurbescherming al dan niet het gewenst effect heeft.
Het project waarin dit wordt onderzocht, heet inmiddels ‘Waakvogels’, waarbij veel (ook verschillende) vogels in hun doen en laten worden onderzocht.
We kijken nu naar een grafiek waarin de vogelpopulatiegroei van aanvankelijk progressief naar uiteindelijk degressief verloopt.
Tegenwoordig worden alle wadvogels geteld, gecombineerd met ringen en zenders, om daarmee inzicht te verkrijgen in hoe goed het al dan niet gaat met de wadvogels, en daarmee ook met de Waddenzee.
Onderzocht worden momenteel zes wadvogelsoorten, namelijk: de kanoet (slijkgarnaaltjes etend, heel veel op Griend), de drieteenstrandloper (kan tussen Zuid Afrika en Groenland trekken), de rotgans (eigenlijk een zeegraseter), de grutto (gebruikt - heel verrassend - óók het Wad), de rosse grutto (eet wormpjes en schelpjes), en de in Nederland broedende lepelaar.
- We kijken vervolgens naar de digitale vogeltreksporen van mannetjes- en vrouwtjes-lepelaars van Schiermonnikoog, waarin we zien dat de mannetjes vrijwel allemaal naar het Lauwersmeer gaan (waar zoetwaterprooi wordt gegeten), en dat de vrouwtjes veel dichter bij en op het eiland blijven (waar zoutwaterprooi wordt gegeten).
- Mannetjes zijn overigens ’s nachts actief en vrouwtjes overdag, dan kunnen ze elkaar namelijk afwisselen tijdens het broeden.
- Enkele weken later blijken de gevolgde lepelaars een eind naar het oosten opgeschoven te zijn, en nog enkele weken later zitten ze meer op een kluitje, omdat ze dan in de rui zijn, en moeilijker kunnen vliegen, in afwachting van en om klaar te zijn voor de vogeltrek.
Pas op: Wij zien op de geprojecteerde kaart dat het actuele voorkeurstraject voor de nieuwe electriciteitskabel van de Noordzee landinwaarts precies door dit lepelaarsverblijfsgebied gaat, waardoor de lepelaars ten dode opgeschreven zullen zijn.
- Vervolgens kijken we naar een zogenoemde ecotopenkaart, waarin je met behulp van de vogelzendergegevens de relatie kunt zien tussen de kwaliteit van het foerageergebied en de aanwezigheid van de lepelaars.
Wat grutto's van Ameland ons zeggen over de Waddenzee
Onderzoekers hebben op Ameland twee grutto’s gezenderd.
- Toen bleek dat alleen al die twee grutto's totaal verschillende zenderlijnen (van vogeltrek en verblijf) lieten zien langs de Waddenzeekust.
- Grutto's kiezen overigens - zo blijkt uit dit onderzoek - de kortste vliegafstand tussen het eiland en het vasteland.
- Als je dit onderzoek voor heel veel andere grutto’s ook zou kunnen doen, dan kun je informatie verkrijgen over hoe het momenteel (en later) gaat met de Waddenzee.
Tot slot luisteren we na deze twee boeiende presentaties van Theunis en Tjibbe nog eens weer naar de gitaarspelende Tjibbe, met op de achtergrond weer een filmpje over lepelaars: foeragerend, vliegend, nestelend, broedend, kuikens verzorgend en voedend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten