Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Westroute van Lozère (Palaiseau) naar Tours (GR655 O)
Van Les Perruches naar Alluyes
Donderdag 15 augustus 2024 - Maria Hemelvaart – 21 km.
Dag 10: 192 - 213 km
Fietsen met tegenwind
De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping Le Bois Fleuri bij Illiers-Combray, ten zuiden van Chartres.
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:20 uur, om met de auto vanuit Illiers-Combray naar Alluyes te rijden. We hebben de fietsen op het fietsenrek achter op de auto.
Nadat we de fietsen van de auto af hebben gehaald, laten we de auto achter bij de kerk in Alluyes, en dan fietsen we van Alluyes de 16,5 kilometers naar Les Perruches (bij Illiers-Combray).
Het is vandaag halfbewolkt, maar vanmorgen vroeg zien we verderop nog wel de dikke ochtendmist hangen als een dikke deken over de heuvels. Maar die mist trekt snel op, omdat de zon het al snel wint van die wolken. Het is en blijft droog. Het waait wel behoorlijk hard, hetgeen ons flinke tegenwind bezorgt bij het fietsen, maar daarentegen verkoelt het ons tijdens het wandelen in de volle zon.
Als we de camping verlaten, is het 15 graden Celsius. De temperatuur loopt vandaag op tot 26 graden Celsius aan het eind van deze etappe. Het is de hele dag heerlijk wandelweer.
Start vlakbij de bron van Le Loir
Vandaag gaan we lopen van Les Perruches naar Alluyes, over een afstand van 21 kilometer.
We stallen de fietsen op het centrale kruispunt van Les Perruches.
Al snel wandelen we net na negen uur het dorp uit.
Buiten Les Perruches staat een wegwijzer met daarop ook een Sint-Jacobsschelp bevestigd.
Hier gaan we een breed akkerpad op.
We lopen dan tussen geoogste graan- en maïsakkers.
In een bosperceeltje steken we op een driesprong van beekjes het water over. Van achter ons komt het water van Le Loir, en van voren komt het water van de Callou. Vanaf hier gaan beide waterlopen verder als de rivier de Loir. Ruim een kilometer eerder is overigens de oorsprong van Le Loir. Daar ontspringt deze rivier, die we nog vaak zullen zien vanaf nu.
Dan gaat het eerst verder over een graspad op de grens van bos en veld, en verderop lopen we door het golvende open veld richting Illiers-Combray.
Maria Hemelvaart wordt gevierd in Illiers-Combray
Om 9:55 uur naderen we Illiers-Combray.
Onze wandelgids laat zien dat de route met een boog om de westkant van het stadje gaat, maar de wegwijzers van de pelgrimsroute gaan bij een doorwaadbare plaats in de Loir via een bruggetje de rivier over, de stad in.
We kiezen de bewegwijzerde route door de stad, en komen de bebouwde kom binnen bij een huis met een kleurrijke muurschildering.
Over de Promenade de Citadel wandelen we de binnenstad in.
We komen dan bij de kerk langs een bankje, waarop het standbeeld zit van de jonge Marcel Proust, die later als Franse schrijver en essayist beroemd werd.
De kerk is een echte Sint-Jacobskerk.
We gaan er naar binnen, want de kerkdeur staat uitnodigend open.
Binnen zijn enkele oudere dames bezig om in de kerk alles in gereedheid te brengen voor de viering van Maria Hemelvaart.
Vandaag is het namelijk de christelijke feestdag, die hier in Frankrijk het ‘Fête de l’Assumption de Marie’ wordt genoemd.
Voor de Fransen is dit een landelijke feestdag, ter ere van Maria.
Aan één van de dames vragen we of we een stempel van deze Sint-Jacobskerk kunnen krijgen in onze pelgrimspaspoorten.
We worden genodigd om mee te komen naar de sacristie, waarin we beiden een kerkstempel in onze pelgrimspaspoorten krijgen.
Als ik laat zien dat we ook al het kathedraalstempel van Chartres hebben gekregen, zegt de vrouw dat deze kerk van Illiers-Combray niet in de schaduw kan staan van de kathedraal van Chartres.
Er is inderdaad veel achterstallig restauratieschilderwerk in deze kerk, maar het is nog wel een bijzonder kleurrijke kerk.
Als we de sacristie uit komen, zien we het standbeeld van Sint Jacobus in het koor van deze kerk.
En de vrouw wijst ons ook op het grote witte beeld op een hoge sokkel, van het hoofd van Sint Jacob, daterend van 1855.
In één van de kerkramen zien we onder de afbeelding van een Jacobsschelp de heilige Jacobus links als apostel (met Bijbel) en rechts als pelgrim (met staf en kalebas) afgebeeld.
Een mooie combinatie van de beide verschijningsvormen van de heilige Jacobus in één kerkraam getoond.
Ook het kleurrijke en gedetailleerde plafond van deze kerk is buitengewoon mooi.
We maken nog een rondgang door de kerk om zoveel mogelijk details van het interieur te bekijken.
Over een uurtje zal de mis voor Maria Hemelvaart aanvangen, en de eerste kerkgangers komen zo langzamerhand binnen en nemen nu alvast al een plaats in de kerkbanken.
Boven het orgel hangt een groot glas-in-lood-rozetraam hoog in de gevel.
Veel aandacht voor Marcel Proust in Illiers-Combray
Buiten gekomen, lopen we naar het café tegenover de kerk, waar we koffie gaan drinken.
Een klein, maar bont gezelschap van allerlei allooi heeft dit café gevonden voor een kop koffie, of voor een sterker drankje.
We bestellen koffie, en krijgen dat op het café-terras geserveerd, tegenover de jonge Proust op zijn bankje naast de kerk.
Als we onze stadsroute vervolgen, komen we langs een schutting waaraan twee beschilderde plankjes zijn bevestigd. Op de ene staat Camino/Chemin de Santiago met een pelgrim, en de vermelding dat het vanaf hier nog 1.600 kilometer is naar Santiago de Compostela, en op het andere bordje staat een gestileerde Jacobsschelp. Wellicht was hier voorheen een pelgrimsherberg?
We passeren een huis in vakwerkstijl, zoals we die hier in dit stadje al meer hebben gezien.
Bij de ruïne van de donjon van de stad is een zogenoemde middeleeuwse tuin aangelegd. Die is opengesteld, dus je kunt tussen de kruiden door lopen.
Naast deze donjon passeren we een dubbele openbare wasplaats, twee tegenover elkaar met het waterbassin er tussenin.
Inmiddels zijn we in het stadscentrum ook het Marcel Proust-museum gepasseerd. Met dat museum eert de stad deze beroemde schrijver. Hier en daar zien we mensen op straat die waarschijnlijk hier komen om het museum straks te bezoeken. Een vrouw met een schoudertas met daarop de vermelding van de afdeling Letteren van een Franse universiteit hebben we al drie keer zien lopen, waarvan er één keer bij de entree van het toen nog gesloten museum. Proust staat duidelijk centraal hier in deze stad. Zo gaat onze route bijvoorbeeld ook door de Marcel Proust-tuin.
Van het oude stenen bruggetje La Grand Planche wordt verderop op een bijgeplaatst informatiebord vermeld met welke aanduiding Marcel Proust deze brug in één van zijn boeken noemt.
Aan de overzijde van het water staat overigens het zwarte profiel van een wandelende pelgrim, dus ook die krijgt hier de aandacht die hij/zij verdient.
Verderop komen we langs de Pré Catelan, ofwel de Jardin Marcel Proust, dus nòg een tuin die de naam van Proust draagt. Zo zou je dus een stadwandeling kunnen maken langs allerlei verwijzingen naar Marcel Proust.
Langs camping Le Bois Fleuri de A11 over
Buiten Illiers-Combray gaan we het voetpad op in de richting van onze camping.
Onze wandelgids toont dat we de D149 zouden moeten volgen naar de autosnelweg A11, maar met een rood-wit kruis wordt aangegeven dat dat niet meer de bedoeling is. In onze wandelgids is met een streepjeslijn aangegeven dat je ook vanaf onze camping de doorsteek kunt maken naar de A11, dus we volgen nu de wit-rode bewegwijzering naar de camping Le Bois Fleuri.
Daar staat inderdaad de alternatieve route aangegeven in de richting van de A11, waar je even parallel aan loopt, waarna je verderop bij het gehucht Plaisance op de D149 komt.
Via die D149 steken we daarna de A11 over.
We wandelen dan door het buurtschap Oliveau.
Als we bij het beekje de Thironne komen, zien we zo’n vijftig meter verderop een eekhoorntje in de berm. We blijven staan zonder al teveel te bewegen, en kunnen het eekhoorntje zo wel enkele minuten prachtig observeren in zijn zoeken naar voedsel in de berm.
Even later verdwijnt het eekhoorntje aan de andere kant van de weg via de brugleuning in een boom aan de overzijde van de Thironne.
Aan die overzijde wandelen wij dan het buurtschap Transonville in.
Bij een grote bosvilla slaan we linksaf, om dan om een bosperceel te lopen.
Het volgende gehucht dat we passeren, is Montfichard.
We steken de D124 over, en lopen dan door het buurtschap Nonsauvage.
Voorbij het huis dat we hier passeren, staat een oude waterpomp in de berm langs de weg.
Twee routes combineren tot één
We draaien naar links en gaan dan heuvelopwaarts. Op het hoogste punt vanwaar we een mooi uitzicht hebben over de heuvelachtige akkers, staat een ijzeren wegkruis, met daarop – heel passend voor vandaag – een afbeelding van Maria.
Na een tijd over karrensporen tussen akkers gelopen te hebben, lopen we een klein eindje op het asfalt van de D941, totdat we een bospad op gaan door een klein bosperceel, en dan wijkt het pad af van de route van onze routegids. Wij volgen hier de wegwijzers, en zien straks wel waar we dan uitkomen.
Voorbij dit bosperceel gaat het pad via een smal bruggetje over het beekje van La Foussarde.
En direct daarna buigt het af over veldpaden naar Le Loir.
Dat doen we dan maar, want uiteindelijk moeten we enkele kilometers verderop toch die Loir oversteken.
We genieten van de kleurrijke vegetatie in en langs de Loir.
Maar, wegwijzers zie je hier helemaal niet meer in het veld, dus vanaf het bruggetje van zojuist moet je zelf maar bekijken hoe je verder wilt. Wij blijven de Loir zo lang mogelijk volgen, totdat het graspad op een kruising komt, waar ook geen wegwijzer staat. Hier besluiten we om het meest intensief gebruikte pad te vervolgen, dat zich verwijdert van de Loir, maar dat correspondeert wel ongeveer met de andere route in onze wandelgids.
Uiteindelijk komen we op een asfaltweggetje dat zomaar ergens bij een akker begint, en waarop we verderop na enkele kilometers weer eens een wegwijzer zien. Dit betekent dat we de zelfgekozen route goed hebben ingeschat. Zo lopen we naar de D28, die ons naar Saumeray leidt.
Saumeray
Vlak vóór Saumeray blijft onze wandelgids-route die D28 volgen naar Saumeray, maar ook hier weer wijkt de bewegwijzering af van die gids. We zien dat de wegwijzer ons een oud asfaltweggetje op stuurt dat in de richting van de Loir en van Saumeray loopt. In de verwachting dat we dan wellicht nog een stukje langs de Loir naar Saumeray moeten en kunnen lopen, gaan we dat oude asfalweggetje op.
Toch is het wederom anders dan we hadden gedacht, want dit weggetje voert naar een oude, hoge voetgangersbrug over de Loir.
En daarnaast ligt een stenen bruggetje, die als een verhoogde doorwaadbare plaats ook de Loir kruist.
En zo en daarmee komen we dan op een andere manier toch in Saumeray, op een toch wel mooiere route dan die langs de D28. Kortom, een goede keus om deze weg te volgen.
In Saumeray lopen we naar de Eglise Saint-Jean-Baptiste.
Achter deze kerk ligt in de kerktuin de zogenoemde Polissoir; een hele grote steen, waarvan wordt gemeld dat die werd gebruikt in het Mesolithicum. Waarschijnlijk is deze harde steen gebruikt bij het slijpen van werktuigen en wapens.
De wegwijzer laat ons dan achter een lange tuinmuur over een smal en zwaar overwoekerd paadje langs een waterloop gaan. Aan de stekelige begroeiing kun je zien dat hier nagenoeg niemand meer loopt. Dit bijna onmogelijke paadje komt uit bij een stenen trap bij de brug over de Loir, bij de entree van Saumeray.
We steken de weg over bij de openbare wasplaats van Saumeray, en vinden dan daarachter een heerlijk schaduwrijke picknickplek onder grote bomen, waar we onze lunchpauze houden om 14:00 uur.
Van Launay via La Ronce naar Alluyes
Van Saumeray lopen we over in het buurtschap Launay.
Dan volgt een lang traject over een asfaltweggetje tussen akkers door. Eén van die akkers – een maïsakker - wordt momenteel besproeid met water, dus we moeten even goed inschatten wanneer we droog over kunnen steken op de asfaltweg, maar dat gaat in een doorgaande voortbeweging in één keer helemaal goed.
Dan wandelen we even later het buurtschap La Ronce binnen.
Twee ezels in de wei volgen onze passage met de nodige aandacht.
Nu hoeven we alleen nog maar dit asfaltweggetje te blijven volgen, totdat we om 15:15 uur arriveren bij de brug over de Loir, om Alluyes binnen te wandelen.
Door Alluyes lopen we naar de kerk tegenover de basisschool en het dorpshuis, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
Dan rijden we vanuit Alluyes met onze auto via Illiers-Combray terug naar Les Perruches, waar we onze beide fietsen afhalen, om dan weer via Illiers-Combray terug te keren naar de camping Le Bois Fleuri. Het is nu 26 graden Celsius op deze mooie zonnige zomerdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten