zondag 9 juni 2024

Pelgrimeren van Córdoba naar Cerro Muriano

Pelgrimsroute van Almería (S) naar Santiago de Compostela (S)
Camino Mozárabe van Almería naar Merída
Van Córdoba naar Cerro Muriano
Maandag 13 mei 2024 – 18,3 km.
Dag 18: 377,9 – 396,2 km.
 
Over rotspaden van Córdoba naar Cerro Muriano

















Spaanse Camino Mozárabe
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes naar Santiago de Compostela is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de Via de Plata, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vanuit het zuiden van Spanje te gaan pelgrimeren op deze Camino Mozárabe.
Vandaag lopen we daarvan onze 18e etappe, over een afstand van 18,3 kilometer, van Córdoba naar Cerro Muriano. We stijgen daarbij van ongeveer 130 naar 515 meter hoogte.

De stad Córdoba uit
Om 6:00 uur gaat onze wekker af in Apartementos Diamante in Córdoba, waar wij eergisteren (na aankomst) en vannacht (na de rustdag & stadsbezichtiging) hebben overnacht. 
Na het ontbijt verlaten we om 7:00 uur onze overnachtingslocatie. 
Eerst gaan we langs de Iglesia San Lorenzo, waar we eergisteren ’s avonds nog binnen zijn geweest.
We hebben bij vertrek de truien aan, maar komen er al snel achter dat het zo vroeg in de ochtend in de stad al 18 graden Celsius is, dus na ruim een kwartier lopen, trekken we in een woonwijk bij een straatkapelletje de truien uit. 
Door de buitenwijken wandelen we de stad uit, en nadat we een spoorlijn hebben gekruist, dalen we af in een beekdal, waar we via de Puente Romano de los Pedroches - een antieke stenen Romeinse boogbrug - de Arroyo de los Pedroches oversteken.
Buiten de stad gaan we een ruig terrein op, alsmaar stijgend, heuvelopwaarts, waarna we een mooie terugblik krijgen over de stad Córdoba.

Langs Urbanización Paraíso Arenal
Over mooie smalle heuvelpaden, en verderop over een breed steenachtig pad gaat het langzamerhand omhoog, door het buitengebied tussen Córdoba en (naar) Urbanización Paraíso Arenal, een soort voorstad van Córdoba.
De stad komen we binnen bij een nog vrij jonge kopie van een triomfboog, waarop de plaatsnaam staat met het jaar 2003. 
In het timpaan ervan zien we twee naakten onder een appel, een man en een vrouw, alsof het Adam en Evan zijn die in het paradijs vertoeven; alsof deze voorstad wordt beschouwd als het paradijs.
Het restaurant voorin de stad is gesloten, en de wel mooie smalle rotsachtige paden langs deze plaats nodigen niet uit om het pad tijdelijk te verlaten om een bar te gaan zoeken in deze plaats, dus we blijven maar gewoon voortgaan over de smalle paden langs de rand van Urbanización Paraíso Arenal.
Op een zeker moment komen we langs de nieuwbouw van enkele flatgebouwen langs. Eén ervan lijkt al grotendeels klaar te zijn. Bij de andere flats wordt door werklui op dit moment gewerkt.

Camino van Santiago door Natura 2000
Als we vrijwel zeker zijn dat we niet door deze voorstad zullen komen, passeren we een informatiebord van de Europese Unie, waarop wordt gemeld dat de Camino van Santiago hier door een Natura 2000-natuurgebied verder zal gaan.
We gaan dan weer een tamelijk rotsachtig gebied in.
Over prachtige rotspaden gaat het verder.
Af en toe naar beneden, maar dan toch ook weer bij de rotsen op omhoog.
Als we een eind geklommen hebben, komen we op een hoogte, waar we een plek zoeken en vinden om er even te rusten, en te eten en te drinken.

Over de rotsachtige Cañada Real Soriana
We steken de Arroyo de Lineares over, en komen dan op de Cañada Real Soriana, een eeuwenoud schapendrijverspad over de heuvels en rotsen.
Vijf stevig doorlopende mannen komen ons tegemoet, groeten, en verdwijnen weer achter ons, en wij gaan verder over de goed toegankelijke rotsen.
De route wordt hier in dit ruige, onherbergzame gebied goed bewegwijzerd.
Af en toe schatten we in of we linksom, rechtdoor, of rechtsom over een hoogte verder gaan, en zo al zoekend naar het beste alternatief kunnen we gebruik makend van de gele caminopijlen prima verder.
Het blijft bij regelmaat stevig klimmen, maar dat is hier prima te doen.
We komen tweemaal door een hekwerk, waarop ons middels een bordje alvast wordt bedankt voor het afsluiten van het hek na het passeren.
 
Franco in Restaurant La Gran Parade Córdoba
De smalle rotspaden worden breder, en dan gaan die over in een heel breed gritpad. Dat pad komt uit op een brede asfaltweg met haarspeldbochten. Daar gaan we niet direct verder naar boven, want als je zo’n driehonderd meter de weg naar beneden volgt, kom je bij een wegrestaurant. Ik check even of/dat die open is, en dan komt Durkje ook naar beneden naar dat restaurant. Op het terrein staat een oude locomotief, die verwijst naar het spoor dat hier vroeger vlakbij liep.
Direct bij aankomst van het gebouw staan we oog in oog met een driedimensionaal muurprofiel van Franco.
Een muurreliëf iets verderop verheerlijkt het vrije Spanje.
Links van de deur hangt een grote foto van Franco.
En verderop staat een militair geschut.
Bij twee etalagepoppen in legertenue gaan we het restaurant binnen.
En dan weten we niet wat we zien.
We komen ogen tekort om alles te bekijken. 
We zijn hier aangekomen in een restaurant met allerlei zaken die herinneren aan Franco.
Er hangen schilderijen, en er staan bustes van Franco.
Dit restaurant is tegelijk ook een Franco-museum.
Maar de Franco-collectie is uitgebreid met veel militaria, en met een groot aantal andere collecties, zoals bijvoorbeeld autominiaturen, strijkbouten, boeken, posters, vlaggen, en wat je allemaal maar kunt bedenken wat te maken heeft met de verheerlijking van het Spaanse vaderland.
We bestellen koffie met broodjes erbij, en genieten van deze pauze na 3,5 uur lopen, te midden van die indrukwekkende collecties van wat al niet.
Kaas konden we niet meer tussen het brood krijgen, want dat was op, maar vlak voordat we gaan afrekenen, komt de restaurant-eigenaar met een auto vol boodschappen, en lopen de man en de vrouw af en aan om de auto te lossen, en alles in zakken en dozen de keuken in te sjouwen. Die kunnen wel weer een tijdje vooruit met de nieuwe voorraad, zo te zien.

Overstekende pelgrims
Na ongeveer een half uur pauze gaan we de drukke asfaltweg weer op, maar nu naar boven. Heel verrassend is dat we iets hogerop nog een laatste terugblik krijgen op de stad Córdoba, waar we vanmorgen zijn vertrokken.
Maar dan raakt de stad uit het zicht, en gaan we een helling op, totdat we op een voormalig spoortalud komen. 
We gaan dan weer verder omhoog, wederom over een rotspad.
Dit pad gaat trouwens door een prachtig gebied, met ook mooie naaldbomen (parasoldennen), met daarboven prachtige ronde boomtoppen.
Het hellingpad brengt ons even later weer terug naar de brede asfaltweg, waar we langs lopen over een steenachtig pad achter de vangrail. Enkele tientallen meters verderop worden de automobilisten gewaarschuwd voor de verderop overstekende pelgrims.
Nadat we de drukke verkeersweg over zijn gestoken, klimmen we over een smal rotspad naar een iets opener helling, alsmaar hogerop.
Hier moeten we een tijdje in de volle, hete zon fiks klimmen, dus hier werken we ons ook weer even flink in het zweet.

Rozetten en praalwagen
Bovenop wordt het minder steil, en zien we links en rechts van het steenachtige pad allerlei gekleurde papieren rozetten liggen.
Even later zien we waar dat waarschijnlijk mee te maken heeft, want dan zien we vóór ons een grote praalwagen staan, op de top van een heuvel.
Deze versierde wagen verbeeldt het gemeentelijke stadion, en verwijst naar een voetbalveld. Het zou dus kunnen zijn dat dit een kampioenswagen is, die gebruikt is voor het rondrijden van een voetbalteam dat de competitie heeft gewonnen. Maar het blijft gissen, dus het kan ook wel met iets heel anders te maken hebben.

Cerro Muriano
We dalen af en komen dan bij de rand van de bebouwde kom van Cerro Muriano, waarvan de naam in cortex staal staat op de rotonde voorin het dorp.
We komen langs een huis, waarvan de voordeur al jaren niet is geschilderd. Het ziet er allemaal heel oud uit, maar tegelijk ook heel decoratief.
Aan de muur van een hotel zie ik een mooi tegeltje hangen van de Camino Mozárabe. Die hadden we nog niet eerder gezien.
In het dorp passeren we de kerk, een tamelijk nieuw, modern kerkgebouw, de Santa Barbara. 
Vlak na de kerk komen we bij de minimarkt, een heel klein zelfbedieningssupermarkt. Hier halen we onze boodschappen voor vandaag en voor morgen.

De Pelgrimskamer van Hostal X Equis
Naast de mini-supermarkt is ons overnachtingadres voor de komende nacht: Hostal X Equis. Binnen ontmoeten we de eigenaar Júan Carlo, die direct al roept dat wij waarschijnlijk de twee Hollandse pelgrims zijn. Hij heet ons welkom, en geeft ons direct de sleutel van kamer 7, want – zegt hij – dan kun je je eerst installeren boven, en dan kom je straks maar even beneden om in te checken met je pelgrimspas, en om te betalen. Eerst maar die rugzakken naar boven en af.
Als we bij kamer 7 aankomen boven, zien we dat op die deur het logo hangt van de Camino Mozárabe.  
En binnen gekomen, verrast het ons dat deze hostal-kamer geheel is ingericht in pelgrimsstijl.
Overal hangen foto’s en posters aan de muur die te maken hebben met de Spaanse camino’s.  Deze kamer is dus helemaal ingericht om pelgrims te ontvangen. Dat is toch prachtig zo.
Vanmiddag schrijf ik in deze kamer het verslag van deze mooie pelgrimsdag, en vanavond eten we beneden in het restaurant van dit hostal.

Geen opmerkingen: