vrijdag 9 februari 2024

In het spoor van de Arbeitseinsatz. Wat is er gebeurd in Tarnowiec?

Donderdag 8 februari 2024
 
Johannes (Joop) Koopmans

Een leven lang getekend
Johannes (Joop) Koopmans was in de Tweede Wereldoorlog drie jaar lang dwangarbeider in het Duitse Silezië. 
In augustus 1945 keerde hij terug naar zijn familie in Leeuwarden, als een gebroken man, nog geen 22 jaar oud. 
Zijn zoon Gerk Koopmans, oud-directeur van het Fries Verzetsmuseum, reist bijna 80 jaar later – samen met documentairemaker Gerard van der Veer en cameraman Gerko Jonker  - zijn vader Joop achterna, om erachter te komen wat hem een leven lang zo heeft getekend. Dan ervaar je overigens wat het betekent om met het comfort van nu (2023) terug te gaan naar de barre tijden van toen (de oorlogsjaren).
Omrop Fryslân TV zond hierover afgelopen zondag het eerste deel van deze documentaire uit, en aanstaande zondag 11 februari 2024 volgt deel 2 van deze serie, ook dan landelijk eveneens via NPO2.

Arbeitseinsatz
Vanavond verzorgen Gerk Koopmans en Gerard van der Veer samen in Tresoar te Leeuwarden een lezing over hun filmische reis naar Duitsland en Polen, en over de zogenoemde ‘Arbeitseinsatz’. 
Meer dan 400.000 Nederlandse mannen werden in de Tweede Wereldoorlog - net als Joop Koopmans – via dat systeem van de Arbeitseinsatz van en door de Duitse bezetter gedwongen tewerkgesteld. 
Tijdens deze avondlezing van Studium Generale Leeuwarden wordt als preview deel 2 van de FryslânDOK-documentaire ‘Wat is er gebeurd in Tarnowiec?’ vertoond, en is er ook gelegenheid voor het stellen van vragen en voor het elkaar vertellen van verhalen.

Gerard van der Veer over de totstandkoming van deze documentaire 
Gerard van der Veer vertelt dat Gerk Koopmans er met zijn reis achter wilde komen waarom zijn vader Joop zo getekend is door de oorlog; en Gerk nodigde Gerard uit om met hem mee te gaan.
  • De reis van Joop ging via Deventer (waar hij eerste een chauffeursopleiding kreeg in de Boreel Kazerne) en Dresden (overnachten & overstappen) naar Breslau. In Breslau belandde Joop in een hotel op de arbeidersbeurs, die je eigenlijk wel mag beschouwen als een soort slavenmarkt. 
  • Vanuit Breslau ging Joop mee met een zekere Willie Riegel, bij wie hij tewerk werd gesteld in diens houtzagerij te Tarnowiec, dat toen nog in Duitsland lag.
  • De dwangarbeiders waren na de Joden de grootste groep slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Circa 27.000 mannen en jongens zijn tijdens de Arbeidseinsatz om het leven gekomen. Voor de thuiskomers was er na de oorlog nauwelijks gelegenheid om er over te praten; sommigen moesten nota bene vrij snel al door om als Nederlands soldaat te vechten in Indonesië. 
  • In 1938/1939 begonnen de Nederlandse arbeidsburo’s al met de tewerkstelling van werkelozen in Duitsland. De bezetters zetten dit in de oorlog voort. Hoe langer de oorlog duurde, hoe meer de mannen werden gedwongen tot tewerkstelling. Eerst gebeurde dat nog met verleidelijke posters van de Nederlandse gewestelijke arbeidsburo’s, maar later veranderde die toonzetting in dwang.
  • De oorlog duurde langer dan verwacht, dus dat betekende in Duitsland een grote aanslag op de arbeidsmarkt, en daardoor moesten de door de mobilisatie ontstane gaten in de Duitse arbeidsmarkt worden opgevuld door dwangarbeiders uit de door de Duitsers bezette gebieden uit meerdere Europese landen. 
  • Nederlandse bedrijven worden in het begin van de oorlog door de Duitse bezetters gesommeerd om tien procent van hun personeelsbestand af te vaardigen naar bedrijven in Duitsland. Het leek aanvankelijk nog zo vriendlelijk, maar dat bleek later zo geheel anders te zijn geworden.
  • Na de algehele mobilisatie in Duitsland moesten er nog veel meer mannen uit de door de Duitsers bezette gebieden worden gedwongen. Zo werden bijvoorbeeld alle Nederlandse soldaten in elk geval opgeroepen voor de tewerkstelling in Duitsland. De zogenoemde Meistaking - die in Fryslân bekend werd als de Melkstaking - brak uit, maar die werd door de Duitsers hard neergeslagen.
  • Nederlandse mannen doken toen massaal onder om te ontkomen aan dwangarbeid in Duitsland. Het Nederlandse verzet groeide, maar daar tegenover werden door de Duitse bezetters overal razzia’s ingezet om Nederlandse mannen - al dan niet ondergedoken - op te pakken, om ze naar Duitsland te transporteren.
  • Deze gratis arbeidskrachten werden door de Duitsers veelal gezien als oorlogsbuit, die je kon uitbuiten. Belgische, Franse en Nederlandse tewerkgestelden werden aanvankelijk het beste behandeld, want zij mochten corresponderen met het thuisfront en kregen postpakketjes met hulpgoederen van thuis. Maar de Poolse tewerkgestelden (door de Duitsers ook wel Polakken genoemd) werden als inferieur werkvolk ingezet, en de Joden werden als dwangarbeiders nog veel slechter behandeld.  
  • In het toen Duitse Silezië waren in die oorlogsjaren 177 werkkampen voor tewerkgestelden. Om al die werkkampen te vullen met arbeiders werden de mannelijke gevangenen die in treinwagons op weg waren naar het concentratiekamp Auschwitz met geweld gescheiden van hun familie, door ze onderweg uit de treinen te halen, teneinde die mannen tewerk te stellen in die werkkampen. Met name de Joodse tewerkgestelden werden door al te zware dwangarbeid de dood in gejaagd.
  • Joop kwam in 1942 ook terecht in dit gebied van dood en verderf. Het is dan ook begrijpelijk dat Joop na afloop van de oorlog gebroken terugkwam in Nederland. Hij was niet in staat om met zijn thuisfront te praten over wat hij had meegemaakt gedurende zijn periode van dwangarbeid. De trauma’s werden door hem - en ook door veel mede-dwangarbeiders – onder andere door diepe schaamte diep weggestopt. Teruggekeerde dwangarbeiders werden na terugkeer in Nederlands vaak met argusogen bekeken, immers, zij hadden met en voor de Duitse bezetters gewerkt. 
  • Gerard trekt de thematiek van deze tweedelige documentaire breder, want - zo vertelt hij - deze documentaire gaat niet alleen over Joop, maar in het bijzonder en vooral ook over de tweede generatie, en dan specifiek in deze documentaire over Joop zijn zoon Gerk, die de sporen van zijn vader wilde nagaan in het toenmalige Duitsland, in het tegenwoordige Polen.
Tijdens deel één van deze documentaire zagen we eerder deze week op televisie Gerk door de ruïne lopen van de houtzagerij waar zijn vader dwangarbeid verrichtte. Gerk over die zagerij-ruïne:
"Net als mijn vader: het is niet meer; en: 
De geschiedenis is overwoekerd, binnen en buiten; en: 
Er ligt veel tijd opgestapeld op deze plek."

Daarna wordt ons vanavond halverwege deze lezing als preview het tweede deel van deze indrukwekkende documentaire getoond. Geen wonder dat het stil is in de zaal, ook direct nadat deze documentaire is vertoond.

Gerk Koopmans geeft achtergrondinformatie 
Na deze vertoning van de documentaire gaat Gerk Koopmans aan de hand van goed bewaarde brieven van en aan zijn vader nader in op deze problematiek.
  • We horen dat Joop rond de jaarwisseling van 1942-1943 in Duitsland zes weken in de gevangenis heeft gezeten, omdat hij onreglementair in zijn eerste tewerkstellingsjaar tussentijds naar huis ging om daar het Kerstfeest met zijn familie te vieren. Bij de Duits-Nederlandse grens is hij echter gepakt, samen met een andere Friese jongeman Jopie Sonnega, die in dezelfde trein met hem meereisde. Deze gevangenisstraf werd dus onderdeel van de drie jaar dat Joop als rechteloze slaaf in Duitsland heeft geleefd onder erbarmelijke omstandigheden. 
  • De vermeende arbeidsvoorwaarden die Joop als werknemer van Koopmans Meelfabrieken te Leeuwarden met zich meenam naar de zagerij in Tarnowiec, nog voordat hij gevangen werd gezet, waren na zijn gevangenisstraf volledig opgeheven, toen hij gedwongen weer terugkeerde in de zagerij van Willie Riegel, bij wie hij in Tarnowiec tewerk was gesteld.
  • Joop kwam overigens na de oorlog na zijn terugkeer in Fryslân niet opnieuw in dienst van Koopmans Meelfabrieken; zijn arbeidsovereenkomst daar was ontbonden toen hij tewerk werd gesteld in Duitsland.
Toen Gerk jaren later vanuit Zeeland verhuisde naar Fryslân, en in het Verzetsmuseum te Leeuwarden kwam te werken, kwam Gerk min of meer terecht in de wereld van zijn vader. Vooral daardoor en toen kwamen ze gevoelsmatig wat dichter tot en bij elkaar. Joop en Gerk gingen samen eens naar het voormalige Kamp Westerbork, en vader en zoon spraken af dat ze samen nog eens naar Polen zouden gaan om de plekken te bezoeken waar Joop in de oorlog terecht was gekomen. Maar, voordat dat er van kwam, kwam zijn vader in 1987 plotseling om het leven bij een noodlottig auto-ongeluk. Die gezamenlijke reis terug in plaats en tijd is er dus helaas niet van gekomen. De stilte van de periode ervoor (van vader) werd dus niet verbroken, met als gevolg dat bij Gerk de antwoorden op vele vragen onbeantwoord bleven.
  • In het begin van zijn tewerkstelling in Duitsland heeft Joop doorgenummerde brieven aan het thuisfront geschreven. Doorgenummerd, om te zien of er ook brieven zouden zijn die niet aankwamen. Maar op een gegeven moment hield Joop op met het schrijven van brieven. In een brief aan een andere dwangarbeider schrijft Joop dat hij groot verdriet heeft van iets waarover hij nooit zal kunnen praten. 
  • In 1945 nadert het eind aan de oorlog. De Duitse bewoners van Tarnowiec vluchten voor de geallieerden naar het westen, en Joop reist niet met hen mee naar het westen om huiswaarts te keren, maar vertrekt met enkele Poolse dwangarbeiders naar het oosten, naar Czastary, vlakbij de Duits-Poolse grens, waar hij het einde van de Tweede Wereldoorlog afwacht, tot het moment waarop het veilig lijkt om naar (t)huis terug te keren.
  • En dan ineens op 2 augustus 1945 komt Joop weer thuis in zijn ouderlijk huis te Leeuwarden. 
  • Joop heeft ook er ook na zijn terugkeer in Nederland nooit over gesproken waarom hij vanaf april 1943 was gestopt met corresponderen. En op die vraag waarom hij niet meer schreef, zal waarschijnlijk wel nooit een antwoord komen.
  • Gerk geeft ons vanavond vervolgens toelichting op een groot aantal oude documenten van zijn vader, die achtereenvolgens op het beamerscherm worden vertoond. Daarbij zit onder andere een personeelsbeleidsstuk van Koopmans Meelfabrieken, over de door de fabriek te hanteren werkwijze bij het selecteren van tewerkgestelden. Daarna zien we het arbeidscontract van het Gewestelijk Arbeidsburo voor de tewerkstelling van Joop. We lezen ook de eerste brief van Joop aan zijn familie, van oktober 1943. Daarna volgt de briefwisseling tussen Joop en een vriend van hem. Tevens zien we een douaneverklaring met daarop een lijstje goederen van wat de familie vanuit Leeuwarden aan Joop in Tarnowiec stuurt. Bijzonder ook is het kleine notitieblokje, waarin Joop dag in dag uit kort en bondig schreef wat hij die dag deed qua werktijden, werk en locatie; over nagenoeg elke dag werken van 05:00 tot 20:00 uur, soms zonder pauze, bij temperaturen tussen de -20 en +30 graden Celsius.
  • Zelfs het treinkaartje van Joop zijn mislukte kerstreis 1943, van Duitsland naar Nederland, zat nog in het pakket met bewaarde documenten van zijn vader thuis.  
  • En dan zien we de laatste brief van Joop aan zijn thuisfront. Daarna wordt het dus twee jaar stil tussen Joop en zijn familie. 
  • Bij het onderzoek van Gerk ten behoeven van deze documentaire blijkt dat het hele 'sociale geheugen' in dit voorheen Duitse en momenteel Poolse gebied is verdwenen, inclusief alle documenten van die tijd uit de regio van de zagerij van Tarnowiec. De oorspronkelijke Duitse bevolking vluchtte naar het westen, zelfs alle Duitse graven zijn daarna geruimd, en het dorp en de regio werd daarna bevolkt door de Poolse bewoners. Verder is alles verdwenen, vernietigd of meegenomen door Duitsers en/of Russen. 
  • Gerk zijn vader was een stille man. Joop sprak niet over zijn oorlogsjaren. Zijn oorlogsverhaal kwam maar niet op gang. Wellicht heeft dat ook te maken gehad met de schaamte die de voormalige dwangarbeiders voelden, omdat ze voor de Duitsers waren gaan werken, wat door de achtergebleven Nederlanders - ten onrechte - niet werd geaccepteerd.
  • Toen het na afloop van de Tweede Wereldoorlog veilig was, heeft Gerk zijn vader er maanden over gedaan om vanuit Czastary bij de Pools-Duitse grens op eigen gelegenheid terug te keren naar Leeuwarden in Nederland. 
  • Bij hun terugkeer in Nederland werden de dwangarbeiders aan de Duits-Nederlandse grens eerst gescreend op wat zij in de oorlog in Duitsland hadden gedaan; en ze werden dan eerst ook lichamelijk onderzocht. 
De reis terug naar mijn vader
Interviewer-documentairemaker Gerard van der Veer vraagt Gerk aan het eind van dit avondprogramma wat deze reis met Gerk heeft gedaan. Gerk vertelt dat zijn grootste beleving van dit project heeft gezeten in het ontsluiten van al die brieven aan en van zijn vader, en van de Poolse documenten die daarmee annex zijn. Liever had Gerk als titel van deze documentaire gezien: 'De reis terug naar mijn vader'. We horen Gerk ook veelzeggend zeggen: 'Ik ben met meer vader teruggekomen'.
Verder vertelt Gerk dat alleen al die eerste uitzending van de eerste helft van deze documentaire heel veel heeft losgemaakt bij anderen, óók in en in relatie tot de familie van Gerk. 
Tot slot wil Gerk nog wel een welgemeend advies meegeven aan alle aanwezigen in de zaal. Gerk geeft aan dat  - zolang het nog kan - de tweede en derde generatie vooral de eerste generatie nog moet bevragen op hun ervaringen van de oorlog. 
En dat trekt hij nog breder, door te adviseren om een recorder op tafel te leggen, om het door je ouders vertelde levensverhaal van je ouders op te nemen, als - en zolang - dat nog kan.

Geen opmerkingen: