Zaterdag 4 november 2023
SAFT-Donateursbijeenkomst 2023
Vandaag wonen Durkje en ik de Donateursbijeenkomst bij van de Stichting Alde Fryske Tsjerken (SAFT). Deze middagsessie wordt gehouden in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden.
De bijeenkomst wordt begonnen met de jaarlijkse donateursvergadering, waarin diverse actualiteiten en ontwikkelingen worden gepresenteerd.
Na de pauze wordt een lezing verzorgd vanuit de Fryske Akademy. Die lezing zou gaan over recht en samenleving rond de Friese kerk in de hoge Middeleeuwen, maar door ziekte van de spreker wordt de lezing verzorgt door een vervangende spreker, met de Hanze als onderwerp.
Actualiteit en ontwikkeling
Het eerste deel over bestuurlijke zaken wordt verzorgd door Hendrik ten Hoeve, bestuursvoorzitter van de SAFT.
Ondanks het feit dat zowel de vorige bestuursvoorzitter als de bureaudirecteur vrij recent zijn vertrokken, blijkt dat het bestuur en de bureaumedewerkers hun werkzaamheden goed voortzetten. Binnenkort zal de nieuwe directeur diens werk aanvangen.
Afgelopen jaar heeft de SAFT geen nieuwe oude kerk(en) overgenomen, met name om eerst een aantal lopende zaken goed op een rij te zetten. Maar inmiddels wordt weer georiënteerd op overname van nieuwe 'âlde Fryske tsjerken'. Die taak van SAFT wordt steeds belangrijker voor de kerken èn voor de dorpen waarin ze staan.
Dat de eigen kerken van de SAFT er goed bij staan, is het resultaat van alle inspanningen van de SAFT. Moeilijker is het om al die kerken van een (nieuwe) functie te voorzien, naast het gebruik van deze kerken voor de kerkelijke doeleinden. Het is een uitdaging om de nieuwe functie(s) van kerken te laten passen bij de kerk, bij haar historie, en bij het dorp waarin deze kerk staat.
Een nieuwe voorwaarde die vooral door de overheid en subsidiënten wordt gesteld, is de kerk ook functies te geven op het gebied van cultuurtoerisme (bijvoorbeeld bezinningstoerisme).
Al die nieuwe en oude functies kosten geld; voor het onderhoud van de kerken, en voor de organisatiekosten.
Het is voor de SAFT een voortdurend zoeken naar financieringsbronnen, die deels bij overname van kerken vanuit de betreffende plaatselijke kerkelijke gemeenten komen. Daarnaast is een vaste basis nodig van (bij voorkeur een steeds grotere groep) mensen die zich verbinden aan die functie. Donateurs (bij SAFT bijna vierduizend) maken een belangrijk deel van uit van die vaste basis.
Alle inspanningen van iedereen zijn erop gericht om ons Fries kerkelijk erfgoed voor de dorpen en voor Fryslân te laten bestaan.
Nieuwe huisstijl toegelicht
Het tweede deel wordt verzorgd door Djûra Schra, communicatiemedewerkster van het SAFT-bureau.
Ze vertelt eerst iets over de nieuwe huisstijl, die door haar wordt gepresenteerd aan de hand van de grote banner op het podium.
Het nieuwe beeldmerk is gebaseerd op de kerkramen en op de open deur van de Friese kerken.
De kleuren van de nieuwe huisstijl staan voor de groene omgeving van de kerken, de kerkmuurstenen zijn vaak enigszins oranje van kleur, en het wit staat voor het kerkinterieur, en het blauw verwijst naar het blauw van de vorige huisstijl.
De keuze van de fotografie-objecten richt zich niet alleen op de donateursdoelgroep, maar ook op de vrijwillige en betaalde medewerkers van de stichting. Verder wordt gezorgd voor een nieuwe, frisse look van de fotografie.
Verder prijst ze nog het nieuwe boek ‘Alde tsjerken, nije lûden’ aan, waarin door SAFT de beoogde toekomst van de Friese kerkgebouwen wordt beschreven.
Samenwerken met SAFT
Derde spreker is office & event coördinator Hester Noordhuis, die vertelt over de samenwerking van het komende jaar.
- Eerste voorbeeld daarvan is ‘Het Ziltepad’, een fiets- en wandelpad langs het religieus erfgoed aan de Waddenkust, dat door de SAFT is ontworpen samen met de Stichting Oude Groninger Kerken. Een proeftraject daartoe is al opgestart, en bijna 500 mensen hebben dit pad inmiddels op proef gelopen. Fokko Bosker is de samensteller van dit nieuwe kerkenpad. De huidige route zal in de komende drie jaren nog verder worden uitgebreid.
- Een andere, nieuwe samenwerking is opgezet met het Bijbels Museum, waarin tentoonstellingen worden georganiseerd over bijbelse thema's, om mensen te inspireren en te bemoedigen. De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie zal de eerste Friese kerk zijn die vanaf medio juni tot in september 2024 deze tentoonstelling gaat huisvesten. Het gaat hierbij om een fototentoonstelling met foto’s uit verschillende landen die in de Bijbel worden genoemd. In die landen ligt immers de oorsprong van de bijbelverhalen. De begeleidende teksten zijn zestalig, onder andere in het Fries.
Bouw & onderhoud van oude Friese kerken
Martin Weerd, secretaris van het bestuur, veel op pad met de bouwkundige van de SAFT, vertelt over de bouwkundige zaken die van de stichting uitgaan.
- Hij noemt voorbeelden zoals de kerk van Augsbuurt, de multifunctionele functie van de kerk van Blessum, vernieuwing van het kerkdak van de Sint-Radboudkerk te Jorwert dat over twee maanden klaar is, over de kerkdakvernieuwing in Hantumhuizen, de orgelrestauratie in Westernijkerk, de aanpak van het dakpunt van de kerk van Koarnjum, de kerk van Ferwoude voor wat betreft interieur en exterieur, het onderhoud en de restauratie van de kerk van Wanswert, en daarnaast een twaalftal kerken waarin periodiek schilderwerk is verricht.
- Tevens wordt er gewerkt aan de verduurzaming en de energietransitie van de kerken. Zo is er in de Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie sprake van een onderzoek naar het gasverbruik.
- Verder is de kerk van Dedgum multifunctioneel gemaakt, waarbij de gebruiksmogelijkheid is verbreed, om deze kerk ook te gebruiken als bijvoorbeeld dorpshuis en overnachtingsgelegenheid.
Varia
- Daarentegen is het zo dat een overname van bijvoorbeeld een grote stadkerk van Leeuwarden zoals bijvoorbeeld deze Grote of Jacobijnerkerk nogal wat vereist, en dàt gaat de draagkracht in financiën en voor wat betreft de benodigde bemensing te boven. Voor de SAFT is dus zo'n grote stadskerk als deze te risicovol, hetgeen ten nadele zou kunnen worden voor de huidige dorpskerken van de SAFT.
- Bij elke kerk-overname wordt een calculatie gemaakt voor het onderhoud voor de komende veertig jaren. Als de kerkelijke gemeente die de kerk overdraagt, dat niet kan opbrengen, kan de SAFT het risico niet accepteren.
- Niet alle kerken zijn geschikt te maken voor overnachtingsmogelijkheden, maar bij elke aanpak wordt wel gekeken naar de mogelijkheden. Het gaat namelijk vaak om rijksmonumenten, waarbij niet alles mogelijk is wat je wel zou willen. Overnachten kan inmiddels al wel in 13 kerken, in de zogenoemde kerkrefugio’s. Dat wordt ook wel 'tsjemping' (tsjerke as kemping) genoemd.
- Het beklimmen van kerktorens is in veel gevallen niet toegestaan en vaak ook te gevaarlijk om dat te realiseren.
- Fryslân kent ongeveer 770 kerken, waarvan 350 rijksmonumenten, waarvan de SAFT momenteel 55 kerken in bezit heeft.
Hanno Brand
De donateurslezing na de pauze wordt vanmiddag verzorgd door dr. Hanno Brand, onderzoeker bij de Fryske Akademy. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de late Middeleeuwen en de vroegmoderne tijd; van stadselites, hof en hofcultuur, Hanze, Friese stadhouders en van de maritieme geschiedenis van Fryslân.
Het onderwerp van zijn lezing is: ‘Friese steden in een dynamische Hanze’.
Friese steden in een dynamische Hanze
De Hanze is één van de historische fenomenen die tot de verbeelding blijven spreken. Dat is niet alleen een gevolg van het lange bestaan van dit middeleeuwse samenwerkingsverband van steden en kooplieden. Ook menen we in de Hanze eigenschappen te herkennen die tot op de dag vandaag inspirerend werken. Niet voor niets is 2023 uitgeroepen als een Hanzejaar.
Het neemt niet weg dat we eigenschappen aan de Hanze toeschrijven die op gespannen voet staan met de historische werkelijkheid. Zo beschouwen vakhistorici de Hanze al lang niet meer als een succesvol verbond van steden en kooplieden of als een voorafspiegeling van moderne Europese samenwerking.
De Hanze vertoonde vele gedaanten, ontstond veel later dan wel wordt verondersteld en werd in haar streven naar samenwerking geplaagd door regionale tegenstellingen en uiteenlopende belangen.
Aan de hand van het Hanzelidmaatschap van de Friese steden Staveren en Bolsward wordt in deze lezing ingegaan op de wisselende gedaanten van de Hanze en op haar functioneren als netwerk en organisatie.
Hanze
Deze lezing gaat over de nalatenschap van het handelsnetwerk (dus geen verbond) ‘Hanze’, en dan specifiek over het Friese.
Hanze staat voor: innovatief, ondernemend, daadkracht en opleiding & vorming van jonge mensen.
De naam Hanze blijft maar rondgaan en terugkeren, bijvoorbeeld in de naam van de Hanzehogeschool en bij de Hanze Springruiters, waarbij Hanze dan – als vanouds - staat voor Verbinding.
Bolsward en Staveren zijn Friese Hanzesteden.
Dit jaar 2023 is een zogenoemd Hanzejaar. Dat is echter gebaseerd op een mythe, namelijk dat het Hanzeverband dit jaar 800 jaar zou bestaan. Maar dat kan niet, want 800 jaar geleden bestond het nog niet.
Wat is Hanze (geweest)
- Het gros van de Hanzesteden ligt niet aan zee, maar voornamelijk langs binnenlandse wegen en rivieren.
- Hanze zorgde ervoor dat plaatsen door wegen en rivieren met elkaar werden verbonden, en dat goederen heen en weer konden worden vervoerd.
- De steden waren belangrijke bolwerken voor de Hanze.
- Daarbij ging het vooral om primaire goederen, zoals voedsel (bijvoorbeeld graan en gerst (voor bierproductie)) en hout (uit Baltisch gebied, Scandinavië en Rusland). Maar het betrof ook luxe goederen, zoals bijvoorbeeld was en bont (als grondstof voor kleding). Uit Engeland kwam vooral hoogkwalitatieve schapenwol voor de lakenindustrie. Uit het zuiden kwam wijn en het veelgevraagde zout (van bijvoorbeeld de kust van Frankrijk). Ook was er een enorme vraag naar vis uit de Oostzee en met name stokvis uit Scandinavië (Noorwegen en IJsland).
- De Hanzegeschiedenis begint vanuit Lübeck, vooral in relatie tot Denemarken en Zweden, aan de Oostzee.
- Langs de zuid-Zweedse kust was in de 14e eeuw een enorme hoeveelheid haring te vangen. Voor het transport van vis had je zout nodig. Daarom ontstond er een weelderige handel in vis en zout. Dit was een belangrijke springplank voor de handel in de Oostzee.
- Toen men mocht en kon varen rond de kop van het Deense Jutland, gaf dat een enorme boost aan de internationale Hanze-handel.
- Hanzesteden hadden veelal ook handelskantoren in andere Hanzesteden (zoals in Bergen, Londen, Brugge), om daar de handel, de prijsstelling, verzekering, rechtsbescherming, transactiekosten en logistiek (opslag, loodsen) goed te organiseren. Zo bouwde je zekerheden in voor een goed functionerend (vooral kostendrukkend) systeem van handel, opslag en transport.
- Tot en met de 13e eeuw voeren de kooplui vaak zelf nog mee met hun eigen vracht, maar dat stopte toen de buitenlandse kantoren in het leven werden geroepen.
- De Hanze beoogde om dit hele systeem te controleren en te borgen. Al die zaken kwamen af en toe aan de orde in bijvoorbeeld Algemene Vergaderingen van Hanze-participanten. De Hanze waakte ervoor dat het systeem goed ging en goed bleef werken. Die vergaderingen werden eens in de drie jaar in Lübeck gehouden. Vanuit Deventer was je in die tijd drie weken onderweg naar Lübeck, en daarna zo ook weer terug. Dat kostte je zoveel tijd, dat het nooit is voorgekomen dat alle Hanzesteden vertegenwoordigd waren in die Algemene Vergadering. Men werkte daarom met volmachten voor elkaars belangen. De vergaderingen kwamen daardoor niet tot een hoog functioneringsnivo. Daarnaast was de Lübeck-agenda grotendeels op Scandinavië gericht, en bijvoorbeeld niet op Londen. Door dit systeem werden heel veel besluiten verdaagd tot over 3, 6 of 9 jaar; vooral omdat er vaak mandaten nodig waren om te stemmen. Je moest dan eerst heen en terug tussen thuis en Lübeck en ontmoette elkaar dan pas weer drie jaar later. Daarom was er alleen maar sprake van kleine coalities tussen enkele handelssteden. Voordeel was natuurlijk wel dat je systeem flexibel bleef, en dat iets alleen maar van toepassing was op de steden die wel aanwezig waren tijdens Algemene Vergaderingen. Zou de tegenwoordige Europese Gemeenschap daar wellicht nog lering uit kunnen trekken?
Positie van Staveren en Bolsward in de Hanze
- Het eerste wat de Zuiderzeesteden in Hanzeverband bestuurlijk creëerden, was een boycot – samen met Duitse steden - tegen Vlaanderen.
- Staveren was de eerste en enige Hanzestad van Fryslân die op de Hanze-vergaderingen verscheen. Workum en Hindelopen waren geen Hanzesteden, omdat zij niet deelnamen in de Hanze-vergaderingen. Staveren stond Workum en Hindelopen daarentegen via de Hanze wel bij in hun belangen en voorrechten.
- Door de Friese Oorlog (met Holland) werd de Zuiderzee te gevaarlijk voor handelsschepen. Door de bezetting door de Hollanders van Fryslân deed Staveren – op last van de Hollandse bezetters - jarenlang niet mee in het Hanzecollectief.
- Na deze Hollandse bezetting zie je Staveren niet weer in de Hanze-vergaderingen verschijnen, maar de Friese stad behoudt dan nog wel de Hanze-voorrechten. Staveren werd als ongehoorzaam gezien, maar ze werden dus niet uit het Hanzeverband gegooid.
- Vanaf 1486 treedt Bolsward naar voren, omdat Bolsward dan meefinanciert in het Hanzeverbond.
- In de 16e eeuw wordt geprobeerd om een federatie van uiteindelijk 63 (ook de Friese Hanze-)steden op te richten. Daar wordt dan wel sprake van een verbond (1557), waarbinnen steden elkaar ook verplichten tot bepaalde zaken. Desondanks blijkt dat de steden allemaal voor zichzelf gaan, en blijft het verbond zwak, en alleen daar van toepassing waar steden belangen bij elkaar hebben.
- Opmerkelijk is dat Staveren en Bolsward wel participeerden in het Hanze-verband, maar havensteden zoals Harlingen, Dokkum en Leeuwarden niet. Waarschijnlijk wogen de voordelen niet op tegen de nadelen, en vonden ze deelname te duur.
- In 1669 is het Hanzeverband beëindigd. Er waren bij die slotbijeenkomst maar drie steden meer aanwezig in de Algemene Vergadering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten