donderdag 31 augustus 2023

Pelgrimeren van Lesperon naar Gourbera

Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Lesperon naar Gourbera
Dinsdag 15 augustus 2023 – 21,4 km.
Dag 47:  993,7 – 1.015,1 km.
 
Bij de pelgrim op de Rond-Point des Jacquaires in Taller



















Pelgrimeren op Maria Hemelvaart
Durkje en ik gaan vandaag in Lesperon beginnen met onze volgende etappe. Dit is voor ons de drieëntwintigste dag van de voor ons dit jaar nog 28 resterende etappes van de Via Turonensis.  
Onze etappe van vandaag loopt tot in Gourbera.
Het wordt vandaag een wandeldag met zomers wandelweer. Tijdens deze etappe is het halfbewolkt. Halverwege de dag is het al behoorlijk warm om in de volle zon te lopen, maar de bewolking en de schaduw van het bos dimmen het felle zonlicht, en daar is het dan aangenaam wandelen. Bovendien voelen we soms even een licht verkoelende bries in de rug.
Als we vanmorgen vanaf de camping vertrekken, is het 17 graden Celsius, en de temperatuur loopt vanmiddag op tot 29 graden Celsius. 
Na het ontbijt verlaten we in onze auto - met achter op het fietsenrek de twee fietsen - om 7:10 uur de camping, om dan eerst van Narrosse naar Gourbera te rijden. Daar parkeren we de auto naast de Mairie,tegenover de kerk.
Dan fietsen wij de 21,4 kilometers van Gourbera naar Lesperon.
Onze fietsen stallen we in Lesperon tussen het dorpscafé en de Mairie, nabij de kerk, aan een stalen fietsenstallingsbeugel. 
Het is vandaag Maria Hemelvaart, en uit ervaring van de afgelopen pelgrimsjaren weten we dat dat in Frankrijk voor de meeste Fransen een kerkelijke feestdag, en daarmee een vrije dag is. Veel is dan gesloten. 

Een huisarts uit Belgisch Gent in Frans Lesperon
Toch hoopten we dat het dorpscafé van Lesperon tenminste vanochtend nog open zou zijn, en dat geluk hebben we inderdaad. Daarom gaan we koffiedrinken op het hooggelegen terras van dit dorpscafé. Daar ontmoeten we een ex-huisarts uit het Belgisch-Vlaamse Gent, die al sinds 1986 een woning heeft in Lesperon, waar hij gedurende de zomermaanden woont. In de winter woont hij in Gent. Het is een interessant moment van deze dag, want we kunnen elkaar uitgebreid bevragen op verschillende terreinen.
Bij de Belg aan zijn terrastafel zit ook een Fransman, die we af en toe even in het Frans meenemen in ons gesprek. Als we de koffie op hebben en vooralsnog uitgepraat zijn met de Belg en de Fransman, rekenen we af bij de jonge uitbater van dit café-restaurant met Tabac-winkel, en dan nemen we afscheid en gaan Durkje en ik op pad. We zijn om 9:15 uur klaar voor de etappe vanuit Lesperon.

Over de D140 Lesperon uit
Voordat we Lesperon verlaten,  gaan we nog even langs het uitgestrekte muurmozaïek waarop ook de pelgrim staat afgebeeld met Jacobsschelpen. Toch heel mooi dat men dat hier in het dorp op zo’n prominente plaats heeft gecreëerd, want het visualiseert en benadrukt zo toch heel mooi de pelgrims die hier door het bosrijke landschap pelgrimeren.
Aan de rand van het dorp steken we via de D140 het beekje van de Ruisseau de Vignac over.
En als we de beekvallei uit zijn geklommen, zie ik een mooie witte caminopijl in de berm, die is gemaakt van kleine witgeschilderde keien. Zomaar nog weer een teken waaruit blijkt dat men zich er in Lesperon terdege van bewust is dat het pelgrimspad naar het Spaanse Santiago de Compostela hier door het Franse Lesperon gaat.
Buiten Lesperon gaan we een lang traject op over de D140. Vlak voordat we bij de A10 komen, zien we een wild zwijn op een draf de weg oversteken. Vrij snel daarna steken wij na de eerste kilometers de autosnelweg A10 over.
Daarna blijven we de D140 alsmaar volgen. Het is op deze landelijke feestdag in elk geval geen drukke weg, dus we kunnen rustig voortgaan over het brede asfalt.
Wat op deze rustige dag de oversteek ook waagt over deze brede asfaltweg is een klein lichtbruin kikkertje. Hopelijk dat deze kikker de oversteek levend haalt.

Parijse fietspelgrims op de paden van Lepère
Op het kilometers lange traject over de D140 passeren we de buurtschappen Péliou, Betille, Nord, Camin en Peyrot. In het gehucht Quillac verlaten we de D140, om dan over een bospad het bos in te gaan in oostelijke richting.
Ook hier weer lopen we door het productiebos van naaldbomen, waarvan de bomen in lange rijen zijn geplant. 
Op het bospad worden we ingehaald door twee mountainbikers. We raken in gesprek met het stel. Ze vertellen te wonen in Parijs, en hun fietspelgrimage te zijn begonnen in Tours, van waaruit zij in één tocht door willen fietsen naar het Spaanse Santiago de Compostela. Daarna gaan ze met hun fietsen in de bus terug naar het Franse Hendaye, en van daaruit nemen ze de fietsen mee in de snelle trein – de TGV – terug naar Parijs. Ze fietsen het hele traject dat wij wandelen, volgens de wandel- en fietsgids van Lepère, en vertellen dat dat af en toe al tegen is gevallen, want sommige trajecten – bijvoorbeeld over rulle zandpaden – zijn nog wel goed bewandelbaar, maar op de fiets zijn dergelijke stukken - om het zacht uit te drukken – nogal een uitdaging. 
Maar ze houden de moed erin en ze fietsen na een gezellig gesprek met ons weer vrolijk verder. Wij wandelen er rustig achteraan.

De stêle van Ouyé 
We dalen ter hoogte van Ouyé af naar een beekje. Vlak vóór het houten bruggetje over deze beek hangt een bakje aan een boom, waarin je je geschreven boodschap en/of gedichtje kunt achterlaten. En daar kun je dan ook de boodschappen en/of gedichtjes van je voorgaande pelgrims lezen.
Er staat ook een houten bank bij de brug op de oever van deze bosbeek.
Aan de overkant van de beek komen we bij de Stêle voor de Pelgrims. 
Op deze stenen pilaar staan onder andere afbeeldingen van een Jacobsschelp en van een veldslag. 
De Jacobsschelp is een belangrijk symbool voor de pelgrim die hier passeert.
De afbeelding van de veldslag verwijst naar de veldslag die de Fransen hier aan het eind van de tiende eeuw hebben gevoerd tegen de hier toen nog overheersende Vikingen.
Al met al is dit een mooi punt op onze etappe van vandaag.
Op de informatieborden wordt overigens vermeld dat het van origine al een grote opgave was om de tocht van Bordeaux naar Dax te pelgrimeren, en dat het traject dat we nu gaan lopen van hier tot aan Taller zonder enige twijfel een origineel tracé is van de eeuwenoude pelgrimsroute via Dax naar Spanje.

Via Bourrat naar Taller
Bij Bourrat komen we in een iets opener landschap, waar zowaar ook maïs wordt verbouwd. Waar we het bos uit komen, staat een irrigatiesysteem voor het hoog opgeschoten maïs, en net op het moment dat wij daar langs moeten, begint die installatie water te spuiten, en ook over het pad dat wij moeten bewandelen. We bekijken even hoe de installatie werkt, en net op het beste moment zetten we de pas erin om over het pad zo droog mogelijk deze sproei-installatie te passeren.
Om 11:45 uur wandelen we de bebouwde kom van Taller binnen.
Links van de weg staat een boerderijschuur, vol met hout, en erom heen oude dakpannen, hout en andere zaken.
Naast de schuur staan twee oude, niet meer in gebruik zijnde benzinepompen.
Bij het wegkruis bereiken we de hoofdstraat van Taller.

De pelgrim van Taller
De pelgrimsroute loopt direct linksaf het dorp al weer uit, maar dat gaan wij nog niet doen. Eerst willen we namelijk de plaatselijke kerk zo mogelijk bezichtigen, en bovendien zijn we toe aan onze lunchpauze.
Eerst lopen we naar de dorpskerk met de dikke burchttoren.
In het koor van de kerk zien we een mooi en kleurrijk kerkraam.
Zoals in zoveel Franse kerken hangt hier ook een afbeelding van Johannes de Doper, die Jezus Christus doopt. In dit geval is het hier een schilderij met die afbeelding.
In de voorhal onder de kerktoren hangt een tekening van Sint Jacobus; Saint-Jacques de Compostelle.
Over de Rue de Compostelle lopen we naar de Mairie.
Als we bij de grote rotonde in het dorp komen, zien we tot onze verrassing dat daar een groot cortex-stalen beeld staat van een pelgrim.
Deze rotonde heet de ‘Rond-Point des Jacquaires’, dus geheel in stijl voor pelgrims.
We steken de weg over naar de Mairie, waar een Jacobsschelp aan de muur is geschroefd bij de ingang.
Vóór de Mairie staan onder de bomen - en dus heerlijk in de schaduw - enkele picknickbanken, waarop wij onze lunchpauze houden.
Diagonaal tegenover de Mairie staat een pracht van een verenigingsgebouw, zoals die in het begin van de vorige eeuw (deze in 1911) door de overheid in heel veel gemeenten van dit departement zijn gebouwd, om het verenigingsleven in de dorpen te stimuleren.
Het is rond 12:00 uur als we hier pauzeren.

Kilometers rechtdoor 
We gaan na onze lunchpauze Taller uit, en komen dan via een asfaltweg op de plek waar we het bos in gaan, over een bospad dat aan beide zijden is begroeid met hoog opgaande frisgroene varens.
En even later buigen we voorbij het gehucht Laborde in het buurtschap Clucq af op een breed bospad, dat we kilometers lang in zuidelijke richting moeten blijven volgen. Warm is het voortdurend, vol in de zon, met een wegdek van wisselende samenstelling. Slechts af en toe is er enige variatie, bijvoorbeeld op de plek waar we te maken hebben met een hoog opgaande zandberm.
Het brede halfverharde pad gaat met twee sporen alsmaar rechtdoor, met slechts lichte stijgingen en dalingen, en alsmaar door een enorm bosgebied.
Een deel van dit rechte stuk kunnen we op een gegeven moment over een smaller veldpad vervolgen, met rechts van ons een open veld, en links van ons hoog opgaande rode struiken van de oosterse karmozijnbes, vol met groene en donkerpaarse bessen.
Enkele malen komen we voorbij grote houten hokken, met electriciteit erin en gasflessen ernaast. We hebben aanvankelijk geen idee waarvoor deze zijn bedoeld, maar een eind verderop zien we een heel groot aantal kippen scharrelen rond deze houten hokken, dus kennelijk zijn het kippenhokken.
Op de plek waar recent een nieuwe electriciteitsmast is gebouwd, eindigt dit lange rechte traject op een rul zandpad bij een asfaltweg.

Warm in Gourbera
Van die asfaltweg gaan we over op de D140, en daarmee naderen we Gourbera, op de plek waar een groot verkeersbord staat, dat meldt dat hier de ‘Voie de Tours’ loopt, als een ‘Chemin de Compostelle’.
Direct daarna wandelen we de bebouwde kom van Gourbera binnen.
Ook hier valt op dat veel huizen zijn gebouwd in vakwerkstijl, met prachtige kleuren.
Na een daling en een laatste klim over de D140 arriveren we in Gourbera bij de kerk en de Mairie waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
We nemen nog een fruitpauze om even te rusten en af te koelen van de temperatuur die tegen de dertig graden is opgelopen, en daarna rijden we van Gourbera terug naar Lesperon om daar onze fietsen af te halen, waarna we terugrijden naar onze camping in Narrosse. Tegen half vijf arriveren wij op de camping.

Geen opmerkingen: