donderdag 31 augustus 2023

Pelgrimeren van Gourbera naar Saint-Pandelon

Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Gourbera naar Saint-Pandelon
Woensdag 16 augustus 2023 – 18,7 km.
Dag 48:  1.015,1 – 1.033,8 km.
 
Terug bij de kathedraal van Dax



















Pelgrimeren op de dag na Maria Hemelvaart
Durkje en ik gaan vandaag in Gourbera beginnen met onze volgende etappe. Dit is de vierentwintigste dag van de voor ons dit jaar nog 28 resterende etappes van de Via Turonensis.  
De etappe van vandaag loopt tot in Saint-Pandelon.
Het wordt vandaag een wandeldag met zomers wandelweer. Tijdens deze etappe is het halfbewolkt. Halverwege de dag is het al behoorlijk warm om in de volle zon te lopen, maar de bewolking en de schaduw van het bos en van de gebouwen en bomen in de stad dempen het felle zonlicht, en het is zo aangenaam wandelen. 
Als we vanmorgen vanaf de camping vertrekken, is het al 20 graden Celsius, en de temperatuur loopt vanmiddag op tot 30 graden Celsius. 
Na het ontbijt verlaten we in onze auto - met achter op het fietsenrek de twee fietsen - om 7:10 uur de camping, om dan eerst van Narrosse naar Saint-Pandelon te rijden. Daar parkeren we de auto naast de Mairie, bij de kerk.
Dan fietsen wij de 17,8 kilometers van Saint-Pandelon naar Gourbera.
Onze fietsen stallen we om 8:45 uur in Gourbera naast de Mairie, tegenover de kerk, aan de houten paal van een promotiebord. 
Het was gisteren Maria Hemelvaart in Frankrijk, en daarvan zullen we vandaag nog het een en ander aan overblijfselen zien, in de stad en in de kerk.

Botsende priester kan niet in de kerk
Als we bijna klaar zijn voor ons vertrek komen twee Afrikaanse jongemannen in een auto aanrijden, en bij het inparkeren botsen ze tegen het hekwerk van de Mairie. Na enkele keren heen en weer zo recht mogelijk inparkeren, stappen ze uit. Ze vertellen dat ze voor de mis van negen uur komen in de dorpskerk tegenover de Mairie. Aan de toga in hun handen te zien, is de één priester, en de ander wellicht misdienaar. De kerk blijkt nog afgesloten, dus ze wachten op iemand die de kerk opent. Een Franse mevrouw komt aanrijden, maar die blijkt ook geen kerksleutel te hebben. Ze raadpleegt haar smartphone, om wellicht de sleutelhouder te benaderen om de kerk te openen, want over zo’n vijf minuten begint de mis.
Dat wachten we niet af, dus we verlaten het dorp. Buiten het dorp verlaten we de D150 om het bospad van het Forêt Communale op te gaan.
Dan volgt een mooie natuurwandeling door het bos over mooie bospaden. Onderweg zien we aan een boom een wegwijzer van de pelgrimsroute, waarop onder andere staat vermeld dat er in Saint-Paul-lès-Dax een refugio is. Daar komen we later op de route bij langs.

Gevarieerde paden door Forêt Communale
Over een asfaltweg dalen we af naar een beekje. Onder in de beekvallei komen we in het buurtschap Bouhette op de plaats waar we de beek oversteken, ter hoogte van de oude moulin van Bouhette.
Daarna gaan we de beekvallei weer uit, en gaan we over diverse bospaden verder het Forêt Communale in. Zoals zo vaak onderweg bij zonnig weer, fladderen veel en verschillende soorten vlinders over het pad, van bloem naar bloem.
Dan komen we door een gebied met enkele open velden. Die steken we over via smalle graspaadjes door de weilanden.
Dat we vandaag nogal met landschapsvariatie te maken krijgen, blijkt wel uit het feit dat we even later een zwaarder traject krijgen over rulle zandpaden door een duinenlandschap. 
Op zo’n stuk zijn de bermen al weer heel anders, met veel geel- en paarsbloeiende heide, en door de droogte vergeelde varens. We ‘ploegen’ rustig voort door het losse zand.

Opvliegende eend
Vlak voordat we bij de stad komen, wandelen we over een asfaltweg langs een groot privé-terrein met een waterplas, waar omheen allerlei dieren verblijven, zoals eenden, ganzen en geiten. Eén van de eenden is over het hekwerk gekomen, en staat vóór ons op de asfaltweg. De eigenaar van de eend komt met de auto aanrijden, en stopt bij zijn eend, die dan opvliegt en terug vliegt over het hekwerk naar het erf waarop alle andere dieren verblijven.
Als we ruim vóór de N124 rechtsaf verder gaan, wandelen we de bebouwde kom binnen van Saint-Paul-lès-Dax, ter hoogte van een huis met enkele bloeiende lagerstroemia’s: gladde bomen die nauwelijks boombast hebben.

Verkeerscontrole in Saint-Paul-lès-Dax
Op één van de vele rotondes van de N947 houdt de politie een verkeerscontrole. De vele bezoekers van het festival (rond Maria Hemelvaart) van de afgelopen dagen in Dax verlaten nu na afloop van het festival de stad, en de politie haalt nu en dan een auto uit de lange stroom auto’s ten behoeve van een verkeerscontrole.
Wij lopen dit controlepunt voorbij en lopen dan een hele lange rij auto’s tegemoet, die ons langzaam rijdend tegemoet komen. 
Verderop gaan we dwars door Saint-Paul-lès-Dax, waarbij we onder andere een winkelcentrum passeren.
Dan komen we even later bij de plaatselijke kerk.
Tegenover deze kerk is de refugio van de plaatselijke parochie.
Met een informatiebord en de metalen afbeelding van een pelgrim worden passerende pelgrims gewezen op de aanwezigheid hier van de parochiale overnachtingsaccommodatie voor pelgrims.
Ik kijk even op het terrein van de refugio, waar geen pelgrim is te zien, maar waar wel een wasrek vol met was van één of meer pelgrims hangt.

Veel afval en stank in Dax
Vlak vóór het treinstation en de spoorbrug verlaten we Saint-Paul-lès-Dax, en wandelen we de stad Dax binnen aan de overzijde van het spoorviaduct.
Dan steken we even later de rivier de Adour over, via de grote stenen brug. 
Direct valt ons dan al op – evenals in Saint-Paul-lès-Dax – dat men er ook hier al het mogelijke en wenselijke aan heeft gedaan om de grote bezoekersaantallen van het meerdaagse festival zo goed mogelijk in de hand te houden. In Saint-Paul-lès-Dax zagen we al overal hekwerken staan, die het parkeren en kamperen in de stad tegen moeten houden, en ook hier direct al in Dax zien we dat een parkachtig plantsoen helemaal is afgeschermd met ijzeren hekwerken, om de duizenden bezoekers erbuiten te houden.
Er ligt overigens een onbeschrijflijk grote hoeveelheid afval nabij de horecagelegenheden van de stad.
Met man en macht wordt er vandaag aan gewerkt om het op te ruimen en vooral ook schoon te maken. Er hangt een nare stank in de binnenstad van wat al die mensen in de afgelopen dagen hier hebben achtergelaten.

Bezoek aan de kathedraal van Dax
We lopen alle opruimers en schoonmakers voorbij, en gaan eerst naar de kathedraal van Dax.
Die is gelukkig open, dus we gaan naar binnen.
Helaas is het pelgrimsinformatiecentrum in de kathedraal niet open, maar door de tralies heen kunnen we toch nog twee beeldjes zien staan, en een houten wegwijzer met daarop een Jacobsschelp en een caminopijl.
Het ene houten beeldje toont een pelgrim, en bij het andere – aangeklede – beeld staat dat het hier gaat om het model van een middeleeuwse pelgrim.
Heel mooi is de presentatie in het koor, die is gemaakt ter gelegenheid van Maria Hemelvaart, dat gisteren is gevierd.
In één van de zijkapellen hangt een niet al te gebruikelijk schilderij, dat het geboorteverhaal van Jezus afbeeldt.
Ik maak een grote rondgang door de omgang, achter het koor van de kerk langs.
Op mijn vraag om een pelgrimsstempel antwoordt een vertegenwoordigster van de kathedraal dat we die wellicht vanmiddag na vier uur kunnen verkrijgen, maar zeker weet ze het overigens niet.
Bijzonder is het timpaan van de kathedraal. Niet boven de hoofdentree van het exterieur van de kathedraal, maar boven de zij-ingang in het interieur van de kerk.
Tussen de twaalf afgebeelde apostelen in het timpaan, staat ook het beeld van de heilige Jacobus, met Jacobsschelpen, als pelgrim en als beschermheer van de pelgrim.
Ook zie ik een kerkraam, waarop Johannes de Doper Jezus Christus doopt in de Jordaan met een Jacobsschelp, een beeld dat je in meerdere kerken, basilieken en kathedralen kunt aantreffen.
Na een uitgebreide rondgang door deze grote kathedraal, verlaten we de kerk, en gaan we de roerige, rommelige, stinkende binnenstad van Dax weer in.

Koffiedrinken kan buiten de binnenstad
Nu is het tijd voor koffie, èn we willen een brood kopen. We gaan de winkelstraten in, en passeren dan direct al het stadhuis, dat open is, waar we een stempel in onze pelgrimspaspoorten krijgen.
Banketzaken zijn wel open, maar een bakkerswinkel vinden we niet. En ook een terras om koffie te drinken treffen we nog niet aan. Café’s zijn nog te druk met de noodzakelijke schoonmaak.
Meerdere zaken in de winkelstraten hebben hun panden dichtgetimmerd met houten schotten, om de smeerboel en wellicht ook vernielingen van het meerdaagse stadsfestival te voorkomen. 
Enkele ondernemers zijn bezig om die houten schotten te verwijderen, en overal zie je ondernemers en schoonmakers de gevels en de straten schoon te maken. Dat is overigens ook echt nodig, want nu het al weer warmer wordt, stinkt het in de stad van urine en van allerhande vormen van afval.
We steken het stadsplein over, waar de grote stadskermis wordt afgebroken. Daarbij moeten we ook hier laveren tussen al dat afval.
Aan de overzijde van het plein vinden we een terras waar we wel op aangename wijze kunnen koffiedrinken, dus daar maken we gebruik van.

Le Gond
Na deze koffiepauze gaan we weer terug naar de kathedraal, want daar gaat onze pelgrimsroute verder door de stad.
We gaan in zuidoostelijke richting door de stad. Onderweg kopen we bij een bakkerszaak een brood voor onze rustdag van morgen. In de wijk Le Gond vinden we in de schaduw een bank waarop we onze lunchpauze houden.
Le Gond lopen we uit langs het plaatselijke opleidingsinstituut van de rooms-katholieke kerk in Les Landes, dat overigens is genoemd naar Saint-Jacques de Compostelle.
Heel verrassend is dat we ter hoogte van Constentine in een gebied komen met enkele grote vijverpartijen.
We lopen tussen grote vijvers door, die zijn begroeid met geelbloeiende waterplanten.
Dit graspad tussen de vijvers gaat over in een donker bospad, en we horen daar onderweg dat we steeds dichter bij een weg met autoverkeer komen. Als we inderdaad die asfaltweg bereiken, moeten via een houten trap naar boven, om boven aangekomen de rivier Le Luy over te steken.

Saint-Pandelon
Aan de overzijde zetten we een flinke klim in, om al vrij snel daarna Saint-Pandelon binnen te lopen.
We klimmen verder omhoog tot aan de ommuurde begraafplaats van het dorp.  
Op deze begraafplaats staat een baarhuisje, waarvan de deuren aan beide zijden open staan.
Binnen ligt in de hoek onder de houten trap een bult met allerhande zaken, waaronder ook een aantal grafkruisen, die wellicht van oude graven zijn verwijderd.
Kennelijk worden de natuurstenen grafkruisen met daarop de aan het kruis hangende Jezusbeeldjes niet zomaar weggegooid.
Hier verlaten we tot de volgende etappe van overmorgen de doorlopende pelgrimsroute, om naar de dorpskerk bij de Mairie te lopen. 
De kerk is echter gesloten, dus die bezichtigen, zit er vandaag niet in.
Daarom lopen we naar de tegenoverstaande Mairie. 
Die is gesloten, maar we zien een raam wijd open staan op de benedenverdieping. Binnen zitten twee dames te werken. Als we hen vragen om een stempel in onze pelgrimspaspoorten, zeggen ze fijntjes dat de Mairie gesloten is, maar ondertussen pakt één van hen wel het gemeentestempel en zet dat enthousiast in onze pelgrimspaspoorten.
We bedanken de dames hartelijk, en lopen dan naar onze auto naast het gemeentehuis. 
Met de auto rijden we terug naar Gourbera, waar we onze fietsen afhalen, die we daar vanmorgen hebben achtergelaten.
Tot slot rijden we terug naar de camping in Narrosse, waar we iets na drie uur vanmiddag arriveren, met dan nog de grote was in de tweede helft van de middag, en óók de hele avond met prachtig weer voor de boeg.

Geen opmerkingen: