Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Cap de Pin naar Lesperon
Maandag 14 augustus 2023 – 24,7 km.
Dag 46: 969 – 993,7 km.
Pelgrimeren na een rustdag in festivalstad Dax
Gisteren hebben Durkje en ik onze caravan verplaatst vanuit het Franse dorpje Bilos naar de plaats Narrosse nabij de zuid-Franse stad Dax, waar we ons basiskamp nu hebben op Camping Old Sycamore, in het Frans genoemd: Le Vieux Platane.
Dax staat deze dagen tot en met morgen in het teken van een groot festival, waar duizenden festivalgangers op af zijn gekomen, met opvallend veel Basken, gekleed in het welbekende Baskische wit-rood.
Durkje en ik gaan vandaag in Cap-de-Pin beginnen. Dit is voor ons de tweeëntwintigste dag van de voor ons dit jaar nog 28 resterende etappes van de Via Turonensis.
De etappe van vandaag loopt tot in Lesperon.
Het wordt vandaag een wandeldag met zomers wandelweer. Tijdens deze etappe is het halfbewolkt. Halverwege de dag is het al behoorlijk warm om in de volle zon te lopen, maar met de bewolking en met de schaduw van het bos dempt het felle zonlicht en is het aangenaam wandelen.
Als we vanmorgen vanaf de camping vertrekken, is het 15 graden Celsius, en de temperatuur loopt vanmiddag op tot 31 graden Celsius.
Na het ontbijt verlaten we in onze auto - met achter op het fietsenrek de twee fietsen - om 7:05 uur de camping, om dan eerst van Narrosse naar Lesperon te rijden. Daar parkeren we de auto tussen het dorpscafé en de Mairie, bij de kerk.
Dan fietsen wij de 25 kilometers van Lesperon naar Cap-de-Pin.
Onze fietsen stallen we in Cap-de-Pin tegenover het inmiddels leegstaande restaurant Relais Napoleon III aan een electriciteitspaal bij een woning. We zijn om 9:15 uur klaar voor de etappe vanuit Cap-de-Pin.
Bospaden
Vanuit Cap-de-Pin steken we over het viaduct direct de A10 over, en daar hervatten we de doorgaande pelgrimsroute, waar we die eergisteren beëindigden.
Eerst lopen we een eind over de asfaltweg parallel aan de autosnelweg, maar al vrij snel kunnen we dat asfalt verruilen voor het brede zandpad door het bos, waarmee we ons verwijderen van de autosnelweg A10.
We passeren het buurtschap Le Baqué.
Ter hoogte van het gehucht Lesbordes verlaten we het brede bospad, om dan over smallere paden door het uitgestrekte bos verder te gaan.
Bij een oude houten boerenschuur zien we een oldtimer staan.
De auto is al zo oud en vergaan, dat het alleen voor een kenner nog zichtbaar is welk automerk en model dit is.
We dalen af en komen dan bij een beek-bruggetje waarmee we de Ruisseau de Tounedou over steken. Vlak vóór dat bruggetje komen we langs een huis ver van het pad af. De jongeren die vóór dat huis staan, groeten zwaaiend naar ons in het voorbijgaan.
Na het oversteken van de brug over deze beek gaat het sterk stijgend de beekvallei uit, het bos in.
Het is trouwens opmerkelijk hoe goed het pelgrimspad hier in deze uitgestrekte bossen is bewegwijzerd.
Naar Grand Cout
Als we vóór een grote vlakte in het bos staan, zien we rechts van ons nieuwe bosaanplant van zo’n drie meter hoog, en in de verte ouder bos met een vak bomen van zo’n zes meter hoog, en daarachter een bosvak met bomen van meer dan 12 meter hoogte. En links van ons ligt een heel groot leeg en ruig terrein, waarvan je kunt zien dat dit hele bosvak nog niet zo lang geleden geheel is gerooid. Hier zullen op termijn vast en zeker weer nieuwe bomen worden geplant.
Bij het buurtschap Grand Cout gaan we tijdelijk het bos uit, om over een asfaltweg verder te gaan.
Koffiedrinken in Onesse et Laharie
Dan lopen we de bebouwde kom binnen van het tweelingdorp Onesse et Laharie.
Dat is de Franstalige naam van dit tweelingdorp, maar net zoals in Fryslân worden hier de plaatsnamen ook tweetalig (voor Gascogne) op de plaatsnaamborden vermeld, en voor dit dorp is dat dan Onessa e Laharí.
Bij het binnenwandelen van het dorp valt direct op dat veel huizen zijn gebouwd in vakwerkstijl.
De huizen zijn wit, maar het houtwerk is zwart, rood of blauw.
In het dorp gaan we even van de doorgaande route af, om iets verderop koffie te kunnen drinken en naar de kerk te gaan.
Tegenover de kerk is een klein kruidenierswinkeltje, dat tevens broodverkooppunt is. Binnen kopen we twee broden, twee ‘pain au raisins’ voor bij de koffie, en twee koppen koffie. Buiten is een heerlijk schaduwrijk terras op een houten vlonder, waar we lekker in de schaduw koffiedrinken.
Daarna klimmen we naar de kerk, die helaas gesloten is.
Maar de Mairie naast de kerk is wel open, dus daar halen we een stempel voor onze pelgrimspaspoorten.
Weer teruglopend langs de kruidenier zien we dat één van onze grote ijstheeflessen al leeg, dus we kopen bij de kruidenier een ijskoude fles Orangina, om goed aangevuld met voldoende drinken straks het bos weer in te gaan. Na deze winkel zullen we namelijk geen andere commercie meer passeren op deze etappe.
Motor met zijspan en bolsters in Grand Coulin
We verlaten de D140 en gaan wederom het bos in. Het zijn overwegend naaldhoutbomen, met eronder grote frisgroene varens, die door het dóórdringende zonlicht prachtig worden beschenen. Heel mooi om te zien.
Vlakbij het buurtschap Grand Coulin horen we geschreeuw door het bos, en even later motorgeluid. Dan komt ons een motor met zijspan tegemoet, met een jong stel erop, en twee kleine kinderen met helm op in de zijspan.
Achter ons keren ze de motor, en dan rijden ze ons van achteren voorbij. Ze hebben veel plezier met zijn vieren op die mooie oude motor met zijspan.
We lopen dit gehucht uit bij een prachtige wilde kastanje.
De boom zit vol hele dikke bolsters.
Prachtig valt het zonlicht over deze mooie groene bolsters.
Herten en bijen in het bos
Op één van de volgende bospaden blijft Durkje plotseling staan, en wijst naar twee herten verderop tussen de varens in het bos.
De herten vluchten vóór ons en steken daarbij het bospad over. Maar aan de andere kant begint een hond te blaffen, met als gevolg dat één van de herten weer terug vlucht over het bospad, naar het gebied waar die vandaan kwam.
Verderop verruilen we de bospaden weer voor een eind asfaltweg over de D140. Het asfalt is niet zo bijzonder, maar de hoogopgaande bermen langs de weg zijn wel prachtig met veel verschillende planten,waaronder paarsbloeiende heide.
En dan gaan we even later toch weer het bos in. Ter hoogte van het buurtschap Monsaut naderen we een bosrand, waar langs het bospad een groot aantal bijenkasten staat opgesteld. De bijen vliegen af en aan, maar wij kunnen ongehinderd langs de bijenkasten het bospad vervolgen.
Lesperon aan de Voie de Tours
Nog een keer komen we langs een hele grote open vlakte in het bos. Omdat we aan het eind ervan omhoog klimmen, krijgen we achteromkijkend een goed overzicht over deze open bosvlakte met hier en daar nieuwe aanplant van verschillende hoogtes.
Vanaf het hoogste punt kunnen we ook vóór ons een eind in de verte kijken.
Nog eenmaal gaan we het bos uit, om dan over de D140 het laatste eind naar Lesperon te lopen. Vlak vóór Lesperon staat een groot bord dat alle voorbijgangers erop wijst dat hier de ‘Voie de Tours’ loopt als een ‘Chemin de Compostelle’.
Direct daarna wandelen we Lesperon binnen.
In de kerk van Lesperon
In het dorpscentrum valt ons op hoe fors de kerktoren van de dorpskerk is.
Als we via de kerktoren de kerk binnen lopen, zien we in de dikke muur van de toren een heel smal kerkraam, met daarin kleurrijke decoraties, waarin in elk geval een vlag, en ook een Jacobsschelp en een kalebas zichtbaar zijn; twee symbolen die bij het pelgrimeren horen.
De kerk heeft een hele brede kerkzaal.
Het koor is prachtig gedecoreerd.
De twee zijbeuken eindigen in de twee zijkapellen, die prachtig versierd zijn.
Tegen het plafond zien we prachtige schilderingen.
De linker zijkapel is op dit moment veel donkerder dan de rechter zijkapel.
Eén van de kerkramen toont de afbeelding van Sint Rochus als pelgrim.
Pelgrimsmozaïek van Lesperon
Wat ook heel bijzonder is, is het kleurrijke muurmozaïek tegenover de kerk, aan de voet van het dorpscafé-restaurant.
Dat mozaïek verbeeldt onder andere de bosrijke omgeving van Lesperon, en in het midden staat een pelgrim heel mooi afgebeeld met ook Jacobsschelpen op de kleding van de pelgrim èn op de rest van het mozaïek.
In het parkje tegenover de Mairie vinden we een houten bank in de koele schaduw. Daar lunchen we, en dan gaan we terug naar onze auto op het pleintje bij de Mairie.
Met de auto rijden we terug naar Cap-de-Pin, waar we de fietsen afhalen, en dan rijden we tot slot via de A10 weer terug naar Narrosse, naar de camping.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten