donderdag 8 april 2021

Ver onderweg

Woensdag 7 april 2021

Cover van 'Ver onderweg'
Meerwaarde van de Camino
Jeroen Gooskens (1941-2013), oud-Augustijn en voormalig studentenpsycholoog liep in drie etappes in de drie opeenvolgende jaren 1991, 1992 en 1993 als pelgrim naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela en schreef over zijn eigen pelgrimage op de camino (pelgrimsweg) het bekende boek 'Ver onderweg' (1998). Zijn boek kreeg als subtitel mee: 'Verhaal van een voettocht naar Santiago de Compostela'.
Zijn reisverhaal werd een bestseller in pelgrimsland, met name omdat hij de meerwaarde van de camino in dit boek verwoordde op een aansprekende manier. Ook buiten de kring van pelgrims werd zijn reisverslag gewaardeerd, omdat het boek ook inspirerend bleek te zijn voor het levenspad van ons allen.

Het pelgrimspad als metafoor voor het leven
'Ver onderweg' is een aanstekelijk boek, dat veel lezers meesleept in de wereld van het wandelen. In een eindeloze deining van landschappen en herinneringen zoekt de pelgrim-schrijver overdag zijn weg, en elke avond een bed. 
De natuur beziet hij met liefde voor details. Kloosters zoekt hij op als oude huisvriend. Als vijftiger kijkt hij vaak terug, en soms vooruit. Alles beschrijft Gooskens met mildheid en met veel gevoel voor relativering. 
Elk mens gaat zijn (levens)weg. Elke weg is de moeite waard. Dat geldt voor het leven, en dat gaat zeker ook op voor een voettocht naar Santiago de Compostela. Veel wegen heeft Jeroen Gooskens onderweg links of rechts moeten laten liggen. Slechts één weg kon hij kiezen om voort te gaan. Zijn weg heeft hem in de loop van de tocht bovenmate geboeid. Zijn pelgrimspad heeft Gooskens van dag tot dag getekend, en gaandeweg geslepen van wandelaar tot pelgrim.

Wandelen en verdiepen
Vanwege een fysieke handicap raakte Jeroen Gooskens tegen zijn vijftigste verjaardag vrij van een betaalde baan. Dat maakte het mogelijk zijn pelgrimstocht te lopen, zij het in drie jaar-etappes.
Hij maakt deze pelgrimstocht vanuit Noord-Limburg in de volgende drie etappes:
  1. In 1991 van Molenhoek (NL) naar Olliergues (Frankrijk), over een afstand van 1.357 kilometer;
  2. In 1992 van Olliergues naar Estella (Spanje), over een afstand van 1.088 kilometer;
  3. In 1993 van Estella naar Santiago de Compostela, en tot slot nog door tot Cabo Fisterra; over een afstand van 741 kilometer, waarmee zijn pelgrimstocht totaal op 3.186 kilometer kwam.
Met een vlotte pen beschrijft Gooskens hoe hij dagelijks zijn weg en bed zoekt. Het is grotendeels een solitaire tocht, met enerzijds veel afzien door het bar slechte weer, en anderzijds ook veel verrukking over de landschappen onderweg, ook over flora en fauna. 
Daar tussendoor etaleert de schrijver een grote belezenheid met veel historische weetjes over de dorpen, steden en de legendes van onderweg. Regelmatig is er een verdieping naar zijn herinneringen aan de Rooms-Katholieke Kerk; soms met scepsis, maar meestal met weemoed of verwachtingen. 
Het boek biedt aan een zeer diverse lezersgroep veel herkenning. 
Het boek bevat de drie jaar-routekaartjes èn een zwart-witte afbeelding van een pelgrim, gemaakt door Ruud Harmsen.

Woord vooraf
  • Een wandeling van 3.000 kilometer is voor de meesten een stap te ver; de agenda van hun leven staat volgeschreven met andere prioriteiten.
  • Eenzame kilometers in België en Frankrijk boden alle kans om het leven te beschouwen.
  • Ik vrees het eindpunt meer dan het wenkt; niets is mooier dan onderweg te zijn.
  • Onderweg van alles te zien, is aanleiding om te fantaseren, om te associëren, om te mediteren.
  • Twee polen wisselen elkaar af en vullen elkaar aan: de buitenkant van avontuur en waarneming, de binnenkant van achtergedachten en verdichting.
  • Elke mens gaat zijn weg, elke weg is de moeite waard; dat geldt voor het leven, dat gaat zeker op voor een voetreis naar Santiago.
  • Alleen wie zich thuis veilig geborgen voelt, kan ver onderweg zó genieten.
1991 van Molenhoek naar Olliergues
  • De weg zegt de wandelaar niet wat hem wacht.
  • Elk sterven maakt ruimte voor nieuw leven.
  • Studenten met problemen zijn er te over, aan werk voor studentenpsychologen geen gebrek.
  • Ver weg wil ik, op weg naar het einde van de wereld, op pelgrimstocht naar Santiago.
  • Spanje verdiende ook een part van de heilige koek; daarom kreeg het een apostelgraf om trots op te zijn.
  • Ik verlang naar ongestoord lopen en kijken.
  • Het wordt een zoektocht.
  • Mijn verlangen: als pelgrim onderweg, nergens thuis, overal een buitenbeentje: alle tijd om te beschouwen, de natuur, de mensen, het nu en wat verleden is.
  • Ik kan tegen een stootje en ik ben nieuwsgierig naar de weg, naar de wereld, naar mezelf.
  • Naast het avontuur staat het element van bezinning centraal.
  • In mijn eigen beleving is de tocht geen prestatie, evenmin vakantie, maar een ontdekkingstocht.
  • Stilstaan en terugkijken, daar gaat een mens niet op achteruit.
  • Het is beter weinig nodig te hebben dan veel te bezitten (Regel van Augustinus).
  • De rolwisseling is pijlsnel en levensgroot.
  • Van dag tot dag word ik minder toeschouwer.
  • Een paar vezels heimwee binden me aan thuis, de rest is onderweg.
  • Bewaar ons voor regels en voor Duitsers-met-macht die die regels rücksichtslos toepassen.
  • Alleen-zijn geeft te denken.
  • Ik hoef niet zo nodig een snelle jongen te worden.
  • Godsdienstigheid heeft vele gezichten.
  • Behalve aan ideeën wijd ik me aan kijken.
  • Het is met dorpen al net als met mensen: om mooi te worden, hebben ze geschiedenis nodig.
  • Schoonheid bestaat bij de gratie van afwisseling.
  • Alleen ben ik, maar niet eenzaam.
  • Weer dat gevoel van verwondering over de nabijheid van andere werelden en ongekende ervaringen.
  • Op deze tocht is mijn geluksemmer steeds ruim gevuld, leegte is er niet bij.
  • Ik ken niemand, en niemand kent mij.
  • In de laatste uren van de dag ervaar ik wat een bestaan zonder dak boven je hooft betekent: afhankelijk zijn van vreemden, op wie je voor goed geluk bent aangewezen.
  • De tv aan het plafond past niet bij de behoeften van een pelgrim wiens oog gericht is op hogere zaken.
  • Abstracties leer je later en ze slijten weer eerder, het concrete gaat langer mee.
  • Vervlogen herinneringen kom je niet op het spoor door diep na te denken, wel door het weerzien. Weer zien, is weer weten, herkennen en herbeleven.
  • Een wandeltocht biedt wat het leven niet biedt: een herkansing, de mogelijkheid om alles nog eens over te doen.
  • Ik geef de voorkeur aan mijn eigen waarheid.
  • De ervaring blijkt in werkelijkheid vaak heel anders dan het idee vooraf.
  • In het leven prefereer ik wat reflectie boven veel actie. 
  • Al te vaak werkt noeste ijver averechts: je schiet wel op, maar je komt nergens uit.
  • De natuur is niet zielig, zij is taai.
  • Geluk is niet het product van noeste ijver, maar dat het ons gratis en onverdiend overkomt. Het is het geluk zelf dat zijn gelukkigen uitzoekt.
  • Pas na een paar uur lopen, heb ik mijn ritme weer te pakken en sta ik weer open voor nieuwe indrukken.
  • Toerisme en wandelen is voor de rijken.
  • Een minuscuul creatuur ben ik in een immense natuur. Overweldigend.
  • Een kathedraal blijft voor mij niet alleen een bezienswaardigheid, maar vooral een plaats van gebed. De omgeving maakt het makkelijk om je als mens klein te voelen.
  • Er is op mijn eenzame wandeling niemand die me tegenspreekt, ik heb de wijsheid in pacht.
  • Ik voel me sterk verbonden met allen en alles, dankbaar dat alles is zoals het is. Met elke stap word ik meer pelgrim, ik kan het niet nalaten te bidden.
  • Grote kerken maken nog geen gelovigen.
  • De natuur is er zomaar en altijd, gratis en voor iedereen, veelal ongezien en te vaak ongeroemd.
  • In de wouden zul je meer vinden dan in de boeken, de bomen en de rotsen zullen je dingen leren die geen enkele leermeester je kan vertellen (Bernardus).
  • Alleen een gek loopt met het tempo van gepaste vertraging over de oude Romeinse weg. Zoveel is zeker: tijd en kwantiteit zijn omgekeerd evenredig.
  • Aanvankelijk kleine verschillen hebben grote gevolgen, ook in een mensenleven: minieme zaken veranderen een hele levensloop.
  • Ik geniet hier al van het paradijs. Geluk is op de plaats waar je staat.
  • Voor een ware pelgrim gaat de tocht van de ene kathedraal naar de andere, de wereld is slechts een doorgangshuis.
  • Voor mij is niets mooier dan onderweg zijn.
  • In de immense ruimte voel ik me klein en juist dat maakt me gelukkig. Jezelf nooit te groot voelen, groot is onze God. Wij zijn maar héél klein.
  • Als je vooraf definieert wat geluk is, dan is wat daarbuiten valt pech. Maar als je je vooraf nergens op vastlegt en de gegeven omstandigheden als geluk beleeft, dan kun je wel voor honderd procent geluk hebben.
  • Ik prijs mij gelukkig in mijn toenemende stilte; veel levens worden geleefd met te veel woorden; het zou met minder moeten kunnen.
  • Mijn enige taak is eerbiedig beschouwen en dankbaar genieten.
  • Alleen lopen is een intensieve ervaring, maar je moet ook afzien; niet zozeer van comfort, maar van je vertrouwde sociale contacten.
  • Kloosterleven is leven op het scherp van de snede: compromissen liggen altijd op de loer en hervormingen zijn met de regelmaat van de klok broodnodig.
  • Alleen wie getuige durft te zijn van het verleden, heeft een toekomst voor zich.
  • Met de kerk mag het dan wat minder gaan, met God is er niets mis. God is niet dood, Hij leeft!
  • Veel meer dan verwacht, ben ik op deze wandeling gaan rondwaren in het landschap van mijn verleden. Uit alles droom ik een nieuwe toekomst.
  • In mijn visioen heten de reddende engelen reflectie en zelfkennis, maar allebei kosten ze tijd; en tijd is er in de run op studiepunten juist steeds minder.
  • Nu we met z'n tweeën zijn, word ik socialer, meer gericht op mensen. Je hebt houvast aan elkaar en bent minder kwetsbaar.
  • Tijd is geen geld.
  • Voor weetjes heb ik een slecht geheugen, de ervaring vergeet ik nooit en te nimmer.
  • Het leven is voor mij meer zoeken dan maken.
  • Je bent overal sneller, maar je ziet minder.
  • Waardering blijft een kwestie van smaak.
  • De grote meerderheid kiest voor tempo, een kleine minderheid leert nog kijken.
  • Geld is hier werkelijk een bijkomstigheid, gastvrijheid en gebed zijn de zaken waar het om gaat.
  • Om gelukkig te worden, kun je maar beter niet teveel plannen, het loopt toch anders. De kunst is om je aan te passen hoe het loopt.
  • Ik geef me over aan de beschouwing van het nutteloze, ik lig en ik ben.
  • Hoe verder ik naar het zuiden afzak, hoe meer dingen naar Santiago gaan verwijzen.
  • Dat ik te voet van Nederland naar Compostela loop, vinden de meesten volkomen krankjorum.
  • De wasplaats functioneerde voor de vrouwen als biechtstoel en als therapieruimte.
  • Vrouwelijke aanwezigheid zou werken als duivelse verleiding en je moet de kat niet op het spek binden.
  • Nog steeds heerst in kerkelijke kringen veel onnodige krampachtigheid waarmee de kerk mensen van zich vervreemdt.
  • De paradox van het reizen: ver weg gaan om gelukkig weer thuis te komen.
  • Ik ben zó los geraakt dat een litteken van onthechting voelbaar zal blijven.
  • Soms heb je mensen op wier manier van lopen je valt. Je weet niet precies waar het aan ligt, het is een kwestie van ritme, van melodie.
  • Urenlang dezelfde weg, hetzelfde afzien, hetzelfde uitzicht smeden je tot kameraden.
  • Wandeltherapie: kweekvijver voor solidariteit.
  • Frankrijk is een wispelturige dame vol verrassingen, je weet nooit waar je aan toe bent.
  • Hoe goed ik ook met de andere sekse kan opschieten, samen zo'n wandeltocht maken, is onmogelijk.
  • Abrupt is de stap van tijd naar haast.
  • De nieuwe generatie heeft het in veel opzichten moeilijker. Ze krijgen zoveel, dat ze bijna niet meer leren wat iets waard is; ze krijgen het zo vlug, dat ze niet meer weten dat ze zonder kunnen. Dat maakt hen kwetsbaarder. Een overvloed aan mogelijkheden maakt het moeilijker kiezen.
1992 van Olliergues naar Estella
  • Schrijven blijkt een veeleisend ambacht: schaven aan taal met woorden als weerbarstig materiaal. Maar tegelijk is het een legitieme manier om te verwijlen bij dierbare herinneringen; zo kan ik mijn solotocht delen, een kostbare beleving slijt ik aan anderen.
  • Het onbeschreven blad is het meest ontvankelijk.
  • Dat stoffige rommeltje op zolder, ik voel me er redeloos maar onlosmakelijk mee verbonden; weggooien moeten anderen maar doen, later.
  • Vooruitgang is als een lawine: niet tegen te houden.
  • Nu neem ik mijn lot weer in eigen hand; wandelend ben ik weer eigen baas.
  • Mensen hebben een beter geheugen voor mentale emoties dan voor fysieke sensaties. Fysieke gevoelens zijn onmiskenbaar en vaak opdringerig aanwezig zolang de prikkel duurt, maar na afloop ben je ze ook weer snel vergeten.
  • In de eenzaamheid van de natuur wordt menig mens mensenschuw.
  • Geef mij maar soberheid, dan kun je je beter op de kern concentreren.
  • Het snijvlak tussen God en wereld is scherp, een mens valt er bijna altijd aan één kant vanaf.
  • Waar de heren strijden, lijden de boeren.
  • Het holisme van de Middeleeuwen: wetenschap, kunst en religie vormden nog één geheel, geletterdheid stond gelijk aan godsdienstig.
  • Universiteiten waren een leerschool voor het leven.
  • De wereld zonder gevoel voor transcendentie is mij te plat, de kerk zonder oog voor menselijke waarden schrikt mij af.
  • Vooruit, dus steeds verder.
  • Feit is wel dat in de Middeleeuwen alles nog met alles samenhing.
  • Het dagelijks bestaan in het oude bergland is nog onvoorstelbaar primitief.
  • God zelf is onzichtbaar en niemand heeft Hem ooit gezien, maar we zien overal in de Schepping Zijn sporen, dus weten we dat Hij bestaat.
  • De grote massa houdt de kerk in ere door er zo min mogelijk binnen te komen.
  • De gemeenschappelijkheid van onze herinneringen is kort van duur maar hevig van aard, we vieren een feest van herkenning.
  • De Aubrac is op zijn echtst een plek van diepe verlatenheid.
  • Ik heb van het samenzijn genoten, maar de alleengang zou ik niet willen missen.
  • Het noodzakelijke kwaad van de taal is dat je niet alles tegelijk kunt zeggen, je gaat de heelheid uiteenleggen.
  • Tritsen woorden, maar de ervaring waar het om gaat, is één.
  • Ik beschouw liever. Daarom wandel ik. Alleen.
  • God is het meest tastbaar in stilte en eenzaamheid.
  • Juist een welvarende kerk heeft geen toekomst, rijkdom en macht werken alleen maar averechts en maken God onzichtbaar.
  • Volgens een ruwe schatting kwam de helft van de pelgrims niet levend terug.
  • Zo gaat het ook in het leven: fractionele verschillen hebben grote gevolgen.
  • Ik kies liever minder om me er dieper mee te verbinden.
  • Dieper graven dan de waan van de dag, dat is een wezenlijk aspect van mijn pelgrimstocht.
  • De verrijzenis van ons lichaam is voor mij, kleingelovige, te mooi om waar te zijn.
  • Jaquets zijn pelgrims naar Saint Jacques.
  • In Frankrijk lopen alle grote wegen naar Parijs.
  • Hoe langer de tocht duurt, des te dieper de verstilling.
  • De moderne tijd is niet altijd een zegen.
  • Het lot slaat toe wanneer je er het minst op bedacht bent.
  • De kleur van de dingen wordt niet door de dingen zelf bepaald, maar door het innerlijk van de beschouwer.
  • Ik besef dat onze wereld met al haar dwaze schoonheid zelf een voorbijgaande reiziger is in een universum dat blijft.
  • Mijn mufabel: het multifactorieel belastingsmodel voor lange-afstandswandelaars: Z = AxBxCxPxW. In woorden: de zwaarte van het wandelen wordt bepaald door de factoren Afstand, Bagage, Conditie, Parcours en Weer.
  • De invloed van de leefomgeving op het gedrag van mensen is evident.
  • Het is met zo'n wandeling als met een feest: je kunt het een ander wel proberen naar de zin te maken, maar op de eerste plaats moet iedereen toch zichzelf vermaken,
  • Voor een verdrietig hart is de hele wereld vol tranen.
  • Jongeren hebben een andere zingeving, een andere tijdsbeleving, een andere culturele bagage.
  • Ik hoop voor mijn kinderen dat ze bij alle veranderingen meer winnen dan verliezen; ik hoop dat ze gelukkig worden.
  • Alleen wie zich thuis veilig geborgen weet, durft er zo op uit.
  • Waar de hoop gestorven is, blijft het ritueel in stand.
  • De eerste uren van de dag zijn de uren van de grootste ontvankelijkheid.
  • In tijden van tegenspoed bloeit het geloof; desillusie en armoede drijft de mensen naar de kerk.
  • Druppels hollen de steen uit, het kost alleen tijd.
  • Alle dorpen zijn halteplaatsen op de weg naar Santiago.
  • Je kunt in elk gat wel ergens een stempel krijgen.
  • Eigenlijk moet je de weg in elk seizoen lopen om hem echt te leren kennen.
  • Met al dat comfort dreigt de camino te verworden tot een toeristische trekpleister.
  • De aantrekkingskracht van de camino ligt juist in de binding met verleden en avontuur.
  • Iedere pelgrim gaat zijn eigen weg, geen twee verhalen zijn hetzelfde. Echter, iedereen vindt dat hij het prima getroffen heeft, zonder uitzondering is iedereen enthousiast over zijn eigen tocht. Dat is op zich een wonder.
  • Anderen mogen de wereld besturen, wij lopen er liever in rond, aan kijken hebben we een dagtaak.
  • Niets kan een mens beter doen dan de tijd nemen en wachten op wat komen gaat.
  • In Spanje is 'morendoder' een eretitel. In Nederland is elke spat bloed in naam van de God er één te veel.
  • Spanje is voor mij een nieuwe geliefde vol verrassingen, spannend en onvoorspelbaar.
1993 van Estella via Santiago de Compostela naar Cabo Fisterra
  • De seizoenen gaan voorbij, Santiago moet wachten en wordt er alleen maar aanlokkelijker door: zoals ooit, in de jaren van mijn jeugd, de bruid.
  • Ik verlang naar de eenzaamheid van een eindeloze horizon, weinig mensen met wie ik weinig woorden zal wisselen; ik grijp het beproefde stilzwijgen aan om in te keren.
  • Elke pelgrimstocht is een metafoor van het leven.
  • In mijn hoofd maakt de vitaliteit van mijn jeugd gaandeweg plaats voor meer beschouwelijkheid, een allesoverheersende toekomst ruimt allengs het veld voor wat geweest is.
  • In onze cultuur wordt het stadscentrum vaak beschouwd als een brandpunt van leven; ik zie meer een labyrinth waarin mensen vastlopen en waaruit geen ontsnappen mogelijk lijkt.
  • Zien en gezien worden, niets is Spaanser dan dat.
  • Pas te voet voel ik mij op mijn plek. Terug van weggeweest, ik ben weer thuis op de camino.
  • De camino blijkt voor ons alle drie méér dan zomaar een wandeltocht.
  • Steeds weer doemt de kerk in mijn herinneringen op als armzalig mensenwerk.
  • Volwassenheid heeft zijn prijs.
  • Een rijke kerk, in plaats van het Rijk Gods.
  • Ik ben een wandelaar, een wandelaar wil ik blijven.
  • Elke wandelaar heeft zijn eigen redenen en die weet hij vaak zelf niet.
  • Op de camino groeit een onuitgesproken verbondenheid.
  • Iedereen gaat zijn eigen gang, maar iedereen volgt dezelfde weg en dat werkt als patent bindmiddel.
  • Het hele spul heet pelgrim, en met volslagen vreemden voel je je verbonden.
  • Iedereen gaat zijn eigen gang, niemand stoort zich aan anderen, er heerst bonte verscheidenheid en verdraagzaamheid.
  • Wat is de waarde van een teken dat nauwelijks nog wordt verstaan?
  • Veel komt op rekening van San Iago, want naar hem zijn we onderweg.
  • Het pad van een pelgrim gaat niet over rozen.
  • Ik wandel, dus ik leef.
  • In Spanje is een slaapplaats geen enkel probleem meer, elk dorp langs de camino heeft zijn refugio.
  • De refugio is het keurmerk van de vooruitgang.
  • Ieder gaat zijn eigen gang en verwacht dat ook van anderen, zodoende is het in de refugio's één grote maar gezellige troep.
  • De heiligverklaring van de grootste gemene deler wekt bij mij de neiging om af te wijken.
  • De camino is gewoon een goedkope manier om iets van de wereld te zien, en daarom is het druk.
  • Ik vind meer dan ik zocht.
  • Elke meter die je hoger komt, daalt de welvaart van de bewoners en stijgt hun solidariteit.
  • Rituelen markeren de overgang.
  • In het pastorale landschap past de pelgrim.
  • De keten van frustratie en agressie kent geen einde.
  • Een beetje pelgrim draagt zijn eigen last.
  • Wie van het leven houdt, zou eigenlijk in het hier en nu moeten stilstaan; maar stilstaan wil niemand en vooruitgang is het parool.
  • Een slapende pelgrim moet je niet wakker maken.
  • Knus, kleinschalig en kneuterig, dat is de charme van dit land.
  • Galicië is rijk aan schoonheid, maar rijke boeren vind je er niet.
  • In deze toestand is slapen een illusie: je ligt wat, doet mee in het koor van snotteren en hoesten, je voelt je één met de rest.
  • De corredoiras (paden) lijken op loopgraven: nauwe holle weggetjes tussen hoge wallen van kreupelhout.
  • Met het milieu rommelen ze hier maar wat aan, de lucht is het enige dat hier niet ernstig vervuild is.
  • De privacy die ik vannacht tekort kwam, heb ik overdag in overvloed.
  • Ik proef de Schepping, ik prijs de Schepper en zie dat alles goed is.
  • Helemaal de oude zal ik nooit meer worden.
  • Ook als ik al lang en breed onder de zoden lig en mijn aantekeningen zijn vergaan, ook dan zullen weer nieuwe generaties hetzelfde pad gaan.
  • Mensen zijn schakels die voorbijgaan, wat blijft is de camino.
  • Volgens schattingen kwamen er in de veertiende eeuw in Santiago per dag meer dan duizend pelgrims aan.
  • Ieder heeft zijn eigen ritme en zijn eigen tempo.
  • Het vertrouwde steeds weer loslaten, dat is het harde bestaan van de zwerver.
  • De pelgrimage is een metafoor van het leven zelf, de avontuurlijke weg door een wisselvallige wereld naar de sterren van de eeuwigheid.
  • Het pelgrimsbrevet (de bul) is uniek in haar onbruikbaarheid: het is een getuigenis waarmee je in het leven niets verder komt, en juist daaraan ontleent zij haar waarde. Pure vorm zonder functie. Prachtig!
  • Ik raak verslaafd aan Santiago.
  • De apotheose in en om de kathedraal van Santiago maakt de finale tot een nagerecht, het slotakkoord wordt een toegift.
  • De zee is het begin en het einde van alles.
  • Nu is de cirkel rond, de droom gedroomd.

Geen opmerkingen: