zondag 22 maart 2020

Pelgrimsdag 17 pelgrimeren op Psalm 17

Zondag 22 maart 2020
Bij de Kapel van Genooi in Venlo-Noord

















17
De pelgrimstocht van Durkje en mij van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela, en iets verder door naar Cabo Fisterra duurde 152 + 4 = 156 dagen. Met enige berekening had dat ook wel in 150 dagen gekund.
Wij zijn er op uit getrokken, naar buiten getreden, en ontdekten onderweg steeds meer dat je gaandeweg ook een reis naar binnen maakt, een innerlijke reis. Die reis naar binnen kun je sturen door elke dag een tekst ter bezinning mee te nemen, die je dan wandelend en/of rustend overdenkt. Durkje en ik hebben dat niet gedaan.
Maar daar hoeft het niet bij te blijven.
Ik ben opnieuw op reis gegaan.
Deze denkbeeldige tocht is een reis van Psalmen, van één Psalm voor elke pelgrimsdag. Een avontuur met de vraag wat het verbinden van de volgende Psalm aan de volgende Pelgrimsdag op je wandeling naar binnen van je vraagt, en wat het je heeft geschonken als je wandeling met God en met elkaar ten einde is.
Een inleiding op deze Psalmen-pelgrimage schreef ik in mijn blog van 16 januari 2015.
Nog steeds nieuwsgierig naar onze bestemming, en bovenal naar wat deze weg ons brengt, wandel ik vandaag verder op deze denkbeeldige Psalmenreis, met Psalm 17 op Pelgrimsdag 17.

Leestip
Hieronder staat eerst een weblink naar ons wandelverslag van deze Pelgrimsdag.
Daaronder staat een weblink naar deze Psalm, met de bijbeltekst van de 'Nieuwe Bijbelvertaling' (NBG 2004).
Onder de Psalm staan altijd de tussenkopjes van de 'Bijbel in Gewone Taal' (NBG 2014).
Ultreia!

Van Meerlo naar Venlo

Luister naar mijn gebed, Heer
Bescherm mij als Uw liefste kind
Bevrijd mij van mijn vijanden

Maria
Op onze 17e pelgrimsdag passeren we in het noorden van Venlo de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Genooi, die al van het jaar 1423 stamt. Pas in 1631 werd dit gebouw als kapel in gebruik genomen, dus al bijna 390 jaar komen mensen naar deze kapel om Maria aan te roepen.
Niet alleen inwoners van Venlo, maar ook pelgrims bezoeken deze kapel om troost te zoeken, om te bidden om genezing, om vergeving van zonden te vragen, en om bemoedigd te worden.
Elke maand worden in de Kapel van Genooi zo'n 15.000 kaarsen aangestoken, dus zo'n 500 keer per dag. Deze brandende kaarsen zijn de zichtbare tekenen van al die mensen, die op heel verschillende gronden hun persoonlijke noden aan Onze-Lieve-Vrouw (Maria) van Genooi voorleggen, in de hoop en in het geloof dat deze vraag om gehoord te worden ons aller God zal bereiken.

David
Psalm 17 is een psalm van David, een gebed van David.
Met zijn psalm vraagt David aan God om hem te horen, om te luisteren naar wat David van God vraagt. Waar het onrecht is, vraagt David om recht.
David roept en smeekt om gehoord te worden, om de wonderen van Gods trouw aan hem te tonen.
Hij is er van overtuigd dat God hem kent, en dat God trouw is en blijft aan zijn belofte.
Centraal in deze psalm staat de bede van David tot God. Het is Davids hartenkreet om als het ware als Gods oogappel behoed te worden voor alles wat hem (en de mens in het algemeen) aan dreiging kan overkomen. David is bang voor gewelddadige goddelozen, voor vijanden die hem naar het leven staan, en voor mensen die leven voor uitsluitend kortstondig gewin.

Corona
Als je de context van de voor zijn vijanden bevreesde David even loslaat, komt er wellicht ruimte in jezelf om eens na te denken over de vraag waar jij en ik vandaag de dag Gods hulp bij nodig hebben. Dan gaat het misschien ineens wel om de meer onzichtbare vijand, die ons óók onzeker en bang kan maken.
Kijk vandaag de dag eens om je heen, en zie hoeveel mensen in deze spannende tijd bang zijn voor het oprukkende Corona-virus, dat als een sluipende vijand ons allen belaagt. Ook als die vijand ons nog niet (merkbaar) heeft aangevallen, weten we dat deze onzichtbare vijand op de loer ligt in elk onvoorzichtig handelen, en ons in de komende dagen, weken of maanden op enig moment aanvalt, om toe te slaan met besmetting, met hoogstwaarschijnlijk ziekte als gevolg.

HEER
David leert ons met zijn 17e psalm dat wij met onze smeekbede bij God mogen komen, in het volstrekte vertrouwen dat wij gehoord zullen worden.
God kent ons, en Hij blijft trouw aan zijn belofte om met ons te zijn en te blijven, ook al gaat het misschien niet zoals wij hopen en denken.
Wij mogen - evenals David - aan God (blijven) vragen ons te bewaren als Zijn oogappel, om te schuilen in Zijn hand, en om ons te verbergen onder de schaduw van Gods beschermende vleugels.
Een dergelijk Godsvertrouwen zal ons dan hopelijk het gevoel geven dat wij niets tekort komen. Laten we blijven rekenen op Gods trouw, en wellicht zijn de wonderen de wereld nog niet uit. David vraagt God dat dan ook te laten zien, met zijn bede:

"Maak mij gelukkig, 
zie mij aan
en kom bij me,
dat ik U zie,
elke ochtend weer."

Kijk, luister en zing mee: PSALM 17

Geen opmerkingen: