vrijdag 17 mei 2019

Pelgrimeren van Mealhada naar Águeda

Paaszondag 21 april 2019
Paasversiering bij het wegkruis van Aguada de Baixo

























Van Lissabon naar Santiago de Compostela
Caminho Portugués de Santiago van Mealhada naar Águeda
Paaszondag 21 april 2019 – 25,4 km.
Dag 13: 267 – 292,4 km

Paasmorgen in Mealhada
Na het avondeten (een Leitões-streekgerecht van geroosterd speenvarken) in één van de restaurants van Mealhada, en na de eerste wandeldag van gisteren, en een goede nachtrust in pelgrimsherberg Albergue Hilário, staan we vanmorgen op om 6:30 uur. In de slaapkamer van de pelgrimsherberg beginnen we deze tweede wandeldag om 7:00 uur met een eenvoudig ontbijt. Om 7:30 uur staan we buiten de pelgrimsherberg, klaar voor vertrek.
We gaan vandaag de 25,4 kilometers naar de stad Águeda lopen.
Het is op deze vroege Paasmorgen nog stil op straat.

Van Sernandelo via Alpalhão naar Aguim
De eerste mensen die we onderweg ontmoeten, zijn een bakkersvrouw met een meisje. Ze rijden ons voorbij in een witte bakkersauto, stappen uit, en bezorgen een zak met broodjes bij één van hun klanten in Sernandelo.
We lopen een bosperceel in en passeren daarin op een gegeven moment een deel van het Eucalyptusbos dat geheel is gerooid.
Via een veldpad langs olijfbomen wandelen we vanuit het bos naar het dorpje Alpalhão, waarin we de dorpskerk passeren.
Letterlijk klokslag acht uur wandelen we het volgende dorpje binnen: Aguim.
Een vrouw opent net de toegangsdeur van de dorpskerk en laat ons naar binnen. Als we weer buiten komen, zien we aan de overzijde tegenover de kerk een mooi tegeltableau van Sint Jacob staan.

Anadia en Arcos
Onderweg naar de stad Anadia komen we langs een akker. Op de hoek van de akker, aan de wegkant zie ik een pootaardappelenzak van HZPC staan. Kennelijk zijn hier eens Friese pootaardappelen gepoot op deze Portugese akker.
Aan de rand van de bebouwde kom van Anadia slaan we linksaf, om dan vervolgens om de stedelijke bebouwing heen te lopen. Aan de westzijde van de stad passeren we een kerk. Als we bij de kerk een foto maken, komt een oude vrouw ons tegemoet, die ons in het passeren een goede pelgrimage wenst.
Vrij snel voorbij Anadia arriveren we bij Arcos. Om in Arcos te komen, moeten we een stenen boogbrug oversteken, die hier over een snelstromend riviertje ligt.

In de Caminho Bar in Avelãs de Camino
De pelgrimsherbergier van Mealhada had ons beloofd dat we na ongeveer zes kilometer vanaf zijn pelgrimsherberg vanmorgen wel een kop koffie zouden kunnen drinken in het dorpje Alfeloas, maar dat gaat vandaag niet lukken, want op deze Paasmorgen is het plaatselijke café gesloten.
We moeten dus nog een uurtje doorlopen, naar Avelãs de Camino, om het daar opnieuw te proberen. Op onze routekaart staan bij dit dorp twee koffiekopjes, wat aangeeft dat hier in elk geval twee café’s zijn. De eerste daarvan blijkt ook gesloten te zijn. Voorbij het dorpsplein moeten we rechtdoor, maar tussen de huizen door aan onze linkerhand zie ik dat langs de doorgaande weg het tweede café staat. Dichterbij gekomen, zien we dat de naam van dit café is: Caminho Bar. Die zal dan toch wel open zijn? En ja hoor, de zijdeur van de portiek staat open, dus we hebben geluk, en kunnen hier koffiedrinken.
Het is gezellig druk in deze caminobar. Eén van de pelgrims die vannacht tegelijk met ons heeft overnacht in de pelgrimsherberg van Mealhada heeft hier ook een rustpauze gehad. Hij gaat vrij snel na onze komst weer verder. Durkje en ik hebben inmiddels twee en een half uur gelopen, dus de koffie met een abrikozencroissant en een flesje koud water erbij doen ons goed. Een oudere en een jonge vrouw komen samen de bar binnen. De oudste loopt met enkele korfjes langs de tafels om iets aan de klanten te verkopen; de jonge vrouw loopt gelijktijdig ook bij alle tafeltjes langs, en bedelt om geld. De beide vrouwen verkopen en krijgen niets en verdwijnen weer naar buiten, waar ze met een met plastic boodschappentassen volgepakte wandelwagen weer verder trekken.

Paasfeest in Avelãs de Camino
Het Paasverhaal in symbolen in de kerk
Als we hebben afgerekend en buiten weer langs de dorpskerk lopen, opent een mevrouw op dat moment de kerk, en zet voor ons de kerkdeur open. Binnen verrast ons het mooie interieur van deze kerk. Links naast het koor heeft men een mooie Paas-schikking gemaakt, met foto’s van afbeeldingen van het Paasverhaal, en stenen kruiken en bloemen aan de voet van een houten kruis, waarover een wit kleed hangt. Een rood hart hangt onder aan het kruis. Kortom, het Paasfeest mooi verbeeld.

Wijn en schelp in São Joao da Azenha
Voorbij Avelãs de Camino volgt een kilometers lang traject, van altijd maar rechtdoor in noordelijk richting. De schaduw van ons op het wegdek schuift langzamerhand van linksvoor naar het midden vóór ons.
Vanmorgen was de blauwe lucht nog bedekt met kleine schapenwolkjes, maar hoe verder de dag voortschrijdt, hoe meer blauw de lucht toont. De temperatuur loopt dan ook al weer snel op naar zo’n 27 graden Celsius. Durkje en ik proberen zoveel mogelijk in de schaduw te lopen, veelal rechts van de doorgaande weg. Omdat de zon achter ons staat, hebben we overigens niet veel last van de felle zon.
We komen eerst in het dorpje São Joao de Azenha, waar we langs een groot wijnhuis komen.
Op de kruising in het dorp staat een kleine kapel. Ter gelegenheid van Pasen staan er bloemen aan de voet van het kruis in de kapel. Een caminogele Jacobsschelp hangt boven aan het ijzeren hek dat de toegang tot de kapel verspert.

Gastvrij Aguada de Baixo
De volgende plaats waar we door komen, is Aguada de Baixo.
Midden op het kruispunt van het dorp staat een wegkapel, met daarin een beeld van Jezus aan het kruis. Ook hier weer zien we een kruis en kapel rijkelijk versierd ter gelegenheid van het Paasfeest. Verderop ligt de dorpsstraat bezaaid met takjes en bladeren van de Eucalyptusboom, ter gelegenheid nog van Palmpasen.
Als we een foto willen maken van dit mooie wegkruis in de wegkapel, komt een jongeman op ons af lopen, en vraagt of hij ons erbij zal zetten op die foto. Dat is een goed idee, dus hij maakt enkele foto’s van ons, zittend bij de wegkapel.
Ondertussen komt zijn familie vanuit de dorpskerk ook aanlopen. Een jonge vrouw stelt ons een lange vraag in het Portugees. Als we de jongeman vragen wat ze ons vraagt, vertelt hij in goed Engels dat zijn familie ons uitnodigt om met hen mee te komen naar hun huis, omdat over enige tijd de plaatselijke pastoor bij hen thuis komt met het kruis uit de kerk. In huis kussen alle familieleden dan dat kruis, en zij nodigen ons uit om daarbij te zijn.
Dat is lief aangeboden, dus we bedanken de familie heel hartelijk voor hun vriendelijke aanbod, en vertellen dat we nu toch echt verder moeten, omdat we nog een eind moeten wandelen om vanmiddag in Águeda aan te komen. Daar hebben ze alle begrip voor, dus we nemen afscheid van elkaar, en bedanken hen nogmaals voor hun gastvrijheid.
Wij lopen dan eerst naar de plaatselijke dorpskerk. In een kleine zaal naast de kerkzaal liggen nog de vaandels met gouden knoppen, die zojuist zijn gebruikt bij de Paas-processie door het dorp.
Verderop passeren we een café. Daar staan veel auto’s geparkeerd, en buiten op het terras staat een groep jonge mannen, die ons bij onze passage toeroepen dat we er ook maar even bij moeten komen om met hen samen iets te drinken. We vertellen dat we zojuist al in een bar in Avelãs de Camino hebben gepauzeerd, en dat we derhalve nu toch verder gaan. Ze groeten ons vrolijk ten afscheid.

Barró en Lugar de Sardão
Bij de plaats Barró gaan we over een groot bedrijventerrein. Op deze Paasdag is hier alles gesloten, zo ook de café’s op dit industriegebied. Zo langzamerhand moeten we toch iets eten, dus we maken gebruik van enkele oude stoeltjes en een aftandse tafel die bij één van die café’s staan, om daar enkele broodjes te eten, alvorens we de laatste kilometers van vandaag afleggen.
Daarna gaat het verder naar Lugar de Sardão. Vlak voordat we dit dorpje doorkruisen, ligt een steile afdaling vóór ons. Halverwege die afdaling zien we ver vóór ons de stad Águeda liggen.

Águeda
Vlak vóór Águeda steken we via een forse brug de Rio Águeda over, en aan de overzijde lopen we dan direct de stad Águeda binnen.
Het terras van het restaurant dat aan de overzijde van de brug ligt, is gezellig vol.
Wij wandelen rechtsaf een winkelstraat binnen, die in de middenbaan geheel bedekt is met allerhande planten en bloemen, die hier in groten getale op de weg zijn gelegd, om een groene en gekleurde strook van plantmateriaal te creëren, ter gelegenheid van Palmpasen.
We hadden gepland om vooraan in Águeda, nabij de rivierbrug een overnachtingsplek te krijgen in een pension boven een restaurant, maar als we de Palmpasen-baan volgen, zien we een bord in de straat staan, dat aangeeft dat enkele meters verderop een overnachtingslocatie voor passerende pelgrims is. Als we daar langs komen, komt juist de jonge beheerder naar buiten. Hij toont ons de kamer die hij nog beschikbaar heeft, en wij besluiten hier in deze moderne accommodatie te overnachten. Zo hebben we dus al binnen enkele minuten na aankomst de overnachting voor de komende nacht geregeld.

Geen opmerkingen: