vrijdag 17 mei 2019

Pelgrimeren van Coimbra naar Mealhada

Stille Zaterdag 20 april 2019

Pelgrimspaspoort stempelen in de kerk van Mala
 


















Van Lissabon naar Santiago de Compostela
Caminho Portugués de Santiago van Coimbra naar Mealhada
Stille Zaterdag 20 april 2019 – 22,4 km.
Dag 12: 244,6 – 267 km

Coimbra
Na het avondeten (een geitenvleesmenu) in één van de gezellige restaurants van het Portugese Coimbra, en na de reisnacht en -dag van gisteren, en een goede nachtrust in Stay Hotel Coimbra Centro staan we vanmorgen op om 6:30 uur. In de ontbijtzaal van het hotel beginnen we deze eerste wandeldag met een goed ontbijt. Om 8:00 uur staan we buiten het hotel, klaar voor vertrek.
We gaan vandaag de 22,4 kilometers naar de stad Mealhada lopen.
Nu hadden we gisteren bij het treinstation van Mealhada gezien dat de in onze pelgrimsgids aangegeven pelgrimsroute naast het station is afgesloten. We moeten dus een eind verderop de aansluiting zien te vinden op de plek waar de doorgaande pelgrimsroute wèl open is.
In Coimbra vragen we twee mannen bij de ingang van een bedrijfsterrein. Een chauffeur die Engels spreekt, oppert dat we het beste met de trein van Coimbra naar Mealhada kunnen reizen. Maar als ik zeg dat dát voor ons als pelgrims ‘not done’ is, glimlacht hij over zijn grap, maar hij vertelt ons dan wel direct dat we het beste de brede doorgaande weg kunnen nemen tot aan het volgende treinstation Coimbra B. Daar kunnen we dan volgens hem ons pelgrimspad vervolgen.

Station Coimbra B
We volgen zijn raad op en zijn ongeveer een kwartier later bij station Coimbra B.
Nergens in Coimbra staat de wandelpad-omleiding, en ook hier niet.
Als we zoekend naar aanwijzingen om ons heen kijken, roept een oudere man ons en gebaart ons met hem mee te komen. Hij voert ons over het stationsterrein over de sporen, en wijst dan aan waar in de verte voorbij een parkeerterrein een betonnen paal staat met een wegwijzer van de camino. Daar moeten we naar toe lopen, vertelt hij, en dan van daar af de gele camino-pijlen weer gaan volgen. We bedanken de behulpzame man, en even later staan we bij die officiële wegwijzer, en begint hier onze pelgrimsdag nu wij - na een onderbreking van drie jaren - weer terug zijn op de doorgaande route richting Santiago de Compostela.

Ademiá en Fornos
Bij het Repsol-benzinestation verlaten we de bebouwde kom van Coimbra, om vervolgens langs een riviertje in de richting van Adémia te lopen.
De zon schijnt aangenaam, en al snel stijgt de temperatuur. Durkje trekt haar trui uit, want het wordt nu al te warm voor een trui.
Vlak vóór Adémia steken we via een betonbrug het langzaam stromende riviertje over, en wandelen we het dorpje Adémia binnen.
In Adémia, maar ook gedurende de rest van de dag, wordt de route prima aangegeven. Goed bewegwijzerd lopen we door de smalle straatjes van het dorpje Adémia.
Over een rustig asfaltweggetje lopen we door naar het volgende dorpje, naar Fornos. Op de splitsing waar wij links aanhouden, staat een woning met tegen de gevel een mooi blauw tegeltableau. Die zie je hier in Portugal veel, in allerlei vormen, maten en kleuren.

Sint Jacob in Trouxemil en bloemen in Adoës
Vanaf Fornos klimmen we langzamerhand van 25 meter naar 105 meter hoogte.
Bij de dorpskerk komen we het dorp Trouxemil binnen.
Tegenover de kerk staat midden op de doorgaande weg een standbeeld van Sint Jacobus, compleet met Bijbel, staf en kalebas.
Iets voorbij de kerk is een blauw tegeltableau uit 1942 tegen een gevel gemetseld, met daarop de afbeelding van de heilige Jacobus de Meerdere. Het zijn welbekende tekens, die ons duidelijk maken dat we echt weer op de pelgrimsroute richting Santiago de Compostela lopen.
Het volgende dorpje dat we doorkruisen, is Adoës.
In Adoës passeren we een mevrouw die langs de kant van de weg onder andere eieren en snijbloemen verkoopt.
In de groene middenberm in Adoës staat een welkom- en informatiebord voor pelgrims, waarop de hele pelgrimsroute vanuit Adoës tot aan Sernadelo door de gemeente Mealhada staat afgebeeld.

Straatbeeld in het Portugese Sangento Mor
Sangento Mor en Santa Luzia
We verlaten Adoës en komen al spoedig in het kleine dorpje Sangento Mor aan.
Een man op een tractor met daar achter een aanhangwagen met een vrouw boven op gemaaid riet passeren ons in de doorgaande dorpsstraat.
Verderop graast een groep schapen in het grasveld van een tuin, waarin ook enkele gevulde sinaasappelbomen staan. De sinaasappels kleuren mooi oranje in het groene bladerdek van de fruitbomen.
Langs de drukke verkeersweg van de N-1 moeten we dan verder klimmen naar Santa Luzia. Op de routekaart staat dat daar een café is, dus daar willen we een kop koffie gaan drinken. In het dorp aangekomen, zien we op afstand al dat het café gesloten is. Maar verderop – buiten de route – zien we een benzinestation aan beide zijden van de doorgaande verkeersweg. Wellicht dat we daar ook koffie kunnen drinken, dus we wagen het erop, en lopen verder langs de weg. En dat blijkt een goede keus te zijn, want dit benzinestation heeft ook een café voor passerende chauffeurs. Hier nemen we een rustpauze met een grote kop zwarte koffie en een fles koud water.
Daarna lopen we weer terug langs de weg naar de plaats waar de route verder gaat, op de plaats waar een kerkje staat. De kerkdeur staat open, dus we gaan naar binnen. Een man is bezig om de kaarsen in de kerk op te stellen. Hij groet ons en wenst ons een goed vervolg van onze pelgrimage.

Door geurig Eucalyptusbos
We zetten onze lichte klim nu verder voort door een heerlijke geurend Eucalyptus-bos. We wandelen hier over een mooi breed zandpad.
Hier en daar zien we in de berm langs het bospad bulten zand liggen. In het zand zitten veel steentjes. Als de regen op deze bulten valt, spoelt het zand rond de grindstenen weg, en blijven de grindstenen op de toppen van de smalle zandpijlertjes liggen. Daardoor ontstaat een prachtig patroon met vertikale lijnen van wit grind op lichtgekleurd zandkolommen.

Tijd van Pasen in Mala
Het mooie bospad komt uit op een asfaltweg, die we vervolgen tot aan de rand van de bebouwde kom van het dorpje Mala.
Hier en daar staan prachtig bloeiende struiken in de tuinen van de woningen langs de dorpsstraat.
De deur van de dorpskerk staat op een kier, dus we kijken even binnen. In het koor van de kerk zijn twee vrouwen aan het werk om de kerk van binnen schoon te maken. Wellicht zijn dat de laatste voorbereidingen voor het komende Paasfeest van morgen.
Eén van de schoonmaaksters spreekt tamelijk goed Engels, en ze vraagt ons of we ook een stempel van de kerk willen hebben in onze pelgrimspaspoorten.
Dat willen we zeker graag, dus ze gaat naar de ruimte naast te kerkzaal, en komt terug met het kerkstempel, en zegt dat we dat zelf kunnen afdrukken in onze credentials. Dat doen we graag.
Ze vertelt dat iets verderop in het dorp een café is, dus als we iets willen drinken, zou dat daar kunnen. Ik vertel de vrouw dat wij op het houten bankje vóór de kerk plaatsnemen, omdat we daar even willen rusten en een broodje gaan eten. Dan vraagt ze of ze voor ons wellicht drinken uit het café kan halen. We bedanken haar voor haar vriendelijke aanbod, en vertellen dat we genoeg drinken bij ons hebben in onze rugzakken. We bedanken en groeten de beide gastvrije dames en lunchen in de schaduw op het bankje vóór de kerk.  
Naast ons in de buitenvitrine aan de muur hangt een poster met de kerkdiensten van de parochie, voor deze periode van Pasen, voor ‘Semana Santa’. Op de poster de afbeelding van de verwonde Jezus, ziende op het houten kruis. Goede Vrijdag, Stille Zaterdag (vandaag) en Pasen ten voeten uit.

Door Lendiosa en Vimieira naar Mealhada
Het volgende dorpje dat we doorkruisen, is Lendiosa.
Daarna volgt het dorpje Vimieira.
Waar de bebouwing van Vimieira over gaat in het open veld, staat een groot informatiebord van de pelgrimsherberg in Mealhada. We besluiten naar deze refugio door te lopen, die net voorbij de bebouwde kom van het volgende dorp – Mealhada – ligt. Volgens het infobord is het vanaf hier nog 4,5 kilometer.
Dan volgt een mooi smal veldpad door een heuvelachtig gebied. Verderop zie ik een man met een tractor rijden.
Zijn aanhanger is volgeladen met boomstammen en dikke takken.
Langs het pad staan lage druivenstruiken en olijfbomen.

Leitões en Refugio in Mealhada
De stad Mealhada naderen we vanaf de rotonde, waarop een beeld staat van Bacchus, gezeten op een wijnvat.
Vooraan in Mealhada is een grote Intermarché-supermarkt, waar we direct de boodschappen voor morgen kopen: broodjes, melk, ijsthee en water. Daar komen we morgen – Paaszondag – weer een heel eind mee verder op het pelgrimspad.
Daarna gaan we verder naar en door het stadscentrum van Mealhada.
Voorbij het stadscentrum komen we langs een tegeltableau, waarop een man staat met een big van een zwart varken aan het spit.
Portugezen noemen dat in en rond Mealhada zo beroemde geroosterde streekgerecht: Leitões. Restaurants langs de weg tussen Mealhada en onze volgende pelgrimsherberg kondigen op grote borden aan dat ze ook Leitões serveren.

Albergue Hilário
We lopen verder over een breed geasfalteerd voetpad langs het stadspark, en komen dan net buiten Mealhada aan bij onze overnachtingsplek voor de komende nacht, de pelgrimsherberg genaamd: Albergue Hilário.
Op het herbergterrein zitten twee dames, die ons doorverwijzen naar het kantoor van de eigenaar verder op het erf. Daar worden we hartelijk welkom geheten, en krijgen wij bij ontvangst direct beiden een flesje water aangeboden.
Daarna worden we ingeschreven, krijgen we een refugio-stempel van deze pelgrimsherberg in onze pelgrimspaspoorten en krijgen we een kamer toegewezen. Per nacht kunnen hier zo’n dertig pelgrims overnachten. De eersten zijn al binnen, en na onze komst, komen af en toe ook volgende pelgrims binnen.
We volgen de ons zo bekende routine. We douchen, en nemen rustig de tijd voordat we vanavond een plek zoeken voor de warme maaltijd.
De temperatuur is vandaag opgelopen tot 27 graden Celsius, dus het is nu op de eerste dag direct al een warme wandeldag geworden. Gelukkig waaide het af en toe aangenaam, en vooral ook als we op iets hoger gelegen plekken liepen. De pelgrimsherbergier vertelt ons dat het morgen ook weer zo warm wordt, en dat we de komende twee dagen in elk geval geen regen hoeven te verwachten.
Onze eerste (warme) pelgrimsdag van deze meivakantie zit er al weer op. Een mooie wandeldag ligt achter ons.
De rest van de middag is er nog volop tijd om de was te doen, om het dagverslag te schrijven, en om buiten in de schaduw op het binnenterrein van de pelgrimsherberg een e-book te lezen.

Geen opmerkingen: