Ultreia @ Feinsum @ dag 13 |
maandag 27 februari 2017
zondag 26 februari 2017
Franciscus van Assisi: De natuur als toegang tot het mysterie
Woensdag 22 februari 2017
Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu
Op pelgrimstocht gaan, betekent je vertrouwde omgeving verlaten, Je huis en familie, je werk en vrienden, de straat en de buurt waarin je woont. Je laat het los, laat het achter je.
Je komt dan in een nieuwe omgeving – niet in één, maar in meerdere entourages. Daar ontmoet je dan andere mensen, je maakt kennis met andere gewoontes, je komt in een ander taalgebied en je ziet andere bouwstijlen en wandelt door onbekende landschappen. Daar ervaar je de natuur (weer opnieuw).
Hierover nadenken, roept enkele vragen op, zoals:
In een vijftal lezingen gaan gerenommeerde sprekers in op de betekenis van natuur en landschap voor de pelgrim, vroeger en nu. In dit voorjaar van 2017 organiseert de Werkgroep Geschiedenis en Cultuur van ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob opnieuw een cyclus van vijf lezingen, dit jaar met het thema: 'Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu'.
Met deze lezingenserie - in het Institutio Cervantes te Utrecht - willen de werkgroepleden je bewust laten worden van wat natuur en landschap met je (kan) doen.
Lezing 3 - Franciscus van Assisi: De natuur als toegang tot het mysterie
Voor vanavond is Guy Dilweg als spreker uitgenodigd. Dilweg is franciscaan in het klooster Stoutenburg te Leusden. Hij gaat ons vanavond vertellen hoe de betekenis van de natuur in het leven van Franciscus van Assisi langzaam veranderde.
Wij kennen Franciscus als de zanger van het Zonnelied, waarin de broeder- en zusterschap van de hele schepping wordt gezien en bezongen. Voordat hij tot dat inzicht kwam, is Franciscus een lange weg gegaan, waarin de betekenis van de natuur zich steeds verder voor hem verdiepte.
Nico van Heijingen opent als avondvoorzitter deze bijeenkomst met eerst een korte inleiding over en verwijzing naar Franciscus van Assisi, en daarna introduceert hij onze spreker van vanavond, Guy Dilweg.
Franciscus van Assisi
Franciscus van Assisi leefde rond 1200, in een tijd van onrust. Steden bevechten elkaar, en er was ook sprake van strijd tussen de keizer en de paus. Franciscus bleef de paus gehoorzamen. Kruisvaarders trekken naar het Heilige Land om de heilige plaatsen te redden uit handen van de moslims. Op sociaal-economisch gebied krijgt men steeds meer moeite met de oude feodale samenleving. De kerk en de adel hebben het moeilijk. Er ontstaat een nieuwe klasse, namelijk de burgers in de steden, mensen die niet langer afhankelijk waren van de grond of van het oude geld van de adel. Deze nieuwe burgers komen op voor hun rechten. De kooplieden zijn daarvan de gangmakers. Zij maken gevaarlijke tochten door de natuur om hun koopwaar in te kopen en/of te verkopen. Franciscus van Assisi is de zoon van zo’n koopman. We gaan vanavond deze Franciscus volgen in zijn ontwikkeling.
Franciscus zette in de dertiende eeuw in op broederschap. Met succes, want hij kreeg al heel snel volgelingen. Door zijn menselijke manier van geloven en van omgaan met geloven heeft hij veranderingen in gang gezet. Hij was een representant van de zogenoemde armoedebewegingen,, het was een heel bescheiden man, en zo wordt hij doorgaans ook afgebeeld, waardoor hij bekend wordt om zijn nederigheid en zijn eenvoud.
Guy Dilweg kiest voor een verhalende aanpak van zijn lezing. We gaan vanavond aan de hand van allerlei Franciscus-verhalen kijken en luisteren naar het leven en de werken van Franciscus. Guy Dilweg blijkt daarin een pakkende verteller te zijn, met humor en ernst, alles op zijn tijd.
I. De wilde natuur in de Middeleeuwen
Natuur was in de Middeleeuwen een woestheid, schuilplaats voor misdadigers, woonplaats van wilde dieren en wijkplaats voor melaatsen. Dilweg vertelt de Franciscus-verhalen van de 'Rovers van Monte Casale' en de 'Wolf van Gubbio'.
Deze leerverhalen wijzen op enerzijds onjuist en anderzijds juist gedrag. Franciscus onderzoekt in deze verhalen de behoeften van mens en dier, hij probeert daar de vinger achter te krijgen, om daarna daaraan positief tegemoet te komen. Franciscus probeert namelijk een oplossing te vinden voor onderliggende en zich in wandaden uitvloeiende noden van de mens. Franciscus laat zien dat hij (en wij eigenlijk ook) daarin dan wel duidelijk op het eigen standpunt moet(en) blijven staan, ondertussen onderzoek verrichtend naar behoeften en motieven van anderen, om daar dan aan tegemoet te komen. Zo leren we bijvoorbeeld eerst te zorgen voor veiligheid en eten, en dan komt de goede rest vanzelf wel.
Maar hoe gaan wij met het milieu om? En hoe gaan wij om met de wilde natuur, en vooral ook met onze eigen wilde natuur. Guy Dilweg: "Door pelgrimeren kun je weer contact krijgen met de natuur, en ook met je eigen natuur." Pelgrimeren is ook het avontuur zoeken. Maar hoe gaan we daar dan mee om?
II. Franciscus' breuk met zijn milieu (met zijn vader)
Guy Dilweg vertelt ons het welbekende verhaal van Franciscus, die een deel van zijn uitrusting aan een bedelaar weggeeft. Tegelijk loopt daarmee dan echter zijn (vaders) ridderideaal spaak.
Franciscus droomt en krijgt een visioen met als thematiek: 'Wie kun je beter dienen: de Heer of de knecht?' De Heer natuurlijk, maar waarom doe je dat dan niet? Franciscus: 'Ik ken maar één Vader, die in de hemel.'
Franciscus is vrijgevig met de spullen van zijn vader, en geeft zijn spullen aan de armen.
Hij pelgrimeerde naar Rome, stapte in de rol van een ander, zoals in de rol van de bedelaar.
Zijn boodschap aan ons: als je dingen wilt leren, ga dan doen alsof, ga oefenen, stap uit je bekende patroon, ga het proberen. Zo ga je van bitter (wat bij mij bitter was) naar zoet, naar ziel en lichaam.
Voor Franciscus was bijvoorbeeld de ontmoeting met een melaatse als de ontmoeting met God. Franciscus: 'En toen heb ik de wereld verlaten; dit leven wil ik niet meer; ik moet breken met mijn leven; iets nieuws beginnen; maar wat?'
III. Op zoek naar bestemming, de zoektocht, wat wilt U dat ik doe?
Franciscus realiseert zich dat niemand hem vertelt wat hij (anders) moet doen. Dan - in een visioen - krijgt hij aanwijzingen, zoals:
IV. Uitbreidende zuster- en broederschap
Franciscus begint een steeds meer omvattende gemeenschap. Zijn eerste broeders kwamen bij hem in de ban van het evangelie. Eerst de mannen, later de vrouwen (Clara en haar zusters, de tweede orde). De mensen kozen dus voor een ander leven, en vrouwen bijvoorbeeld om onder de macht van mannen uit te komen.
Franciscus is op de vierde kruistocht meegegaan, om de sultan te ontmoeten. Die kruistocht was natuurlijk een bloederige krijgstocht. Franciscus waarschuwt de kruistocht-gangers: "Doe het niet, biedt vrede aan." Maar ze luisterden niet naar Franciscus, en werden toen bloedig verslagen. Franciscus ontmoet dan de sultan. Tussen hen beiden groeit begrip en waardering. De sultan hanteerde in hun ontmoeting niet het zwaard, maar zijn gemoed. Dat is nog eens een mooi voorbeeld voor ons Anno 2017: Twee mannen – van twee geloven - die de vrede samen zoeken, en die elkaar de vrede wensen.
Hier leren wij - van Franciscus - het volgende van:
Natuur als toegang tot het mysterie van Gods liefde
Deze grondtoon van Franciscus breidt zich in de verhalen van Guy Dilweg uit naar de natuur.
Dan volgt zijn volgende verhaal, van Franciscus die preekt voor de vogels. Franciscus vertelt de vogels hoe prachtig ze zijn, dat ze dankbaar moeten zijn, dat ze God daarvoor zouden moeten danken.
Dat zou mensen ook kunnen of moeten inspireren, om dat na te volgen.
Hier zit een diep verlangen - van Franciscus - in, namelijk, dat alles op de wereld er mag zijn. Ook de planten, dieren, bomen, kruiden. Laat er rondom elke akker altijd een rand met bloemen en kruiden zijn, zorg ervoor dat er altijd iets bloeit in je tuin, zodat mensen geraakt worden door al dat moois van de Schepper; dat ze daarin de Schepper waarderen en Hem danken voor al het goede dat ons omringt.
Franciscus noemde alle wezens zijn broeders en zusters. Franciscus: "Wij vormen met zijn allen één ondeelbaar geheel."
Een liefdesgemeenschap is een gemeenschap waarin de Schepper zich uitdrukt, waar God als Schepper óók deel van uitmaakt. Daarmee - en daarin - kan God deel worden van onze wereld.
Franciscus is begonnen met het laten zíen van het evangelie. Daarbij zou je kunnen denken aan bijvoorbeeld kerststallen, om zo de ontroering en het menselijke, en de natuur van God erin te laten zien.
Als je in een schepsel niet de Liefde van God hebt gezien, heb je 'het' niet gezien (volgens Bonaventura).
Opdracht: Probeer Gods liefde te zien in je kinderen en in je kleinkinderen, en probeer God(s liefde) te zien in je buren, en zelfs ook in je driftige baas.
Pelgrims beleven en veranderen onderweg
Nico bedankt Guy voor zijn presentatie. Dan sluit Guy Dilweg het eerste deel van de avond af met het ten gehore laten brengen van de vertolking van Lukas Gasser, van Franciscus van Assisi's Zonnelied, het lied van de schepselen.
Na de pauze gaan we onder leiding van Guy Dilweg plenair met elkaar in gesprek over de vraag waar de natuur voor jou en voor mij de toegang was tot het mysterie. Het blijkt boeiend om met elkaar te bekijken of iets van het leven en de werken van Franciscus ook ons tijdens onze pelgrimage naar Santiago de Compostela heeft geraakt.
Is het bijvoorbeeld ook onze ervaring dat we door de tegenstand in ons leven verder zijn gekomen? En heeft die hindernis mij geholpen om op mijn huidige pad te komen?
Zo gaan we op zoek of en hoe onze ervaringen als pelgrim onze visie en levenswijze hebben beïnvloed.
Enkele observaties uit dit eindgesprek zijn:
Ga heen, en doe het goede wel
Ik constateer dat we in de persoonlijke verhalen van vanavond van de hier en nu aanwezige pelgrims iets zien en horen van de medemensen die zij onderweg op bijzondere wijze ontmoetten, waarin vaak iets van die Liefde van God is te zien, over daden van goede, barmhartige mensen - noem ze 'engelen' of noem ze 'Franciscus' - die dienstbaar, aardig, gastvrij, menslievend zijn; en ik spreek tenslotte de hoop uit dat wij na vanavond allen iets van de lessen van Franciscus mee zullen nemen naar de plekken die wij bezoeken en naar de mensen die wij ontmoeten, om daarin Gods Liefde te (laten) zien, en 'het goede wel te doen'.
Franciscaan Guy Dilweg |
Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu
Op pelgrimstocht gaan, betekent je vertrouwde omgeving verlaten, Je huis en familie, je werk en vrienden, de straat en de buurt waarin je woont. Je laat het los, laat het achter je.
Je komt dan in een nieuwe omgeving – niet in één, maar in meerdere entourages. Daar ontmoet je dan andere mensen, je maakt kennis met andere gewoontes, je komt in een ander taalgebied en je ziet andere bouwstijlen en wandelt door onbekende landschappen. Daar ervaar je de natuur (weer opnieuw).
Hierover nadenken, roept enkele vragen op, zoals:
- Dat wandelen door natuur en landschap, wat doet dat met je als pelgrim?
- Ervaar je het landschap dan ook? Maak je er deel van uit, of is het voor jou slechts een decor?
- Is de natuur meer dan een stoffig pad, meer dan zon, weer en wind?
In een vijftal lezingen gaan gerenommeerde sprekers in op de betekenis van natuur en landschap voor de pelgrim, vroeger en nu. In dit voorjaar van 2017 organiseert de Werkgroep Geschiedenis en Cultuur van ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob opnieuw een cyclus van vijf lezingen, dit jaar met het thema: 'Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu'.
Met deze lezingenserie - in het Institutio Cervantes te Utrecht - willen de werkgroepleden je bewust laten worden van wat natuur en landschap met je (kan) doen.
- De eerste lezing ging over: Natuur en landschap als inspiratiebron voor de pelgrim.
- De tweede lezing ging over: Keltische spiritualiteit: Geloven onderweg
Lezing 3 - Franciscus van Assisi: De natuur als toegang tot het mysterie
Voor vanavond is Guy Dilweg als spreker uitgenodigd. Dilweg is franciscaan in het klooster Stoutenburg te Leusden. Hij gaat ons vanavond vertellen hoe de betekenis van de natuur in het leven van Franciscus van Assisi langzaam veranderde.
Wij kennen Franciscus als de zanger van het Zonnelied, waarin de broeder- en zusterschap van de hele schepping wordt gezien en bezongen. Voordat hij tot dat inzicht kwam, is Franciscus een lange weg gegaan, waarin de betekenis van de natuur zich steeds verder voor hem verdiepte.
Nico van Heijingen opent als avondvoorzitter deze bijeenkomst met eerst een korte inleiding over en verwijzing naar Franciscus van Assisi, en daarna introduceert hij onze spreker van vanavond, Guy Dilweg.
Guy Dilweg met een beeltenis van Franciscus van Assisi |
Franciscus van Assisi leefde rond 1200, in een tijd van onrust. Steden bevechten elkaar, en er was ook sprake van strijd tussen de keizer en de paus. Franciscus bleef de paus gehoorzamen. Kruisvaarders trekken naar het Heilige Land om de heilige plaatsen te redden uit handen van de moslims. Op sociaal-economisch gebied krijgt men steeds meer moeite met de oude feodale samenleving. De kerk en de adel hebben het moeilijk. Er ontstaat een nieuwe klasse, namelijk de burgers in de steden, mensen die niet langer afhankelijk waren van de grond of van het oude geld van de adel. Deze nieuwe burgers komen op voor hun rechten. De kooplieden zijn daarvan de gangmakers. Zij maken gevaarlijke tochten door de natuur om hun koopwaar in te kopen en/of te verkopen. Franciscus van Assisi is de zoon van zo’n koopman. We gaan vanavond deze Franciscus volgen in zijn ontwikkeling.
Franciscus zette in de dertiende eeuw in op broederschap. Met succes, want hij kreeg al heel snel volgelingen. Door zijn menselijke manier van geloven en van omgaan met geloven heeft hij veranderingen in gang gezet. Hij was een representant van de zogenoemde armoedebewegingen,, het was een heel bescheiden man, en zo wordt hij doorgaans ook afgebeeld, waardoor hij bekend wordt om zijn nederigheid en zijn eenvoud.
Guy Dilweg kiest voor een verhalende aanpak van zijn lezing. We gaan vanavond aan de hand van allerlei Franciscus-verhalen kijken en luisteren naar het leven en de werken van Franciscus. Guy Dilweg blijkt daarin een pakkende verteller te zijn, met humor en ernst, alles op zijn tijd.
I. De wilde natuur in de Middeleeuwen
Natuur was in de Middeleeuwen een woestheid, schuilplaats voor misdadigers, woonplaats van wilde dieren en wijkplaats voor melaatsen. Dilweg vertelt de Franciscus-verhalen van de 'Rovers van Monte Casale' en de 'Wolf van Gubbio'.
Deze leerverhalen wijzen op enerzijds onjuist en anderzijds juist gedrag. Franciscus onderzoekt in deze verhalen de behoeften van mens en dier, hij probeert daar de vinger achter te krijgen, om daarna daaraan positief tegemoet te komen. Franciscus probeert namelijk een oplossing te vinden voor onderliggende en zich in wandaden uitvloeiende noden van de mens. Franciscus laat zien dat hij (en wij eigenlijk ook) daarin dan wel duidelijk op het eigen standpunt moet(en) blijven staan, ondertussen onderzoek verrichtend naar behoeften en motieven van anderen, om daar dan aan tegemoet te komen. Zo leren we bijvoorbeeld eerst te zorgen voor veiligheid en eten, en dan komt de goede rest vanzelf wel.
Maar hoe gaan wij met het milieu om? En hoe gaan wij om met de wilde natuur, en vooral ook met onze eigen wilde natuur. Guy Dilweg: "Door pelgrimeren kun je weer contact krijgen met de natuur, en ook met je eigen natuur." Pelgrimeren is ook het avontuur zoeken. Maar hoe gaan we daar dan mee om?
II. Franciscus' breuk met zijn milieu (met zijn vader)
Guy Dilweg vertelt ons het welbekende verhaal van Franciscus, die een deel van zijn uitrusting aan een bedelaar weggeeft. Tegelijk loopt daarmee dan echter zijn (vaders) ridderideaal spaak.
Franciscus droomt en krijgt een visioen met als thematiek: 'Wie kun je beter dienen: de Heer of de knecht?' De Heer natuurlijk, maar waarom doe je dat dan niet? Franciscus: 'Ik ken maar één Vader, die in de hemel.'
Franciscus is vrijgevig met de spullen van zijn vader, en geeft zijn spullen aan de armen.
Hij pelgrimeerde naar Rome, stapte in de rol van een ander, zoals in de rol van de bedelaar.
Zijn boodschap aan ons: als je dingen wilt leren, ga dan doen alsof, ga oefenen, stap uit je bekende patroon, ga het proberen. Zo ga je van bitter (wat bij mij bitter was) naar zoet, naar ziel en lichaam.
Voor Franciscus was bijvoorbeeld de ontmoeting met een melaatse als de ontmoeting met God. Franciscus: 'En toen heb ik de wereld verlaten; dit leven wil ik niet meer; ik moet breken met mijn leven; iets nieuws beginnen; maar wat?'
III. Op zoek naar bestemming, de zoektocht, wat wilt U dat ik doe?
Franciscus realiseert zich dat niemand hem vertelt wat hij (anders) moet doen. Dan - in een visioen - krijgt hij aanwijzingen, zoals:
- 1. Ga, en herstel Mijn huis, herstel Mijn kerk. Een belangrijke les voor en van Franciscus: 'Ga niet wachten op wat je moet doen, maar begin alvast; ga vooral je gang en doe je best.'
- 2. Leef het Evangelie. Franciscus; 'Dat is wat ik ga doen; hierin heb ik mijn bestemming gevonden.' Zijn boodschap voor ons luidt: 'God houdt zo ontzettend veel van je, dat je daar nooit in uitgeput kunt raken.'
IV. Uitbreidende zuster- en broederschap
Franciscus begint een steeds meer omvattende gemeenschap. Zijn eerste broeders kwamen bij hem in de ban van het evangelie. Eerst de mannen, later de vrouwen (Clara en haar zusters, de tweede orde). De mensen kozen dus voor een ander leven, en vrouwen bijvoorbeeld om onder de macht van mannen uit te komen.
Franciscus is op de vierde kruistocht meegegaan, om de sultan te ontmoeten. Die kruistocht was natuurlijk een bloederige krijgstocht. Franciscus waarschuwt de kruistocht-gangers: "Doe het niet, biedt vrede aan." Maar ze luisterden niet naar Franciscus, en werden toen bloedig verslagen. Franciscus ontmoet dan de sultan. Tussen hen beiden groeit begrip en waardering. De sultan hanteerde in hun ontmoeting niet het zwaard, maar zijn gemoed. Dat is nog eens een mooi voorbeeld voor ons Anno 2017: Twee mannen – van twee geloven - die de vrede samen zoeken, en die elkaar de vrede wensen.
Hier leren wij - van Franciscus - het volgende van:
- Verkoop geen zoete broodjes, ga de dialoog aan met behoud van je eigenheid; ga niet schipperen; daarmee dwing je dan respect af.
- Leef te midden van die ander(en); wees dienstbaar, wees vriendelijk, wees aardig; en als men zich verwondert over jouw houding en over je gedrag, vertel dán dat je christen bent.
Natuur als toegang tot het mysterie van Gods liefde
Deze grondtoon van Franciscus breidt zich in de verhalen van Guy Dilweg uit naar de natuur.
Dan volgt zijn volgende verhaal, van Franciscus die preekt voor de vogels. Franciscus vertelt de vogels hoe prachtig ze zijn, dat ze dankbaar moeten zijn, dat ze God daarvoor zouden moeten danken.
Dat zou mensen ook kunnen of moeten inspireren, om dat na te volgen.
Hier zit een diep verlangen - van Franciscus - in, namelijk, dat alles op de wereld er mag zijn. Ook de planten, dieren, bomen, kruiden. Laat er rondom elke akker altijd een rand met bloemen en kruiden zijn, zorg ervoor dat er altijd iets bloeit in je tuin, zodat mensen geraakt worden door al dat moois van de Schepper; dat ze daarin de Schepper waarderen en Hem danken voor al het goede dat ons omringt.
Franciscus noemde alle wezens zijn broeders en zusters. Franciscus: "Wij vormen met zijn allen één ondeelbaar geheel."
Een liefdesgemeenschap is een gemeenschap waarin de Schepper zich uitdrukt, waar God als Schepper óók deel van uitmaakt. Daarmee - en daarin - kan God deel worden van onze wereld.
Franciscus is begonnen met het laten zíen van het evangelie. Daarbij zou je kunnen denken aan bijvoorbeeld kerststallen, om zo de ontroering en het menselijke, en de natuur van God erin te laten zien.
Als je in een schepsel niet de Liefde van God hebt gezien, heb je 'het' niet gezien (volgens Bonaventura).
Opdracht: Probeer Gods liefde te zien in je kinderen en in je kleinkinderen, en probeer God(s liefde) te zien in je buren, en zelfs ook in je driftige baas.
Pelgrims beleven en veranderen onderweg
Nico bedankt Guy voor zijn presentatie. Dan sluit Guy Dilweg het eerste deel van de avond af met het ten gehore laten brengen van de vertolking van Lukas Gasser, van Franciscus van Assisi's Zonnelied, het lied van de schepselen.
Na de pauze gaan we onder leiding van Guy Dilweg plenair met elkaar in gesprek over de vraag waar de natuur voor jou en voor mij de toegang was tot het mysterie. Het blijkt boeiend om met elkaar te bekijken of iets van het leven en de werken van Franciscus ook ons tijdens onze pelgrimage naar Santiago de Compostela heeft geraakt.
Is het bijvoorbeeld ook onze ervaring dat we door de tegenstand in ons leven verder zijn gekomen? En heeft die hindernis mij geholpen om op mijn huidige pad te komen?
Zo gaan we op zoek of en hoe onze ervaringen als pelgrim onze visie en levenswijze hebben beïnvloed.
Enkele observaties uit dit eindgesprek zijn:
- Als ik niet bij mezelf blijf, kom ik mezelf tegen, en leer ik een wijze les.
- Ik heb onderweg mijn concepten, tekens en veronderstellingen moeten loslaten.
- In de natuur ervaar je de eenvoud van het leven, en in de natuur ontdek ik dat een mens gelukkig kan zijn met weinig.
- We ervaren iets van verwondering als er - al eeuwenlang - onderweg priesters zijn op de plek waar pelgrims passeren, waar we als gezegende mensen/pelgrims met hun pelgrimszegen weer verder voort kunnen gaan.
- We luisteren ook naar ervaringen van mensen die ‘engelen’ onderweg ontmoetten. Het zijn de verhalen, de bloemen van verbondenheid, zoals bijvoorbeeld die ene pelgrim die zomaar ergens onderweg en onverwacht een medepelgrim zijn zegen meegeeft.
Ga heen, en doe het goede wel
Ik constateer dat we in de persoonlijke verhalen van vanavond van de hier en nu aanwezige pelgrims iets zien en horen van de medemensen die zij onderweg op bijzondere wijze ontmoetten, waarin vaak iets van die Liefde van God is te zien, over daden van goede, barmhartige mensen - noem ze 'engelen' of noem ze 'Franciscus' - die dienstbaar, aardig, gastvrij, menslievend zijn; en ik spreek tenslotte de hoop uit dat wij na vanavond allen iets van de lessen van Franciscus mee zullen nemen naar de plekken die wij bezoeken en naar de mensen die wij ontmoeten, om daarin Gods Liefde te (laten) zien, en 'het goede wel te doen'.
vrijdag 24 februari 2017
Projectplan Santiago aan het Wad - Camino der Lage Landen
Vrijdag 17 februari 2017
De ene gedeputeerde is de andere niet
Vanmiddag beoogde de Stichting Santiago aan het Wad haar projectplan 'Santiago aan het Wad - Camino der Lage Landen' voor het jaar 2018 aan gedeputeerde Michiel Schrier van de provincie Fryslân aan te bieden. Veel betrokkenen zijn genodigd om hier vandaag bij aanwezig te zijn in De Groate Kerk te Sint-Jacobiparochie, en velen hebben - betrokken als ze zijn - gehoor gegeven aan deze uitnodiging, dus bij aanvang van deze feestelijke bijeenkomst is de grote kerkzaal goed gevuld. Tijdens de opening van deze presentatiemiddag deelt stichtingsvoorzitter Hans de Jong mee dat de gedeputeerde Schrier zich helaas heeft afgemeld voor deze bijeenkomst, maar dat de stichting wel kon rekenen op de voormalige Friese gedeputeerde Klaas Dankert, die jaren geleden mijn voorganger was als bestuursvoorzitter van de Stichting Jabikspaad Fryslân, en die zich na zijn voorzitterschap nog lang heeft ingezet als webmaster van de website van het Jabikspaad, het pelgrimspad van Sint-Jacobiparochie naar Hasselt, dat de Fries-Overijsselse aanlooproute is naar het Spaanse Santiago de Compostela. De feestelijke bijeenkomst gaat dus zeker door, want dit mooie 2018-project gaat nu wel van start.
Santiago aan het Wad
Het project 'Santiago aan het Wad’ heeft tot doel het pelgrimeren in en vanuit Fryslân te stimuleren. Provinciaal, landelijk en ook internationaal is er een groeiende groep liefhebbers voor zinvol lange afstandswandelen en fietsen. Het Friese Sint-Jacobiparochie is - in combinatie met het nabijgelegen Zwarte Haan - aan de Friese Waddenzeekust het startpunt van het Jabikspaad: de noordelijke aanlooproute naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
In het kader van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad 2018 wil de nieuwe Stichting Santiago aan het Wad de Europese (UNESCO-)pelgrimsroute niet alleen laten beginnen in Fryslân, maar die voortaan ook laten eindigen in het Friese Sint-Jacobiparochie. Pelgrimeren doe je dan 'fan Sint Jabik na Sint Jabik'.
Camino der Lage Landen
De meest opvallende activiteit daartoe in 2018 is de ‘Camino der Lage Landen’, zijnde een pelgrimsestafette vanaf de Belgisch-Nederlandse grens via zeven wandel- en fietsroutes door West-, Midden- en Oost-Nederland tot aan de - zoals Karel de Grote het al noemde - ‘Friese Zee’.
Deze 2018-Camino wordt georganiseerd door onze pelgrimsvereniging, het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Deze estafette begint op 3 februari 2018 en eindigt op 25 juli 2018 - op de naamdag van de apostel Jacobus de Meerdere - in Sint-Jacobiparochie en Zwarte Haan en wordt dan afgesloten met een pelgrimsfeest met pelgrimsmaaltijd.
Veel en goed
Hans de Jong vertelt dat er in Fryslân al een lange traditie is van pelgrimeren, en er is dan ook al heel veel op pelgrimsgebied in Fryslân. Denk maar eens aan de prachtige putdeksels in de Leeuwarder Sint-Jacobsstraat, aan het prachtige routeboekje van het Friese Jabikspaad als aanlooproute naar Santiago de Compostela, aan het Pelgrimsinformatiecentrum in De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie, aan de jaarlijkse zomerexposities over pelgrimeren in De Groate Kerk, aan enthousiaste samenwerkingspartners van Santiago aan het Wad, aan de Friese overnachtingsadressen van 'pelgrims voor pelgrims', en zo zou je nog wel even door kunnen gaan met het opsommen van het vele en goede dat Fryslân op dit terrein al heeft.
Santiago aan het Wad wil nu meeliften op de agenda van Leeuwarden Culturele Hoofdstad. op alles wat daaruit voortvloeit, en zal op haar beurt ook een bijdrage gaan leveren aan het welslagen van dit grote Friese 2018-project.
Van nagenieten naar voorpret
Eerste spreker vanmiddag is Bas Brouwer, medebestuurder van de Stichting Santiago aan het Wad, die zijn sporen in de afgelopen jaren ook heeft verdiend binnen ons Nederlands Genootschap van Sint-Jacob.
Bas verwijst nog eens naar de in het jaar 2011 al eens georganiseerde Camino der Lage Landen, waar toen al zo'n 3.300 deelnemers een totale afstand van zo'n 60.000 kilometer hebben gewandeld. Daarna kwam bij ons pelgrimsgenootschap herhaaldelijk de vraag om dit prachtige initiatief weer eens te herhalen.
En nu is Leeuwarden Culturele Hoofdstad vanzelfsprekend een heel mooie aanleiding om daarbij aan te sluiten met een volgende versie van de Camino der Lage Landen, aldus Bas Brouwer.
Voorwaarde is wel dat alle Nederlandse genootschapsregio's mee gaan doen en dat iedere belangstellende één of meer etappes mee mag lopen.
Dat zal allemaal wel loslopen, want de verwachting is dat deze omgekeerde pelgrimage - vanuit Zuid-Nederland via zeven pelgrimspaden naar Sint-Jacobiparochie een succesvolle pelgrimsestafette zal worden van genootschapsregio naar genootschapsregio, beginnend op 3 februari 2018 en eindigend met een pelgrimsmaaltijd en pelgrimsfeest op de naamdag van Sint Jacob, in Sint-Jacobiparochie en in Zwarte Haan, op 25 juli 2018.
En ook de kinderen worden niet vergeten, want er zal ook een heuse kinderpelgrimage worden georganiseerd. Bas toont ons alvast een voorproefje.
Elts jins grins foarby
Tweede spreekster is Marianne Sickler uit Burdaard. Met als thema 'Ojos Gemelas' (Twin Eyes, Tweeling Ogen) is zij enkele jaren geleden als begeleidster mee gaan lopen op de Spaanse Camino met een groep doof-blinde jongeren. Door het lopen met een zogenoemde wandelband - en dan zonder blindegeleidehond en zonder blindenstok - hebben deze jongeren onderweg op deze Spaanse pelgrimsroute door vrijuit te lopen een geweldige boost gegeven aan hun zelfvertrouwen. Lopend met behulp van de ogen van de ander, van hun begeleiders, hebben deze jongeren vooral ook meer leren denken in mogelijkheden, en was deze Spaanse pelgrimage voor beide partijen een ongelooflijke ervaring.
Aan een heel lang lint gemaakt van een groot aantal sponsorvlaggetjes zijn deze doofblinde jongeren samen met hun begeleiders bij aankomst triomfantelijk door het Spaanse bedevaartsoord gelopen, hetgeen niet alleen voor deze groep pelgrims, maar ook voor alle omstanders in Santiago de Compostela, een bijzondere belevenis is geworden. Het laat maar weer zien dat een pelgrimstocht letterlijk en figuurlijk ervoor zorg kan dragen dat je in positief opzicht voorbij je eigen grenzen gaat.
Burgervader-Pelgrimvader
En dan is het moment aangebroken dat het projectplan van 'Santiago aan het Wad - Camino der Lage Landen' wordt aangeboden door Hans de Jong. Die eer valt te beurt aan Peet Luehof, voorzitter van de Stichting Jabikspaad Fryslân, aan Jacob Jensma, horeca-ondernemer van Zwarte Haan, en aan voormalig gedeputeerde Klaas Dankert.
Daarna is het woord aan Klaas Dankert, die in zijn feestrede eerst de geschiedenis van het Jabikspaad de revue laat passeren, waarbij hij met recht memoreert dat het Friese pelgrimspad mede dankzij de inzet van een burgemeester (Klaas Dankert) en een pastoor (Jan Romkes van der Wal) tot ontwikkeling is gekomen. Omdat er zoveel mensen in de zaal aanwezig zijn die allen al zovele jaren een positieve bijdrage hebben geleverd aan dit schitterende Fries-Overijsselse pelgrimspad wordt veel van wat Klaas Dankert vertelt herkend en van harte erkend.
Dat deze Friese fietspelgrimerende burgervader tijdens zijn speech niet zijn voorheen gebruikte burgemeesterambtsketen uit zijn tas tovert, maar uit die tas een prachtige pelgrimsketen van aaneengeregen Jacobsschepen haalt, en zich daarmee tooit, is blij verrassend, maar ook heel vanzelfsprekend en eervol bovendien.
Opening van de presentatiemiddag in De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie |
De ene gedeputeerde is de andere niet
Vanmiddag beoogde de Stichting Santiago aan het Wad haar projectplan 'Santiago aan het Wad - Camino der Lage Landen' voor het jaar 2018 aan gedeputeerde Michiel Schrier van de provincie Fryslân aan te bieden. Veel betrokkenen zijn genodigd om hier vandaag bij aanwezig te zijn in De Groate Kerk te Sint-Jacobiparochie, en velen hebben - betrokken als ze zijn - gehoor gegeven aan deze uitnodiging, dus bij aanvang van deze feestelijke bijeenkomst is de grote kerkzaal goed gevuld. Tijdens de opening van deze presentatiemiddag deelt stichtingsvoorzitter Hans de Jong mee dat de gedeputeerde Schrier zich helaas heeft afgemeld voor deze bijeenkomst, maar dat de stichting wel kon rekenen op de voormalige Friese gedeputeerde Klaas Dankert, die jaren geleden mijn voorganger was als bestuursvoorzitter van de Stichting Jabikspaad Fryslân, en die zich na zijn voorzitterschap nog lang heeft ingezet als webmaster van de website van het Jabikspaad, het pelgrimspad van Sint-Jacobiparochie naar Hasselt, dat de Fries-Overijsselse aanlooproute is naar het Spaanse Santiago de Compostela. De feestelijke bijeenkomst gaat dus zeker door, want dit mooie 2018-project gaat nu wel van start.
Santiago aan het Wad
Het project 'Santiago aan het Wad’ heeft tot doel het pelgrimeren in en vanuit Fryslân te stimuleren. Provinciaal, landelijk en ook internationaal is er een groeiende groep liefhebbers voor zinvol lange afstandswandelen en fietsen. Het Friese Sint-Jacobiparochie is - in combinatie met het nabijgelegen Zwarte Haan - aan de Friese Waddenzeekust het startpunt van het Jabikspaad: de noordelijke aanlooproute naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
In het kader van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad 2018 wil de nieuwe Stichting Santiago aan het Wad de Europese (UNESCO-)pelgrimsroute niet alleen laten beginnen in Fryslân, maar die voortaan ook laten eindigen in het Friese Sint-Jacobiparochie. Pelgrimeren doe je dan 'fan Sint Jabik na Sint Jabik'.
Camino der Lage Landen
De meest opvallende activiteit daartoe in 2018 is de ‘Camino der Lage Landen’, zijnde een pelgrimsestafette vanaf de Belgisch-Nederlandse grens via zeven wandel- en fietsroutes door West-, Midden- en Oost-Nederland tot aan de - zoals Karel de Grote het al noemde - ‘Friese Zee’.
Deze 2018-Camino wordt georganiseerd door onze pelgrimsvereniging, het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Deze estafette begint op 3 februari 2018 en eindigt op 25 juli 2018 - op de naamdag van de apostel Jacobus de Meerdere - in Sint-Jacobiparochie en Zwarte Haan en wordt dan afgesloten met een pelgrimsfeest met pelgrimsmaaltijd.
Veel en goed
Hans de Jong vertelt dat er in Fryslân al een lange traditie is van pelgrimeren, en er is dan ook al heel veel op pelgrimsgebied in Fryslân. Denk maar eens aan de prachtige putdeksels in de Leeuwarder Sint-Jacobsstraat, aan het prachtige routeboekje van het Friese Jabikspaad als aanlooproute naar Santiago de Compostela, aan het Pelgrimsinformatiecentrum in De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie, aan de jaarlijkse zomerexposities over pelgrimeren in De Groate Kerk, aan enthousiaste samenwerkingspartners van Santiago aan het Wad, aan de Friese overnachtingsadressen van 'pelgrims voor pelgrims', en zo zou je nog wel even door kunnen gaan met het opsommen van het vele en goede dat Fryslân op dit terrein al heeft.
Santiago aan het Wad wil nu meeliften op de agenda van Leeuwarden Culturele Hoofdstad. op alles wat daaruit voortvloeit, en zal op haar beurt ook een bijdrage gaan leveren aan het welslagen van dit grote Friese 2018-project.
Bas Brouwer |
Eerste spreker vanmiddag is Bas Brouwer, medebestuurder van de Stichting Santiago aan het Wad, die zijn sporen in de afgelopen jaren ook heeft verdiend binnen ons Nederlands Genootschap van Sint-Jacob.
Bas verwijst nog eens naar de in het jaar 2011 al eens georganiseerde Camino der Lage Landen, waar toen al zo'n 3.300 deelnemers een totale afstand van zo'n 60.000 kilometer hebben gewandeld. Daarna kwam bij ons pelgrimsgenootschap herhaaldelijk de vraag om dit prachtige initiatief weer eens te herhalen.
En nu is Leeuwarden Culturele Hoofdstad vanzelfsprekend een heel mooie aanleiding om daarbij aan te sluiten met een volgende versie van de Camino der Lage Landen, aldus Bas Brouwer.
Voorwaarde is wel dat alle Nederlandse genootschapsregio's mee gaan doen en dat iedere belangstellende één of meer etappes mee mag lopen.
Dat zal allemaal wel loslopen, want de verwachting is dat deze omgekeerde pelgrimage - vanuit Zuid-Nederland via zeven pelgrimspaden naar Sint-Jacobiparochie een succesvolle pelgrimsestafette zal worden van genootschapsregio naar genootschapsregio, beginnend op 3 februari 2018 en eindigend met een pelgrimsmaaltijd en pelgrimsfeest op de naamdag van Sint Jacob, in Sint-Jacobiparochie en in Zwarte Haan, op 25 juli 2018.
En ook de kinderen worden niet vergeten, want er zal ook een heuse kinderpelgrimage worden georganiseerd. Bas toont ons alvast een voorproefje.
Marianne Sickler |
Tweede spreekster is Marianne Sickler uit Burdaard. Met als thema 'Ojos Gemelas' (Twin Eyes, Tweeling Ogen) is zij enkele jaren geleden als begeleidster mee gaan lopen op de Spaanse Camino met een groep doof-blinde jongeren. Door het lopen met een zogenoemde wandelband - en dan zonder blindegeleidehond en zonder blindenstok - hebben deze jongeren onderweg op deze Spaanse pelgrimsroute door vrijuit te lopen een geweldige boost gegeven aan hun zelfvertrouwen. Lopend met behulp van de ogen van de ander, van hun begeleiders, hebben deze jongeren vooral ook meer leren denken in mogelijkheden, en was deze Spaanse pelgrimage voor beide partijen een ongelooflijke ervaring.
Aan een heel lang lint gemaakt van een groot aantal sponsorvlaggetjes zijn deze doofblinde jongeren samen met hun begeleiders bij aankomst triomfantelijk door het Spaanse bedevaartsoord gelopen, hetgeen niet alleen voor deze groep pelgrims, maar ook voor alle omstanders in Santiago de Compostela, een bijzondere belevenis is geworden. Het laat maar weer zien dat een pelgrimstocht letterlijk en figuurlijk ervoor zorg kan dragen dat je in positief opzicht voorbij je eigen grenzen gaat.
Luehof & Jensma & De Jong & Dankert |
En dan is het moment aangebroken dat het projectplan van 'Santiago aan het Wad - Camino der Lage Landen' wordt aangeboden door Hans de Jong. Die eer valt te beurt aan Peet Luehof, voorzitter van de Stichting Jabikspaad Fryslân, aan Jacob Jensma, horeca-ondernemer van Zwarte Haan, en aan voormalig gedeputeerde Klaas Dankert.
Klaas Dankert |
Dat deze Friese fietspelgrimerende burgervader tijdens zijn speech niet zijn voorheen gebruikte burgemeesterambtsketen uit zijn tas tovert, maar uit die tas een prachtige pelgrimsketen van aaneengeregen Jacobsschepen haalt, en zich daarmee tooit, is blij verrassend, maar ook heel vanzelfsprekend en eervol bovendien.
zondag 19 februari 2017
Evaluaties en Kwaliteitsstandaarden: hypes, hopes, hobbels
Donderdag 16 februari 2017
Dialoog over onderwijskwaliteit
Met het nieuwe - inmiddels huidige - accreditatiestelsel krijgen hoger onderwijsinstellingen, en in het bijzonder hun docenten en studenten, meer ruimte om het eigenaarschap over de onderwijskwaliteit en de kwaliteitszorg op te pakken, aldus de huidige strategische agenda voor het hoger onderwijs. In het nieuwe beoordelingskader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO, 2016) staat meer eigenaarschap voor medewerkers en studenten en duurzame kwaliteitsontwikkeling voorop. De medewerkers en studenten krijgen een centrale rol in de manier waarop de opleiding haar kwaliteit aantoont en daarmee in de inrichting van de kwaliteitszorg en in de wijze van evalueren. De instelling kan daar een eigen invulling aan geven, maar dit gaat niet vanzelf.
Hierover gaan wij vandaag in het cursus- en vergadercentrum Domstad te Utrecht in gesprek tijdens de netwerkbijeenkomst van ons Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK).
Opening
De netwerkbijeenkomst wordt geopend door Paul Nieuwenhuis, voorzitter van ons HBO-sectie van het NNK.
We zien vandaag een goede opkomst van zo’n 45 deelnemers, en beginnen met een heel kort kennismakingsrondje.
Josefien Lansbergen verzorgt als dagvoorzitter de inhoudelijke opening van deze middag, handelend over zogenoemde ‘verdraaide organisaties’.
Josefien nodigt dan Margreet de Roover en Saar Wisman uit om de eerste presentatie te verzorgen.
Meet & discuss where the magic happens
Margreet de Roover en Saar Wisman (senior-adviseurs onderwijs) van Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) vertellen over hoe het eigenaarschap van kwaliteitszorg binnen hun eigen instelling is vormgegeven. Ze vertellen hoe de CHW-kwaliteitszorgmedewerkers de dialoog tussen studenten en docenten (stakeholders) op gang brengen over kwaliteitsstandaarden en over de manier van evalueren. En wat betekent dit voor de rol van de stakeholders, voor de werkwijze en voor de documenten?
De voorbereiding van de visitatie start binnen Windesheim met het eigen verhaal van de opleiding en daagt uit met de waarom-vraag. Samen met alle stakeholders wordt daarmee gezocht naar eigen opvattingen en specifieke behoeften van opleidingen.
Daarna bespreken Saar en Margreet tijdens hun presentatie de voor hen geldende, leidende principes, gericht op vooral ‘minder systeem en meer cultuur’.
Uit de reacties uit de zaal blijkt hier en nu ook wel dat waarderend auditen deuren opent, en dat je collega’s zich daarin open stellen om zichzelf kritisch te bekijken. Zodra je echter (weer) afrekenend gaat auditen, zie je dat de auditees een meer gesloten en verdedigende positie innemen, waardoor de auditee minder kritisch naar zichzelf gaat kijken, omdat de focus dan (weer) ligt op verantwoorden en verdedigen.
Door deze verschuiving naar (waarderend) auditen is het verantwoordelijkheidsgevoel aan de zijde van de opleiding toegenomen.
Dialoog met studenten en met docenten
De tweede presentatie wordt verzorgd door Petra Szczerba, consultant kwaliteitszorg van Fontys Hogescholen. Ze wil vooral in gaan op de Studentendialoog en op de Docentendialoog. Ze neemt ons in haar presentatie mee vanuit het Fontys-beleid voor kwaliteitszorg. Specifiek gaat zij in op de uitkomsten van een dialoog met studenten en docenten over onderwijskwaliteit. Daar vanuit schetst ze een beeld van welke mogelijke kwaliteitsstandaarden studenten en docenten belangrijk vinden. Deze standaarden zouden een plek moeten hebben – of krijgen - in de huidige evaluatiepraktijk. Het doel is om evaluatieresultaten te genereren, die aansluiten op de van toepassing zijnde kwaliteitsstandaarden van de docenten en studenten.
Zaken die in dezen van belang zijn, worden door Petra genoemd, zoals: eigen visie, eigenaarschap, eigen verantwoordelijkheid, maar ook jezelf en elkaar de maat nemen, hoort hierbij.
Na de gesprekken met docenten is men ook in gesprek gegaan me de studenten, met vragen, zoals: wanneer is er sprake van goede onderwijskwaliteit en hoe draagt het onderwijs bij aan talentontwikkeling (studenten zeiden: laat ons vooral oefenen).
Studenten zien en merken dat docenten vaak ook dingen moeten doen die niet in het verlengde van de passie van hun docenten liggen. Docenten doen het dan plichtmatig, omdat het van (het management van) hun organisatie moet.
Aan het eind van haar presentatie laat Petra zien wat in grote lijnen inhoudelijk de resultaten van de dialoogsessies binnen Fontys zijn geweest.
De dialoogsessies hebben een aantal zaken binnen Fontys opnieuw en positief op scherp gezet, en bovendien zorgt zo’n dialoog ook weer eens voor een frisse blik.
Onderwijs evalueren tijdens en na afloop
Derde en laatste spreker vandaag is Arline Reijn, kwaliteitsmanager van NCOI. Zij licht vanuit het integraal kwaliteitsmanagement (handelend over normstelling, controle, beheersing en borging) de aanpak van evalueren binnen NCOI toe. Men gaat bij NCOI uit van rollenscheiding en van integraal kwaliteitsmanagement. In haar presentatie komen aan de bod: de rol van de kwaliteitsmanagers, de opleidingsmanagers, de docenten, de studenten, alsook het werkveld. Systematisch evalueren is een essentieel borgingsinstrument dat een plek moet hebben in de PDCA-cycli (Plan, Do, Check, Act) van de opleiding.
Al na de eerste twee lessen (in een moduul) van een docent worden de lessen geëvalueerd met studenten, want dan kun je nog in de lopende onderwijsperiode de gewenste zaken aanpassen en verbeteren. Na afloop van een onderwijsperiode wordt dan nog een keer geëvalueerd. Ook de docenten evalueren hun eigen lessen.
Daarna gaat Arline verder met haar presentatie, over trendanalyses, bijvoorbeeld over hoe hun studenten volgtijdelijk scoren, of het verloop van de studententevredenheid over de jaren heen. De trendrapportages leveren heel veel gegevens op om - over bijvoorbeeld tevredenheid en resultatenscores - met elkaar in gesprek te gaan, zoals met studenten, docenten en met het management.
Doel van NCOI is om met al die onderzoeksgegevens op een gegeven moment ook een goed studentenprofiel op te stellen, waar je dan in later instantie op kunt sturen. Gezocht wordt naar voorspellende waarden.
Halen en brengen
Aan ons allen is vooraf gevraagd een praktijkcasus voor te bereiden, die illustreert dat medewerkers en studenten eigenaar zijn van de manier waarop de opleiding de kwaliteit aantoont, en daarmee in de inrichting van de kwaliteitszorg en in de wijze van evalueren. En wat is er al veranderd ten opzichte van het verleden?
Het laatste deel van deze netwerkbijeenkomst begint in enkele subgroepen. Naar aanleiding van de ingebrachte hogeschoolcases gaan we met elkaar in groepsgesprek over evalueren, over de rol van studenten en docenten daarin, over hun tevredenheid over de gekozen evaluatiemanier, en over wat er nu eigenlijk is veranderd na zoveel jaren van kwaliteitszorg.
Deze groepsgesprekken monden uit in een plenaire terugkoppeling vanuit de afzonderlijke subgroepen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gesproken over zaken als evaluatiemoeheid, terugkoppeling van evaluatieresultaten en evaluatiewijzen zoals schriftelijk, mondeling in panels, en digitaal met bijvoorbeeld computer of smartphone.
Groepsgesprek tussen presentatie en terugkoppeling |
Dialoog over onderwijskwaliteit
Met het nieuwe - inmiddels huidige - accreditatiestelsel krijgen hoger onderwijsinstellingen, en in het bijzonder hun docenten en studenten, meer ruimte om het eigenaarschap over de onderwijskwaliteit en de kwaliteitszorg op te pakken, aldus de huidige strategische agenda voor het hoger onderwijs. In het nieuwe beoordelingskader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO, 2016) staat meer eigenaarschap voor medewerkers en studenten en duurzame kwaliteitsontwikkeling voorop. De medewerkers en studenten krijgen een centrale rol in de manier waarop de opleiding haar kwaliteit aantoont en daarmee in de inrichting van de kwaliteitszorg en in de wijze van evalueren. De instelling kan daar een eigen invulling aan geven, maar dit gaat niet vanzelf.
- Stellen de docenten en hun partners de goede vragen aan studenten?
- Hoe draagt dit alles bij aan de dialoog over kwaliteitsstandaarden?
Hierover gaan wij vandaag in het cursus- en vergadercentrum Domstad te Utrecht in gesprek tijdens de netwerkbijeenkomst van ons Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK).
Opening
De netwerkbijeenkomst wordt geopend door Paul Nieuwenhuis, voorzitter van ons HBO-sectie van het NNK.
We zien vandaag een goede opkomst van zo’n 45 deelnemers, en beginnen met een heel kort kennismakingsrondje.
Josefien Lansbergen verzorgt als dagvoorzitter de inhoudelijke opening van deze middag, handelend over zogenoemde ‘verdraaide organisaties’.
Josefien nodigt dan Margreet de Roover en Saar Wisman uit om de eerste presentatie te verzorgen.
Saar Wisman & Margreet de Roover |
Margreet de Roover en Saar Wisman (senior-adviseurs onderwijs) van Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) vertellen over hoe het eigenaarschap van kwaliteitszorg binnen hun eigen instelling is vormgegeven. Ze vertellen hoe de CHW-kwaliteitszorgmedewerkers de dialoog tussen studenten en docenten (stakeholders) op gang brengen over kwaliteitsstandaarden en over de manier van evalueren. En wat betekent dit voor de rol van de stakeholders, voor de werkwijze en voor de documenten?
Als iemand gaat duwen, ga je niet lopen.
Intrinsieke motivatie is van doorslaggevende betekenis.
Ze gaan binnen Windesheim op zoek naar ‘where the magic happens’, naar de plaatsen binnen de hogeschool en binnen de opleiding waar het echt gebeurt, en daar constateren ze dat ze in complexe werkpraktijken komen. Margreet en Saar willen (zich) daar verwonderen, verbinden, loslaten, vertrouwen en fun beleven. Bij de gesprekken met collega’s van opleidingen zit het hem in hun benadering niet zozeer in het wàt, maar veel meer in het hóe. Ze willen zich waarderend opstellen in het auditen, in dialoog met de opleiding, en geven na afloop van evaluatiegesprekken aan de opleidingen wel een terugkoppeling, maar geen beoordeling.De voorbereiding van de visitatie start binnen Windesheim met het eigen verhaal van de opleiding en daagt uit met de waarom-vraag. Samen met alle stakeholders wordt daarmee gezocht naar eigen opvattingen en specifieke behoeften van opleidingen.
Daarna bespreken Saar en Margreet tijdens hun presentatie de voor hen geldende, leidende principes, gericht op vooral ‘minder systeem en meer cultuur’.
Uit de reacties uit de zaal blijkt hier en nu ook wel dat waarderend auditen deuren opent, en dat je collega’s zich daarin open stellen om zichzelf kritisch te bekijken. Zodra je echter (weer) afrekenend gaat auditen, zie je dat de auditees een meer gesloten en verdedigende positie innemen, waardoor de auditee minder kritisch naar zichzelf gaat kijken, omdat de focus dan (weer) ligt op verantwoorden en verdedigen.
Door deze verschuiving naar (waarderend) auditen is het verantwoordelijkheidsgevoel aan de zijde van de opleiding toegenomen.
Petra Szczerba |
De tweede presentatie wordt verzorgd door Petra Szczerba, consultant kwaliteitszorg van Fontys Hogescholen. Ze wil vooral in gaan op de Studentendialoog en op de Docentendialoog. Ze neemt ons in haar presentatie mee vanuit het Fontys-beleid voor kwaliteitszorg. Specifiek gaat zij in op de uitkomsten van een dialoog met studenten en docenten over onderwijskwaliteit. Daar vanuit schetst ze een beeld van welke mogelijke kwaliteitsstandaarden studenten en docenten belangrijk vinden. Deze standaarden zouden een plek moeten hebben – of krijgen - in de huidige evaluatiepraktijk. Het doel is om evaluatieresultaten te genereren, die aansluiten op de van toepassing zijnde kwaliteitsstandaarden van de docenten en studenten.
Zaken die in dezen van belang zijn, worden door Petra genoemd, zoals: eigen visie, eigenaarschap, eigen verantwoordelijkheid, maar ook jezelf en elkaar de maat nemen, hoort hierbij.
Na de gesprekken met docenten is men ook in gesprek gegaan me de studenten, met vragen, zoals: wanneer is er sprake van goede onderwijskwaliteit en hoe draagt het onderwijs bij aan talentontwikkeling (studenten zeiden: laat ons vooral oefenen).
Studenten zien en merken dat docenten vaak ook dingen moeten doen die niet in het verlengde van de passie van hun docenten liggen. Docenten doen het dan plichtmatig, omdat het van (het management van) hun organisatie moet.
Aan het eind van haar presentatie laat Petra zien wat in grote lijnen inhoudelijk de resultaten van de dialoogsessies binnen Fontys zijn geweest.
De dialoogsessies hebben een aantal zaken binnen Fontys opnieuw en positief op scherp gezet, en bovendien zorgt zo’n dialoog ook weer eens voor een frisse blik.
Arline Reijn |
Derde en laatste spreker vandaag is Arline Reijn, kwaliteitsmanager van NCOI. Zij licht vanuit het integraal kwaliteitsmanagement (handelend over normstelling, controle, beheersing en borging) de aanpak van evalueren binnen NCOI toe. Men gaat bij NCOI uit van rollenscheiding en van integraal kwaliteitsmanagement. In haar presentatie komen aan de bod: de rol van de kwaliteitsmanagers, de opleidingsmanagers, de docenten, de studenten, alsook het werkveld. Systematisch evalueren is een essentieel borgingsinstrument dat een plek moet hebben in de PDCA-cycli (Plan, Do, Check, Act) van de opleiding.
Al na de eerste twee lessen (in een moduul) van een docent worden de lessen geëvalueerd met studenten, want dan kun je nog in de lopende onderwijsperiode de gewenste zaken aanpassen en verbeteren. Na afloop van een onderwijsperiode wordt dan nog een keer geëvalueerd. Ook de docenten evalueren hun eigen lessen.
Daarna gaat Arline verder met haar presentatie, over trendanalyses, bijvoorbeeld over hoe hun studenten volgtijdelijk scoren, of het verloop van de studententevredenheid over de jaren heen. De trendrapportages leveren heel veel gegevens op om - over bijvoorbeeld tevredenheid en resultatenscores - met elkaar in gesprek te gaan, zoals met studenten, docenten en met het management.
Doel van NCOI is om met al die onderzoeksgegevens op een gegeven moment ook een goed studentenprofiel op te stellen, waar je dan in later instantie op kunt sturen. Gezocht wordt naar voorspellende waarden.
Halen en brengen
Aan ons allen is vooraf gevraagd een praktijkcasus voor te bereiden, die illustreert dat medewerkers en studenten eigenaar zijn van de manier waarop de opleiding de kwaliteit aantoont, en daarmee in de inrichting van de kwaliteitszorg en in de wijze van evalueren. En wat is er al veranderd ten opzichte van het verleden?
Het laatste deel van deze netwerkbijeenkomst begint in enkele subgroepen. Naar aanleiding van de ingebrachte hogeschoolcases gaan we met elkaar in groepsgesprek over evalueren, over de rol van studenten en docenten daarin, over hun tevredenheid over de gekozen evaluatiemanier, en over wat er nu eigenlijk is veranderd na zoveel jaren van kwaliteitszorg.
Deze groepsgesprekken monden uit in een plenaire terugkoppeling vanuit de afzonderlijke subgroepen. Daarbij wordt bijvoorbeeld gesproken over zaken als evaluatiemoeheid, terugkoppeling van evaluatieresultaten en evaluatiewijzen zoals schriftelijk, mondeling in panels, en digitaal met bijvoorbeeld computer of smartphone.
donderdag 16 februari 2017
De onderwijsprofessional en de professionele ruimte
Woensdag 15 februari 2017
Studiebijeenkomst
Onderwijsprofessionals hebben professionele ruimte nodig om hun vak vorm en inhoud te kunnen geven op een kwalitatief hoog niveau. Maar hoe verhoudt die professionele ruimte zich tot de eisen die door wet- en regelgeving en/of door het beleid van de eigen onderwijsorganisatie worden opgelegd?
De besturen van de sectorgroepen ‘Hoger Onderwijs’ en ‘Onderwijsdienstverlening’ nodigde haar sectorleden en overige belangstellenden uit om de thematiek van professionele ruimte met elkaar te verkennen tijdens haar gemeenschappelijke studiebijeenkomst vandaag in het CNVO-kantoor te Utrecht.
Deze bijeenkomst wordt geopend door Francis Huisman, voorzitter van de CNVO-sectorgroep Onderwijsdienstverlening. Ze opent met enkele citaten uit de Bildungskalender, onder andere over het begrip vrijheid in relatie tot onderwijs en vorming, met een citaat afkomstig van Von Humboldt.
Francis geeft daarna het woord aan Albert Weishaupt, die bij Stenden Hogeschool lector ‘Professionele Onderwijsorganisaties’ is, en tevens directeur-bestuurder van het Roelof van Echten College in Hoogeveen.
Weishaupt start met de volgende beginzin: ‘We nemen onze verantwoordelijkheid’, maar, is dat wel zo? En kunnen we dat wel? En waarvoor nemen we eigenlijk onze verantwoordelijkheid? Wellicht hebben we hier een probleem en een uitdaging. Dat vraagt om een zoektocht, en die moeten we samen doen.
Goed onderwijs
Ons onderwijs is goed, maar toch is er vaak nog een roep om verbetering van het onderwijs, en een roep om professionalisering van docenten. Gek eigenlijk, want zijn onze docenten dan niet professioneel? Jawel, toch?
Vaak zien we onderwijsinnovatietrajecten vastlopen. En we zouden ook in het onderwijs meer gebruik moeten maken van nieuwe wetenschappelijke inzichten.
We moeten zorgen voor rust en herbezinning. We moeten eens gaan nadenken waar we hier voor zijn in het onderwijs. Wat is ons doel als docent in het onderwijs? En welke soort docent heb je daar dan voor nodig? En hoe moet die docent zich dan verder ontwikkelen?
Wat is goed onderwijs? Onderwijs is een proces, van een startpunt naar een eindpunt. Het moet aansluiten bij de menselijke conditie. Dat is een risicovol proces, want je kunt het niet echt plannen en het dan in de hand houden. Er komen allerlei zaken bij kijken, zoals de student, pedagogiek, didactiek en al die onderwijsleerinhouden.
Onderwijs moet door een democratische dialoog tot stand komen, het kan (dus) niet als een geïsoleerd proces worden gecreëerd. Weishaupt verwijst onder andere naar het gedachtengoed van Gert Biesta, bijvoorbeeld over Socialisatie (zorg voor de wereld), over Subjectwording (verschijnen) en over Kwalificatie (werken). Bij goed onderwijs moet je altijd aan alle drie elementen aandacht geven.
Professionele docent
Bij het formuleren van de kenmerken van professionele docenten, zou je kunnen beginnen bij de vraag wat docenten daar zelf van vinden. Zij willen hun lesgeven steeds verbeteren. Als het goed is, zijn ze daarbij onderzoekend en maken ze gebruik van getoetste kennis.
Albert Weishaupt roept docenten op om in en als een team te werken, dat zich richt op het verbeteren van haar onderwijs. Participeer in je beroepsgroep, en vooral ook buiten je eigen school, want je hebt daar ook anderen voor nodig. De docent moet zich altijd publiek kunnen en willen verantwoorden voor wat hij doet.
Je moet als bestuur en management docenten wel faciliteren om aan teamvorming te werken, om zich in die teams te professionaliseren. Van zogenoemde ‘negatieve professionele ruimte’ is sprake als de ruimte wel wordt gegeven, maar als die ruimte vervolgens niet wordt genomen. Alleen de positieve professionele ruimte brengt ons verder, waar dus de geboden ruimte wèl wordt genomen.
Vraag is nu of professionaliseringsconcepten gezamenlijk het antwoord vormen, ofwel, gaat het dan per definitie wel goed? Nee dus, het gebeurt namelijk niet vanzelf. Docenten moeten zelf in actie (willen en gaan) komen. Je moet actie/beweging zelf creëren. Daarin zit nu juist die positieve professionele ruimte.
Het is wel mooi dat we in het HBO docenten laten studeren tot ze allen tenminste een Master degree hebben en daarna wellicht ook nog promoveren. Maar als ze dan met hun nieuwe graad terugkomen, en je doet er verder niets mee als docent en als hoger onderwijsinstelling, als er dus dan niets verandert, dan helpt al dat professionaliseren helemaal niet. Maar, als er daarentegen wel iets wordt gedaan met de nieuwe ‘drive’ en met nieuwe toekomstbeelden, dan is de kans groot dat professionalisering kan en gaat bijdragen aan een structuur- en cultuurverandering binnen je school. Trap niet in de valkuil dat je begint met een structuuraanpassing, maar ga dus primair iets veranderen op grond van je passie en drive en je (nieuwe) toekomstdroom.
Albert Weishaupt:
Tiny Hekkenberg sluit voorafgaand aan de pauze het presentatiedeel af. Een welverzorgde maaltijd staat voor ons klaar, en dat biedt ons tegelijk ook mooi de gelegenheid om in kleine groepen aan tafels met elkaar door te praten over de inhoud van de presentatie van Albert Weishaupt. Aangenaam en nuttig gaan zo prima samen. Het is goed om elkaar in zo’n positieve sfeer te ontmoeten.
Ander perspectief op professionele ruimte
Na de pauze volgt eerst een presentatie van Katalin de Kleuver, beleidsmedewerker van CNV Onderwijs. Zij gaat eerst in op de terminologie van vanavond, geeft daarbij de nodige begripsverduidelijking, en plaatst daarna de thematiek van professionalisering en professionele ruimte van onderwijsprofessionals in een breder verband, met daarbij specifiek aandacht voor het rapport van de Onderwijsraad van september 2016, handelend over het advies van de Onderwijsraad over een ander perspectief op professionele ruimte in het onderwijs.
Professionele ruimte gaat veel verder dan professionele ontwikkeling. De Onderwijsraad noemt in dit verband de term ‘Handelingsvermogen’, dat ontstaat als mensen hun werk zelf mede vorm kunnen geven, als de combinatie van de drie dimensies Competenties, Structuur en Cultuur op elkaar worden en zijn afgestemd.
Zorg ervoor dat de verdere versterking van de competenties van de leraar vanuit de kracht van het team komt. Professional governance moet dan wel het uitgangspunt zijn voor de structuur en cultuur. De cultuur (organisatiecultuur / kwaliteitscultuur / teamcultuur) bepaalt of het mogelijk is voor de docent om de (positieve) professionele ruimte ook daadwerkelijk te pakken.
Visie van CNVO
Dan volgt het laatste programmadeel, over de visie van CNVO met betrekking tot professionele ruimte.
Eerst passeren de rollen de revue van bestuur, management, team en individuele medewerker met betrekking tot professionele ruimte. Soms is er sprake van een verstoord evenwicht, door bijvoorbeeld (te) weinig vertrouwen en (te) veel controle.
Verder moet je oog hebben voor en rekening houden met diverse spanningsvelden, zoals bijvoorbeeld tussen kaders en regels, tussen doelen en belangen, en tussen sturing en aansturing.
En dan komt in de zaal als vanzelf de hamvraag: wat kunnen we hier nu mee? De groepsdiscussie begint op gang te komen in de zaal. Daarin worden onder andere de sleutelkenmerken van empowerment genoemd, zoals bijvoorbeeld: eigen kracht, zelfbeschikking, persoonlijk overwicht, betekenis en vertrouwen.
Ondertussen mengen ook David Bruning en Dorien Reijn zich in het plenaire groepsgesprek. Beiden zijn bestuurder van CNV Onderwijs, vandaag hier eveneens aanwezig om als CNVO-bestuurders over deze problematiek met de aanwezige leden en overige gasten in gesprek te gaan.
De discussie komt vanavond vaak toch weer terug bij de rol van het middenmanagement – tussen bestuur en docenten – dat meer ruimte moet vragen, krijgen en moet bieden in de professionele ruimte die er zit tussen de ruimte die bestuur biedt en de ruimte die docenten willen nemen. Kortom, een ware uitdaging voor het middenmanagement, dat al te vaak nog als obstakel wordt gezien tussen bestuur en docenten, die het als twee partijen vaak wel verrassend met elkaar eens zijn op drive en droom.
Vurig betoog van Stenden-lector Albert Weishaupt |
Studiebijeenkomst
Onderwijsprofessionals hebben professionele ruimte nodig om hun vak vorm en inhoud te kunnen geven op een kwalitatief hoog niveau. Maar hoe verhoudt die professionele ruimte zich tot de eisen die door wet- en regelgeving en/of door het beleid van de eigen onderwijsorganisatie worden opgelegd?
De besturen van de sectorgroepen ‘Hoger Onderwijs’ en ‘Onderwijsdienstverlening’ nodigde haar sectorleden en overige belangstellenden uit om de thematiek van professionele ruimte met elkaar te verkennen tijdens haar gemeenschappelijke studiebijeenkomst vandaag in het CNVO-kantoor te Utrecht.
Deze bijeenkomst wordt geopend door Francis Huisman, voorzitter van de CNVO-sectorgroep Onderwijsdienstverlening. Ze opent met enkele citaten uit de Bildungskalender, onder andere over het begrip vrijheid in relatie tot onderwijs en vorming, met een citaat afkomstig van Von Humboldt.
Francis geeft daarna het woord aan Albert Weishaupt, die bij Stenden Hogeschool lector ‘Professionele Onderwijsorganisaties’ is, en tevens directeur-bestuurder van het Roelof van Echten College in Hoogeveen.
Weishaupt start met de volgende beginzin: ‘We nemen onze verantwoordelijkheid’, maar, is dat wel zo? En kunnen we dat wel? En waarvoor nemen we eigenlijk onze verantwoordelijkheid? Wellicht hebben we hier een probleem en een uitdaging. Dat vraagt om een zoektocht, en die moeten we samen doen.
Goed onderwijs
Ons onderwijs is goed, maar toch is er vaak nog een roep om verbetering van het onderwijs, en een roep om professionalisering van docenten. Gek eigenlijk, want zijn onze docenten dan niet professioneel? Jawel, toch?
Vaak zien we onderwijsinnovatietrajecten vastlopen. En we zouden ook in het onderwijs meer gebruik moeten maken van nieuwe wetenschappelijke inzichten.
We moeten zorgen voor rust en herbezinning. We moeten eens gaan nadenken waar we hier voor zijn in het onderwijs. Wat is ons doel als docent in het onderwijs? En welke soort docent heb je daar dan voor nodig? En hoe moet die docent zich dan verder ontwikkelen?
Wat is goed onderwijs? Onderwijs is een proces, van een startpunt naar een eindpunt. Het moet aansluiten bij de menselijke conditie. Dat is een risicovol proces, want je kunt het niet echt plannen en het dan in de hand houden. Er komen allerlei zaken bij kijken, zoals de student, pedagogiek, didactiek en al die onderwijsleerinhouden.
Onderwijs moet door een democratische dialoog tot stand komen, het kan (dus) niet als een geïsoleerd proces worden gecreëerd. Weishaupt verwijst onder andere naar het gedachtengoed van Gert Biesta, bijvoorbeeld over Socialisatie (zorg voor de wereld), over Subjectwording (verschijnen) en over Kwalificatie (werken). Bij goed onderwijs moet je altijd aan alle drie elementen aandacht geven.
Professionele docent
Bij het formuleren van de kenmerken van professionele docenten, zou je kunnen beginnen bij de vraag wat docenten daar zelf van vinden. Zij willen hun lesgeven steeds verbeteren. Als het goed is, zijn ze daarbij onderzoekend en maken ze gebruik van getoetste kennis.
Albert Weishaupt roept docenten op om in en als een team te werken, dat zich richt op het verbeteren van haar onderwijs. Participeer in je beroepsgroep, en vooral ook buiten je eigen school, want je hebt daar ook anderen voor nodig. De docent moet zich altijd publiek kunnen en willen verantwoorden voor wat hij doet.
Je moet als bestuur en management docenten wel faciliteren om aan teamvorming te werken, om zich in die teams te professionaliseren. Van zogenoemde ‘negatieve professionele ruimte’ is sprake als de ruimte wel wordt gegeven, maar als die ruimte vervolgens niet wordt genomen. Alleen de positieve professionele ruimte brengt ons verder, waar dus de geboden ruimte wèl wordt genomen.
Vraag is nu of professionaliseringsconcepten gezamenlijk het antwoord vormen, ofwel, gaat het dan per definitie wel goed? Nee dus, het gebeurt namelijk niet vanzelf. Docenten moeten zelf in actie (willen en gaan) komen. Je moet actie/beweging zelf creëren. Daarin zit nu juist die positieve professionele ruimte.
Het is wel mooi dat we in het HBO docenten laten studeren tot ze allen tenminste een Master degree hebben en daarna wellicht ook nog promoveren. Maar als ze dan met hun nieuwe graad terugkomen, en je doet er verder niets mee als docent en als hoger onderwijsinstelling, als er dus dan niets verandert, dan helpt al dat professionaliseren helemaal niet. Maar, als er daarentegen wel iets wordt gedaan met de nieuwe ‘drive’ en met nieuwe toekomstbeelden, dan is de kans groot dat professionalisering kan en gaat bijdragen aan een structuur- en cultuurverandering binnen je school. Trap niet in de valkuil dat je begint met een structuuraanpassing, maar ga dus primair iets veranderen op grond van je passie en drive en je (nieuwe) toekomstdroom.
Albert Weishaupt |
- Kinderen vallen veel teveel uit in het onderwijs. Dat mag niet, en daar doen we te weinig aan.
- De huidige docenten uit het HBO hebben hun sporen verdiend.
- De rol van docenten is onontbeerlijk bij onderwijs; toch worden docenten vaak buitenspel gezet
- Bestuurders zijn eigenlijk ballast, en dienen zich ook als zodanig te gedragen. Zij moeten hun rol pakken om alle docenten hun werk goed te laten doen. Bestuurders moeten hun docenten faciliteren in tijd, ruimte, kennis, geld, etc.
- Scholen weren kinderen als ze slecht zijn voor de opbrengsten, ofwel voor de rendementen van het onderwijs. Kinderen zijn er niet voor de school; de school is er voor alle kinderen.
- Resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden binnen het onderwijs nog niet breed gebruikt. Maar dat is niet de schuld van de docenten. Onderwijsonderzoek sluit ook niet aan bij de dagelijkse onderwijspraktijk. Docenten maken daarentegen wel gebruik van praktijkkennis (inzichten en vaardigheden). Docenten zouden onderzoek als dagelijks werk beter moeten positioneren, dat koppelen aan de dagelijkse vraagstukken.
- Management is een menselijk probleem. Dat moet je wel goed begeleiden. Wanneer is er sprake van professioneel management? Dat schept bijvoorbeeld ruimte om een team te kunnen vormen, door bijvoorbeeld mensen en middelen bij elkaar te brengen ten behoeve van waarde-creatie.
- We moeten stoppen met denken als kip zonder kop.
- Bij moeilijke werkvragen kan ik niet het enig juiste antwoord geven, wel kan ik over mijn ervaring vertellen, kan ik een verhaal vertellen.
- Als je kijkt naar de rol van de vakbonden, dan zit hier een kans, om samen op weg te gaan, met besturen en met docenten. Als we dat niet doen, zijn we over vijftien jaar met zijn allen nog niets opgeschoten. Het vraagt ook van bestuurders dat zij hun docenten (h)erkennen als de professionals, en als ze dat nu eerst doen, dan wordt het leven van een bestuurder uiteindelijk ook veel prettiger.
Tiny Hekkenberg sluit voorafgaand aan de pauze het presentatiedeel af. Een welverzorgde maaltijd staat voor ons klaar, en dat biedt ons tegelijk ook mooi de gelegenheid om in kleine groepen aan tafels met elkaar door te praten over de inhoud van de presentatie van Albert Weishaupt. Aangenaam en nuttig gaan zo prima samen. Het is goed om elkaar in zo’n positieve sfeer te ontmoeten.
Ander perspectief op professionele ruimte
Na de pauze volgt eerst een presentatie van Katalin de Kleuver, beleidsmedewerker van CNV Onderwijs. Zij gaat eerst in op de terminologie van vanavond, geeft daarbij de nodige begripsverduidelijking, en plaatst daarna de thematiek van professionalisering en professionele ruimte van onderwijsprofessionals in een breder verband, met daarbij specifiek aandacht voor het rapport van de Onderwijsraad van september 2016, handelend over het advies van de Onderwijsraad over een ander perspectief op professionele ruimte in het onderwijs.
Professionele ruimte gaat veel verder dan professionele ontwikkeling. De Onderwijsraad noemt in dit verband de term ‘Handelingsvermogen’, dat ontstaat als mensen hun werk zelf mede vorm kunnen geven, als de combinatie van de drie dimensies Competenties, Structuur en Cultuur op elkaar worden en zijn afgestemd.
Zorg ervoor dat de verdere versterking van de competenties van de leraar vanuit de kracht van het team komt. Professional governance moet dan wel het uitgangspunt zijn voor de structuur en cultuur. De cultuur (organisatiecultuur / kwaliteitscultuur / teamcultuur) bepaalt of het mogelijk is voor de docent om de (positieve) professionele ruimte ook daadwerkelijk te pakken.
Katalin de Kleuver (CNVO) |
Dan volgt het laatste programmadeel, over de visie van CNVO met betrekking tot professionele ruimte.
Eerst passeren de rollen de revue van bestuur, management, team en individuele medewerker met betrekking tot professionele ruimte. Soms is er sprake van een verstoord evenwicht, door bijvoorbeeld (te) weinig vertrouwen en (te) veel controle.
Verder moet je oog hebben voor en rekening houden met diverse spanningsvelden, zoals bijvoorbeeld tussen kaders en regels, tussen doelen en belangen, en tussen sturing en aansturing.
En dan komt in de zaal als vanzelf de hamvraag: wat kunnen we hier nu mee? De groepsdiscussie begint op gang te komen in de zaal. Daarin worden onder andere de sleutelkenmerken van empowerment genoemd, zoals bijvoorbeeld: eigen kracht, zelfbeschikking, persoonlijk overwicht, betekenis en vertrouwen.
Ondertussen mengen ook David Bruning en Dorien Reijn zich in het plenaire groepsgesprek. Beiden zijn bestuurder van CNV Onderwijs, vandaag hier eveneens aanwezig om als CNVO-bestuurders over deze problematiek met de aanwezige leden en overige gasten in gesprek te gaan.
De discussie komt vanavond vaak toch weer terug bij de rol van het middenmanagement – tussen bestuur en docenten – dat meer ruimte moet vragen, krijgen en moet bieden in de professionele ruimte die er zit tussen de ruimte die bestuur biedt en de ruimte die docenten willen nemen. Kortom, een ware uitdaging voor het middenmanagement, dat al te vaak nog als obstakel wordt gezien tussen bestuur en docenten, die het als twee partijen vaak wel verrassend met elkaar eens zijn op drive en droom.
maandag 13 februari 2017
Witte Stenden-draagtas met groen randje
Maandag 13 februari 2017
Biobased
Inmiddels is Stenden Hogeschool in haar winkels 'iShop' in Emmen en Leeuwarden overgestapt op het gebruik en de verkoop van duurzame ‘plastic’ draagtasjes.
De nieuwe draagtas is duurzaam, omdat deze is gemaakt van maïszetmeel en biologisch afbreekbare polymeren.
De tas is derhalve 100% composteerbaar, en energiezuinig en biobased geproduceerd, waardoor er minder CO2 vrijkomt.
Duurzaam
Onze nieuwe Stenden-draagtas herken je aan het 'OK Compost'-label en aan het 'Kiemplant'-logo.
Dit betekent dat de draagtas voldoet aan de Europese norm (EN13432) van composteerbaarheid.
Dia geldt overigens zowel voor de tas als voor de bedrukking.
De tas is bovendien net zo sterk als de traditionele plastic tas, die we voorheen gebruikten.
Composteerbaar
Belangrijk detail: de nieuwe draagtas kun je na het laatste gebruik in de GFT-bak gooien, waar de tas dan mee-composteert.
Maar een zo lang mogelijk hergebruik blijft uiteindelijk natuurlijk altijd beter voor het milieu.
We hebben met de ingebruikname van deze nieuwe Stenden-draagtas in elk geval weer een volgende stap gezet op de weg van en naar de duurzame hogeschool.
Biobased
Inmiddels is Stenden Hogeschool in haar winkels 'iShop' in Emmen en Leeuwarden overgestapt op het gebruik en de verkoop van duurzame ‘plastic’ draagtasjes.
De nieuwe draagtas is duurzaam, omdat deze is gemaakt van maïszetmeel en biologisch afbreekbare polymeren.
De tas is derhalve 100% composteerbaar, en energiezuinig en biobased geproduceerd, waardoor er minder CO2 vrijkomt.
Duurzaam
Onze nieuwe Stenden-draagtas herken je aan het 'OK Compost'-label en aan het 'Kiemplant'-logo.
Dit betekent dat de draagtas voldoet aan de Europese norm (EN13432) van composteerbaarheid.
Dia geldt overigens zowel voor de tas als voor de bedrukking.
De tas is bovendien net zo sterk als de traditionele plastic tas, die we voorheen gebruikten.
Composteerbaar
Belangrijk detail: de nieuwe draagtas kun je na het laatste gebruik in de GFT-bak gooien, waar de tas dan mee-composteert.
Maar een zo lang mogelijk hergebruik blijft uiteindelijk natuurlijk altijd beter voor het milieu.
We hebben met de ingebruikname van deze nieuwe Stenden-draagtas in elk geval weer een volgende stap gezet op de weg van en naar de duurzame hogeschool.
vrijdag 10 februari 2017
Spoardyk
Donderdag 9 februari 2017
Op het goede spoor
Veel water moest er stromen van de Stienzer Feart via de Dokkumer Ee naar de zee om vandaag een feestelijk punt te zetten achter het lange proces om het voormalige spoortracé tussen Jelsum en Stiens te veranderen in een nuttig wandel-fietspad.
Op dit oude spoortraject van het vroegere 'Dockumer Lokaeltsje' is inmiddels een aantrekkelijk wandel-fietspad aangelegd, dat hoog door een prachtig landschap langs de dorpen Britsum en Koarnjum de nieuwe verkeersader voor langzaam verkeer vormt tussen Stiens en Jelsum.
Enthousiast en dankbaar maken veel wandelaars en fietsers inmiddels gebruik van deze aantrekkelijke route, maar een naam had dit pas in gebruik genomen pad nog niet. Daar komt vandaag verandering in.
Wethouder Rinske van der Meulen: verleden & heden
Daarom schreef de gemeente Leeuwarderadeel een prijsvraag uit om vanuit de bevolking voorstellen van namen te krijgen, waaruit dan de naam van dit nieuwe pad zou worden gekozen. Vandaag zal die naam bekend worden gemaakt in een feestelijk bijeenkomst, die vanmiddag aanvangt in dorpshuis 'De Bining' te Koarnjum.
Tientallen mensen hebben gehoor gegeven aan de uitnodiging van de gemeente om de bekendmaking en de onthulling van de naam van het pad bij te wonen.
Rinske van der Meulen, wethouder van onze gemeente Leeuwarderadeel, heet aan het begin van dit feestelijke middagprogramma alle aanwezigen van harte welkom. Ze vertelt kort over de historie van het spoortracé en over de ontstaansgeschiedenis van dit nieuwe wandel-fietspad. Dat het nieuwe wandel-fietspad in korte tijd al populair is geworden, vertelt ze, blijkt uit het feit dat er nu al veel gebruik van wordt gemaakt.
Zo'n 70 inzending ontving de gemeente voor mogelijke namen voor dit pad. Vier daarvan waren de bedenkers van de naam 'Spoardyk', en onze burgemeester Joop Boertien heeft uiteindelijk door loting bepaald wie van deze vier inzenders officieel zou worden uitgeroepen tot de bedenker van deze naam. Die eer viel de heer Harmen/Harry Dijkstra uit Stiens te beurt, aldus wethouder Van der Meulen.
Gedeputeerde Michiel Schrier: functioneel & toeristisch
Tweede spreker in De Bining is Michiel Schrier, gedeputeerde van de Provinsje Fryslân. Hij vertelt dat we vooral ook het wandelen en het fietsen moeten stimuleren, onder andere om zichtbaar te maken dat we ook hier in deze regio kunnen genieten van ons mooie Friese landschap.
Tevens roept de gedeputeerde de gemeente en de hier aanwezigen op om er ook voor te zorgen dat we met meerdere voorzieningen aansluiten bij dit nieuwe fiets-wandelpad. Michiel Schrier: "Zorg ervoor dat er voorzieningen komen langs dit pad, zoals plekken waar je even koffie of thee kunt drinken, en waar je even naar het toilet kunt." Als bestuur van de Stichting Jabikspaad Fryslân hebben we in de afgelopen jaren er bij de gemeente ook al op aangedrongen om langs het pad bijvoorbeeld banken te plaatsen om onderweg even te pauzeren, of om op bepaalde plaatsen informatiepanelen te plaatsen met onder andere informatie over het Jabikspaad, de Friese aanlooproute van het pelgrimspad naar Santiago de Compostela, dat dit pad op verschillende plekken volgt en kruist. De oproep van onze Friese gedeputeerde is me dan ook uit het hart gegrepen. Behalve nuttig wordt zo'n mooi wandel-fietspad dan ook aangenaam aangekleed, en wordt het behalve een functioneel pad ook een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve route. Dus, gewoon doen, direct mee beginnen!
Stienser naamgever Harmen Dijkstra: Spoardyk!
Na de toespraken worden alle gasten uitgenodigd om samen met de wethouder, de gedeputeerde en de bedenker van de nieuwe naam wandelend vanuit De Bining naar de voormalige spoorwegovergang van Koarnjum te lopen, waar de bedenker van de nieuwe naam, de 86-jarige heer Harry Dijkstra, samen met gedeputeerde Michiel Schrier de naam van het nieuwe pad zal onthullen.
We lopen met zijn allen op de muziek af, want het muziekkorps Studio heeft zich inmiddels bij de spoorwegovergang geïnstalleerd om met haar muziek het geheel luister bij te zetten.
Aangekomen bij het naambord van het nieuwe fiets-wandelpad zien we dat de gemeentevlag over het naambord hangt. Als iedereen zich heeft opgesteld rondom het naambord trekken de heren Schrier en Dijkstra samen de gemeentevlag van het naambord weg, en dan kunnen we allen de naam van dit nieuwe pad aanschouwen: Spoardyk!
Met zo'n naam weten de inwoners van Leeuwarderadeel zonder twijfel waar ze deze weg kunnen vinden, en wie in het geheel niet bekend is met onze regio, ziet ziende op dit naambord onmiskenbaar dat hij/zij wandelt of fietst op een voormalig spoortracé. Een heel natuurlijke spoor-naam dus, zowel geografisch als historisch verantwoord. Ik hoor dan ook alleen maar enthousiast-instemmende reacties op deze nieuwe naam; dat is dus alvast een goed begin.
Hapke & sûpke op it spoar
Het muziekkorps begint weer feestelijk te spelen, met fotocamera's, tablets en smartphones worden veelvuldig foto's gemaakt, en de lage temperatuur trotserend, blijven de gasten nog geruime tijd napraten op en langs het pad. De regelmatig passerende fietsers op het tracé moeten voorzichtig tussen het publiek door laveren, onderwijl nieuwsgierig kijkend naar wat hier toch aan de hand is.
De aanwezigen worden allen uitgenodigd om weer mee terug te wandelen naar het Koarnjumer dorpshuis, waar men nog enige tijd kan napraten onder het genot van een hapje en een drankje.
Het wordt dan weer rustig bij de oude spoorwegovergang, waar de passerende fietsers die vanuit Leeuwarden komen tussen de hekken door laverend recht op het nieuwe naambord af rijden, waar ze dan ook kunnen zien dat dit nieuwe wandel-fietspad inmiddels de nieuwe naam draagt: Spoardyk.
De onthulling van 'Spoardyk' als naam van het nieuwe Wandel-Fietspad |
Op het goede spoor
Veel water moest er stromen van de Stienzer Feart via de Dokkumer Ee naar de zee om vandaag een feestelijk punt te zetten achter het lange proces om het voormalige spoortracé tussen Jelsum en Stiens te veranderen in een nuttig wandel-fietspad.
Op dit oude spoortraject van het vroegere 'Dockumer Lokaeltsje' is inmiddels een aantrekkelijk wandel-fietspad aangelegd, dat hoog door een prachtig landschap langs de dorpen Britsum en Koarnjum de nieuwe verkeersader voor langzaam verkeer vormt tussen Stiens en Jelsum.
Enthousiast en dankbaar maken veel wandelaars en fietsers inmiddels gebruik van deze aantrekkelijke route, maar een naam had dit pas in gebruik genomen pad nog niet. Daar komt vandaag verandering in.
Wethouder Rinske van der Meulen: verleden & heden
Daarom schreef de gemeente Leeuwarderadeel een prijsvraag uit om vanuit de bevolking voorstellen van namen te krijgen, waaruit dan de naam van dit nieuwe pad zou worden gekozen. Vandaag zal die naam bekend worden gemaakt in een feestelijk bijeenkomst, die vanmiddag aanvangt in dorpshuis 'De Bining' te Koarnjum.
Tientallen mensen hebben gehoor gegeven aan de uitnodiging van de gemeente om de bekendmaking en de onthulling van de naam van het pad bij te wonen.
Rinske van der Meulen, wethouder van onze gemeente Leeuwarderadeel, heet aan het begin van dit feestelijke middagprogramma alle aanwezigen van harte welkom. Ze vertelt kort over de historie van het spoortracé en over de ontstaansgeschiedenis van dit nieuwe wandel-fietspad. Dat het nieuwe wandel-fietspad in korte tijd al populair is geworden, vertelt ze, blijkt uit het feit dat er nu al veel gebruik van wordt gemaakt.
Zo'n 70 inzending ontving de gemeente voor mogelijke namen voor dit pad. Vier daarvan waren de bedenkers van de naam 'Spoardyk', en onze burgemeester Joop Boertien heeft uiteindelijk door loting bepaald wie van deze vier inzenders officieel zou worden uitgeroepen tot de bedenker van deze naam. Die eer viel de heer Harmen/Harry Dijkstra uit Stiens te beurt, aldus wethouder Van der Meulen.
Gedeputeerde Michiel Schrier: functioneel & toeristisch
Tweede spreker in De Bining is Michiel Schrier, gedeputeerde van de Provinsje Fryslân. Hij vertelt dat we vooral ook het wandelen en het fietsen moeten stimuleren, onder andere om zichtbaar te maken dat we ook hier in deze regio kunnen genieten van ons mooie Friese landschap.
Tevens roept de gedeputeerde de gemeente en de hier aanwezigen op om er ook voor te zorgen dat we met meerdere voorzieningen aansluiten bij dit nieuwe fiets-wandelpad. Michiel Schrier: "Zorg ervoor dat er voorzieningen komen langs dit pad, zoals plekken waar je even koffie of thee kunt drinken, en waar je even naar het toilet kunt." Als bestuur van de Stichting Jabikspaad Fryslân hebben we in de afgelopen jaren er bij de gemeente ook al op aangedrongen om langs het pad bijvoorbeeld banken te plaatsen om onderweg even te pauzeren, of om op bepaalde plaatsen informatiepanelen te plaatsen met onder andere informatie over het Jabikspaad, de Friese aanlooproute van het pelgrimspad naar Santiago de Compostela, dat dit pad op verschillende plekken volgt en kruist. De oproep van onze Friese gedeputeerde is me dan ook uit het hart gegrepen. Behalve nuttig wordt zo'n mooi wandel-fietspad dan ook aangenaam aangekleed, en wordt het behalve een functioneel pad ook een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve route. Dus, gewoon doen, direct mee beginnen!
Stienser naamgever Harmen Dijkstra: Spoardyk!
Na de toespraken worden alle gasten uitgenodigd om samen met de wethouder, de gedeputeerde en de bedenker van de nieuwe naam wandelend vanuit De Bining naar de voormalige spoorwegovergang van Koarnjum te lopen, waar de bedenker van de nieuwe naam, de 86-jarige heer Harry Dijkstra, samen met gedeputeerde Michiel Schrier de naam van het nieuwe pad zal onthullen.
We lopen met zijn allen op de muziek af, want het muziekkorps Studio heeft zich inmiddels bij de spoorwegovergang geïnstalleerd om met haar muziek het geheel luister bij te zetten.
Aangekomen bij het naambord van het nieuwe fiets-wandelpad zien we dat de gemeentevlag over het naambord hangt. Als iedereen zich heeft opgesteld rondom het naambord trekken de heren Schrier en Dijkstra samen de gemeentevlag van het naambord weg, en dan kunnen we allen de naam van dit nieuwe pad aanschouwen: Spoardyk!
Met zo'n naam weten de inwoners van Leeuwarderadeel zonder twijfel waar ze deze weg kunnen vinden, en wie in het geheel niet bekend is met onze regio, ziet ziende op dit naambord onmiskenbaar dat hij/zij wandelt of fietst op een voormalig spoortracé. Een heel natuurlijke spoor-naam dus, zowel geografisch als historisch verantwoord. Ik hoor dan ook alleen maar enthousiast-instemmende reacties op deze nieuwe naam; dat is dus alvast een goed begin.
Hapke & sûpke op it spoar
Het muziekkorps begint weer feestelijk te spelen, met fotocamera's, tablets en smartphones worden veelvuldig foto's gemaakt, en de lage temperatuur trotserend, blijven de gasten nog geruime tijd napraten op en langs het pad. De regelmatig passerende fietsers op het tracé moeten voorzichtig tussen het publiek door laveren, onderwijl nieuwsgierig kijkend naar wat hier toch aan de hand is.
De aanwezigen worden allen uitgenodigd om weer mee terug te wandelen naar het Koarnjumer dorpshuis, waar men nog enige tijd kan napraten onder het genot van een hapje en een drankje.
Het wordt dan weer rustig bij de oude spoorwegovergang, waar de passerende fietsers die vanuit Leeuwarden komen tussen de hekken door laverend recht op het nieuwe naambord af rijden, waar ze dan ook kunnen zien dat dit nieuwe wandel-fietspad inmiddels de nieuwe naam draagt: Spoardyk.
donderdag 9 februari 2017
Keltische spiritualiteit: Geloven onderweg
Woensdag 8 februari 2017
Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu
Op pelgrimstocht gaan, betekent je vertrouwde omgeving verlaten, Je huis en familie, je werk en vrienden, de straat en de buurt waarin je woont. Je laat het los, laat het achter je.
Je komt dan in een nieuwe omgeving – niet in één, maar in meerdere entourages. Daar ontmoet je dan andere mensen, je maakt kennis met andere gewoontes, je komt in een ander taalgebied en je ziet andere bouwstijlen en wandelt door onbekende landschappen. Daar ervaar je de natuur (weer opnieuw).
Hierover nadenken, roept enkele vragen op, zoals:
In een vijftal lezingen gaan gerenommeerde sprekers in op de betekenis van natuur en landschap voor de pelgrim, vroeger en nu. In dit voorjaar van 2017 organiseert de Werkgroep Geschiedenis en Cultuur van ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob opnieuw een cyclus van vijf lezingen, dit jaar met het thema: 'Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu'.
Met deze lezingenserie - in het Institutio Cervantes te Utrecht - willen de werkgroepleden je bewust laten worden van wat natuur en landschap met je (kan) doen.
Lezing 2 - Keltische spiritualiteit: Geloven onderweg
Voor vanavond is Roel Bosch (1958) uitgenodigd, die predikant is van de PKN-NoorderLichtgemeente van Zeist, voor wie zijn speciale aandacht voor de combinatie van natuur en geloof hem bijna als vanzelfsprekend verbond met de spiritualiteit vanuit Keltische kringen.
Bosch gaat in zijn lezing vanavond vooral uit van de vormen van christelijk geloof zoals we die kennen uit Ierland en Schotland.
Nico van Heijingen opent als avondvoorzitter deze bijeenkomst met een korte inleiding over de thematiek van vanavond.
Pelgrimage op Iona
Bosch begint bij het Keltische kruis van Iona. We vragen ons nog steeds af: Is de cirkel van dit kruis nu ter versteviging, of is die bedoeld als de zon? Precies op 21 juni valt de schaduw van dit kruis op de ingang van de kapel iets verderop. Bij het kruis van Iona begint de pelgrimstocht van Iona.
Een pelgrimage is ook bedoeld om na te denken over in wiens voetsporen wij voortgaan. Je staat hier op Iona ook stil bij vroegere bewoners, die gastvrij bleven, ook als het levensgevaarlijk was. en je kunt hier op Iona stilstaan bij het harde leven. En je kunt een steentje meenemen van de kust, dat symbool staat voor de last die je meedraagt in je leven. Die last kun je later elders achter je laten. Aan het eind van de pelgrimstocht van Iona kom je bij de kerk uit, het oudste kapelletje van Iona. Daar ga je naar binnen. Vanaf deze heilige plek zijn koningen naar hun laatste rustplaats gebracht.
Dat de weg je tegemoet komt ....
De vraag is waarom dit lied zoveel mensen vergezelt, waarom is het zo geliefd? Het is in elk geval als tekst een voorbeeld van een vorm van christelijk geloof, waar ruimte is voor een positieve visie op God.
De Kelten als volksgroep zijn misschien wel afkomstig uit India en Turkije; helemaal zeker weten we het niet.
Keltisch is een taal. In de Keltische taal 'heb je geen boek', maar 'is het boek bij mij'. In de Keltische tradities 'heet ik niet' Wiep Koehoorn, maar 'ligt mijn naam op mij'.
Presence
Roel Bosch vertelt ons vanavond over drie / vier Keltische kernwoorden, die de Keltische spiritualiteit kenmerken en toelichten, te weten: Presence. Poetry, Pilgrimage / en Penitence.
'Presence' gaat over de Aanwezige, over de Eeuwige, in (en door) wat je ziet. De Presence van God als Vader, Zoon en Heilige Geest, werd door de Kelten aangeroepen, ook over bijvoorbeeld de gebruiksvoorwerpen waarmee je werkte. In Keltische spirituele teksten (her)kennen en weten we van Gods nabijheid.
Poetry
Poetry gaat over de schoonheid van taal en beeld en klank, dus ook het Keltische kruis bijvoorbeeld mag worden beschouwd als poetry. Poetry zit daarmee in heel veel van het leven.
Poëzie is een vorm die zomaar opduikt, die je ineens ziet, en die je niet had verwacht.
De eenvoud en de schoonheid van het landschap en de schoonheid van de taal horen bij elkaar. Over de merel bijvoorbeeld gaat de oudste tekst in het Gaelic, op schrift gezet in de marge van een Iers gebedenboek. Ook de Psalmen waren bij de Kelten vroeger al heel geliefd.
Pilgrimage
In de oude Keltische tijd waren er wel heilige plaatsen en heilige mensen. Die trokken rond, waren een vreemdeling (ofwel pelgrim) hier op aarde. Het gaat fout als die rondtrekkende vreemdeling zich vestigt op één vaste plaats. De pelgrim is een oerbeeld van de mens, zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament van de Bijbel. Ook de bisschoppen, vagant/reizend, trokken rond. Gelovigen waren reizenden, die tekenden zo het beeld van de Kelten. Als eeuwige zwerver zijn wij onderweg naar de plaats waar wij uiteindelijk willen/gaan herrijzen op 'De Jongste Dag', namelijk op die plaats waar je moet zijn, waar je thuis hoort. Zó zoeken mensen een plaats in deze wereld.
Penitence
Bij pilgrimage hoort ook altijd iets van boetedoening. Áls je vroeger al terugkwam van de toch ook wel gevaarlijke pelgrimage, was je vast en zeker wel een heel ander mens geworden. De pelgrimage vormde - en vormt nog steeds - de kern van de opbouw van het geloof.
De pelgrimstochten van onze voeten, van ons hart - over bergen en door dalen, over zee en over land - spelen mede een rol in de Keltische spiritualiteit. De Keltische spiritualiteit is de eerste christelijke vindplaats van zogenoemde boete-boeken, met eindeloze voorschriften, die ons nu nog veel sociologische inzichten bieden. Zo blijkt bijvoorbeeld uit die boeken dat pesten eigenlijk wel iets van alle tijden is. Gezien het feit dat die penitentieboeken uit oude kloosters komen, kwam dat pesten (ofwel ongewenste onregelmatigheden) dus ook wel in kloosters voor.
Varia
Vraag & antwoord
Tot slot is er nog volop gelegenheid voor het stellen van vragen aan de spreker. Dan komen in relatie tot het avondthema allerlei vragen, zoals over Bonifatius & Willibrord, over kloosters en hun ordes, over oude en nieuwe vormen van kruisen, over de vraag of er al een Keltisch-religieuze spiritualiteit was voordat het christendom zich verbreidde naar het uiterste westen van Europa,
Gevraagd wordt ook naar de relatie tussen Kelten en natuur. Natuur in onze ogen is iets geheel anders dan natuur zoals die werd beschouwd door de oude Kelten. Die natuur kon – en kan overigens nog steeds – heel gevaarlijk, zelfs levensbedreigend zijn. Voor de Kelten was de wereld – inclusief de mens en de natuur - één geheel; de Kelt maakten daar dus onlosmakelijk deel van uit.
Een pelgrimage hoef je niet alleen ver van huis op weg naar Santiago te doen, maar het kan ook in de stad, of een in een stiltewandeling, of zelfs ook in het met volle aandacht lezen en overdenken van spirituele teksten.
Zegen, God, alles .....
Bosch sluit af met een zegentekst, als een echte dominee, als een ware Kelt:
Keltisch kruis |
Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu
Op pelgrimstocht gaan, betekent je vertrouwde omgeving verlaten, Je huis en familie, je werk en vrienden, de straat en de buurt waarin je woont. Je laat het los, laat het achter je.
Je komt dan in een nieuwe omgeving – niet in één, maar in meerdere entourages. Daar ontmoet je dan andere mensen, je maakt kennis met andere gewoontes, je komt in een ander taalgebied en je ziet andere bouwstijlen en wandelt door onbekende landschappen. Daar ervaar je de natuur (weer opnieuw).
Hierover nadenken, roept enkele vragen op, zoals:
- Dat wandelen door natuur en landschap, wat doet dat met je als pelgrim?
- Ervaar je het landschap dan ook? Maak je er deel van uit, of is het voor jou slechts een decor?
- Is de natuur meer dan een stoffig pad, meer dan zon, weer en wind?
In een vijftal lezingen gaan gerenommeerde sprekers in op de betekenis van natuur en landschap voor de pelgrim, vroeger en nu. In dit voorjaar van 2017 organiseert de Werkgroep Geschiedenis en Cultuur van ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob opnieuw een cyclus van vijf lezingen, dit jaar met het thema: 'Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu'.
Met deze lezingenserie - in het Institutio Cervantes te Utrecht - willen de werkgroepleden je bewust laten worden van wat natuur en landschap met je (kan) doen.
- De eerste lezing ging over: Natuur en landschap als inspiratiebron voor de pelgrim.
Lezing 2 - Keltische spiritualiteit: Geloven onderweg
Voor vanavond is Roel Bosch (1958) uitgenodigd, die predikant is van de PKN-NoorderLichtgemeente van Zeist, voor wie zijn speciale aandacht voor de combinatie van natuur en geloof hem bijna als vanzelfsprekend verbond met de spiritualiteit vanuit Keltische kringen.
Bosch gaat in zijn lezing vanavond vooral uit van de vormen van christelijk geloof zoals we die kennen uit Ierland en Schotland.
Nico van Heijingen opent als avondvoorzitter deze bijeenkomst met een korte inleiding over de thematiek van vanavond.
spreker Roel Bosch |
Bosch begint bij het Keltische kruis van Iona. We vragen ons nog steeds af: Is de cirkel van dit kruis nu ter versteviging, of is die bedoeld als de zon? Precies op 21 juni valt de schaduw van dit kruis op de ingang van de kapel iets verderop. Bij het kruis van Iona begint de pelgrimstocht van Iona.
Een pelgrimage is ook bedoeld om na te denken over in wiens voetsporen wij voortgaan. Je staat hier op Iona ook stil bij vroegere bewoners, die gastvrij bleven, ook als het levensgevaarlijk was. en je kunt hier op Iona stilstaan bij het harde leven. En je kunt een steentje meenemen van de kust, dat symbool staat voor de last die je meedraagt in je leven. Die last kun je later elders achter je laten. Aan het eind van de pelgrimstocht van Iona kom je bij de kerk uit, het oudste kapelletje van Iona. Daar ga je naar binnen. Vanaf deze heilige plek zijn koningen naar hun laatste rustplaats gebracht.
Dat de weg je tegemoet komt,
dat de wind je steunt in de rug ...,
dat de zon je gezicht warmt,
de regen je veld vruchtbaar maakt
en totdat we elkaar weer zien:
dat God je in de palm van Zijn hand bewaart.
Dat de weg je tegemoet komt ....
De vraag is waarom dit lied zoveel mensen vergezelt, waarom is het zo geliefd? Het is in elk geval als tekst een voorbeeld van een vorm van christelijk geloof, waar ruimte is voor een positieve visie op God.
De Kelten als volksgroep zijn misschien wel afkomstig uit India en Turkije; helemaal zeker weten we het niet.
Keltisch is een taal. In de Keltische taal 'heb je geen boek', maar 'is het boek bij mij'. In de Keltische tradities 'heet ik niet' Wiep Koehoorn, maar 'ligt mijn naam op mij'.
Presence
Roel Bosch vertelt ons vanavond over drie / vier Keltische kernwoorden, die de Keltische spiritualiteit kenmerken en toelichten, te weten: Presence. Poetry, Pilgrimage / en Penitence.
'Presence' gaat over de Aanwezige, over de Eeuwige, in (en door) wat je ziet. De Presence van God als Vader, Zoon en Heilige Geest, werd door de Kelten aangeroepen, ook over bijvoorbeeld de gebruiksvoorwerpen waarmee je werkte. In Keltische spirituele teksten (her)kennen en weten we van Gods nabijheid.
Poetry
Poetry gaat over de schoonheid van taal en beeld en klank, dus ook het Keltische kruis bijvoorbeeld mag worden beschouwd als poetry. Poetry zit daarmee in heel veel van het leven.
Poëzie is een vorm die zomaar opduikt, die je ineens ziet, en die je niet had verwacht.
De eenvoud en de schoonheid van het landschap en de schoonheid van de taal horen bij elkaar. Over de merel bijvoorbeeld gaat de oudste tekst in het Gaelic, op schrift gezet in de marge van een Iers gebedenboek. Ook de Psalmen waren bij de Kelten vroeger al heel geliefd.
Pilgrimage
In de oude Keltische tijd waren er wel heilige plaatsen en heilige mensen. Die trokken rond, waren een vreemdeling (ofwel pelgrim) hier op aarde. Het gaat fout als die rondtrekkende vreemdeling zich vestigt op één vaste plaats. De pelgrim is een oerbeeld van de mens, zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament van de Bijbel. Ook de bisschoppen, vagant/reizend, trokken rond. Gelovigen waren reizenden, die tekenden zo het beeld van de Kelten. Als eeuwige zwerver zijn wij onderweg naar de plaats waar wij uiteindelijk willen/gaan herrijzen op 'De Jongste Dag', namelijk op die plaats waar je moet zijn, waar je thuis hoort. Zó zoeken mensen een plaats in deze wereld.
Penitence
Bij pilgrimage hoort ook altijd iets van boetedoening. Áls je vroeger al terugkwam van de toch ook wel gevaarlijke pelgrimage, was je vast en zeker wel een heel ander mens geworden. De pelgrimage vormde - en vormt nog steeds - de kern van de opbouw van het geloof.
De pelgrimstochten van onze voeten, van ons hart - over bergen en door dalen, over zee en over land - spelen mede een rol in de Keltische spiritualiteit. De Keltische spiritualiteit is de eerste christelijke vindplaats van zogenoemde boete-boeken, met eindeloze voorschriften, die ons nu nog veel sociologische inzichten bieden. Zo blijkt bijvoorbeeld uit die boeken dat pesten eigenlijk wel iets van alle tijden is. Gezien het feit dat die penitentieboeken uit oude kloosters komen, kwam dat pesten (ofwel ongewenste onregelmatigheden) dus ook wel in kloosters voor.
Varia
- Roel Bosch leest vanavond tijdens zijn lezing ook enkele Keltische spirituele teksten voor; het zijn woorden van overgave, rust en vrede.
- Iona Abbey was eeuwen geleden vervallen; het klooster lag in puin. In 1930 werd de plek door een predikant weer herbouwd, en daar ontstond toen de Iona Community, waar men nu ook bezig is met de heelheid van de schepping.
- Soberheid, eenvoud, een trekkend geloof onderweg. Tegenwoordig zie je wel meer dat nieuwe vormen van spiritualiteit ook aansluiten bij Keltische vormen van spiritualiteit.
Vraag & antwoord
Tot slot is er nog volop gelegenheid voor het stellen van vragen aan de spreker. Dan komen in relatie tot het avondthema allerlei vragen, zoals over Bonifatius & Willibrord, over kloosters en hun ordes, over oude en nieuwe vormen van kruisen, over de vraag of er al een Keltisch-religieuze spiritualiteit was voordat het christendom zich verbreidde naar het uiterste westen van Europa,
Gevraagd wordt ook naar de relatie tussen Kelten en natuur. Natuur in onze ogen is iets geheel anders dan natuur zoals die werd beschouwd door de oude Kelten. Die natuur kon – en kan overigens nog steeds – heel gevaarlijk, zelfs levensbedreigend zijn. Voor de Kelten was de wereld – inclusief de mens en de natuur - één geheel; de Kelt maakten daar dus onlosmakelijk deel van uit.
Een pelgrimage hoef je niet alleen ver van huis op weg naar Santiago te doen, maar het kan ook in de stad, of een in een stiltewandeling, of zelfs ook in het met volle aandacht lezen en overdenken van spirituele teksten.
Zegen, God, alles .....
Bosch sluit af met een zegentekst, als een echte dominee, als een ware Kelt:
Zegen, God, onze ziel die bij U vandaan komt,
zegen, God, ons lichaam, gevormd uit aarde,
zegen, God. alles dat onze ogen zien,
elk geluid dat onze oren horen.
Zegen, God, elke geur die onze neus bereikt.
alles dat onze lippen proeven,
elke lichtstraal die ons de weg wijst.
Amen.
dinsdag 7 februari 2017
Proefvisitatie bij Anna Schotanus in Heerenveen
Dinsdag 7 februari 2017
Woonzorgcentrum
Vandaag zijn we met een team medewerkers van Stenden Hogeschool en een aantal relaties van onze School of Social Work and Arts Therapies aan het werk in Woonzorgcentrum Anna Schotanus te Heerenveen om in een proefvisitatiesetting de aanstaande visitatie van de nieuwe Associate degree-opleiding 'Service, Zorg en Welzijn' van Stenden Hogeschool voor te bereiden.
Associate degree
Een auditteam bestaande uit interne en externe leden gaat vandaag in gesprek met verschillende geledingen die betrokken zijn bij het ontwerp en de ontwikkeling van deze nieuwe HBO-Associate degree-opleiding. Zo spreekt het auditpanel bijvoorbeeld met (oud)studenten die ervaring hebben met werkplekleren, met onderwijskundigen, docenten-coaches en werkveldexperts, en met managementteamleden.
Nuttig en aangenaam
Allerlei basisdocumenten liggen in de proefvisitatiekamer klaar ter bestudering door het proefvisitatiepanel, en tijdens de middagpauze gaan we met zijn allen in duo's naar de diverse huiskamers van dit gastvrije woonzorgcentrum, om samen met de bewoners van Anna Schotanus in het bijzijn van medewerkers en met de aanwezige studenten die hier in opleiding zijn de middagmaaltijd te genieten.
Bevindingen
Aan het eind van de dag verzorgt het auditteam een terugkoppeling van haar bevindingen van deze auditdag, en weten we in grote lijnen wat er nog gedaan kan worden om de puntjes op de 'i' te zetten alvorens een panel van onafhankelijke gezaghebbende experts over enkele weken op bezoek zal komen om de kwaliteit van de opleidingsplannen te beoordelen.
Terugkoppeling van de auditbevindingen |
Woonzorgcentrum
Vandaag zijn we met een team medewerkers van Stenden Hogeschool en een aantal relaties van onze School of Social Work and Arts Therapies aan het werk in Woonzorgcentrum Anna Schotanus te Heerenveen om in een proefvisitatiesetting de aanstaande visitatie van de nieuwe Associate degree-opleiding 'Service, Zorg en Welzijn' van Stenden Hogeschool voor te bereiden.
Associate degree
Een auditteam bestaande uit interne en externe leden gaat vandaag in gesprek met verschillende geledingen die betrokken zijn bij het ontwerp en de ontwikkeling van deze nieuwe HBO-Associate degree-opleiding. Zo spreekt het auditpanel bijvoorbeeld met (oud)studenten die ervaring hebben met werkplekleren, met onderwijskundigen, docenten-coaches en werkveldexperts, en met managementteamleden.
Nuttig en aangenaam
Allerlei basisdocumenten liggen in de proefvisitatiekamer klaar ter bestudering door het proefvisitatiepanel, en tijdens de middagpauze gaan we met zijn allen in duo's naar de diverse huiskamers van dit gastvrije woonzorgcentrum, om samen met de bewoners van Anna Schotanus in het bijzijn van medewerkers en met de aanwezige studenten die hier in opleiding zijn de middagmaaltijd te genieten.
Bevindingen
Aan het eind van de dag verzorgt het auditteam een terugkoppeling van haar bevindingen van deze auditdag, en weten we in grote lijnen wat er nog gedaan kan worden om de puntjes op de 'i' te zetten alvorens een panel van onafhankelijke gezaghebbende experts over enkele weken op bezoek zal komen om de kwaliteit van de opleidingsplannen te beoordelen.
zondag 5 februari 2017
25 jaar licht & zout in deze wereld
Zondag 5 februari 2017
Ambtsjubileum
Al bij aankomst bij de Sint-Vituskerk van Stiens kun je zien dat er vanmorgen iets bijzonders staat te gebeuren in de kerk. Rondom de terpkerk staan heel veel fietsen en auto's geparkeerd; voorteken dat de kerk vanmorgen vol loopt. Als de kerkdienst aanvangt, zit de kerk inderdaad vol met Stienser gemeenteleden, en ook met veel familie, vrienden en kennissen van dominee Ulbe Tjallingii.
We beleven vandaag een bijzondere ochtendkerkdienst, want daarin vieren we het jubileum van dominee Tjallingii, die dit jaar viert dat hij 25 jaar predikant is. Begonnen in 1991 in Zwaagwesteinde en van 1996 tot en met 2001 onze gemeentepredikant in Stiens, zette hij daarna zijn loopbaan op veelzijdige wijze voort als onder andere docent, organist, pastor, coach, dirigent, crisismanager, zanger, en nog veel meer.
Als lid van de Beroepingscommissie van de Hervormde Gemeente van Stiens heb ik hem indertijd al leren kennen als een gepassioneerd man op het gebied van theologie & muziek, die de persoonlijke groei op zijn eigen levenspad gewaardeerd inzet(te) in het pastoraal begeleiden van alle ook zoekende medemensen die zijn pad kruis(t)en.
Thuiskomen in Stiens
Alhoewel hij af ten toe nog wel eens voorgaat en aanwezig is tijdens kerkdiensten in Stiens, voelt het ook bij deze bijzondere viering vanmorgen wel als een thuiskomen, voor zowel de voorganger als voor de aanwezige gemeenteleden.
Dominee Tjallingii vertelt dat het in deze jubileumviering vooral zal gaan over het als mens licht en zout te zijn in deze wereld.
Hij roept de kinderen vanuit de kerk naar voren, alvorens zij naar de Kindernevendienst gaan, en hij vertelt hen met metaforen hoe je als mens het licht in de wereld kunt worden en zijn, waarbij hij beelden gebruikt als (het lampje in) zijn smartphone, de (in te vullen) acceptgirokaart van een liefdadigheidsinstelling, (het donorverzoek dat je ontvangt bij) de aanvraag van een paspoort, en het doosje kookpudding, dat met een persoonlijke anekdote symbool staat voor vriendschap bieden en ontvangen.
Geloof & Vertrouwen
De muzikale begeleiding en de muzikale intermezzo's worden vandaag verzorgd door onze gemeenteorganist Auke de Boer achter in de kerk, en onze gemeentepredikant Jaap Overeem als pianist voorin de kerk. Hun bijdragen in de vorm van verrassend en mooi interactief spel, de feestvlaggetjes met de flessenpost, de videoboodschap van het koor van Tjallingii, en de koffie met oranjekoek na afloop; het zijn allemaal veel van de mooie kleuren, die de warme sfeer bevorderen en die zo bijdragen aan het welslagen van deze feestelijke dienst.
Dominee Ulbe Tjallingii:
Dominee Ulbe Tjallingii in gesprek met de kinderen van de Kindernevendienst |
Ambtsjubileum
Al bij aankomst bij de Sint-Vituskerk van Stiens kun je zien dat er vanmorgen iets bijzonders staat te gebeuren in de kerk. Rondom de terpkerk staan heel veel fietsen en auto's geparkeerd; voorteken dat de kerk vanmorgen vol loopt. Als de kerkdienst aanvangt, zit de kerk inderdaad vol met Stienser gemeenteleden, en ook met veel familie, vrienden en kennissen van dominee Ulbe Tjallingii.
We beleven vandaag een bijzondere ochtendkerkdienst, want daarin vieren we het jubileum van dominee Tjallingii, die dit jaar viert dat hij 25 jaar predikant is. Begonnen in 1991 in Zwaagwesteinde en van 1996 tot en met 2001 onze gemeentepredikant in Stiens, zette hij daarna zijn loopbaan op veelzijdige wijze voort als onder andere docent, organist, pastor, coach, dirigent, crisismanager, zanger, en nog veel meer.
Als lid van de Beroepingscommissie van de Hervormde Gemeente van Stiens heb ik hem indertijd al leren kennen als een gepassioneerd man op het gebied van theologie & muziek, die de persoonlijke groei op zijn eigen levenspad gewaardeerd inzet(te) in het pastoraal begeleiden van alle ook zoekende medemensen die zijn pad kruis(t)en.
Thuiskomen in Stiens
Alhoewel hij af ten toe nog wel eens voorgaat en aanwezig is tijdens kerkdiensten in Stiens, voelt het ook bij deze bijzondere viering vanmorgen wel als een thuiskomen, voor zowel de voorganger als voor de aanwezige gemeenteleden.
Dominee Tjallingii vertelt dat het in deze jubileumviering vooral zal gaan over het als mens licht en zout te zijn in deze wereld.
Hij roept de kinderen vanuit de kerk naar voren, alvorens zij naar de Kindernevendienst gaan, en hij vertelt hen met metaforen hoe je als mens het licht in de wereld kunt worden en zijn, waarbij hij beelden gebruikt als (het lampje in) zijn smartphone, de (in te vullen) acceptgirokaart van een liefdadigheidsinstelling, (het donorverzoek dat je ontvangt bij) de aanvraag van een paspoort, en het doosje kookpudding, dat met een persoonlijke anekdote symbool staat voor vriendschap bieden en ontvangen.
Geloof & Vertrouwen
De muzikale begeleiding en de muzikale intermezzo's worden vandaag verzorgd door onze gemeenteorganist Auke de Boer achter in de kerk, en onze gemeentepredikant Jaap Overeem als pianist voorin de kerk. Hun bijdragen in de vorm van verrassend en mooi interactief spel, de feestvlaggetjes met de flessenpost, de videoboodschap van het koor van Tjallingii, en de koffie met oranjekoek na afloop; het zijn allemaal veel van de mooie kleuren, die de warme sfeer bevorderen en die zo bijdragen aan het welslagen van deze feestelijke dienst.
Dominee Ulbe Tjallingii:
- Ik heb een veelkleurig leven tot nu toe. Het leven is veelkleurig, en het leven mag ook veelkleurig zijn.
- Jezus zei; "Ik ben het licht van de wereld". Licht bestaat uit vele kleuren. God is ook meerkleurig.
- Wat hier tijdens mijn werktijd in Stiens is gebeurd - zoals ook de begrafenis van een kind - ik zal zulke dingen nooit vergeten.
- Ik blijf op zoek naar warmte en bezieling. Ik blijf daar naar op zoek in de Bijbel.
- De Bijbel kan ook leiden tot oorlog, haat en vervolging. Toch gaat het op elke bladzijde van de Bijbel juist over leven en hoop, over God en de mens, en (mede daarom) is de Bijbel een goede bron om uit te leven.
- De Hof van Getsemané is het begin van het herstel van de Hof van Eden.
- Ik heb theologie gestudeerd, en ik weet dat je geloof niet kunt studeren, want geloof ontvang je.
- Ik ben op zoek geweest naar vertrouwen, en heb het ook ontvangen.
- De regering van Gods overstelpende liefde gaat boven elk ander bewind.
- Nu begin ik te begrijpen, nu begin ik te geloven, en op God te vertrouwen. Dát vertrouwen wens ik jullie allen toe. Amen!
donderdag 2 februari 2017
Probleemgestuurd onderwijs of Probleemgestuurd ongeluk
Donderdag 2 februari 2017
Probleemstelling
Eerder deze week schreef ik al dat we momenteel binnen Stenden Hogeschool ook de StudieStartWeek hebben voor de nieuw ingekomen studenten die bij de aanvang van het nieuwe semester deze maand hun studie starten in Leeuwarden, Assen, Emmen, Groningen of Meppel.
Eén van de programmapunten waar deze eerstejaars studenten deze week mee te maken krijgen, is een uitgebreide kennismaking met ons onderwijsconcept 'ProbleemGestuurd Onderwijs' (PGO), of - voor de internationals - 'Problem Based Learning' (PBL).
Wie aanvankelijk nog denkt dat deze aanpak van leren gericht is op het zuiver oplossen van - zeg maar - 'platte problemen', weet aan het eind van de StudieStartWeek wel beter, want PGO gaat veel verder dan problemen oplossen. In de dagelijkse onderwijspraktijk merken studenten al vrij snel dat het meer lijkt op 'probleemstellingsgericht leren'.
Geen probleem
Maar van die andere, meer dagelijkse of niet-dagelijkse problemen kun je natuurlijk ook heel veel leren. De praktijk is de beste leermeester, dus laten we eens kijken wat daar buiten de hogeschool zoal valt te leren.
Bij de ingangen van de parkeerterreinen van de Leeuwarder Kenniscampus staan slagbomen, waar je als student of gast een parkeerkaartje vraagt bij de parkeerautomaat als je met je auto het parkeerterrein gaat oprijden.
Het is de bedoeling dat je voorafgaand aan het uitrijden een gering bedrag bij de parkeerautomaat betaalt, waarna je dan een uitrijkaart krijgt voor de slagboom bij de uitgang. Kaart in de automaat, slagboom gaat open, en je kunt uitrijden, zo gemakkelijk is dat. Geen probleem dus.
Wel probleem
Maar, het kan ook anders.
Een enkele keer is er wel eens iemand met een korte four wheel drive-terreinwagen, die hoog op de wielen staat. Die lukt het nog wel om diagonaal de aarden wal rondom het parkeerterrein over te steken.
Een enkele keer is er ook wel eens iemand die met een gewone personenwagen probeert om zonder parkeergeld te betalen de aarden wal over te steken. Maar ook als je diagonaal de aarden wal over gaat, komt al heel snel het moment dat je over de top moet. En daar zit hem nu juist het probleem, want dan blijkt dat de auto niet hoog genoeg op de wielen staat om die hobbel te nemen. En als dan het moment is gekomen dat de aandrijfwielen net over de top geen greep meer op de grasmat hebben, dan is het gebeurd met de pret, en blijft de auto op zijn toppunt hangen, en kan niet meer vooruit of achteruit.
In het probleem gestuurd
En dat is wat vanmiddag weer eens gebeurt. Met een hoog ontwikkeld optimisme en overschatting wordt met de zwarte Renault geprobeerd om het luttele bedrag van de parkeerkosten te besparen, maar die vlieger gaat uiteindelijk niet op. En ziedaar een waar probleem, en los het dan maar eens op.
De auto blijft boven op de aarden wal hangen. en kan niet meer vooruit of achteruit.
En dan begint de kostenteller pas echt snel tot forse hoogte te lopen, want een bergingsvoertuig wordt gebeld en komt erbij om de auto van de aarden wal af te halen. En dan kan voor het eerst ook de schade aan de onderkant - het chassis - van de auto worden bekeken,
Eén ding is zeker: dit gaat veel meer kosten dan het parkeerkaartje; en is daarmee een wijze les voor de volgende kandidaat die overweegt om zich letterlijk al dan niet in de 'problemen te sturen'.
Weer wat geleerd.
"Ik zei toch: diagonaal er overheen, kijk, zo!" |
Probleemstelling
Eerder deze week schreef ik al dat we momenteel binnen Stenden Hogeschool ook de StudieStartWeek hebben voor de nieuw ingekomen studenten die bij de aanvang van het nieuwe semester deze maand hun studie starten in Leeuwarden, Assen, Emmen, Groningen of Meppel.
Eén van de programmapunten waar deze eerstejaars studenten deze week mee te maken krijgen, is een uitgebreide kennismaking met ons onderwijsconcept 'ProbleemGestuurd Onderwijs' (PGO), of - voor de internationals - 'Problem Based Learning' (PBL).
Wie aanvankelijk nog denkt dat deze aanpak van leren gericht is op het zuiver oplossen van - zeg maar - 'platte problemen', weet aan het eind van de StudieStartWeek wel beter, want PGO gaat veel verder dan problemen oplossen. In de dagelijkse onderwijspraktijk merken studenten al vrij snel dat het meer lijkt op 'probleemstellingsgericht leren'.
Geen probleem
Maar van die andere, meer dagelijkse of niet-dagelijkse problemen kun je natuurlijk ook heel veel leren. De praktijk is de beste leermeester, dus laten we eens kijken wat daar buiten de hogeschool zoal valt te leren.
Bij de ingangen van de parkeerterreinen van de Leeuwarder Kenniscampus staan slagbomen, waar je als student of gast een parkeerkaartje vraagt bij de parkeerautomaat als je met je auto het parkeerterrein gaat oprijden.
Het is de bedoeling dat je voorafgaand aan het uitrijden een gering bedrag bij de parkeerautomaat betaalt, waarna je dan een uitrijkaart krijgt voor de slagboom bij de uitgang. Kaart in de automaat, slagboom gaat open, en je kunt uitrijden, zo gemakkelijk is dat. Geen probleem dus.
Wel probleem
Maar, het kan ook anders.
Een enkele keer is er wel eens iemand met een korte four wheel drive-terreinwagen, die hoog op de wielen staat. Die lukt het nog wel om diagonaal de aarden wal rondom het parkeerterrein over te steken.
Een enkele keer is er ook wel eens iemand die met een gewone personenwagen probeert om zonder parkeergeld te betalen de aarden wal over te steken. Maar ook als je diagonaal de aarden wal over gaat, komt al heel snel het moment dat je over de top moet. En daar zit hem nu juist het probleem, want dan blijkt dat de auto niet hoog genoeg op de wielen staat om die hobbel te nemen. En als dan het moment is gekomen dat de aandrijfwielen net over de top geen greep meer op de grasmat hebben, dan is het gebeurd met de pret, en blijft de auto op zijn toppunt hangen, en kan niet meer vooruit of achteruit.
In het probleem gestuurd
En dat is wat vanmiddag weer eens gebeurt. Met een hoog ontwikkeld optimisme en overschatting wordt met de zwarte Renault geprobeerd om het luttele bedrag van de parkeerkosten te besparen, maar die vlieger gaat uiteindelijk niet op. En ziedaar een waar probleem, en los het dan maar eens op.
De auto blijft boven op de aarden wal hangen. en kan niet meer vooruit of achteruit.
En dan begint de kostenteller pas echt snel tot forse hoogte te lopen, want een bergingsvoertuig wordt gebeld en komt erbij om de auto van de aarden wal af te halen. En dan kan voor het eerst ook de schade aan de onderkant - het chassis - van de auto worden bekeken,
Eén ding is zeker: dit gaat veel meer kosten dan het parkeerkaartje; en is daarmee een wijze les voor de volgende kandidaat die overweegt om zich letterlijk al dan niet in de 'problemen te sturen'.
Weer wat geleerd.
Visie op kwaliteit: een waarderende benadering
Woensdag 1 februari 2017
Inspiratiesessie over de visie op kwaliteit
De tweede versie van deze lezing wordt wederom verzorgd door René Kloosterman, met als thema: 'Visie op kwaliteit: een waarderende benadering'.
Aan het begin van deze bijeenkomst heet ik alle deelnemers en de spreker hartelijk welkom namens onze afdeling Quality Assurance en vertel over de aanleiding, de bedoeling, de spreker en het programma van dit middagprogramma.
Evenals in de eerste sessie van juli 2016 komt ook vandaag het onderscheid tussen het zogenoemde Angelsaksische en het Rijnlandse denken aan bod.
Minder PDCA en meer PDTA
René Kloosterman geeft aan dat hij vindt dat de 'populaire' PDCA-cyclus van Plan, Do, Check en Act in zijn ogen zou moeten transformeren naar: Plan, Do, Trust en Attention/Interest.
Hij noemt ook het begrip 'gelegitimeerd vertrouwen', wat een deelnemer in de zaal uitnodigt om daarop te reageren met: "Gelegitimeerd vertrouwen is eigenlijk wantrouwen".
Kloosterman:
In de ogen van René Kloosterman gaat de NVAO steeds meer meebewegen met de hogeschool en de opleiding, want kijk maar, de regie op de kwaliteit ligt geheel bij de hogeschool en bij de opleiding, en ook de invloed van de opleidingscommissies en van de studenten wordt steeds groter. De NVAO volgt de visie van hogeschool en opleiding, en zorgt er vervolgens voor dat de kwaliteit van instelling en opleiding wordt beoordeeld vanuit het perspectief van die visie, en ook gebaseerd op de beoordelingscriteria zoals die als Standaarden in het NVAO-beoordelingskader staan.
We zijn het er wel over eens dat het bij kwaliteit(szorg) niet alleen zou moeten gaan om de hard controls (volgens het PDCA-model), maar dat het gelijktijdig ook zou moeten gaan over de soft controls, gebaseerd op de kwaliteitscultuur.
René Kloosterman tijdens zijn presentatie in Stenden Hogeschool |
Inspiratiesessie over de visie op kwaliteit
Op 5 juli 2016 organiseerden we binnen Stenden Hogeschool voor ons medewerkersteam van zo'n 30 geschoolde, gecertificeerde auditoren een lezing over 'Waarderend auditen', verzorgd door René Kloosterman, de directeur van AeQui, één van de Nederlandse evaluatieburo's, die onder andere opleidingen in het hoger onderwijs visiteren, teneinde de kwaliteit van deze opleidingen te beoordelen.
Wegens het succes van deze bijeenkomst herhalen we een dergelijke sessie, zij het vandaag voor een breder samengesteld gezelschap, want we gunnen vooral ook andere collega's binnen onze hogeschool zo'n inspiratiesessie. Ongeveer 25 collega's gaven zich op, afkomstig van de verschillende Stenden-locaties, waaronder docenten, academic deans, directeuren, adviseurs, teamleiders en beleidsmedewerkers.De tweede versie van deze lezing wordt wederom verzorgd door René Kloosterman, met als thema: 'Visie op kwaliteit: een waarderende benadering'.
Aan het begin van deze bijeenkomst heet ik alle deelnemers en de spreker hartelijk welkom namens onze afdeling Quality Assurance en vertel over de aanleiding, de bedoeling, de spreker en het programma van dit middagprogramma.
Hoe staan we in de 'wedstrijd'?
Kloosterman vertelt dat we steeds meer opschuiven naar 'visiegerichte kwaliteitszorg', ook omdat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de visie van de hogeschool en van de opleiding - meer dan voorheen - als richtinggevend uitgangspunt voor de opleidingsbeoordeling wil meenemen.
We kijken naar een videofragment van Sir Ken Robinson, over divergent denken.Evenals in de eerste sessie van juli 2016 komt ook vandaag het onderscheid tussen het zogenoemde Angelsaksische en het Rijnlandse denken aan bod.
- Bij het werken volgens het Angelsaksische model staan de volgende elementen centraal: in control, controleren, risicomanagement, plan, regels/procedures, audit en problemen oplossen.
- Bij het werken volgens het Rijnlandse model gaat het daarentegen om: vertrouwen, interesse, kwaliteit, proberen, inzicht, dialoog en ontwikkelen.
Minder PDCA en meer PDTA
René Kloosterman geeft aan dat hij vindt dat de 'populaire' PDCA-cyclus van Plan, Do, Check en Act in zijn ogen zou moeten transformeren naar: Plan, Do, Trust en Attention/Interest.
Hij noemt ook het begrip 'gelegitimeerd vertrouwen', wat een deelnemer in de zaal uitnodigt om daarop te reageren met: "Gelegitimeerd vertrouwen is eigenlijk wantrouwen".
Kloosterman:
- Een goede visitatie leidt tot het verbeteren van het hoger onderwijs.
- Bij waarderend auditen kijk je vooral naar wat al goed gaat, maar daarbij moet je uiteraard niet ook de beoordeling van de schaduwzijden uit het oog verliezen.
- Hoe meer invloed onderwijsondersteuners krijgen, hoe Angelsaksischer het onderwijs wordt.
- In langer opererende organisaties zie je dat de systeemwereld belangrijker wordt dan de leefwereld, belangrijker dan de oorspronkelijke bedoeling van de organisatie.
In de ogen van René Kloosterman gaat de NVAO steeds meer meebewegen met de hogeschool en de opleiding, want kijk maar, de regie op de kwaliteit ligt geheel bij de hogeschool en bij de opleiding, en ook de invloed van de opleidingscommissies en van de studenten wordt steeds groter. De NVAO volgt de visie van hogeschool en opleiding, en zorgt er vervolgens voor dat de kwaliteit van instelling en opleiding wordt beoordeeld vanuit het perspectief van die visie, en ook gebaseerd op de beoordelingscriteria zoals die als Standaarden in het NVAO-beoordelingskader staan.
We zijn het er wel over eens dat het bij kwaliteit(szorg) niet alleen zou moeten gaan om de hard controls (volgens het PDCA-model), maar dat het gelijktijdig ook zou moeten gaan over de soft controls, gebaseerd op de kwaliteitscultuur.
Abonneren op:
Posts (Atom)