Cover van Doekle Terpstra's autobiografie |
Droom en daad
Wat drijft Doekle
Terpstra, voorheen de bevlogen voorman van het CNV, daarna voorzitter van de HBO-raad en momenteel voorzitter van het College van Bestuur van hogeschool
Inholland? Wat ziet hij als zijn opdracht en hoe past Terpstra zijn dromen en
zijn daden op elkaar?
Spreuken
In december 2004 kreeg ik als Sinterklaaskado het boek “Meer dan geld
verdienen’, dat Terpstra in dat jaar publiceerde. Marion Rosendahl
zorgde voor het omslagontwerp van deze autobiografie
van Doekle Terpstra.
- De ondertitel van dit boek is: ‘Een boek over kwetsbaarheid en kracht’.
- Als motto staat vóórin het boek: ‘Wees realistisch, streef naar het onmogelijke’.
- Op zijn bureau staat zijn lijfspreuk: “Waar het visioen verdwijnt, verwildert het volk” (uit Spreuken in de Bijbel, tevens een boektitel (1987) van Dorothee Sölle en ook de boektitel van Terpstra’s andere boek (2006).
- De opdracht aan zijn dochters luidt: ‘Werk aan een werkelijkheid waarin recht wordt gedaan. Beschouw onverschilligheid als een vloek’.
Biografie
Doekle
Terpstra schreef en presenteerde zijn boek in de fase (2004) in zijn loopbaan
dat hij aankondigde zijn tijd als CNV-voorzitter te hebben gehad. Hij
beschrijft wat hem drijft als (CNV-)vakbondsvoorzitter en als mens. Doekle is
in 1956 geboren, is afkomstig uit een gereformeerd boerengezin uit het Friese
Witmarsum en hij studeerde in Kampen aan de Christelijke Sociale Academie, met
als studierichting ‘Personeel en Arbeid’.
In 1980 begint hij zijn loopbaan bij de Industriebond CNV, waar hij onder
andere actieleider, onderhandelaar en bestuurder was. In 1999 werd hij
bestuursvoorzitter van het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). Ik heb
Doekle Terpstra leren kennen als lid van de Landelijke Ledenraad van de
Vereniging VU-Windesheim, in de periode dat hij lid was van de Raad van
Toezicht van deze Vereniging en van de instellingen die van onze Vereniging uit
gaan, zoals de Vrije Universiteit, het VU-medisch centrum en de Christelijke
Hogeschool Windesheim.
Inspiratie
In zijn
autobiografisch boek maakt Terpstra zich los van de zogenoemde ‘oneliners’. Hij
schrijft over wat hij wezenlijk vindt in het leven, over wat hem inspireert en
hoe hij in de praktijk van alledag vorm en inhoud geeft aan zaken als: rechtvaardigheid, solidariteit en vertrouwen.
Aan de hand van voorbeelden uit zijn jeugd in Fryslân en op grond van zijn beroepsrollen
als actieleider, onderhandelaar en bestuurder laat Terpstra zien hoe
spiritualiteit zich in zijn denken en in zijn handelen manifesteert. De thema's
‘arbeid’ en ‘dialoog’ vormen daarin de rode draad.
Terpstra:
“Het gaat om zingeving, je
verantwoordelijk en verbonden voelen; zonder binding met iets of iemand, anders
raakt je bestaan zijn betekenis kwijt.”
Denkrichting
Op de
valreep van zijn functie bij het CNV komt ook de koers van onze christelijke vakbeweging
aan bod en beschouwt Doekle Terpstra tendensen als ‘individualisering’ en ‘globalisering’.
Als lezer van dit boek word je door Terpstra geconfronteerd met termen als: zingeving,
identiteit, spiritualiteit, visioenen en verantwoordelijkheid. Hij wil - geïnspireerd
door het christendom - het in dit boek vooral hebben over wat richting geeft
aan zijn denken.
Terpstra schrijft
in zijn boek in de volgende hoofdstukken:
De Basis
We werden
opgevoed met het gevoel ergens bij te horen, ergens onderdeel van te zijn. Mijn
ouders, de kerk, het dorp gaven mij als bagage een aantal wezenlijke waarden
mee. Wie wil nog lid zijn van een organisatie waar je ook wat voor moet doen?
Zingeving
Werk heeft te maken met bevestiging van wie je bent.
Werk heeft te maken met bevestiging van wie je bent.
Je werk
bepaalt je betrokkenheid tot de ander, geeft zin aan je bestaan.
Je moet
je eigen leven leiden, je eigen kwaliteiten ontdekken en ontwikkelen.
Arbeid is
participatie, een activiteit, een beweging, de manier waarop je mee bouwt aan de
schepping, de gelegenheid om tot je bestemming te komen.
Mensen
willen zo vroeg mogelijk in hun leven bevrijd worden van de last van dagelijkse
arbeid.
Mensen
willen tot hun recht komen en waardering krijgen voor wie zij zijn en wat zij
doen.
Alles wat
met inzet en betrokkenheid gebeurt, heeft waarde op zich.
Het gaat
om je verantwoordelijk en verbonden voelen, om je betrokkenheid bij de
samenleving.
Ontwikkeling
Zodra je
ontdekt wat je kunt, leer je wie je bent en durf je je open te stellen voor
vragen, voor kritiek.
Reflectie
is een manier om je in balans te houden.
Als je
leren combineert met vormen, dan verwerf je kennis die blijft hangen.
Ik vind
dat studenten meer betrokken zouden moeten zijn bij hun studie, meer eisen
zouden moeten stellen aan de kwaliteit van het onderwijs.
Als je
regels loslaat, dan moet je handhaven vervangen door vertrouwen.
Scholing,
anticiperen op de toekomst, maakt de werknemer wendbaar en weerbaar bij
verandering.
Een
werkgever moet mensen aan zich binden en dat lukt het beste door hen los te
laten.
Laat
mensen hun hoofd maar boven het maaiveld uitsteken, geef ze de mogelijkheid om
risico’s te lopen en daag ze uit om fouten te maken.
Uitdagingen
brengen mensen verder.
Het gaat
niet zozeer om de uitdaging, maar om het verleggen van grenzen.
Wàt je
doet, hoeft niet groots en indrukwekkend te zijn.
Je
verricht een kleine daad en daarmee verander je de loop van de geschiedenis.
De zin
van je bestaan is vaak dichterbij dan jij zelf denkt.
Dialoog
Hou
alsjeblieft eens een keer op met het spelen van een slachtoffer, want daar is
geen enkele reden toe.
Kiezen
voor het gesprek betekent dat je bereid bent naar de argumenten van de ander te
luisteren en die te betrekken in jouw eigen oordeelsvorming.
De
grenzen van het redelijke worden eens bereikt.
Als je
ergens voor staat, dan moet je ook bereid zijn om strijd te leveren.
Macht
tegen macht, gaat altijd ten koste van iets of iemand.
Het
beschadigt mensen en relaties en levert per saldo weinig op.
Strijd
kan nooit een doel zijn.
Mensen
zoeken juist naar harmonie.
Matigheid
Wij zijn
rentmeesters van de schepping, en daarbij gaat het niet om meer, meer, meer,
maar om beheren en bewaren.
Als
ouders kun je niet veel meer dan je waarden laten zien in de prioriteiten die
je stelt, in je doen en laten en in je koopgedrag.
Het moet
naar mijn idee vooral gaan om vernieuwing van arbeidsverhoudingen, om
vernieuwing van betrokkenheid.
Alleen
door innoveren kunnen Nederlandse bedrijven straks nog overleven.
De
oplossing ligt in slimmere manieren van werken.
Dan praat
je over plattere organisaties en medewerkers de ruimte geven om zelf met
creatieve ideeën te komen.
Bijbelse
verhalen beschrijven de realiteit niet, maar laten ons de omgekeerde wereld
zien.
Voor mij
is de essentie van de Bijbel: mensen worden geroepen om hun
verantwoordelijkheid te nemen.
Niemand
hoeft aan de kant te staan.
Het is
een menselijke neiging om de eigen problemen groter te zien dan de problemen van
anderen.
Rechtvaardigheid
Bij
moreel besef kijk je naar je eigen gedrag, naar je persoonlijke
verantwoordelijkheid en naar je eigen integriteit.
De baas
moet het goede voorbeeld geven.
Alleen
via bescheidenheid kun je genereus zijn.
Mensen
die niet in staat zijn om zelf in hun inkomen te voorzien, verdienen
ondersteuning en geen straf.
De
sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.
De
overheidssubsidie aan de rijken past niet meer in deze tijd.
Levensbeschouwing
is verankerd als een onderdeel van onze traditie.
De
overheid zou moeten werken als een schild voor de zwakken.
Verantwoordelijkheid
Je bent
de ander wat verschuldigd.
Juist de
vraag van een ander geeft blijkbaar zin aan ons bestaan.
Zonder
binding met iets of iemand anders, raakt je bestaan als mens zijn betekenis
kwijt.
Soms moet
je je verantwoordelijkheid juist niet nemen.
Je moet
met je gezicht naar de werkelijkheid gaan staan en je verantwoordelijkheid
nemen om er iets aan te doen.
Ik heb
het gevoel dat we geroepen zijn om een kathedraal te bouwen.
Sociale
zekerheid is een vorm van solidariteit tussen mensen.
De
overheid heeft een groot probleem: het ideologische referentiekader is
verdwenen.
Het
concept dat politici oproepen, is een doe-het-zelf-construct.
In de nieuwe
politiek krijgt solidariteit geen plaats en ontbreekt het in het
verantwoordelijkheidsbegrip volledig aan wederkerigheid.
Zelfredzaamheid
is een ontkenning van het wezenlijke van de mens.
Behandel
mensen net zolang als arbeidsongeschikt totdat het tegendeel is bewezen.
Mensen
moeten openstaan voor maatschappelijke deelname.
Werkgevers
moeten af van de benadering dat ieder kneusje zo vlug mogelijk richting poort
gaat.
Mensen
raken (vaak) buiten hun schuld buiten het arbeidsproces.
Te weinig
aandacht aan arbeidsomstandigheden kan leiden tot meer ziekte en
arbeidsongeschiktheid.
Mensen
moeten ‘eigenaar’ van hun probleem kunnen zijn.
Wat jij
doet, de keuzes die jij maakt, hebben invloed op mij, dat kun je niet
ontkennen, daar moet je verantwoordelijkheid voor nemen.
Verbondenheid
Mijn
belangrijkste community is mijn gezin.
Als je
mensen open tegemoet treedt en aanspreekt op hun talenten, krijg je veel terug.
Als je
ook de verbondenheid met de gemeenschap herkent, kom je heel ver met elkaar.
Als je je
kwetsbaar, afhankelijk durft op te stellen, kun je samen bergen verzetten.
Ik zoek
mensen met wie ik mij verbonden voel.
De
waarden en normen die je van huis uit meekrijgt, spelen een rol in de rest van
je leven.
Niemand
wil alleen zijn.
Een
onderneming moet werken vanuit bepaalde waarden en dat zichtbaar maken in haar
omgeving met de wereld.
In mijn
wijze van zien mag je je niet zó identificeren met een onderwerp, dat je
daarmee een ander in gewetensnood brengt.
Het woord
‘onbarmhartig’ mag wel eens wat vaker gebruikt worden.
Je
primaire focus als vakbond ligt bij de mensen die je betalen, en je worstelt
met de mogelijkheden voor mensen die je niet betalen.
Ik typeer
mezelf ‘slapend lid’ van het CDA.
Maar ik
vind dat ik kleur moet bekennen.
De overheid
moet vooral de resultante zijn van de maatschappelijke vitaliteit en van
maatschappelijke ontwikkelingen.
Ik geloof
in de rol van het maatschappelijk middenveld.
Naast
‘gespreide verantwoordelijkheid’ is een tweede sleutelbegrip in de christen-democratie
het ‘voorzorgprincipe’: dat je in je huidige handelen nadenkt over en rekening
houdt met de toekomstige gevolgen van je handelen.
Hooghartig
gedrag staat haaks op christelijke waarden.
Binnen
het CDA is jammer genoeg geen echte discussie over de spanning die er is tussen
‘de leer’ en ‘het leven’.
Ik kom
heel veel politiek opportunisme tegen: er wordt calculerend gedacht, er wordt
gedacht in termen van macht.
Het
ontbreekt de partij aan intern debat.
Was er
maar wat meer ideologie, want dan ging het weer ergens over.
Zelfstandigheid
In mijn
ervaring was sociale controle: oog voor elkaar hebben, op elkaar letten, voorkómen
dat mensen tussen wal en schip raken.
Sociale
controle is ook sociale cohesie.
Ik heb
uit mijn dorp (Witmarsum) meegekregen dat mensen er voor elkaar zijn, en dat
vind ik een groot goed.
Je helpt
elkaar om zelfstandig te zijn.
Zo
elimineer je ook onverschilligheid.
Mensen
verbinden zich met de inhoud, minder met de organisatie.
Wij
organiseren niet langer mensen, maar wij organiseren hun ideeën, hun beleving,
hun betrokkenheid.
Het gaat
in de kern nooit om regels, maar om een houding.
Regelgeving
helpt altijd maar even; iedereen vergeet wat de drijfveer was.
We moeten
ook zoeken naar nieuwe vormen van betrokkenheid.
We moeten
diversiteit en differentiatie in onze oplossingen toelaten.
Leiderschap
Toch is
het mijn overtuiging dat geen mens zonder referentiekader kan, en dat je van
een leidinggevende zelfs mag eisen dat hij dit expliciet maakt.
Mensen
die samen een ideologie delen, zullen elkaars keuzes eerder begrijpen dan
mensen die een ander referentiekader hanteren.
Als je de
leiding krijgt, wordt je de zorg voor je medewerkers toevertrouwd.
Leidinggeven
is dan ook een dienstbare activiteit, niet de bezigheid van een baasje.
Maar je
moet wel sturing geven en beslissingen nemen voor anderen.
Leiderschap
is het nemen van verantwoordelijkheid om samen de kar te trekken.
Onzekerheid
vertaalde zich in weerstand.
Ik heb
geleerd dat ik door extra druk te geven eerder contraproductief werk, dan dat
ik de zaak de goede kant op krijg.
Argumenten
doen er niet toe, de wil maakt het verschil.
Je moet
dus eerst de politieke wil organiseren, anders lopen alle wegen dood.
Je kunt
niet anders dan accepteren dat het soms minder hard gaat dan je zou willen –
zolang het maar de goede kant op blijft gaan.
Er is een
soort permanente beoordeling – ook in de media – van wat je doet, zegt of juist
niet zegt.
Je moet
niet alles zeggen wat je weet, want dat kan schadelijk zijn voor je positie.
Tegelijk
moet je ook wel jezelf blijven.
Je moet
eigenlijk steeds proberen om integer en betrouwbaar te blijven, zonder volkomen
eerlijk en open te zijn.
Een
afspraak is een afspraak; een toezegging is een toezegging.
De grens
wordt bereikt als de manier waarop jij het spel speelt, ten koste van de ander
gaat.
Als ik
vertrouwen wil uitstralen, dan moet ik mij met de inhoud verbonden weten.
Je moet
scherp houden dat in het professionele proces het resultaat telt, en in de
persoonlijke sfeer heel andere dingen.
Het
geheim van leidinggeven: dicht bij jezelf blijven.
Krachtig
leiderschap is juist ook laten zien waar je twijfels zitten, wat je
kwetsbaarheid is.
Durf het
aan om iemand maximaal vertrouwen te geven.
Zorg
ervoor dat je mensen krijgt die zich identificeren met jouw ideeën en er
helemaal voor willen gaan.
Als je
leiding wilt geven, zul je het vertrouwen moeten zien te winnen.
Vertrouwen
De
beelden van de Bijbel heb ik nodig om mezelf te voeden; ze geven me energie
voor het werk dat ik elke dag doe.
Ik heb
het gevoel dat ik geroepen ben om deel te nemen.
Geloof is
van wezenlijk belang voor mensen.
Doordenken
doe je nooit alleen, daar heb je anderen bij nodig.
Geloven
is niet ‘verander de ander’, maar ‘verander jezelf’.
Het gaat
om de kracht van de lokale gemeenschap.
Initiatieven
moeten van onderaf komen, uit de lokale gemeenschappen.
Jonge
mensen haken niet af op geloof, maar op de institutie.
Beleid
met directieven van bovenaf is geen lang leven beschoren.
Beter is
stimuleren, enthousiasmeren, ondersteuning aanbieden.
Het
adagium ‘verantwoordelijkheid terug naar de burger’ geldt ook in de kerken.
De ziel
van het kerkelijk bedrijf zit in de mensen zelf.
De kerken
horen een manifestatie te zijn van betrokkenheid van de mensen zelf.
Als
mensen het zelf niet meer vormgeven, dan moet je het niet kunstmatig doen.
Steek
vooral energie in het managen van netwerkvorming en diversiteit.
Kracht
schuilt niet in beheersing, maar in loslaten.
Laat
duizend bloemen bloeien.
De
afspraken die nodig zijn voor het dagelijks leven, regel je ongeschreven met
elkaar.
De
verbinding tussen mensen ligt vast in begrippen als respect en vertrouwen.
Geef
mensen de mogelijkheden om zaken met elkaar te regelen.
Je moet
betrokkenheid organiseren; dat kan door medewerkers meer vrijheden te geven en
meer in hen te investeren.
Delen
bleek een uitkomst: een versterking, geen verzwakking.
Vertrouwen
groeit door met anderen te praten over het werk, over de problemen, de
bedreigingen, de kansen.
Je kunt nooit
vertrouwen vragen als je het zelf niet geeft; door het te geven, groeit het;
het gaat om delen.
Vertrouwen
moet groeien, maar het kan er ook ineens zijn.
Er moet
vertrouwen zijn tussen mensen, wederzijdse belangstelling.
Met
wantrouwen valt niet te werken.
Ik wil
het gevoel van vertrouwen blijven houden, anders kan ik niet werken.
Het
basisvertrouwen is wezenlijk.
Cynisme
is verdriet verpakt in prikkeldraad.
Ik vind
mensen interessant die kleur bekennen, die laten zien dat hun persoonlijkheid is
verbonden met wat zij doen en bepleiten.
Ik
ontmoet mensen die nooit verder komen dan hun zakelijke boodschap.
Spiritualiteit
Ik ben
verwonderd over wat de rationaliteit overstijgt; noem dat maar het werk van de
Heilige Geest.
Een
christelijke identiteit heeft te maken met zoeken en tasten naar antwoorden
vanuit het evangelie.
Het gaat
in de Bijbel om het zichtbaar maken van verantwoordelijkheid: het leveren van
een bijdrage aan een samenleving waarin recht wordt gedaan en mensen tot hun
bestemming kunnen komen.
Wees je
bewust van je daden en neem er verantwoordelijkheid voor.
De kracht
van religie is dat het een integraal deel is van jezelf en dat je praktijk en
leer met elkaar probeert te verbinden.
Mensen
van nu laten zich aanspreken door rituelen, door klank, kleur en geur.
Juist ook
door rituelen komt het geloof steeds dichter bij mijzelf te staan.
Als
dagelijkse inspiratiebron spelen mijn vrouw en dochters de hoofdrol.
Om
intuïtie te voeden, moet je ook veel contact met mensen hebben; veel praten met
anderen, maar vooral luisteren, proberen te horen wat er achter hun woorden
schuilgaat.
Het gaat
meestal om onderliggende gevoelens, als je daar geen aandacht aan besteedt,
blijft de onrust.
Het
gevoel van mensen geeft je altijd de richting aan.
Een
visioen zou ik willen benoemen als dat vage en ongrijpbare moment waarin we
kort iets ondergaan, dat niet te beschrijven is.
Een
visioen roept beweging op.
De
waarheid hoef je slechts één keer te horen om hem nooit te vergeten.
Als je
iets goed doet, mag je trots zijn op wat je doet.
Dat geeft
je vertrouwen, en met zelfvertrouwen durf je kwetsbaarheid te laten zien.
Vrienden
en collega’s houden je op het juiste spoor door hun observaties en hun
feedback.
Vakbeweging in de 21e
eeuw
Ik hoor
mensen nooit naar zekerheden vragen, wel naar betrouwbaarheid.
Solidariteit
is verschoven naar het meer individuele niveau.
Er is wel
een bepaalde mate van zekerheid nodig om tot je bestemming te kunnen komen.
De
zekerheden die we zoeken, veranderen met de tijd.
Baanzekerheid
proberen we nu te vervangen door werkzekerheid.
We moeten
er vooral voor zorgen dat we een samenleving bouwen die ook voor de toekomst
houdbaar en sociaal is.
De enige
weg daartoe is om draagvlak in de samenleving te genereren, mobilisatiekracht
aan te spreken en samen de nodige ontwikkelingen door te maken.
Soms vind
ik wel dat we te veel geprofessionaliseerd hebben; de verschuiving naar
professionele uitvoering zien we overal.
Hoe
solidariseren we individualisering?
Identiteit
verplicht.
Je staat
bij wat je doet niet onverschillig tegenover die andere mens.
Wij zijn
een professionele organisatie, die steeds professioneler wordt; en dat is niet
op voorhand de goede weg.
We moeten
de beweging teruggeven aan de leden.
Mensen
informeren en betrekken bij de besluitvorming is een bestaansvoorwaarde.
Wij
moeten de kennis bruikbaar maken voor de doelen die we willen bereiken.
Kennis
die je wordt aangereikt, verbindt je eigenlijk met de harten van mensen.
Een
tegenbeweging is een organisatie die zich niet laat leiden door de waan van de
dag.
De
werkende mens moet op waardige wijze afscheid kunnen nemen van zijn werkzame
leven; dat moet op respectvolle wijze worden geregeld.
Er is een
permanente spanning tussen de realiteit van het moment en je opvatting over het
te bereiken doel; dat vraagt om balanceren.
Je moet
rekening durven houden met de omstandigheden waarin mensen hun werk hebben
gedaan.
Bij de
vraag hoe wij de participatie van ouderen willen verhogen, hoort een
gedifferentieerde aanpak.
Je moet
ervoor waken dat je alleen maar staat voor het belang van je eigen groep, omdat
jouw belang op lange termijn gebaat is bij aandacht voor de belangen van
anderen.
Als je
gezag hebt, krijg je invloed – geen macht.
De wereld is een dorp
Europa is
het land van de toekomst.
Als je
alleen maar oog hebt voor de kracht van de sterkste, gaat het fout.
Wij
moeten de collega’s werkelijk willen ontmoeten, ons werkelijk bezighouden met
wat hem of haar bezighoudt.
Wij zijn
er ook voor anderen, net als die anderen er ook voor ons zijn.
Er zijn
andere werkelijkheden en daar moet ik rekening mee houden – hoe ongemakkelijk
dat soms ook is.
De kern
van vakbondswerk: mensen gaan schouder aan schouder staan, verbinden zich met
elkaar op zoek naar een betere wereld.
Tenslotte
Ook
sterke mensen zijn kwetsbaar en kunnen tussen de wal en het schip vallen.
De
verantwoordelijkheid die je hebt voor je eigen ontplooiing, geldt ook anderen.
Als een
regering slechte directieven geeft en geen dialoog aangaat, dan werkt dat
onthechtend; dat maakt onnodig veel vertrouwen stuk.
Opgelegd
moralisme, waarin samenhang en dialoog ontbreken, demotiveren alleen maar en
dagen mensen niet uit tot het leveren van een bijdrage aan oplossingen.
Mensen
kunnen niet zonder elkaar, dat is existentieel.
It is
Is het omdat wij beiden Friezen
zijn?
Is het omdat wij van oorsprong
gereformeerde ‘mannenbroeders’ zijn?
Is het omdat wij ons willen laten
inspireren door Gods Woord?
Is het omdat wij hetzelfde hebben
gezien en voortdurend waarnemen?
Is het omdat wij (van) christelijk
onderwijs genoten?
Is het omdat wij hetzelfde lazen, lezen, hoorden
en horen?
Is het omdat wij participeren in
dezelfde organisaties en verbanden?
Is het daarom dat wij zonder
spreken hetzelfde denken?
Is het daarom dat wij dezelfde
taal spreken?
Is het daarom dat dit onze ‘drive’
is?
Is het daarom dat wij het
(h)erkennen?
It is sa,
tinkt my.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten