zondag 26 februari 2012

Meer dan geld verdienen

Zaterdag 25 februari 2012
Cover van Doekle Terpstra's autobiografie


Droom en daad
Wat drijft Doekle Terpstra, voorheen de bevlogen voorman van het CNV, daarna voorzitter van de HBO-raad en momenteel voorzitter van het College van Bestuur van hogeschool Inholland? Wat ziet hij als zijn opdracht en hoe past Terpstra zijn dromen en zijn daden op elkaar?

Spreuken
In december 2004 kreeg ik als Sinterklaaskado het boek “Meer dan geld verdienen’, dat Terpstra in dat jaar publiceerde. Marion Rosendahl zorgde voor het omslagontwerp van deze autobiografie van Doekle Terpstra.
  • De ondertitel van dit boek is: ‘Een boek over kwetsbaarheid en kracht’.
  • Als motto staat vóórin het boek: ‘Wees realistisch, streef naar het onmogelijke’.
  • Op zijn bureau staat zijn lijfspreuk: “Waar het visioen verdwijnt, verwildert het volk” (uit Spreuken in de Bijbel, tevens een boektitel (1987) van Dorothee Sölle en ook de boektitel van Terpstra’s andere boek (2006).
  • De opdracht aan zijn dochters luidt: ‘Werk aan een werkelijkheid waarin recht wordt gedaan. Beschouw onverschilligheid als een vloek’.

Biografie
Doekle Terpstra schreef en presenteerde zijn boek in de fase (2004) in zijn loopbaan dat hij aankondigde zijn tijd als CNV-voorzitter te hebben gehad. Hij beschrijft wat hem drijft als (CNV-)vakbondsvoorzitter en als mens. Doekle is in 1956 geboren, is afkomstig uit een gereformeerd boerengezin uit het Friese Witmarsum en hij studeerde in Kampen aan de Christelijke Sociale Academie, met als studierichting ‘Personeel en Arbeid’. In 1980 begint hij zijn loopbaan bij de Industriebond CNV, waar hij onder andere actieleider, onderhandelaar en bestuurder was. In 1999 werd hij bestuursvoorzitter van het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). Ik heb Doekle Terpstra leren kennen als lid van de Landelijke Ledenraad van de Vereniging VU-Windesheim, in de periode dat hij lid was van de Raad van Toezicht van deze Vereniging en van de instellingen die van onze Vereniging uit gaan, zoals de Vrije Universiteit, het VU-medisch centrum en de Christelijke Hogeschool Windesheim.

Inspiratie
In zijn autobiografisch boek maakt Terpstra zich los van de zogenoemde ‘oneliners’. Hij schrijft over wat hij wezenlijk vindt in het leven, over wat hem inspireert en hoe hij in de praktijk van alledag vorm en inhoud geeft aan zaken als: rechtvaardigheid, solidariteit en vertrouwen. Aan de hand van voorbeelden uit zijn jeugd in Fryslân en op grond van zijn beroepsrollen als actieleider, onderhandelaar en bestuurder laat Terpstra zien hoe spiritualiteit zich in zijn denken en in zijn handelen manifesteert. De thema's ‘arbeid’ en ‘dialoog’ vormen daarin de rode draad.
Terpstra: “Het gaat om zingeving, je verantwoordelijk en verbonden voelen; zonder binding met iets of iemand, anders raakt je bestaan zijn betekenis kwijt.”

Denkrichting
Op de valreep van zijn functie bij het CNV komt ook de koers van onze christelijke vakbeweging aan bod en beschouwt Doekle Terpstra tendensen als ‘individualisering’ en ‘globalisering’. Als lezer van dit boek word je door Terpstra geconfronteerd met termen als:  zingeving, identiteit, spiritualiteit, visioenen en verantwoordelijkheid. Hij wil - geïnspireerd door het christendom - het in dit boek vooral hebben over wat richting geeft aan zijn denken.

Terpstra schrijft in zijn boek in de volgende hoofdstukken:

De Basis
We werden opgevoed met het gevoel ergens bij te horen, ergens onderdeel van te zijn. Mijn ouders, de kerk, het dorp gaven mij als bagage een aantal wezenlijke waarden mee. Wie wil nog lid zijn van een organisatie waar je ook wat voor moet doen?

Zingeving
Werk heeft te maken met bevestiging van wie je bent.
Je werk bepaalt je betrokkenheid tot de ander, geeft zin aan je bestaan.
Je moet je eigen leven leiden, je eigen kwaliteiten ontdekken en ontwikkelen.
Arbeid is participatie, een activiteit, een beweging, de manier waarop je mee bouwt aan de schepping, de gelegenheid om tot je bestemming te komen.
Mensen willen zo vroeg mogelijk in hun leven bevrijd worden van de last van dagelijkse arbeid.
Mensen willen tot hun recht komen en waardering krijgen voor wie zij zijn en wat zij doen.
Alles wat met inzet en betrokkenheid gebeurt, heeft waarde op zich.
Het gaat om je verantwoordelijk en verbonden voelen, om je betrokkenheid bij de samenleving.

Ontwikkeling
Zodra je ontdekt wat je kunt, leer je wie je bent en durf je je open te stellen voor vragen, voor kritiek.
Reflectie is een manier om je in balans te houden.
Als je leren combineert met vormen, dan verwerf je kennis die blijft hangen.
Ik vind dat studenten meer betrokken zouden moeten zijn bij hun studie, meer eisen zouden moeten stellen aan de kwaliteit van het onderwijs.
Als je regels loslaat, dan moet je handhaven vervangen door vertrouwen.
Scholing, anticiperen op de toekomst, maakt de werknemer wendbaar en weerbaar bij verandering.
Een werkgever moet mensen aan zich binden en dat lukt het beste door hen los te laten.
Laat mensen hun hoofd maar boven het maaiveld uitsteken, geef ze de mogelijkheid om risico’s te lopen en daag ze uit om fouten te maken.
Uitdagingen brengen mensen verder.
Het gaat niet zozeer om de uitdaging, maar om het verleggen van grenzen.
Wàt je doet, hoeft niet groots en indrukwekkend te zijn.
Je verricht een kleine daad en daarmee verander je de loop van de geschiedenis.
De zin van je bestaan is vaak dichterbij dan jij zelf denkt.

Dialoog
Hou alsjeblieft eens een keer op met het spelen van een slachtoffer, want daar is geen enkele reden toe.
Kiezen voor het gesprek betekent dat je bereid bent naar de argumenten van de ander te luisteren en die te betrekken in jouw eigen oordeelsvorming.
De grenzen van het redelijke worden eens bereikt.
Als je ergens voor staat, dan moet je ook bereid zijn om strijd te leveren.
Macht tegen macht, gaat altijd ten koste van iets of iemand.
Het beschadigt mensen en relaties en levert per saldo weinig op.
Strijd kan nooit een doel zijn.
Mensen zoeken juist naar harmonie.

Matigheid
Wij zijn rentmeesters van de schepping, en daarbij gaat het niet om meer, meer, meer, maar om beheren en bewaren.
Als ouders kun je niet veel meer dan je waarden laten zien in de prioriteiten die je stelt, in je doen en laten en in je koopgedrag.
Het moet naar mijn idee vooral gaan om vernieuwing van arbeidsverhoudingen, om vernieuwing van betrokkenheid.
Alleen door innoveren kunnen Nederlandse bedrijven straks nog overleven.
De oplossing ligt in slimmere manieren van werken.
Dan praat je over plattere organisaties en medewerkers de ruimte geven om zelf met creatieve ideeën te komen.
Bijbelse verhalen beschrijven de realiteit niet, maar laten ons de omgekeerde wereld zien.
Voor mij is de essentie van de Bijbel: mensen worden geroepen om hun verantwoordelijkheid te nemen.
Niemand hoeft aan de kant te staan.
Het is een menselijke neiging om de eigen problemen groter te zien dan de problemen van anderen.

Rechtvaardigheid
Bij moreel besef kijk je naar je eigen gedrag, naar je persoonlijke verantwoordelijkheid en naar je eigen integriteit.
De baas moet het goede voorbeeld geven.
Alleen via bescheidenheid kun je genereus zijn.
Mensen die niet in staat zijn om zelf in hun inkomen te voorzien, verdienen ondersteuning en geen straf.
De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.
De overheidssubsidie aan de rijken past niet meer in deze tijd.
Levensbeschouwing is verankerd als een onderdeel van onze traditie.
De overheid zou moeten werken als een schild voor de zwakken.

Verantwoordelijkheid
Je bent de ander wat verschuldigd.
Juist de vraag van een ander geeft blijkbaar zin aan ons bestaan.
Zonder binding met iets of iemand anders, raakt je bestaan als mens zijn betekenis kwijt.
Soms moet je je verantwoordelijkheid juist niet nemen.
Je moet met je gezicht naar de werkelijkheid gaan staan en je verantwoordelijkheid nemen om er iets aan te doen.
Ik heb het gevoel dat we geroepen zijn om een kathedraal te bouwen.
Sociale zekerheid is een vorm van solidariteit tussen mensen.
De overheid heeft een groot probleem: het ideologische referentiekader is verdwenen.
Het concept dat politici oproepen, is een doe-het-zelf-construct.
In de nieuwe politiek krijgt solidariteit geen plaats en ontbreekt het in het verantwoordelijkheidsbegrip volledig aan wederkerigheid.
Zelfredzaamheid is een ontkenning van het wezenlijke van de mens.
Behandel mensen net zolang als arbeidsongeschikt totdat het tegendeel is bewezen.
Mensen moeten openstaan voor maatschappelijke deelname.
Werkgevers moeten af van de benadering dat ieder kneusje zo vlug mogelijk richting poort gaat.
Mensen raken (vaak) buiten hun schuld buiten het arbeidsproces.
Te weinig aandacht aan arbeidsomstandigheden kan leiden tot meer ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Mensen moeten ‘eigenaar’ van hun probleem kunnen zijn.
Wat jij doet, de keuzes die jij maakt, hebben invloed op mij, dat kun je niet ontkennen, daar moet je verantwoordelijkheid voor nemen.

Verbondenheid
Mijn belangrijkste community is mijn gezin.
Als je mensen open tegemoet treedt en aanspreekt op hun talenten, krijg je veel terug.
Als je ook de verbondenheid met de gemeenschap herkent, kom je heel ver met elkaar.
Als je je kwetsbaar, afhankelijk durft op te stellen, kun je samen bergen verzetten.
Ik zoek mensen met wie ik mij verbonden voel.
De waarden en normen die je van huis uit meekrijgt, spelen een rol in de rest van je leven.
Niemand wil alleen zijn.
Een onderneming moet werken vanuit bepaalde waarden en dat zichtbaar maken in haar omgeving met de wereld.
In mijn wijze van zien mag je je niet zó identificeren met een onderwerp, dat je daarmee een ander in gewetensnood brengt.
Het woord ‘onbarmhartig’ mag wel eens wat vaker gebruikt worden.
Je primaire focus als vakbond ligt bij de mensen die je betalen, en je worstelt met de mogelijkheden voor mensen die je niet betalen.
Ik typeer mezelf ‘slapend lid’ van het CDA.
Maar ik vind dat ik kleur moet bekennen.
De overheid moet vooral de resultante zijn van de maatschappelijke vitaliteit en van maatschappelijke ontwikkelingen.
Ik geloof in de rol van het maatschappelijk middenveld.
Naast ‘gespreide verantwoordelijkheid’ is een tweede sleutelbegrip in de christen-democratie het ‘voorzorgprincipe’: dat je in je huidige handelen nadenkt over en rekening houdt met de toekomstige gevolgen van je handelen.
Hooghartig gedrag staat haaks op christelijke waarden.
Binnen het CDA is jammer genoeg geen echte discussie over de spanning die er is tussen ‘de leer’ en ‘het leven’.
Ik kom heel veel politiek opportunisme tegen: er wordt calculerend gedacht, er wordt gedacht in termen van macht.
Het ontbreekt de partij aan intern debat.
Was er maar wat meer ideologie, want dan ging het weer ergens over.

Zelfstandigheid
In mijn ervaring was sociale controle: oog voor elkaar hebben, op elkaar letten, voorkómen dat mensen tussen wal en schip raken.
Sociale controle is ook sociale cohesie.
Ik heb uit mijn dorp (Witmarsum) meegekregen dat mensen er voor elkaar zijn, en dat vind ik een groot goed.
Je helpt elkaar om zelfstandig te zijn.
Zo elimineer je ook onverschilligheid.
Mensen verbinden zich met de inhoud, minder met de organisatie.
Wij organiseren niet langer mensen, maar wij organiseren hun ideeën, hun beleving, hun betrokkenheid.
Het gaat in de kern nooit om regels, maar om een houding.
Regelgeving helpt altijd maar even; iedereen vergeet wat de drijfveer was.
We moeten ook zoeken naar nieuwe vormen van betrokkenheid.
We moeten diversiteit en differentiatie in onze oplossingen toelaten.

Leiderschap
Toch is het mijn overtuiging dat geen mens zonder referentiekader kan, en dat je van een leidinggevende zelfs mag eisen dat hij dit expliciet maakt.
Mensen die samen een ideologie delen, zullen elkaars keuzes eerder begrijpen dan mensen die een ander referentiekader hanteren.
Als je de leiding krijgt, wordt je de zorg voor je medewerkers toevertrouwd.
Leidinggeven is dan ook een dienstbare activiteit, niet de bezigheid van een baasje.
Maar je moet wel sturing geven en beslissingen nemen voor anderen.
Leiderschap is het nemen van verantwoordelijkheid om samen de kar te trekken.
Onzekerheid vertaalde zich in weerstand.
Ik heb geleerd dat ik door extra druk te geven eerder contraproductief werk, dan dat ik de zaak de goede kant op krijg.
Argumenten doen er niet toe, de wil maakt het verschil.
Je moet dus eerst de politieke wil organiseren, anders lopen alle wegen dood.
Je kunt niet anders dan accepteren dat het soms minder hard gaat dan je zou willen – zolang het maar de goede kant op blijft gaan.
Er is een soort permanente beoordeling – ook in de media – van wat je doet, zegt of juist niet zegt.
Je moet niet alles zeggen wat je weet, want dat kan schadelijk zijn voor je positie.
Tegelijk moet je ook wel jezelf blijven.
Je moet eigenlijk steeds proberen om integer en betrouwbaar te blijven, zonder volkomen eerlijk en open te zijn.
Een afspraak is een afspraak; een toezegging is een toezegging.
De grens wordt bereikt als de manier waarop jij het spel speelt, ten koste van de ander gaat.
Als ik vertrouwen wil uitstralen, dan moet ik mij met de inhoud verbonden weten.
Je moet scherp houden dat in het professionele proces het resultaat telt, en in de persoonlijke sfeer heel andere dingen.
Het geheim van leidinggeven: dicht bij jezelf blijven.
Krachtig leiderschap is juist ook laten zien waar je twijfels zitten, wat je kwetsbaarheid is.
Durf het aan om iemand maximaal vertrouwen te geven.
Zorg ervoor dat je mensen krijgt die zich identificeren met jouw ideeën en er helemaal voor willen gaan.
Als je leiding wilt geven, zul je het vertrouwen moeten zien te winnen.

Vertrouwen
De beelden van de Bijbel heb ik nodig om mezelf te voeden; ze geven me energie voor het werk dat ik elke dag doe.
Ik heb het gevoel dat ik geroepen ben om deel te nemen.
Geloof is van wezenlijk belang voor mensen.
Doordenken doe je nooit alleen, daar heb je anderen bij nodig.
Geloven is niet ‘verander de ander’, maar ‘verander jezelf’.
Het gaat om de kracht van de lokale gemeenschap.
Initiatieven moeten van onderaf komen, uit de lokale gemeenschappen.
Jonge mensen haken niet af op geloof, maar op de institutie.
Beleid met directieven van bovenaf is geen lang leven beschoren.
Beter is stimuleren, enthousiasmeren, ondersteuning aanbieden.
Het adagium ‘verantwoordelijkheid terug naar de burger’ geldt ook in de kerken.
De ziel van het kerkelijk bedrijf zit in de mensen zelf.
De kerken horen een manifestatie te zijn van betrokkenheid van de mensen zelf.
Als mensen het zelf niet meer vormgeven, dan moet je het niet kunstmatig doen.
Steek vooral energie in het managen van netwerkvorming en diversiteit.
Kracht schuilt niet in beheersing, maar in loslaten.
Laat duizend bloemen bloeien.
De afspraken die nodig zijn voor het dagelijks leven, regel je ongeschreven met elkaar.
De verbinding tussen mensen ligt vast in begrippen als respect en vertrouwen.
Geef mensen de mogelijkheden om zaken met elkaar te regelen.
Je moet betrokkenheid organiseren; dat kan door medewerkers meer vrijheden te geven en meer in hen te investeren.
Delen bleek een uitkomst: een versterking, geen verzwakking.
Vertrouwen groeit door met anderen te praten over het werk, over de problemen, de bedreigingen, de kansen.
Je kunt nooit vertrouwen vragen als je het zelf niet geeft; door het te geven, groeit het; het gaat om delen.
Vertrouwen moet groeien, maar het kan er ook ineens zijn.
Er moet vertrouwen zijn tussen mensen, wederzijdse belangstelling.
Met wantrouwen valt niet te werken.
Ik wil het gevoel van vertrouwen blijven houden, anders kan ik niet werken.
Het basisvertrouwen is wezenlijk.
Cynisme is verdriet verpakt in prikkeldraad.
Ik vind mensen interessant die kleur bekennen, die laten zien dat hun persoonlijkheid is verbonden met wat zij doen en bepleiten.
Ik ontmoet mensen die nooit verder komen dan hun zakelijke boodschap.

Spiritualiteit
Ik ben verwonderd over wat de rationaliteit overstijgt; noem dat maar het werk van de Heilige Geest.
Een christelijke identiteit heeft te maken met zoeken en tasten naar antwoorden vanuit het evangelie.
Het gaat in de Bijbel om het zichtbaar maken van verantwoordelijkheid: het leveren van een bijdrage aan een samenleving waarin recht wordt gedaan en mensen tot hun bestemming kunnen komen.
Wees je bewust van je daden en neem er verantwoordelijkheid voor.
De kracht van religie is dat het een integraal deel is van jezelf en dat je praktijk en leer met elkaar probeert te verbinden.
Mensen van nu laten zich aanspreken door rituelen, door klank, kleur en geur.
Juist ook door rituelen komt het geloof steeds dichter bij mijzelf te staan.
Als dagelijkse inspiratiebron spelen mijn vrouw en dochters de hoofdrol.
Om intuïtie te voeden, moet je ook veel contact met mensen hebben; veel praten met anderen, maar vooral luisteren, proberen te horen wat er achter hun woorden schuilgaat.
Het gaat meestal om onderliggende gevoelens, als je daar geen aandacht aan besteedt, blijft de onrust.
Het gevoel van mensen geeft je altijd de richting aan.
Een visioen zou ik willen benoemen als dat vage en ongrijpbare moment waarin we kort iets ondergaan, dat niet te beschrijven is.
Een visioen roept beweging op.
De waarheid hoef je slechts één keer te horen om hem nooit te vergeten.
Als je iets goed doet, mag je trots zijn op wat je doet.
Dat geeft je vertrouwen, en met zelfvertrouwen durf je kwetsbaarheid te laten zien.
Vrienden en collega’s houden je op het juiste spoor door hun observaties en hun feedback.

Vakbeweging in de 21e eeuw
Ik hoor mensen nooit naar zekerheden vragen, wel naar betrouwbaarheid.
Solidariteit is verschoven naar het meer individuele niveau.
Er is wel een bepaalde mate van zekerheid nodig om tot je bestemming te kunnen komen.
De zekerheden die we zoeken, veranderen met de tijd.
Baanzekerheid proberen we nu te vervangen door werkzekerheid.
We moeten er vooral voor zorgen dat we een samenleving bouwen die ook voor de toekomst houdbaar en sociaal is.
De enige weg daartoe is om draagvlak in de samenleving te genereren, mobilisatiekracht aan te spreken en samen de nodige ontwikkelingen door te maken.
Soms vind ik wel dat we te veel geprofessionaliseerd hebben; de verschuiving naar professionele uitvoering zien we overal.
Hoe solidariseren we individualisering?
Identiteit verplicht.
Je staat bij wat je doet niet onverschillig tegenover die andere mens.
Wij zijn een professionele organisatie, die steeds professioneler wordt; en dat is niet op voorhand de goede weg.
We moeten de beweging teruggeven aan de leden.
Mensen informeren en betrekken bij de besluitvorming is een bestaansvoorwaarde.
Wij moeten de kennis bruikbaar maken voor de doelen die we willen bereiken.
Kennis die je wordt aangereikt, verbindt je eigenlijk met de harten van mensen.
Een tegenbeweging is een organisatie die zich niet laat leiden door de waan van de dag.
De werkende mens moet op waardige wijze afscheid kunnen nemen van zijn werkzame leven; dat moet op respectvolle wijze worden geregeld.
Er is een permanente spanning tussen de realiteit van het moment en je opvatting over het te bereiken doel; dat vraagt om balanceren.
Je moet rekening durven houden met de omstandigheden waarin mensen hun werk hebben gedaan.
Bij de vraag hoe wij de participatie van ouderen willen verhogen, hoort een gedifferentieerde aanpak.
Je moet ervoor waken dat je alleen maar staat voor het belang van je eigen groep, omdat jouw belang op lange termijn gebaat is bij aandacht voor de belangen van anderen.
Als je gezag hebt, krijg je invloed – geen macht.

De wereld is een dorp
Europa is het land van de toekomst.
Als je alleen maar oog hebt voor de kracht van de sterkste, gaat het fout.
Wij moeten de collega’s werkelijk willen ontmoeten, ons werkelijk bezighouden met wat hem of haar bezighoudt.
Wij zijn er ook voor anderen, net als die anderen er ook voor ons zijn.
Er zijn andere werkelijkheden en daar moet ik rekening mee houden – hoe ongemakkelijk dat soms ook is.
De kern van vakbondswerk: mensen gaan schouder aan schouder staan, verbinden zich met elkaar op zoek naar een betere wereld.

Tenslotte
Ook sterke mensen zijn kwetsbaar en kunnen tussen de wal en het schip vallen.
De verantwoordelijkheid die je hebt voor je eigen ontplooiing, geldt ook anderen.
Als een regering slechte directieven geeft en geen dialoog aangaat, dan werkt dat onthechtend; dat maakt onnodig veel vertrouwen stuk.
Opgelegd moralisme, waarin samenhang en dialoog ontbreken, demotiveren alleen maar en dagen mensen niet uit tot het leveren van een bijdrage aan oplossingen.
Mensen kunnen niet zonder elkaar, dat is existentieel.

It is

Is het omdat wij beiden Friezen zijn?
Is het omdat wij van oorsprong gereformeerde ‘mannenbroeders’ zijn?
Is het omdat wij ons willen laten inspireren door Gods Woord?
Is het omdat wij hetzelfde hebben gezien en voortdurend waarnemen?
Is het omdat wij (van) christelijk onderwijs genoten?
Is het omdat wij hetzelfde lazen, lezen, hoorden en horen?
Is het omdat wij participeren in dezelfde organisaties en verbanden?

Is het daarom dat wij zonder spreken hetzelfde denken?
Is het daarom dat wij dezelfde taal spreken?
Is het daarom dat dit onze ‘drive’ is?
Is het daarom dat wij het (h)erkennen?

It is sa, tinkt my.

Geen opmerkingen: