Woensdag 25 november 2009
In het WTC MICE Hotel van het World Trade Center te Leeuwarden komen we als leden van de Regio Fryslân van de Vereniging VU-Windesheim bijeen. De bijeenkomst bestaat vanavond uit twee delen. Het eerste deel is de jaarlijkse Statutaire Ledenvergadering, waarin we terugblikken en vooruitkijken op de activiteiten van VU-connected, waarin de mutaties in de samenstelling van het Regiocomité Fryslân conform de geldende statuten worden bekrachtigd en waarin verenigingsbestuurder Hein Dijkstra (tevens lid van het College van Bestuur) een presentatie verzorgt over de actuele ontwikkelingen binnen de vereniging en binnen de instellingen die onder onze vereniging behoren, t.w. Vrije Universiteit, VU-medisch centrum (met haar partner GGZ inGeest) en Windesheim.
Na de pauze volgt de gebruikelijke openbare lezing. Voor de derde maal organiseert het Regiocomité Fryslân de hier in Fryslân ingestelde “Sminialezing”, genoemd naar de voormalige rector-magnificus van de Vrije Universiteit, de heer prof. dr. Taede Sminia. De heer en mevrouw Sminia zijn evenals in de voorgaande jaren ook dit jaar aanwezig bij de “3e Sminialezing 2009”. Onderwerp en spreker worden altijd op voordracht van de heer Sminia gekozen. Dit jaar hebben we mevrouw dr. Jacquelien van Stekelenburg van de VU uitgenodigd om een lezing te verzorgen met als titel: “Waarom FRIEZEN protesteren”.
Verzet tegen de afvaloven in Harlingen, lage melkprijzen bij Friesland Foods, de Centrale As, de CO2-opslag en een actiegroep voor vervroegde horecasluitingstijden. De protestacties in Friesland zijn de laatste tijd niet van de lucht. De lezing van mevrouw van Stekelenburg biedt een reflectie vanuit sociologisch onderzoek over protestparticipatie.
Jacquelien van Stekelenburg is als socioloog werkzaam aan de Vrije Universiteit en verbonden aan het Kurt Lewin Institute (KLI), een onderzoeksschool voor sociaal psychologen. Ze onderzoekt waarom mensen protesteren, hoe ze dat doen en wat ze denken ermee te bereiken. Volgens Van Stekelenburg moeten de antwoorden gezocht worden in het economische model van vraag en aanbod. Er moet voldoende vraag zijn naar onvrede, zodat er genoeg mensen zijn te mobiliseren voor de barricades. Tevens moet er een aanbod zijn van organisaties, die de honger naar onvrede kunnen stillen.
Van Stekelenburg vertelt: Kranten kunnen boosheid oproepen, onder andere door een vergelijking te maken van een actuele feitelijke situatie, afgezet tegen een (veel) positiever beeld van een vergelijkbare situatie in een andere context (bv. gebied, organisatie of moment). Als voorbeeld geeft ze een bericht in de Friese media, waarin werd gesteld dat de Nederlandse website van Marktplaats wel berichten in de Engelse taal accepteert, maar alle Friestalige teksten weigert. Zo’n nieuwsbericht maakt dat veel Friezen boos worden op Markplaats.
Ook toont Jacquelien van Stekelenburg aan de hand van onderzoeksgegevens hoe moeilijk het voor actiegroepen is om mensen fysiek deel te laten nemen aan demonstraties. Potentiële demonstranten moeten het “er eerst al mee eens zijn”, dan moeten ze al “weten” dat er een demonstratie is, vervolgens moeten ze deel “willen” nemen en dan moeten ze er ook nog aan deel “kunnen” nemen. En de ultieme vraag is dan uiteraard nog of ze het dan ook nog gaan “doen”. In al die fasen vindt erosie plaats; elke keer valt een respectabel deel van de demonstrantenpopulatie af. Die afkalving kun je als protestorganisatie minimaliseren door bijvoorbeeld bussen in te zetten die demonstranten naar de demonstratie brengen. En je kun goede sprekers uitnodigen en een passende sfeer scheppen. Maar ondanks alle bijkomende, helpende normatieve en sociale druk valt het niet mee om veel demonstranten tegelijk de straat op te krijgen.
Mede daarom wordt er onderzoek gedaan naar de motieven van mensen om bij een protestactie wel de straat op te gaan. Motieven zijn bijvoorbeeld gelegen in: Instrumentaliteit, Identiteit, Ideologie en Emotie. En hoe zit het dan bijvoorbeeld bij de stille tocht van gisteravond op Urk. Is dat dan ook een protestactie? Van Stekelenburg reageert op deze vraag uit de zaal door voorzichtig te stellen dat dit misschien óók wel een (stille) oproep is om de cultuur op Urk aan te passen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten