donderdag 27 juni 2024

Sybrand Buma over Wite Buma

Woensdag 26 juni 2024
 
Lezing van Sybrand van Haersma Buma over Wiardus Willem Buma

















Buma & Buma
Vanavond verzorgt Sybrand van Haersma Buma – momenteel burgemeester van de gemeente Leeuwarden - een lezing voor het Koninklijk Fries Genootschap (ofwel: it Keninklik Frysk Genoatskip foar Skiednis en Kultuer (KFG)).
Deze lezing vindt plaats in Tresoar te Leeuwarden
Sybrand van Haersma Buma verhaalt vanavond over de tijd van zijn betbetovergrootvader Wiardus Willem (Wite) Buma (1802-1873); die leefde in een tijd waarin de geest van verandering voortdurend in botsing kwam met de wens tot behoud van wat restte van het oude Fryslân. 

Herontdekking van de Friese identiteit
In het begin van de 19e eeuw was Fryslân van een trots zelfstandig gewest met een eigen stadhouder veranderd in een perifere provincie, ondergeschikt aan de Hollandse regering in Den Haag. 
Dit verlies aan Friese eigenheid leidde tot een opleving van de belangstelling voor het roemruchte Friese verleden. 
Een kleine bovenlaag van de oude adel en van de nieuwe burgerij liep voorop in de herontdekking van de eigen Friese identiteit. De oprichting van het Fries Genootschap in 1827 was hier een belangrijke uiting van. 
Een prominente vertegenwoordiger van deze Friese elite was mr. Wiardus Willem Buma, gedeputeerde, tevens lid en president van het provinciaal gerechtshof van Fryslân. Als gedreven historicus en vooraanstaand lid van het Fries Genootschap diepte Wite Buma de ene na de andere vondst uit het rijke Friese verleden op, die hij op genootschapsavonden presenteerde en waarover Wite Buma publiceerde in De Vrije Fries.

Gezin Buma
Het geheugen van Fryslân speelt een belangrijke rol in Sybrand Buma zijn boek met als titel: ‘Wiardus Willem Buma en het geheugen van Friesland’.
Wite Buma is op de achtergrond in zijn tijd nogal aanwezig, en derhalve een man die er indertijd deed.
Wite is geboren in 1802, midden in de Franse tijd, en woonde aan de Nieuwstad. 
Zijn vader was advocaat, en werd later burgemeester. Hij ging wonen in een helft van het Stadhouderlijk Hof. De koning logeerde indertijd tijdens een werkbezoek bij de burgemeester. De koning wilde het Stadhouderlijk Hof terug, en kocht de helft terug voor 34 duizend gulden. Daarom vertrok het gezin Buma uit het Stadhouderlijk Hof.
Zijn ouders waren steenrijk, want ze hadden ongeveer een miljoen gulden.

De jongeheer Wite
Wite studeerde in Groningen, en verloofde met Maria de With. Vlak na zijn studie trouwden ze. 
Hij leefde in een wereld met een tempo dat al eeuwen zo verliep.
In 1823 is Wite afgestudeerd in de rechten, werd advocaat, en ging wonen aan de Wirdumerdijk, waar hij zijn advocatenkantoor begon. 
Later ging hij verhuizen naar de Weaze, naar een huis dat binnenkort gerenoveerd zal worden.

Waterbouwkundige werken
Het jaar 1825 van de watersnood heeft het beeld van Fryslân heel erg bepaald. In dat jaar braken de dijken namelijk door, en Fryslân overstroomde vanuit het zuidwesten. Wite gaat dan naar Peazens en loopt langs de kust naar Leeuwarden, en ziet onderweg overal schade, die is ontstaan door slecht onderhoud van de dijken.
In 1831 wordt hij gedeputeerde (hij zat toen al in de Staten van Fryslân), en ontwarde toen alle eigendommen van land langs de kust. Toen pas kon er worden gewerkt aan de zeekering. 
Er worden in die jaren vaarten gegraven, waar ook de scheepvaart (trekschuit en beurtvaart) gebruik van kon maken.

Crisis tussen arm en rijk
In 1845 was er sprake van rijkdom en armoede in Fryslân. Zo was er onder andere sprake van de zogenoemde Aardappelcrisis van 1845-1847. 
Wite was daarentegen bijzonder rijk te midden van de vele armen in Fryslân.
De onrust breekt dan uit in Leeuwarden. De schutterij wordt ingezet tegen de opstandelingen. Er vallen doden. Het huis van Wite zijn broer aan de Weaze wordt geplunderd. De daders worden gegeseld in Harlingen, en moeten vijf jaar de cel in.
Wite woonde toen inmiddels aan de Tweebaksmarkt.

De aartsconservatief
In Fryslân was het liberalisme erg groot, vooral op het Bildt.
Alles wat maar riekt naar vernieuwing, daar was Wite op tegen. Hij was aartsconservatief.
Fryslân heeft een belangrijke rol gespeeld bij de wijziging van de Grondwet in 1848, waar Wite overigens op tegen was als conservatief.
Het was politiek een polariserende tijd. Er werden veel pamfletten geschreven, waarmee men elkaar bestreed. Wite gaat zijn politieke uitlatingen ook in pamfletten doen. 
Waar elders kerkenraden werden gekozen, werden in Fryslân de kerkenraden nog samengesteld uit grondeigenaren. Wite was derhalve actief in diverse kerkelijke gemeenten, omdat hij daar gronden bezat. Zo beheerste Wite dus veel dorpen.
In 1845 werd Wite raadsheer in het Hof. Hij ging daarmee zijn grootvader achterna. In 1863 wordt hij president van het Gerechtshof, de hoogste rechterlijke functie in Fryslân. Daarom geeft hij een gigantisch diner. 

Fries Genootschap in de 19e eeuw
Wite is intelligent en een goed bestuurder, maar hij is wel heel ijdel en heel moeilijk. 
In 1834 werd hij lid van het Fries Genootschap. Zijn broer was toen al lid.
Het Fries Genootschap was in die tijd een wervelend genootschap, waarin heftige debatten plaatsvonden. Er was in die kring heel veel besef van de Friese geschiedenis.
De genootschapsleden gaan op zoek naar het verleden van Fryslân: doen aan opgravingen, onderzoeken het Friese rechtssysteem. Ze discussiëren over wat hen bezig hield, en ze schonken collecties aan het Fries Museum.
In 1862 laat Wite bijvoorbeeld foto’s maken van de leden van het Genootschap, waarmee een smoelenboek wordt gemaakt van alle leden van het Genootschap. Dat smoelenboek geeft ons nu een beeld van de elite van Fryslân in die tijd. Al die foto’s zijn er nog steeds.
Het Genootschap was toen niet friestalig, en ook Wite niet. Alle correspondentie in die tijd was altijd in het Nederlands. Pas toen het Frysk Selskip werd opgericht, veranderde dat. Toen nam het Fries aan belang toe, ook in het Genootschap.
In het Genootschap ontstaat een heftige discussie, want een lid van het Genootschap - Gerben Colmjon - had niet gestudeerd. Colmjon gaat echter wel samenwerken met het Genootschap. 
De Genootschapsvergadering over het geheimzinnige Oera Linda-boek was fameus. 

Fameuze leefstijl
Wite leefde met een luxueuze leefstijl aan de Tweebaksmarkt. Hij organiseerde diners met bijvoorbeeld wel 25 gangen, met een menukaart in het Frans. In de tijd dat er veel armoede was, was dat uitzonderlijk.
Wite had heel veel personeel.
Hij liet zilver maken, kocht damasten tafelkleden, en bestelde vlak voor zijn dood nog twee koetsen. 
In Wite zijn levensjaren is Leeuwarden geweldig veranderd. In 1873 was er al een trein naar Harlingen. Wite gaat kuren in Duitsland, waar hij met de trein naar toe ging.
Willem III komt bij hem op bezoek in Leeuwarden.
Wite Buma overlijdt op ruim 70-jarige leeftijd, en wordt begraven in Weidum.
Al Wite zijn voormalige huizen zijn inmiddels hotels geworden.
Wite Buma liet een forse erfenis na aan het Fries Genootschap, dus hij zorgde er ook voor dat het geheugen van Fryslân na zijn dood bewaard bleef.

Over de tijd waarin men leefde
  • De familie Buma werd eind 17e eeuw zo rijk. Ze waren aanvankelijk boeren, die de handel in gingen, in lakens. Ze trouwden in rijke families. Ze verwierven veel grond. Hun kinderen bouwden huizen, en gaven teveel geld uit.
  • Wite heeft heel veel tot stand gebracht, maar je moest hem niet tegen je hebben. Hij was ook voor zijn kinderen een moeilijke vader. Hij wilde altijd de baas spelen. Hij handhaafde tucht en gezag, en had de neiging om zijn heerschappij te voeren. Hij stond ook op zijn rechten. Hij ging bijvoorbeeld eindeloos in beroep tegen onder andere alle belastingaanslagen. Die processen verloor hij overigens wel vaak.
  • De kerk was voor hem een statussymbool. Hij maakte ruzies over zijn zitplaatsen in de kerk; en ging daar ook eindeloos over in beroep.
  • Zijn religieboekenbezit gaat eigenlijk allemaal over het vrijzinnige leven. Hij gebruikte nooit christelijke termen, maar drukte wel zijn stempel op lopende kerkelijke discussies.
  • Zijn wereld was een wereld waarin mannen alles bepalen.
  • Hij had twaalf kinderen. 
  • De vrouwen in die tijd gaan naar de Franse school, en komen daarna weer thuis bij moeder, om te bekijken hoe je een huishouding met bedienden runt.
  • De mannen daarentegen studeren in Groningen en hebben banen.
  • Toch waren er ook wel vrijgevochten vrouwen, die van hun mannen scheidden.
  • De vrouwen bleven thuis en kregen veel kinderen, stierven soms jong, terwijl de mannen wel de wereld in trokken.

Geen opmerkingen: