maandag 10 juni 2024

Pelgrimeren van Monterrubio de la Serena naar Castuera

Pelgrimsroute van Almería (S) naar Santiago de Compostela (S)
Camino Mozárabe van Almería naar Merída
Van Monterrubio de la Serena naar Castuera
Pinksterzondag 19 mei 2024 – 18,9 km.
Dag 24: 508,6 – 527,5 km.
 
Mooie plek voor een korte pauze langs het pelgrimspad


















Spaanse Camino Mozárabe
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes naar Santiago de Compostela is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de Via de Plata, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vanuit het zuiden van Spanje te gaan pelgrimeren op deze Camino Mozárabe.
Vandaag lopen we daarvan onze 24e etappe, over een afstand van 18,9 kilometer, van Monterrubio de la Serena naar Castuera. We dalen daarbij van ongeveer 555 naar 515 meter hoogte.

Een lange weg van meer dan tien kilometer
Om 6:45 uur gaat onze wekker af in het de gemeentelijke pelgrimsherberg in Monterrubio de la Serena, waar wij vannacht hebben overnacht. 
Na het ontbijt verlaten we om 8:10 uur onze overnachtingslocatie.
De sleutel mochten we op tafel laten liggen, en ons afval kunnen we in een container verderop kwijt.
We lopen door het dorpscentrum langs de kerk.
Even later wandelen we Monterrubio de la Serena uit over de brede uitvalsweg, die verderop in twee wegen uiteen gaat.
Wij nemen de rechter afslag, en laten dan voorbij de Olibar-discotheek het dorp achter ons. We weten dat we nu 10,4 kilometer op deze asfaltweg moeten blijven. Deze weg loopt kilometers lang tussen olijfgaarden door.  
Na ruim een half uur hebben we al weer een flink eind geklommen over deze asfaltweg, met als gevolg dat we vanaf deze plek een mooi uitzicht hebben over Monterrubio de la Serena, dat nu ver achter ons ligt.
In een weiland rechts van de weg lopen en liggen enkele koeien, waaronder enkele kalveren en een stier.
Deze weg gaat wisselend omlaag en omhoog. Als we weer eens op een behoorlijke hoogte zijn gekomen, krijgen we een mooi uitzicht over de hoogvlakte vóór ons.

Herstel van La Dehesa
De velden om ons heen, hoog en laag en op de hoogvlakte vormen hier de dehesa. Door diverse oorzaken is hier in het dal van Benquerencia de oorspronkelijke natuur van de dehesa in de loop der eeuwen aangetast, maar nu wordt hier aan het herstel van de natuurwaarden van dit gebied gewerkt. Op grote stukken land wordt de dehesa hersteld, en er wordt ook nadrukkelijk gewerkt aan de verbetering van de biodiversiteit van dit gebied, aldus een groot informatiebord langs de weg.
Er is rechts van onze weg een enorm waterbekken gegraven, waar op dit moment ook nog wel enig water in staat.
Links staat een lila geverfd huis, wat in deze streek wel een opvallende huiskleur is. Her en der in de tuin liggen keien, die alle witgeschilderd zijn. Een man is er op de oprit aan het werk, en verderop in de tuin staat een oude groene tractor.
In de verte staat boven op een bergtop de ruïne van een oude burcht.
Tegen 10:30 uur bereiken we op het kruispunt van twee wegen het eindpunt van deze 10,4 kilometer lange weg, die we nu geheel hebben bewandeld. Het is – ook zeker op deze vroege Pinkster-zondagmorgen – een hele stille weg. Slechts een enkele keer zagen we op dit traject een auto, maar ook drie wielrenners.

Verspreid liggende grote rotsblokken links en rechts
We hebben overigens ook de indruk dat wij samen de enige twee pelgrims zijn die vandaag dit traject lopen. Omdat het andere overnachtingadres in Monterrubio de la Serena dit weekend gesloten was, hadden er meer pelgrims moeten slapen bij ons in de herberg als er meer pelgrims zouden zijn geweest, want onze pelgrimsherberg was afgelopen nacht de enige overnachtingsplek in het hele dorp.
Na het kruispunt gaan we weer omhoog, en dan krijgen we vanaf het hoogste punt weer een prachtig uitzicht over de hoogvlakte vóór ons, met de veel hogere bergen daar op grote afstand van elkaar omheen.
Het gebied waar we nu doorheen komen, staat bekend om de verspreid liggende grote rotsblokken. Het duurt dan ook niet lang of we zien veel van die grote rotsblokken links en rechts van de weg.
Die rotsblokken liggen op graslanden, maar ook op graanakkers, waarop verspreid dan ook nog oude kurkeiken staan.
Hier en daar zien we ook enkele groene clusters van bomen, struiken en andere planten, waar een aantal van die grotere en kleine rotsblokken bij liggen.

Langs grote rotsblokken en over kleine steentjes naar Castuera
Vlak na elf uur – we hebben dan ongeveer drie uren aaneengesloten gelopen – komen we aan het eind van de asfaltweg in een buurtschap, waarin we op enkele grote rotsblokken een mooie plek vinden voor een pauze. We eten en drinken hier iets alvorens we verder gaan.
Tegenover de plek waar we zitten, groeit een enorme cactus.
Als we weer verder zijn gegaan, horen we rechtsvoor ons een tractor op een akker. Dat blijkt een wijngaard te zijn met jonge druivenstruiken, waartussen de boer bezig is met ploegen.
Na nog een half uur over een breed wit steentjespad gelopen te hebben, krijgen we voor het eerst Castuera in zicht. 
Enkele minuten later lopen we langs de BA-051 de bebouwde kom van Castuera binnen, ter hoogte van enkele bedrijfsgebouwen.
Even later draaien we voorbij een rotonde het centrum van Castuera binnen.
Als we in het centrum arriveren op het Plaza España, zien we links het gemeentehuis, en rechts de kerk van Santa María Magdalena.
De kerkdeur staat open, dus we gaan naar binnen, maar daar is net op dat moment de mis gaande, dus we maken uit piëteit geen rondgang door de kerk.

Van de politie via het bejaardencentrum naar de pelgrimsherberg
We hebben voor vannacht nog geen overnachtingsplek gereserveerd, dus we gaan proberen om een plek te krijgen in de pelgrimsherberg. Daartoe moeten we ons volgens alle routegidsen melden bij de plaatselijke politie, die hier een kantoor naast het gemeentehuis heeft. Daar naar binnen gaand, valt ons op dat er een pamflet hangt naast de deur van het politiebureau, waarop staat dat pelgrims zich voor een overnachting in de gemeentelijke pelgrimsherberg moeten melden bij het verpleeghuis aan de andere kant van het stadje. Dat is voor ons een tegenvaller, want dat betekent dat we – nu we de herberg al voorbij zijn – eerst ongeveer een kilometer door moeten lopen naar het verpleeghuis aan de andere kant van de stad, en dat we dan weer ruim een kilometer terug moeten lopen, langs het politieburo naar de pelgrimsherberg. Dat is bepaald geen verbetering van de oude situatie, maar er zit niets anders op; we moeten nog een kilometer door, en die dan ook weer terug. Zo gezegd, zo gedaan.

Met de sleutel terug, en dan naar binnen
Aangekomen bij het verpleeghuis – een gesloten instelling voor dementerenden – bellen we aan. Na een tweede keer bellen, komt een verzorgende naar buiten, en laat weten dat ze ons heeft gezien.  
Pas enkele minuten later komt de portier, die het grote toegangshek opent en ons meeneemt naar de receptie van het bejaardenhuis, waar we inchecken, stempelen en betalen voor ons verblijf in de gemeentelijke herberg.
We krijgen dan drie sleutels mee, en gaan terug, op pad naar de herberg. 
Daar aangekomen, krijgen we met geen mogelijkheid met één van de drie sleutels de ijzeren poort open naar de binnenplaats van de herberg. Na enkele malen proberen, duwen, trekken en draaien, probeer ik op goed geluk eens of het mogelijk is om met één van de drie sleutels het ijzeren hekwerk door de tralies heen van binnenuit open te maken. Wonder boven wonder lukt dat wel, dus zo moet het.
Dan de tweede deur, die van de herberg zelf. Ook die gaan niet vanzelf open, want het slot blokkeert, maar met enig heen en weer draaien, lukt het dan toch om ook die deur open te maken. Dan zijn we binnen.

Verblijf in de gemeentelijke pelgrimsherberg van Castuera
We zetten onze rugzakken in één van de twee slaapzalen, en inventariseren welke voorzieningen deze herberg allemaal heeft.
Dan blijkt dat we hier kunnen koken, dus dat wordt het plan. Daarvoor moeten we dan wel boodschappen halen, en het is maar de vraag of dat aan het begin van deze zondagmiddag nog lukt in het stadje.
Maar ook hier hebben we geluk, want er is in het centrum een door een Chinees stel gerunde winkel, waar zowel huishoudelijke artikelen, als ook een beperkt assortiment levensmiddelen wordt verkocht. Het kost de nodige tijd om een pakket boodschappen samen te stellen voor vanmiddag, vanavond, en voor de etappe van morgen, maar dat komt helemaal goed. Wij blij, want zo kunnen we op deze zondag en naar de maandag weer een dag welvoorzien vooruit.
De middag wordt gebruikt voor alle gebruikelijke zaken in de pelgrimsherberg: installeren, lunchen, douchen, wassen, was drogen in de zon, rusten, foto’s verwerken, dagverslag schrijven, enz.
Vanavond koken we in de keuken van de herberg , en eten we in de eetzaal ervan.  
Het is nu bijna half zes aan het eind van de middag, en het ziet er niet naar uit dat er vandaag nog meer pelgrims langs zullen komen voor de komende nacht, maar ja, dat weet je maar nooit, dus dat gaan we nog wel zien.
Later bleek overigens dat er geen pelgrim meer bij kwam.

Geen opmerkingen: