Pelgrimsroute van Almería (S) naar Santiago de Compostela (S)
Camino Mozárabe van Almería naar Merída
Van Almería naar Santa Fe de Mondújar
Woensdag 24 april 2024 – 24,2 km.
Dag 1: 0 – 24,2 km.
Spaanse Camino Mozárabe
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes naar Santiago de Compostela is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Merída, waar de Camino Mozárabe aansluit op de Via de Plata, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om vanuit het zuiden van Spanje te gaan pelgrimeren op deze Camino Mozárabe.
Vandaag lopen we daarvan onze 1e etappe, over een afstand van 24,2 kilometer, van Almería naar Santa Fe de Mondújar. We klimmen daarbij van 9 via 94 en 98 en 122 en 173 naar 233 meter hoogte.
Almería
Om zes uur vanochtend gaat onze wekker in La Pita Guesthouse, waar we twee nachten hebben overnacht in Almería. Als we het ontbijt klaarmaken in het keukentje van ons Guesthouse, voegt de Nederlandse pelgrim Daniëlla zich ook bij ons, die eergisteren terug is gekomen vanuit Baena, nadat zij van Almería naar Baena heeft gepelgrimeerd. Zij gaat straks terug naar huis in de Betuwe. Met z’n drieën ontbijten we in het keukentje in het verder nog stille Guesthouse.
Om 7:00 uur verlaten we La Pita Guesthouse, uitgezwaaid door pelgrim Daniëlle.
Enkele minuten later staan we op het plein vóór de kathedraal van Almería, waar onze pelgrimage en onze eerste etappe gaat beginnen.
De eerste wegwijzer van de Camino Mozárabe, want die heeft een eigen beeldmerk, staat bij de straat tegenover de kathedraal.
Door de smalle Calle de las Tiendas lopen we tussen de kleine winkeltjes door. De winkels zijn nog gesloten, en het schemer verandert al in licht. De straatverlichting gaat uit.
Dan passeren we de Iglesia de Santiago. Die is nog gesloten, maar gisteren waren we wel in de gelegenheid om deze Sint-Jacobskerk te bezichtigen.
Bij de Puerta de Purchena komt ook de San Sebastiánkerk in het zicht. Ook die hebben we gisteren kunnen bezichtigen, en ook deze kerk is op deze vroege ochtend nog gesloten.
Op de Calle Rambla de Amatisteros gaan we door een parkachtige voetgangersgebied, met aan beide zijden van dit langgerekte park het drukke spitsverkeer de stad in en uit.
Voorbij dit park worden we ingehaald door een andere pelgrim, een Spaanse pelgrim van Mallorca, die de pas er behoorlijk in heeft. Wij groeten elkaar, en hij gaat voor ons uit.
Durkje en ik waren overigens gisteravond de enige twee pelgrims die in de kathedraal de pelgrimszegen ontvingen, dus we verwachten vandaag niet veel pelgrims te zien.
Bij de dubbele rotonde met al dat drukke verkeer zijn we bij de rand van de bebouwde kom van Almería gekomen.
Van Huércal de Almería naar Pechina
Vlak vóór 8:00 uur lopen we de stad uit, en direct daarna lopen we de plaats Huércal de Almería binnen.
De weg gaat voortdurend langs de drukke verkeersweg, waarover het spitsverkeer de stad in en uit gaat.
Voorbij Huércal de Almería komen we door het gehucht Las Zorreras.
Hier voegt dezelfde Spaanse pelgrim van zojuist zich bij ons. De man komt van Mallorca, werkt niet meer, en laat enkele malen per jaar zijn nog wel werkende echtgenote achter op Mallorca om drie à vier keer per jaar een pelgrimstocht van enkele weken te maken; voornamelijk in Spanje.
Met z’n drieën gaan we de rivierbedding in van de drooggevallen Río Andarax. Het beste kun je hier lopen in het spoor van de auto’s die door het midden van deze rivierbedding hebben gereden.
Verderop gaat de pelgrim van Mallorca weer alleen verder, want hij heeft een hoger tempo dan dat van ons. Wij lopen rustig verder door de rivierbedding.
Waar we de rivierbedding verlaten, gaat het in een rechte lijn circa anderhalve kilometer verder naar het dorp Pechina.
Koffie-pech in Pechina
Aan de overzijde van het dorpspleintje van Pechina staat het gemeentehuis, waar we een gemeentestempel halen voor onze pelgrimspaspoorten.
We waren van plan om hier in één van de bars een kop koffie te gaan drinken, maar dat gaat niet lukken. De ene bar is gesloten, en de andere is leeggehaald, en daar zien we binnen de werklui bezig met een verbouwing. Koffie in Pechina gaat dus niet lukken. Pech in Pechina.
Verderop in het dorp komen we langs het mozaïek waarop de gekruisigde Jezus Christus is afgebeeld.
Door de rivierbedding van de Río Andarax
Voorbij Pechina gaan we een onverhard pad op, tussen hoog opgaande palmbomen door.
De betonnen paal met daarop de duidelijke wegwijzer van de Camino Mozárabe wijst ons daarbij de weg.
Dit pad leidt ons terug naar de rivierbedding van de brede rivier de Río Andarax. Ook hier zoeken we de best begaanbare weg.
Hier en daar links en rechts van de autosporen liggen stapels huisvuil. Spanjaarden deinzen er dus niet voor terug om hun vuilnis – bijvoorbeeld allemaal keuken-elementen – met de auto hier in de rivierbedding te brengen, om het op een hen passende plek te dumpen. Dan hoef je het niet af te geven bij de gemeentereiniging, en ben je het direct kwijt als je dat wilt. Het gemak dient ook hier de mens, maar fraai is het geenszins.
Ons pad gaat wisselend over rivierstenen, over fijne kiezelstenen en af en toe door rul rivierzand in de richting van de grote rivierbrug, die de drooggevallen Río Andarax overspant.
Links boven op een hoge heuvel staat een zwart beeld van de in Spanje welbekende stier. Wij lopen onder de lange en hoge stenen boogbrug door.
Een eindje voorbij deze rivierbrug verlaten we de rivierbedding, om dan langs een smalle rambla naar de plaats Rioja te lopen.
Om 10:30 uur arriveren we in Rioja.
We hebben nu ongeveer 15 kilometer aaneen gelopen van Almería naar Rioja.
Koffie met banaan in Rioja
Bij de Supremo-supermarkt wandelen we het dorp binnen. In de supermarkt kopen we bananen. Zo hoefden we die de eerste vijftien kilometers niet te sjouwen in onze rugzakken. Dat scheelt gewicht.
Tegenover de supermarkt staat een informatiepaneel over de Camino Mozárabe, die je hier af en toe langs de route ziet staan.
In het gemeentehuis van Rioja vragen en krijgen we een gemeentestempel in onze pelgrimspaspoorten.
En dan hebben we verderop meer geluk dan in Pechina, want hier in Rioja is wel een café geopend. Nu het kan, kopen we hier een kop koffie, en die drinken we op de stoelen die buiten op de stoep staan bij het café.
De weg is voor de helft opengebroken, want men is hier druk in de weer met graafwerk voor waarschijnlijk rioleringswerkzaamheden.
Voorbij Rioja gaat het verder over rustige asfaltweggetjes, met hier en daar enkele woningen.
Onderweg valt van alles te zien, zoals hele grote cactussen.
En heel veel sinaasappelbomen staan in tuinen en in boomgaarden.
Hier en daar hebben de bewoners ook citroenbomen in de tuin staan.
Bij de rotonde passeren we de plaats Gador, verderop links van ons gelegen. Daar hoeven we niet doorheen te lopen.
Stijgend en dalend door en naar Santa Fe de Mondújar
Om 11:30 uur passeren we het grote bord waarop ‘Santa Fe de Mondújar’ staat. Dit is niet het plaatsnaambord, maar de aanduiding van de gemeentegrens. Nog ongeveer vijf kilometer te gaan.
Vanaf dit punt krijgen we nog een iets mooier uitzicht over de plaats Gador in de verte.
Langs de weg richting Santa Fe de Mondújar (dorp) staat een villa met een mooie oprijlaan, overdekt met bloeiende struiken en bomen.
Rechts van de weg staat een palissanderboom in de tuin. Deze mooie blauwbloeiende bomen hebben we ook regelmatig zien staan gedurende de afgelopen twee dagen in Almería.
We passeren het buurtschap Mondújar.
Het is prachtig om nu in het voorjaar hier te lopen, want er staat heel veel in bloei, zowel laag als hoog.
We zien dat we een veel meer heuvelachtig gebied naderen. Af en toe stijgen en dalen we even. Op een hoger gelegen punt krijgen we het uitzicht over de brede rivierbedding van de Río Andarax, die diep in het dal slingert in de richting van Santa Fé de Mondújar.
Bij dit stijgen en dalen is het verstandig om af en toe even een korte drinkpauze in te lassen.
Aan de overzijde van de vallei zien we restanten van voormalige grotwoningen in de hoge rotswand.
Bij een huis langs de weg worden we met veel lawaai begroet door zes blaffende honden, waarvan twee beneden op het erf, en vier boven op een dakterras.
Albergue La Posada Junto a las Escuelas
En dan zien we Santa Fe de Mondujar vóór ons liggen, met de hoge spoorbrug over de Río Andarax.
Wat een toeval. Als we het dorpje binnenwandelen, worden we begroet door Eliane, de vrouw van het regionaal pelgrimsgenootschap, die de gemeentelijke herberg van het dorp beheert, die naast de basisschool staat. Ze stapt net uit de auto als we aankomen, en vraagt of wij de Hollanders zijn, want zij wist al van onze komst.
Ze haalt de sleutel van de gemeentelijke pelgrimsherberg en leidt ons naar binnen, waar we een mooie kamer krijgen toegewezen, met eigen badkamer nota bene.
Ze geeft ons de nodige informatie over de herberg, en over de bar en het kruidenierswinkeltje in het dorp, en leidt ons rond langs de voorzieningen van deze pelgrimsherberg. Ze vertelt dat ze (nog) geen andere pelgrims verwacht vandaag. We mogen de wasmachine ook gebruiken, wat we graag doen.
Na het douchen en omkleden lopen we tegen twee uur vanmiddag naar de plaatselijke Bar La Plaza, waar we een goed tweegangenmenu krijgen voorgeschoteld, met een heerlijk koud biertje erbij. De zon scheen vandaag volop, en de temperatuur kwam iets boven de twintig graden uit, en op zo’n zonnige dag is een pilsje na die eerste 24 kilometers ook al een traktatie.
Na deze warme maaltijd (dan hebben we dat maar vast gehad) genieten we van de siesta in de herberg, en is er alle tijd voor het verwerken van onze dagfoto’s en van het dagverslag over onze eerste etappe op de Camino Mozárabe.
Het was een prachtige dag op deze eerste etappe, en wat hebben we hier een mooie plek in de herberg gekregen, voor in dit geval vijftien euro per persoon per nacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten