Donderdag 16 maart 2023
Lunchlezing van Mira Feticu
Wie het Nederlands met de paplepel ingegoten heeft gekregen, is zich er niet van bewust hoeveel moed en doorzettingsvermogen het vergt om je deze taal en cultuur eigen te maken.
Het resultaat is bijna nog ingrijpender dan het gevecht zelf: het verandert je identiteit en je leven.
De Nederlands-Roemeense schrijfster Mira Feticu (1973) beschrijft het vallen en opstaan, de pijn en de vreugde van dit nooit-voltooide proces.
Haar lunchlezing vanmiddag in Tresoar te Leeuwarden – naar haar gelijknamige boek (2021) getiteld ‘Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal’ - helpt ons een dieper inzicht te krijgen in de uitdagingen waarvoor nieuwkomers staan, en is tegelijkertijd een hartstochtelijke aanmoediging aan iedereen die bezig is de Nederlandse taal te leren en zich aan te passen aan een nieuwe samenleving.
Van Roemenië naar Nederland
Mira Feticu woont inmiddels 17 jaar in Nederland.
Ze heeft Nederlands geleerd, onder andere omdat haar man Nederlands is. "Hij was geen macho, maar een man die bloosde; waar ik verliefd op werd."
In Roemenië was ze journaliste van de landelijke omroep.
Maar, toen ze in Nederlands kwam, voelde ze dat ineens niemand meer was.
Veel van Nederland, van de Nederlanders en van het Nederlands begreep ze aanvankelijk niet. Mede daarom wilde ze de Nederlandse taal leren, om - zoals ze zegt: "beter te begrijpen".
Feticu begon met haar Roemeens-culturele bagage als bibliothecaresse te werken in de Haagse bibliotheek, waar ze - als bijkomend voordeel - vooral ook het Nederlands kon oefenen.
Ze wilde de Nederlanders trouwens ook meer laten begrijpen van Roemenië, en van de Roemenen.
Mira is uiteindelijk schrijfster geworden, omdat ze is opgegroeid en opgeleid in de Roemeense en in de Italiaanse literatuur. Ze noemt zichzelf 'een product van boeken en van lezen'.
Ook voor haar dochter heeft ze het Nederlands zo snel mogelijk en zo goed mogelijk geleerd, immers, haar dochter leerde - eenmaal in Nederland - het Nederlands in een razend tempo; en Mira merkte dat ze daarbij achter bleef.
Feticu voelde zich in het begin door haar taalachterstand als een vreemde, en buitengesloten.
Ze begon dus de taal te leren; ook om 'diep in de taal' te gaan, om je goed te kunnen uiten, om ook iets anders te kunnen zeggen - (duidelijk te maken) - dan dat de woorden op zich zeggen.
Taal bleek haar ook te kunnen troosten, op een voor haar heel bijzondere – namelijk 'niet-Roemeense' - manier.
Taal en gevoel
- Mira Feticu ervoer dat ze op de Roemeense taal niet kon vertrouwen. Poëzie - bijvoorbeeld - in Roemenië was tamelijk gecodeerd, daardoor moeilijk te gebruiken, en daarom ook moeilijk te vertrouwen.
- Mede vanwege die achtergrond kon ze gemakkelijker haar eigen taal – het Roemeens – achter zich laten. Ze sprak geen Roemeens meer, en besefte pas later dat dat toch ook wel pijnlijk is. "Het is alsof je ‘je gebed verruilt met een contract’", zo verwoordt ze dat.
- Feticu leerde dat ze met het Nederlands ook een stem kreeg; en ruzie kon maken, en ook duidelijk kon maken dat je het met een ander ergens niet over eens bent. Dán ervaar je pas dat je Nederlands bent, en zo voelde ze zich dan ook, en tevens ingeburgerd.
- Ze studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. Daar leerde ze dat ze in Nederland ook iets te vertellen had. Dat was voor haar alle reden om door te gaan met haar studie in het Nederlands.
- Haar man is tien maanden geleden helaas overleden aan kanker. Toen ervoer ze vooral ook wat ze slechts had kunnen doen zonder taal. Die periode was voor haar immers een heel bijzondere tijd.
- Het Nederlands is nu haar Jacobsladder – haar taal – geworden.
- Feticu: "Laat buitenlanders zich vooral niet schamen voor het nog niet goed spreken van de Nederlandse taal."
- Ze begon het woordenboek letterlijk te lezen, om zo alle Nederlandse woorden te (kunnen) gebruiken. Ook nu - na 17 jaar taal leren - wil ze nog steeds dieper de taal leren.
- Na het overlijden van haar man gebruikte ze nog wel de poëtische functie van de taal, maar bepaalde andere woorden kan ze niet meer gebruiken na en vooral door het grote verlies van haar geliefde.
- Boeken hebben haar gered.
- Zonder haar man kon ze eigenlijk niet: "Je zegt wel dat het goed met je gaat, maar thuis voel je dat in je groot gemis natuurlijk niet zo".
- Ze blijft de schoonheid in de taal zoeken.
In gesprek met Mira Feticu
- Mira Feticu vertelt dat het in haar thuisland aanvankelijk nog haar lot was om juf te worden in het Roemeense dorp. Haar vriendinnen werden dat inderdaad ook. Maar nu weet Mira dat haar man haar lot is, en dat daarmee het haar lot is geworden om Nederlander te zijn.
- Haar dochter - inmiddels literatuurwetenschap studerend - wordt volgende week twintig jaar, en Mira beschouwt die eerste verjaardag zonder haar echtgenoot en vader van haar dochter als een fantastische, maar toch ook wel verdrietige dag.
- Mira: "Als je aan je kinderen verhalen vertelt, en hen boeken geeft, kan het niet anders dan dat je kind een lezer wordt."
- Feticu vindt het als belachelijk dat je op Nederlandse universiteiten tegenwoordig Nederlandse boeken in het Engels moet lezen.
- Mira: "We leven hier in een goed land."
- De Roemeense taal van vóór de val - in 1989 - van de voormalige Roemeense president-dictator Nicolae Ceaucescu vertrouwt ze niet meer. De Roemeense taal is na die val dan wel vrijer geworden, maar is niet zachter geworden. De taal was in de ogen van Feticu mishandeld door het communisme.
- Taal is heel politiek.
- Mira Feticu heeft door al haar levenservaring geleerd om naar alle pijnen met een afstand te kijken.
- Het is volgens Mira jammer dat talen sterven, maar het is het lot van de mens, en daarmee dus ook van onszelf.
- Mira: "Het is mooi om te zien dat mensen zo trots op hun taal zijn."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten