dinsdag 14 december 2021

De euro heeft vertrouwen nodig, méér dan andere munten

Dinsdag 14 december 2021
   
Cover van de afscheidsrede-publicatie

Emeritaat
Durkje haar broer Eelke studeerde econometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen, en promoveerde in 1990 aan de Universiteit van Amsterdam. 
Sinds 1994 was hij hoogleraar Internationale Economie aan de huidige Faculteit der Managementwetenschappen van de  Radboud Universiteit te Nijmegen. 
Zijn onderzoek betrof internationale monetaire onderwerpen, zoals wisselkoersen, mandvaluta en Europese monetaire samenwerking.
Rond de eeuwwisseling was Eelke één van de eersten binnen de economische wetenschap die publiceerde over het belang van  cultuur, normen en waarden, voor de economie.

Afscheidsrede
Op 29 oktober 2021 was na 27 jaren het moment aangebroken dat Eelke met pensioen ging. Ter gelegenheid van dit emeritaat waren we door de Rector Magnificus en door mijn zwager Eelke de Jong uitgenodigd om aanwezig te zijn bij Eelke zijn openbaar afscheidscollege in de Aula van de Nijmeegse universiteit, met aansluitend zijn afscheid.
De titel van deze afscheidsrede van zwager prof. dr. Eelke de Jong luidt: 'De euro heeft vertrouwen nodig, méér dan andere munten'. 
Middels zijn afscheidsrede legde Eelke de Jong verantwoording af over de ruim 27 jaren die hij als hoogleraar aan de Radboud Universiteit verbonden is geweest, en ging hij onder andere in op zaken zoals zijn rol als onderzoeker, als hoogleraar-bestuurder en over het onderwijs- en onderzoeksprogramma.
Na afloop kregen alle genodigden een exemplaar mee van de schriftelijke publicatie van Eelkes afscheidsrede
Inmiddels al weer enkele weken later, leek het me een goed idee om deze afscheidsrede nog eens rustig door te lezen, hetgeen ik inmiddels heb gedaan. Hieronder volgt een weergave van de inhouden van deze publicatie. 

Geef de euro vertrouwen
Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is al het geld gebaseerd op vertrouwen. 
De nationale centrale bank moet ervoor zorgen dat er voldoende geld in de economie komt. 
Hierbij vervullen de door de staat uitgegeven schulden een belangrijke rol als de benchmark in het financiële systeem. 
Bij de euro is dit veel ingewikkelder, omdat het de munt van meerdere landen is. 
Bovendien hebben de twee belangrijkste lidstaten, Frankrijk en Duitsland, een tegenovergestelde opvatting over het gewenste monetaire beleid. 
Deze rede laat zien dat al sinds het begin van deze eeuw voor de gevolgen van deze cultuurverschillen is gewaarschuwd. 
Pas toen hierdoor het oplossen van de Europese schuldencrisis ernstig werd bemoeilijkt, kwam er meer aandacht voor. 
Jaar in jaar uit blijkt dat de inwoners van de landen in het eurogebied de euro willen behouden. 
Als men wil vasthouden aan de euro, zal er moeten worden geïnvesteerd in een gezamenlijk gedragen beleid en gezamenlijk uitgegeven schulden. 
Het is onnodig en zelfs contraproductief om steeds weer de verschillen te benadrukken. 
Dat heeft niets met cultuur te maken, maar is een vorm van identiteitspolitiek.

Rede-citaten
  • In 1995 werd beoogd dat de Europese Centrale Bank de meest onafhankelijke centrale bank ter wereld zou worden.
  • De onafhankelijkheid van een centrale bank wordt gemeten aan de hand van wetten en regelgeving.
  • Men kan wel een verband (correlatie) vinden tussen allerlei maatstaven, maar dat betekent nog niet dat het één volgt uit het andere (causaliteit).
  • Cultuur heeft betrekking op de voorkeuren van een groep. Deze voorkeuren worden bepaald door opvoeding en door gezamenlijke ervaringen.
  • Een beetje inflatie (van bij ons zo'n 2-5%) wordt vaak gezien als een smeermiddel dat de economie nodig heeft.
  • In tijden van onzekerheid gaat men over kortere perioden plannen, en als gevolg daarvan worden grote investeringen uitgesteld.
  • Een hoge inflatie doet zich waarschijnlijk vaker voor in landen waar de politieke macht in handen is van een beperkte groep.
  • Naleving van regels is een methode om onzekerheid te verminderen.
  • In crises vervalt men sneller in oude patronen. Daarom is het zaak dat al van tevoren wordt bedacht hoe men een crisis wil bestrijden.
  • Het is aan te raden dat politieke leiders zich meer verdiepen in de geschiedenis van elkaars land, en daardoor weten waar de gevoeligheden liggen.
  • Elke club heeft zijn eigen rituelen, symbolen en helden.
  • Identiteit gaat niet over waarden, maar over uiterlijkheden; en identiteit wordt belangrijk als er met een andere groep geconcurreerd wordt.
  • In een nationaal voetbalteam moeten de onderlinge cultuurverschillen worden besproken, en moet er een nieuwe cultuur worden gecreëerd.
  • Vertrouwen in een geldsoort is van cruciaal belang.
  • De door de staat uitgeschreven leningen vormen de meest kredietwaardige belegging in een land.
  • De Europese Centrale Bank heeft voor zijn monetaire beleid prijsstabiliteit (beheersing van de inflatie) als voornaamste doelstelling gekregen.
  • Een gezamenlijk monetair beleid wordt ook bemoeilijkt door het feit dat niet één land eigenaar is van het Eurosysteem.
  • De Europese Centrale Bank moet enerzijds de totale geldhoeveelheid binnen het eurogebied sturen, en er moet er anderzijds ook voor zorgen dat de rentes op de verschillende samenstellende delen niet te veel uit elkaar gaan lopen.
  • Het is noodzakelijk dat politici vooraf weten wat de anderen beweegt, en dat men tot een gemeenschappelijke strategie komt.
  • In Europa is een grote meerderheid van het publiek vóór het behoud van de euro.
  • De politiek in het eurogebied moet volledig achter de euro gaan staan. De euro heeft een fragiele basis en heeft daarom vertrouwen nodig, meer nog dan andere munten; en wij kunnen politici aanzetten om dat vertrouwen te vergroten.
  • De discussies met sommigen van de studenten vormden een inspiratiebron voor mijn onderzoek.
  • Leiders verschillen van gewone mensen.
  • Uit analyse blijkt dat de presidenten van de centrale banken veel meer de nationale meningen volgen, dan dat er sprake zou zijn van een gemeenschappelijke visie.
  • Mensen hebben maar een beperkte cognitieve capaciteit. Ze overzien niet alles, kunnen niet alle mogelijkheden doorrekenen en vallen daarom terug op wat ze hebben aangeleerd.
  • Landen vertegenwoordigen verschillende visies op de markt, bijvoorbeeld: de vrijemarkteconomie van de Verenigde Staten, de gecoördineerde markteconomie van Duitsland en de hiërarchische  markteconomie van Frankrijk.
  • Er blijkt een parallel waar te nemen tussen de denkbeelden van de economen, die van de bevolking, en van politieke leiders die het beleid uitstippelen; of tenminste in hun argumenten voor het gevoerde beleid.

Geen opmerkingen: