Vrijdag 29 oktober 2021
Afscheidsrede van prof. dr. Eelke de Jong |
Sinds 1994 is Durkje haar broer Eelke hoogleraar Internationale Economie aan de huidige Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zijn onderzoek betreft internationale monetaire onderwerpen, zoals wisselkoersen, mandvaluta en Europese monetaire samenwerking. Rond de eeuwwisseling was professor doctor Eelke de Jong één van de eersten binnen de economische wetenschap, die publiceerde over het belang van cultuur, normen en waarden voor de economie.
Na zijn studie econometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen, zijn promotie in 1990 aan de Universiteit van Amsterdam en zijn hoogleraarschap bij de Radboud Universiteit van Nijmegen van de afgelopen 27 jaren is vandaag het moment aangebroken dat Eelke met pensioen gaat. Ter gelegenheid van dit emeritaat zijn we door de Rector Magnificus en door mijn zwager Eelke de Jong uitgenodigd om vandaag aanwezig te zijn bij Eelke zijn openbaar afscheidscollege in de Aula van de Nijmeegse universiteit. Wij zijn daarbij aanwezig, samen met ongeveer honderd andere genodigden en belangstellenden.
Aansluitend vindt de afscheidsreceptie plaats in de ontvangstruimte van de Aula van de universiteit, en in een kleinere setting sluiten we gedurende de avond dit afscheid af met een informeel afscheidsdiner in restaurant Thuis bij Fien in het nabij Nijmegen gelegen Wijchen.
De euro heeft vertrouwen nodig
De titel van de afscheidsrede van prof. dr. Eelke de Jong luidt: 'De euro heeft vertrouwen nodig, méér dan andere munten'.
Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is al het geld gebaseerd op vertrouwen. De nationale centrale bank moet ervoor zorgen dat er voldoende geld in de economie komt.
Hierbij vervullen de door de staat uitgegeven schulden een belangrijke rol als de benchmark in het financiële systeem.
Hierbij vervullen de door de staat uitgegeven schulden een belangrijke rol als de benchmark in het financiële systeem.
Bij de euro is dit veel ingewikkelder, omdat het de munt van meerdere landen is.
Bovendien hebben de twee belangrijkste lidstaten - Frankrijk en Duitsland - een tegenovergestelde opvatting over het gewenste monetaire beleid.
Deze rede laat zien dat al sinds het begin van deze eeuw voor de gevolgen van deze cultuurverschillen is gewaarschuwd.
Pas toen hierdoor het oplossen van de Europese schuldencrisis ernstig werd bemoeilijkt, kwam er meer aandacht voor.
Pas toen hierdoor het oplossen van de Europese schuldencrisis ernstig werd bemoeilijkt, kwam er meer aandacht voor.
Jaar in jaar uit blijkt dat de inwoners van de landen in het eurogebied de euro willen behouden.
Als men wil vasthouden aan de euro, zal er moeten worden geïnvesteerd in een gezamenlijk gedragen beleid en gezamenlijk uitgegeven schulden.
Het is onnodig en zelfs contraproductief om steeds weer de verschillen te benadrukken.
Dat heeft niets met cultuur te maken, maar is een vorm van identiteitspolitiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten