woensdag 18 augustus 2021

Pelgrimeren van Estouy naar Mareau-aux-Bois

Donderdag 29 juli 2021

Onder de reusachtige platanen van Pithiviers-le-Vieil






















Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Estouy naar Mareau-aux-Bois
Donderdag 29 juli 2021 – 22,5 km.

Dag 8: 163,9 – 186,4 km.

De zon is weer terug

De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping ‘Ile de Boulancourt’ in Boulancourt.  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:10 uur en rijden we met beide auto’s naar het dorpje Mareau-aux-Bois. Hier parkeren we de huurauto, want hier eindigt vandaag onze etappe. Daarna rijden we met onze eigen auto naar Fréville, een buurtschap van Estouy, want hier begint om 8:20 uur onze etappe van vandaag op nagenoeg dezelfde plek waar we gisteren de etappe beëindigden.
Het is vanmorgen koel, met een temperatuur van 14 graden Celsius bij een halfbewolkte lucht. De zon schijnt bijna de hele dag, en voor het eerst sinds enkele dagen krijgen we vandaag geen regen. Het blijft vandaag mooi zonnig wandelweer met een licht verfrissend windje, waarbij de temperatuur vanmiddag tijdens onze etappe oploopt naar 23 graden Celsius. Kortom, perfect wandelweer.

Langs de rivier richting Pithiviers
In Fréville passeren we de rivierbrug naar Estouy, om dan eerst over de asfaltweg en daarna over een smal hellingpad naar Le Limosin te lopen. Hier wordt gewerkt aan restauratie van de verschillende kleine waterlopen die hier bij elkaar komen.
Vanuit Le Limosin gaan we verder naar Moulin de Doureux, dat momenteel als prachtig landhuis wordt bewoond.
Het erf wordt goed bewaakt door twee grote honden, die ons met veel geblaf verwelkomen en ons van achter het ijzeren toegangshek met even veel geblaf laten passeren.
Over een hellingpad lopen we parallel aan de rivier naar de boerderij van Montcelard.
De grote hoeve ziet er goed verzorgd uit, en datzelfde geldt ook voor het grote erf, waar wij over heen gaan om onze route te vervolgen. Twee mannen zijn in de open schuur aan het werk bij de graanopslag onder het hoge schuurdak.
Ter hoogte van Le Vergeret zien we voor het eerst de enorm hoge en ranke torenspits van de kerk van Pithiviers, waarnaar we nu op weg zijn.

Saint-Grégoire, Armeense heremiet uit Nicopolis
Maar eerst komen we nog in Grégoire, dat ressorteert onder het dorp Bondaroy, iets verderop.
In Grégoire komen we bij de kapel van Saint-Grégoire, een kerkje dat al is gebouwd in de 9e eeuw, dat is opgedragen aan de heilige Grégoire, een Armeense heremiet uit Nicopolis, die hier eeuwen geleden woonde en evangeliseerde. Een standbeeld van Saint-Grégoire staat op het binnenterrein van de kerk.
Een informatiepaneel bij de kerk meldt dat de kapel en de bijgebouwen momenteel in gebruik zijn als orthodox klooster. Er staat wel een auto buiten de kloostermuur, maar alle deuren van de kerk en van de binnentuin zijn afgesloten, dus we kunnen er niet in.
We lopen achter de kapel een bosperceel in, waar we over een bospad de vallei in gaan. Op een gegeven moment passeren we een afslag naar de grot van Grégoire. Wellicht is dit de grot waar de Armeense heremiet vroeger heeft gewoond.

Bondaroy en Pithiviers
Voorbij het bosperceel wandelen we de bebouwde kom van Bondaroy binnen. Al snel komen we dan langs het imposante château, dat vroeger de gefortificeerde verblijfplaats was van de beroemde Franse familie De la Taille.
Links van het château ligt beneden in de vallei een grote vijver in een parklandschap.
Door de bebouwing wandelen we door naar Pithiviers. Als we links de grote watertoren zien staan, zien we vóór ons hoog in de stad de stadskerk van Pithiviers met die enorm hoge kerktorenspits.
We horen de kerkklokken luiden, en de kerkklok maakt ons duidelijk dat het letterlijk klokslag tien uur is. Kortom, een mooi moment van de ochtend voor koffie, na de eerste acht kilometers lopen. De pelgrimsroute gaat echter niet door de binnenstad, maar langs de buitenkant van de oude en hoge stadsmuur. Daarom wijken we ter hoogte van het centrum tijdelijk van de doorgaande pelgrimsroute af, om eerst het stadscentrum met de stadskerk te bezoeken. Door een smalle winkelstraat lopen we recht af op de Eglise-Saint-Salomon-Saint-Grégoire. 

Onderweg kopen we nog ansichtkaarten en dan gaan we de grote kerk binnen.
We maken een rondgang door de kerk, en bekijken onder andere de zijkapellen, waarvan er één is gewijd aan Sint Rochus.
In een andere kapel staat een beeld van de heilige Grégoire, de Armeense heremiet uit Nicopolis, wiens naam ook in de naam van deze kerk staat.
Na dit kerkbezoek drinken we op een terras een kop koffie. Naast het terras staat een vrouw vanaf een bovenverdieping ons voortdurend te observeren, wellicht nieuwsgierig wie dat stel is met die rugzakken en met die grote hoeden op.
Voordat we na deze koffiepauze de stad uit gaan, kopen we in het postkantoor postzegels voor het verzenden van de zojuist gekochte ansichtkaarten, en daar laten we ook een poststempel in onze pelgrimspaspoorten zetten. Daarna wandelen we weer terug naar de stadsmuur, om daar de doorgaande pelgrimsroute te gaan vervolgen.

Reusachtige platanen van Pithiviers-le-Vieil
Wandelend door de plaats Morailles laten we de stad Pithiviers achter ons.
Een eind verderop passeren we nabij Entrep een voormalig treinstationnetje.
Daarna gaat onze route door een strook van veel groen verder langs een rivier, zij het op enige afstand van het water. Bij het plaatsnaambord van Pithiviers-le-Vieil komen we het bos uit.
Door de hoofdstraat wandelen we naar de plaatselijke kerk en het kerkplein. Bij de kerk is een watertappunt.
We zijn van plan om in Escrennes te lunchen, dus we lopen verder door het dorp, en verlaten Pithiviers-le-Vieil door een laan van buitengewoon dikke en hoge platanen.
Langs het plaatselijke zwembad en een park met een grote vijver gaan we dan door een bosje naar een open agrarisch landschap, waar we over een prachtig veldpad tussen de graanvelden door lopen.
Dat pad brengt ons naar de boerderij van Brinvilliers, waar we over het erf van de boerderij verderop het veld en een bosperceel in gaan.

Voorbij Escrennes langs de Oeuf
Langs verspreid in het veld staande gebouwen komen we uiteindelijk uit in de plaats Escrennes.
Hier zoeken we een geschikte plek om een lunchpauze te hebben, bij voorkeur iets in de schaduw, want zo langzamerhand wordt het iets te warm om langere tijd in de volle zon te gaan zitten. Een geschikte pauzeplek vinden we in het centraal gelegen park van het dorp, bij een speelplaats voor kinderen.
Na de pauze gaan we door een schaduwrijke, parkachtige strook verder langs het riviertje de Oeuf, die verderop overigens nagenoeg droog staat.

Spoorzoeken tussen nieuwe A19 en oude N152
Met mooie uitzichten over de graanvelden gaat de tocht dan verder naar de solitair staande grote boerenhoeve van Grouelle. We lopen links om de hoeve heen en gaan dan het open veld weer in. Daar lopen we onder een groot irrigatiesysteem door en dan gaat het verder over een breed veldpad tussen de al dan niet geoogste graanakkers door.
Het veldpad komt uit bij een hoge afwateringstunnel onder een drukke verkeersweg door. We zouden volgens onze wandelkaart straks de N152 moeten kruisen, maar dat kan deze nog niet zijn. Als we de gps op de smartphone raadplegen, blijkt dat we hier vóór de A19 staan. Dat is een nieuwe autosnelweg, die (nog) niet op de wandelkaart in onze wandelgids staat. We gaan op zoek naar wegwijzers en vinden die ook wel. Als we die volgen aan de andere kant van de afwateringstunnel, lopen we door een ruige strook langs de A19, waar de planten tot soms een meter hoog staan. Een pad is er eigenlijk niet, maar je kunt wel zien waar onze voorgangers langs zijn gelopen. Bij een klein bosperceeltje hebben we weer precies in beeld waar we staan op de oorspronkelijke route. En daar zien we op een dam ook een wegwijzer geschilderd. Daarna is het eenvoudig rechtdoor over de oorspronkelijke route; een breed pad in de richting van de N152. In de buurt van de boerderij van Athouas kruisen we een oude spoorlijn bij een voormalig treinstationsgebouwtje.

Naar Mareau-aux-Bois
Daarna is het nog een klein eindje tot aan de N152, en als we daar overheen zijn, is het nog maar ruim een kilometer langs de brede asfaltweg van de N152 naar het beoogde dorp: Mareau-aux-Bois.
We wandelen om 14:30 uur het dorp in en lopen door naar de kerk, waar we onze huurauto vanmorgen op het kerkplein hebben geparkeerd.
Met deze auto rijden we terug naar Fréville-Estouy, om daar onze eigen auto weer af te halen. De huurauto laten we daarna achter bij de kerk in Estouy, want die halen we hier morgenochtend weer vandaan om die auto dan naar het volgende eindpunt in Sully-la-Chapelle te brengen. Tot slot rijden we met onze eigen auto terug naar de camping in Boulancourt.

Geen opmerkingen: