woensdag 18 augustus 2021

Pelgrimeren van Buthiers naar Estouy

Woensdag 28 juli 2021
 

Hier komt de pelgrim Neuville-sur-Essonne binnen









Pelgrimsroute van Parijs (F) naar Santiago de Compostela (S)
Via Turonensis van Parijs naar Saint-Jean-Pied-de-Port (GR655)
Van Buthiers naar Estouy
Woensdag 28 juli 2021 – 25 km.

Dag 7: 138,9 – 163,9 km.

De zon is weer terug

De wekker wekt ons om 6:00 uur in onze caravan op Camping ‘Ile de Boulancourt’ in Boulancourt.  
Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:10 uur en rijden we met onze auto naar het dorpje Buthiers. Hier start vandaag onze etappe.
Het is vanmorgen fris, met een temperatuur van 16 graden Celsius bij een bewolkte lucht. De zon schijnt sinds enkele dagen weer. Vóór onze koffiepauze krijgen we nog wel even te maken met enige motregen, maar na zo’n kwartier hoeven we de paraplu al niet meer te gebruiken. Voor de rest van de dag blijft het droog, en als de zon doorbreekt, blijft het mooi zonnig wandelweer, waarbij de temperatuur vanmiddag tijdens onze etappe oploopt naar 23 graden Celsius.
Als we om 7:20 uur in Buthiers bij de dorpskerk van start gaan, is het overigens nog wel droog.

Van Roncevaux naar Trezan
We lopen bij de dorpskerk Buthiers uit over de grens van de bebouwde kom. Het eerste dorpje waar we in aankomen, is Roncevaux, dat ons qua naam wel heel erg doet denken aan het Spaanse dorp Roncesvalles (ook wel Orreaga of Roncevaux genoemd), waar je als pelgrim arriveert als je vanuit het Franse Saint-Jean-Pied-de-Port de Pyreneeën over bent gegaan.
Vanuit het Franse Roncevaux gaat het vandaag verder door een brede en vlakke laan, die zo lang en kaarsrecht is, dat dit best eens een voormalig spoortracé zou kunnen zijn.
Als we de D948 bereiken, draait onze route af naar het zuiden, en lopen we langs deze weg naar en door het dorpje Trezan. Bij de plaatselijke begraafplaats staat een wegkapel naast de ingang.
Vanuit Trezan blijven we nog even de asfaltweg volgen, totdat het wandelpad afdraait van de weg en op enige afstand van deze asfaltweg door een bosperceel verder gaat, om verderop na enkele veldpaden weer bij de asfaltweg uit te komen, waarop we dan verder lopen.

Uitgebroken schaap op de weg

Als de D948 al is overgegaan in de D25, moeten we deze asfaltweg verlaten, om dan in oostelijke richting verder te gaan, richting Boulancourt, aan de overzijde van de rivier de Essonne. Ver vóór ons zien we een schaap op de weg lopen. Een busje rijdt het dier voorbij en stopt. De twee Fransen stappen uit en proberen het schaap weer in het weiland te krijgen waar de andere schapen lopen, maar het uitgebroken schaap is niet van plan om daaraan mee te werken. Wij hebben de afdaling de vallei in al ingezet, en de mannen besluiten het schaap dan maar het neergaande zijweggetje in te drijven, zodat het schaap in elk geval van de drukkere weg af is. Dat lukt wel, en zo volgt het schaap ons op enige afstand heuvelafwaarts.
Onderaan het weggetje begint het dorpje Maison Rouge, en daar staat een oude, maar nog wel bewoonde boerderij.
De boer komt met zijn hond even naar buiten om ons op afstand vanaf zijn voordeur te observeren, maar gaat ook direct weer naar binnen. We roepen hem nog om te vertellen dat hier een loslopend schaap loopt, want wellicht zijn het zijn schapen, maar de man reageert niet op ons roepen, en haalt de hond naar binnen, om vervolgens de deur dicht te doen. Dan laten wij het hier ook maar bij, en vervolgen onze route langs de buiten-houtzagerij van deze boerderij.

Van Maison Rouge naar Pierre Longue
Na enige tijd komen we bij twee andere huizen van Maison Rouge, aan de oever van de rivier de Essonne.
In de tuin van één van beide huizen staat een oude kruiwagen als decoratiemiddel.
De plek is als een waterrijke oase hier in het beboste landschap.
Twee waterlopen stromen hier naast elkaar, die je beide met smalle bruggetjes kunt oversteken.
Bij het andere huis staat een oude hooischudder op de oever van een met veel waterplanten begroeide waterplas.
Het linker huis bij de stenen brug is de oude Moulin de Beaudon (watermolen).
We steken beide bruggetjes over en komen dan langs de oude wasplaats van het dorpje.
Aan de overzijde van de beide waterlopen gaan we door een bebost perceel naar het volgende dorpje, naar Pierre Longue. Daar passeren we de camping van het dorp, maar het is er zo stil, dat bij ons het vermoeden rijst dat deze camping niet meer in gebruik is. Het hek is afgesloten, en we kunnen verderop geen tenten, caravans, campers of chalets zien staan. Langs de rivier gaat het even later verder richting Boulancourt, waar wij kamperen op de camping.

Campingkoffie en château-landgoed
Boulancourt komen we binnen door de witte, imposante kasteelpoort met twee torens en veel kantelen hoog op de muren. Deze burcht-entree blijkt bijna honderd jaar oud te zijn, en is gebouwd door de eigenaar van het château verderop in Augerville-la-Rivière. Dit poortgebouw moest het aanzien van het château verderop de nodige grandeur geven. Dit bouwwerk is zo’n acht jaar geleden nog gerestaureerd, en staat er nu onberispelijk bij. Als je door de poort loopt, zie je ver vóór je het château.
Door het dorp lopen we naar onze camping Ile de Boulancourt.
Het is nog geen negen uur, en het is nog ochtendstil op de camping. Durkje had vanmorgen vroeg vóór ons vertrek koffie gezet, dus die staat nu al klaar in de thermoskan in onze caravan. Campingstoelen naar buiten, caravan-opstapje erbij, de koffie daarop, en enkele minuten later zitten we heerlijk comfortabel aan een lekkere kop koffie bij onze caravan.
Na deze campingkoffiepauze verlaten we de camping en lopen zo weer de pelgrimsroute op, in de richting van het Château de Augerville-la-Rivière.
Bij de rivier de Essonne, de grens tussen Boulancourt en Augerville-la-Rivière gaan we verder op het pad langs de rivier. Vanaf hier kunnen we het château beter zien.
Naast de rivierbrug staat de oude openbare wasplaats. Het bijzondere van deze wasplaats is dat die over de helft van de volle lengte een hefsysteem heeft, waarmee je het houten was-platform naar boven of naar beneden kunt draaien, om de hoogte aan te passen aan het niveau van het water van de rivier.
We lopen door het publieke deel van de tuin van het landgoed van het château, en komen op een gegeven moment langs een grote parkvijver, waarin enkele eenden zwemmen.

Om de muur naar Orville
Langs de binnenzijde van de lange tuinmuur van het landgoed lopen we naar een opening in die hoge tuinmuur. Dan moeten we verder aan de buitenkant van die muur. Nu volgt een traject van zo’n anderhalve kilometer om de tuinmuur van het landgoed van het château. Zo kun je aan den lijve geruime tijd ervaren hoe groot het landgoed van dit château is. Er zitten al veel gaten in de tuinmuur, die zoals in de meeste gevallen ook hier is opgemetseld van natuursteenkeien. Waar in de loop van de vele jaren gaten zijn gevallen in de tuinmuur, heeft men aan de binnenzijde metalen hekwerken geplaatst, om het achterterrein van het landgoed gesloten te houden voor publiek.
Na die hele lange tuinmuur komen we bij het plaatsje Orville.
Op de plek waar vroeger een waterput van het dorp was, staat nu nog een oude waterpomp als aandenken.

Van Le Moulin de Tingrin naar Hameau de Buisseau
We lopen door naar de Le Moulin de Tingrin.
Daar zien we het stromende water van de rivier de Essonne.
Bij de entree van dorpen en op bijzondere punten hebben de ´Vrienden van de Chemin de Saint-Jacques-de-Compostelle` in deze regio Jacobsschelpen opgehangen, met daarop korte aanduidingen van waar je op dat moment bent.
Vervolgens lopen we door naar het dorpje Hameau de Buisseau.
In dit dorp ontmoeten we een man en een vrouw die bij een tuin met elkaar staan de praten. De man heeft een hele grote courgette in zijn handen. Als ik hem vraag of ik daar een foto van mag maken, geeft hij de courgette aan de vrouw, want hij heeft hem zojuist van haar gekregen, dus zij krijgt de eer om met de door haar gekweekte grote courgette op de foto te komen.
Verderop lopen we recht op de Essonne af, op de plek van de vroegere moulin. Het gebouw staat er nog wel, maar is verbouwd tot woonhuis aan de rivier.
Als we de rivier verderop oversteken, passeren we wederom een wasplaats, zoals we die vandaag heel vaak langs de rivier zien staan. Aan de overzijde van de rivier groeien braamstruiken, en daaraan vinden we de eerste rijpe en prima te eten bramen.

Gastvrije gemeente
Vlak vóór het volgende dorp komen we weer langs de dubbele wegwijzers van vandaag: de rood-witte GR-wegwijzers en de beschreven Jacobsschelpen.
Als we Briarres-sur-Essonne binnen wandelen, zien we direct dat hier vroeger een treinstation is geweest.
Het stationsgebouw staat er nog en de oude rails van het spoor zijn bij het voormalige station nog zichtbaar. Een trein zal hier echter niet meer komen; die zul je hier niet meer zien.
Leuk is het bezoek aan de Mairie van Briarres-sur-Essonne. Dit gemeentehuis heeft een mooie muurschildering van een waterrad van een moulin. 

We gaan er naar binnen en vragen en krijgen van de ambtenares een gemeentestempel in onze pelgrimspaspoorten. Ze vraagt of we ook nog even van het toilet gebruik willen maken. Heel vriendelijk is dat, want bijna altijd moet je er zelf om vragen. Veel gemeentehuizen in Frankrijk hebben overigens een publiek toegankelijk toilet. Altijd handig te weten, bijvoorbeeld als je pelgrimeert en hoge nood hebt.
Als Durkje gebruik maakt van het toilet vertelt de vrouw dat ze vier zonen heeft, die ze gedurende haar twee weken zomervakantie alle vier gezellig bij haar in huis heeft.
Als we afscheid hebben genomen, en weer buiten staan, laten we het gemeentehuis en de er tegenover staande dorpskerk achter ons, en gaan verder.

Dorpen en buurtschappen aan de rivier
We maken een flinke klim het dorp uit, en dan gaat het verder over een smal hellingpad, hoog boven de rivier linksonder ons. Het is er één en al groen van de bomen en kruiden, hier en daar bloeiend.
Francorville komen we binnen langs de buitenmuur van het plaatselijke château.
Bij de voormalige moulin steken we de Essonne weer over. We komen dan in het buurtschap Chatillon. Daar komen we langs een lage tuinmuur, waarop we plaatsnemen voor onze lunch. De zon schijnt ons heerlijk warm in de rug. Lekker zomerwandelweer, en niet te warm.
We komen vandaag door een aaneenschakeling van dorpen en buurtschappen, aan beide zijden van de rivier de Essonne. Het volgende gehucht dat we door lopen, is Foussereau.
En daarna volgt weer een iets groter dorp aan de rivier: Ondreville-sur-Essonne.
De doorgaande weg door het dorp wordt vandaag geasfalteerd. Een asfalteerwagen is al vooruit gegaan, en heeft hier en daar op de te repareren plekken op en naast het wegdek asfalt gestort, dat nu nog in de zon ligt te dampen. Wij passeren de daarop volgende ploeg, van een vrachtwagen met kleine steentjes. Die worden over het asfalt gegooid door twee wegwerkers, en vervolgens gaat een derde wegwerker er dan over heen met de wals. Zo gaat het meter voor meter langzaam voort over de lange weg die ze nog hebben te gaan vandaag.
Op de lange streek van dit dorp zie ik bij een wegwijzer een gestileerd zwart-wit-figuur van een wandelaar. Als ik naar rechts kijk op één van de erven van het dorp, lijkt het alsof daar iemand loopt, maar bij nader inzien blijkt dat het beeld van een wandelende man te zijn.

Neuville-sur-Essonne
Over een karrenspoor verlaten we het dorp, en komen we op de brede asfaltweg naar Neuville-sur-Essonne. Daar passeren we de grote solitaire boerenhoeve van Macheron. De boerin op het erf observeert ons tijdens onze passage.
Enkele honderden meters verderop staat de plaatselijke watertoren, wit en hoog uitstekend boven een akker vol zonnebloemen.
Even later komen we bij het plaatsnaambord van Neuville-sur-Esserron.
We nemen niet de eerste afslag het dorp in. Daar, iets lager richting rivier, zijn twee boswerkers aan het werk bij enkele dikke boomstammen.
Wij lopen hen voorbij en gaan op stap naar de tweede afslag, het dorp in.
In dat smalle dorpsstraatje zien we vóór ons de hoge toren van de dorpskerk, en nog daarvóór de ruïne van wat vroeger een fors bouwwerk is geweest. Dat bouwwerk heeft vroeger in elk geval een grote ronde toren (donjon) gehad.
Door het dorp lopen we naar de Essonne, en daar passeren we de voormalige moulin, waar je alleen nog de gemetselde muren voor het gekanaliseerde rivierwater kunt zien als herkenning van wat vroeger ooit de moulin was.

Schilderachtig mooi oeverpad langs de Essonne
Voorbij Neuville-sur-Esseron volgt een schitterend deel van de etappe van vandaag. Je loopt hier over een oeverpad dicht langs de rivier de Esseron.
Dit is een prachtig pad met rechts een beboste helling en links een heel mooi uitzicht over de velden en over de boerderijen en huizen die aan de overzijde van de rivier staan. 
Hier komt geen auto, dit moois kan alleen de wandelaar zien en bewonderen.
Wij nemen de gelegenheid te baat om op deze prachtige plek op een houten bankje aan het water nog een broodje te eten.

Via Fréville naar Estouy
Verderop komen we langs Château de Bouville.
Naast de stenen rivierbrug staat de oude moulin, compleet met nog een oude houten watermolen.
Het gebouwencomplex van het château staat er achter.
We gaan weer verder. Moeten klimmen. En dan komen we weer op een hoog gelegen hellingpad, met diep rechts van ons de rivier in de vallei. De route blijft mooi; elke meter, elke kilometer.
Maar, nu komt wel het etappe-eind in zicht, want als we een asfaltweg bereiken, blijkt dat we zijn aangekomen in het buurtschap Fréville.
Dit betekent dat we nog een klein eindje moeten doorlopen om op de driesprong te komen, waar we straks de doorgaande route gaan verlaten. Bij de rivierbrug slaan we namelijk rechtsaf, om dan aan de overzijde van de rivierbrug op te klimmen naar het dorp Estouy, waar we gistermiddag onze huurauto hebben achtergelaten.
Vanuit Estouy rijden we terug naar Buthiers, maar onderweg komen we door Malesherbes, waar we nog twee broden kopen voor de komende twee wandeldagen. Daarna rijden we met beide auto’s weer terug naar onze camping in Boulancourt, waar we om 14:30 uur arriveren. We hebben nog een mooie lange middag en avond om rustig op onze aangename camping door te brengen. Tijdens ons avondeten op de camping komt een oude man met zijn hondje bij ons langs, en brengt ons twee courgettes en een zak versgeplukte sperziebonen, die hij zojuist van zijn tuin heeft gehaald. Morgenavond eten we dus aardappelen en verse sperziebonen. Zo komt een pelgrim door de tijd.

Geen opmerkingen: