Beeld van Wildernis in de lezing van professor Matthijs Schouten |
Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu
Op pelgrimstocht gaan, betekent je vertrouwde omgeving verlaten, Je huis en familie, je werk en vrienden, de straat en de buurt waarin je woont. Je laat het los, laat het achter je.
Je komt dan in een nieuwe omgeving – niet in één, maar in meerdere entourages. Daar ontmoet je dan andere mensen, je maakt kennis met andere gewoontes, je komt in een ander taalgebied en je ziet andere bouwstijlen en wandelt door onbekende landschappen. Daar ervaar je de natuur (weer opnieuw).
Hierover nadenken, roept enkele vragen op, zoals:
- Dat wandelen door natuur en landschap, wat doet dat met je als pelgrim?
- Ervaar je het landschap dan ook? Maak je er deel van uit, of is het voor jou slechts een decor?
- Is de natuur meer dan een stoffig pad, meer dan zon, weer en wind?
In een vijftal lezingen gaan gerenommeerde sprekers in op de betekenis van natuur en landschap voor de pelgrim, vroeger en nu. In dit voorjaar van 2017 organiseert de Werkgroep Geschiedenis en Cultuur van ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob opnieuw een cyclus van vijf lezingen, dit jaar met het thema: 'Pelgrimeren, natuur en landschap, toen en nu'.
Met deze lezingenserie - in het Institutio Cervantes te Utrecht - willen de werkgroepleden je bewust laten worden van wat natuur en landschap met je (kan) doen.
Lezing 1 - Natuur en landschap als inspiratiebron voor de pelgrim
Vanavond verzorgt Matthijs Schouten - buitengewoon hoogleraar ecologie en filosofie aan de universiteit Wageningen - de eerste lezing met als thema 'Natuur en landschap als inspiratiebron
voor de pelgrim'.
Professor Schouten heeft zich sinds zijn studietijd verdiept in de rol die natuur speelt in het menselijk denken. In deze avondlezing besteedt hij aandacht aan de betekenis die natuur en landschap hebben op het levenspad van mensen.
Medeorganisator Herman Holtmaat heet de tientallen belangstellende hartelijk welkom, geeft een korte toelichting op de komende lezingenserie, en introduceert dan de spreker van vanavond.
Wildernis of Arcadië
Professor Schouten maakt onderscheid tussen Wildernis en Arcadië.
- Arcadië verwijst dan naar bijvoorbeeld het lieflijke platteland, als een droombeeld, een ideaalbeeld vanuit de stad gezien. Je zou het kunnen karakteriseren met termen als sereen, harmonieus, schoon, parkachtig.
- Bij Wildernis daarentegen denk je veel meer in termen als barbaars, chaotisch, wanordelijk, plaats van monsters. In de wildernis kun je je niet oriënteren, niet in tijd en niet in plaats. Wildernis is tijdloos en je kunt er zomaar in verdwalen. Wildernis gaat voorbij de menselijke maat; je bent en voelt je er niet thuis. In de wildernis gebeuren de andere dingen, daar worden andere gevoelens opgeroepen.
In een landschap zie je veelal ook altijd iets van tijd, omdat landschappen vaak iets tonen van vroeger en van nu. Denk maar aan ruïnes van vroeger en aan fabriekscomplexen van nu. Aan de hand van dergelijke zichtbare landschapselementen kun je als het ware de landschapsgeschiedenis van het landschap 'lezen'.
De wildeman als symbool voor wildernis |
In de Middeleeuwen werd de wildernis gezien als een goddeloos gebied. In die wilde vijandige natuur, waar de duisternis heerst, werd God als afwezig beschouwd. Wildernis is in dat opzicht het tegenovergestelde van het paradijs. De wildernis is het domein van de Wildeman, groot en harig, die slechts brabbelt en goddeloos en onverstandig is.
Maar, met voldoende talent voor Heiligheid kon je de wildeman in jezelf verdrijven, en heilig worden. De wildernis wordt dan de plek bij uitstek om God te vinden en Hem daarin te ontmoeten. Wildernis dus als toegang tot de ervaring van God.
Ten tijde van de Renaissance begon men de wildernis als iets spannends te ervaren, waar je aantrekkelijk aangenaam kunt huiveren.
In de 17e eeuw vond men wildernis lelijk en afschuwelijk, want het stond ver af van ordening, van het parkachtige, veraf van een paradijselijk Arcadië. Bos werd bijvoorbeeld geassocieerd met begrippen als vreeswekkend, woest, verlaten, naargeestig en duister.
Ten tijde van de Romantiek in de 18e eeuw krijgt de wildernis weer een goede pers. Wildernis wordt bijna als iets heiligs gezien. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat in deze periode de wandellust in opkomst was. Men trok wandelend vanuit de stad de wildernis in. Wildernis kreeg associaties van betoverend, boeiend, heerlijk, zaligheid, verrukking. heilzaam en was genezend. Wildernis werd beschouwd als de kathedralen van de nieuwe wereld.
Non-lieu
Anno 2017 verlangen we weer terug naar wildernis. Om ons heen zien we immers weer zogenoemde 'nieuwe wildernis' ontstaan, denk bijvoorbeeld aan de Oostvaardersplassen.
Het oorspronkelijke Arcadië is in ons tegenwoordige cultuurlandschap zo goed als verdwenen.
We kennen in Nederland eigenlijk geen wildernis meer, en geen Arcadië meer. Toch zal de moderne pelgrim onderweg in de aaneenschakeling van diverse landschappen wel iets ervaren van wildernis en van Arcadië. De meeste landschappen waar de pelgrim tussen Nederland en Spanje doorheen loopt, karakteriseert professor Schouten als een soort 'niet-landschap' (naar het Franse 'non-lieu', niet-plaats), een landschap bestaande uit geplaveide wegen, over moderne bruggen, langs uitgestrekte bedrijventerreinen,
Orgastisch verbinden met de oergrond van je leven
Na de pauze gaat professor Schouten dieper in op de betekenis van landschappen in onze beleving. Landschappen roepen verschillende zaken op, ze bieden een reflectie op wat je ziet en ervaart. We komen onszelf tegen in het landschap, en daar ontdekken we wie wij zelf zijn.
In dat opzicht is pelgrimeren ook veel meer dan onderweg zijn naar een het einddoel van de heilige plek. De pelgrim trekt er niet alleen op uit, maar hij reist ook naar binnen, treedt onderweg ook in zichzelf en geeft daar betekenis aan. Het landschap waar je doorheen loopt, speelt daarbij een belangrijke rol.
Waar wildernis door ervaren angsten adrenalineverhogend werkt. brengt een arcadisch landschap je veel meer in vervoering door het schone, de harmonie en de rust.
Je kunt op verschillende manieren naar iets kijken en iets ervaren. Zo word je bijvoorbeeld door wat je onderweg ziet, gebracht naar wat diep in je ligt, waar je anders niet zo gemakkelijk bij kunt komen. Als pelgrim wandelend door het landschap kom je dichter bij je diepere zijn. Nietsche noemde dat ook wel 'het orgastisch verbinden met de oergrond van je leven'.
Heroriëntatie
Daarentegen kun je ook wel heel afstandelijk door de natuur gaan. Mensen zijn in die beleving nogal verschillend. Maar ieder mens is in dat opzicht ook wel meerpolig te noemen, want de mens is wel in staat om op beide polen van wildernis en Arcadië nieuwe horizonnen te verkennen.
De pelgrim die de wildernis in gaat, zal er heel anders weer uit komen. Als je te lang in de wildernis blijft, kun je er gek van worden. Als mens hebben we namelijk ordening nodig. We moeten ons in het landschap kunnen oriënteren. Zo moet een pad een begin en een eind hebben. Ten behoeve van de gewenste rust en sereniteit hebben we een zogenoemde 'sense of time' en een 'sense of place' nodig.
Beide soorten landschappen - wildernis en arcadië - versterken elkaar. Het is dan ook jammer dat we die pure landschapsvormen niet of nauwelijks meer hebben, en ze ook niet meer scheppen en bieden. Als we eerlijk zijn, maken we eigenlijk alleen nog maar 'niet-landschappen'. die ons uiteindelijk een diep gevoel van onmacht geven. Onze niet-landschappen roepen eigenlijk een reactie op van 'terug naar de natuur'. De inrichting van onze huidige niet-landschappen geven ons een gevoel van ontworteling; die non-lieus kapen als het ware ons gevoel in negatief opzicht.
Wanneer je goed kijkt
Aan de hand van een Japanse haiku maakt professor Schouten ons duidelijk dat we - waar we ook zijn - zo moeten kijken dat de wereld zich aan ons ook kan laten zien en onthullen. Zalig zij die goed kunnen kijken. Wie zo goed kan kijken, wordt namelijk overal getroffen door het wonder van het leven. En dat kan de natuur voor en met je doen, als je tenminste zo open kúnt kijken.
Religieuze ervaring
Je gaat dan een domein binnen en wordt daar in iets geraakt dat verder gaat dan je eigen zijn. Dat houdt jezelf de spiegel voor. Je gaat daar een relatie aan met iets dat groter is dan jijzelf. En die verbinding noemen we ook wel 'religie'. Dat mensen religieuze wezens zijn, blijkt wel uit het feit dat zelfs in onze tijd van voortschrijdende secularisatie de natuur ook voor de moderne geseculariseerde mens de plaats is voor zingeving. Onderzoek toont aan dat dat tenminste voor 72% van de mensen geldt.
Natuur roept spiritualiteit op, ontzag, verwondering, inspiratie, troost, je ervaart je in het moment, voelt samenhang en eenheid. Het is dan ook wel heel goed te verklaren waarom er in onze tijd momenteel zoveel belangstelling is voor meditatieve stiltewandelingen in de natuur.
En voor de pelgrim geldt dat als hij/zij de natuur in gaat, en zó goed kan kijken, dat je dan waarlijk op pelgrimstocht bent. En eigenlijk is elke wandeling voor de wandelaar dan als het ware al een pelgrimstocht, naar buiten en naar binnen.
Matthijs Schouten roept ons op om altijd respect te hebben voor oude plekken.
Wie zo goed kan kijken, ziet niet alleen meer wat hij ziet, maar is ook in diepere verbinding met wat hij/zij ziet en treedt in diepere verbinding met wie hij/zij onderweg ontmoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten