dinsdag 16 augustus 2016

Pelgrimeren van Gijón naar Avilés

Alles ligt klaar om onze pelgrimspaspoorten van een parochiestempel te voorzien



















Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela

Camino del Norte & Camino de la Costa > Irún – Santiago de Compostela
Camino de la Costa van Gijón naar Avilés
Woensdag 20 juli 2016 – 23,9 km.
Dag 25: 487,9 – 511,8 km


Prima wandelweer
Gisteravond was het onbewolkt en volle maan, maar als Durkje en ik vanmorgen om 6.30 uur opstaan, is het geheel bewolkt.
Als we om 7.30 uur de camping in San Pedro de la Ribera verlaten, is de temperatuur na die hete dag van gisteren nog 19 graden Celsius. De temperatuur loopt vandaag op tot 25 graden Celsius, en het blijft nagenoeg de hele dag bewolkt. Af en toe breekt in de middag de zon even door de wolken. Door deze bewolking, de niet al te hoge temperatuur en de verkoelende wind uit het westen, is het vandaag heel mooi wandelweer. De 23,9 kilometers die we op deze pelgrimsdag afleggen, zijn onder deze ideale weersomstandigheden prima te doen.

Gijón
We rijden naar Avilés en parkeren onze auto in de parkeergarage bij Plaza España. De pelgrimsroute loopt over dit plein, dus vanmiddag komen we weer op deze plek terug.
Vlakbij dit stadsplein is een taxistandplaats. Voordat we de stad uitrijden, moet de taxichauffeur nog even tanken, maar dan kunnen we direct de autosnelweg op naar Gijón.
We laten ons brengen naar Playa de Poniente, waar we gisteren onze pelgrimsdag beëindigden. Hier gaan we om 9.00 uur verder met de doorgaande route.
Via een lange rechte lijn lopen we in westelijke richting de stad uit, maar voordat we Gijón verlaten, drinken we bij een Panaderia nog een kop koffie. We weten namelijk van ons routeboekje dat de eerste horecagelegenheid onderweg pas na 15,6 kilometer zal zijn.

Kolencentrale
Gijón lopen we uit over een oude parallelweg langs een drukke verkeersweg. Links is een grote kolencentrale en rechts is de spoorlijn. Tussen de spoorlijn en de kolencentrale is hoog over de ertussen liggende wegen heen een brede transportband gebouwd. We lopen daar onderdoor.
Dan buigen we af naar het westen, waar we het dorpje Poago doorkruisen.
Hier begint de beklimming van de Monte Areo. Onderweg krijgen we een steeds beter uitzicht op de kolencentrale van Gijón.
Iets verder tegen de horizon zien we de stad Gijón liggen, met de zee daarachter.

Parochiestempel
We klimmen verder over asfalt en over verharde paden. Bij één van de huizen die we voorbijgaan, groeten we de Spaanse bewoner. Hij maakt duidelijk dat we nog wel een behoorlijk eind klimmend heuvelopwaarts moeten. Vóór zijn woning staan twee omvangrijke hortensia’s volop in bloei.
Ter hoogte van een buurtschap passeren we een fraai opgetuigde oase voor pelgrims. Onder een afdakje staan flessen met water. Een bankje ervoor en hier en daar enige decoraties zoals Jacobsschelpen. Er hangt ook een bordje waarop staat dat dit alleen is bestemd voor pelgrims, en dat pelgrims door kunnen lopen naar huisnummer 29, waar zij een pelgrimsstempel in hun pelgrimspaspoort kunnen zetten. Ik ga het erf op – gadegeslagen door drie waakzame honden achter een hoog gaas – en vind in een vensterbank alles wat nodig is om het pelgrimsstempel in onze pelgrimspaspoorten af te drukken. Het blijkt een stempel van de plaatselijke parochie te zijn.

Route voor pelgrims en dolmens
We blijven voortdurend stijgen, totdat we bovenop de Monte Areo zijn. Eigenlijk is dit geen berg, maar is het een hoogvlakte. Nu volgt dan ook een mooi stuk van de route, over deze hoogvlakte, door heerlijk geurend eucalyptusbos, en langs groene glooiende weiden met mooie vergezichten in noordelijke richting.
Dit is niet alleen landschappelijk, maar ook in historisch opzicht een schitterend gebied, want deze berg, die in het Neolithicum is ontstaan, werd later de eerste plek voor de bewoners van het huidige Gijón. Bij opgravingen heeft men in dit gebied meer dan 30 dolmens blootgelegd. Wegwijzers maken duidelijk waar je langs moet lopen om deze dolmens te bezichtigen. Om geen verwarring te scheppen, is overigens duidelijk aangegeven waar enerzijds de Camino de Santiago (CS) langs gaat, en hoe je anderzijds bij de dolmens kunt komen.
Deze prehistorische grafstenen uit de steentijd zijn de grootste vindplaats van dolmens in dit noordelijke gedeelte van het Iberische schiereiland.

Van El Valle via La Maquila naar Los Celleros
Met de verkoelende bries en de heel lichte, nevelachtige neerslag van de laaghangende bewolking loopt het hier heerlijk over deze hoogvlakte.
Op het moment dat we de afdaling al weer hebben ingezet, krijgen we een mooi en ver uitzicht over de vallei waarin ook het dorpje El Valle ligt.
In El Valle lopen we langs de 17e eeuwse Santa Eulalia-kerk, die hier de voor deze regio zo gebruikelijk klokgevel heeft. Een oude man zit op een bankje bij de kerk. Hij groet ons tijdens het voorbijgaan.
Daarna volgen twee kleine dorpjes. Eerst komen we door La Maquila.
Daarna komen we door het dorpje Los Celleros.

Pauzeren in Tamón
Bij de dorpskerk van Tamón komen we uit bij een doorgaande asfaltweg. Daar hangt een bordje waarop staat dat we maar 20 meter links van de route af hoeven te wijken om in de plaatselijke sportkantine iets te eten en/of te drinken. We buigen af naar deze mooie kantine, en nemen plaats op het terras voor een rustpauze. We ontmoeten hier nog vier andere pelgrims, waaronder een Duitser uit Hamburg, die eerst de pelgrimsroute door Duitsland heeft gelopen, maar daarna toch maar heeft besloten om het lange Franse tussentraject over te slaan. Hij is enkele weken geleden begonnen in Irún en loopt nu via de Camino de la Costa evenals wij nu naar Santiago de Compostela. Daarmee hoopt hij in elk geval zijn doel te bereiken om op korte termijn eens in deze Spaanse bedevaartsstad aan te komen bij de kathedraal van Santiago de Compostela.

Via Tabaza naar Trasona
We weten al dat we het mooiste deel van de route van vandaag hebben gehad. Het groene landschap ruilen we nu om voor een landschap van veel, druk en lawaaierig verkeer, met links en rechts veel fabrieken. De laatste 8,3 kilometers van vandaag karakteriseren zich door lawaai en luchtvervuiling. Van Tamón lopen we langs de weg naar Tabaza.
Van Tabaza tot aan Trasona lopen we daarna zo’n drie kilometer op asfalt, over de brede vluchtstrook van een drukke verkeersweg.
Dat is geen pretje, maar met de blik op oneindig en gewoon maar doorlopen, laten we op enig moment ook dit saaie tussenstuk achter ons. We wandelen Trasona binnen en passeren hier de dorpskerk van Trasona.

Plaza España in Avilés
Waar de bebouwde kom van Trasona ophoudt, begint - getuige het plaatsnaambord - de bebouwde kom van Avilés.
We hebben nog bijna vier kilometer te gaan, alvorens we onze bestemming voor vandaag bereiken in het stadscentrum van Avilés. Om ongeveer 14.30 uur lopen we het stadscentrum van Avilés binnen. We kopen bij een bakker een brood voor morgen, en wandelen dan het oude stadscentrum in, over het karakteristieke kleurrijke plaveisel van deze binnenstad.
Het is nog stil in de winkelstraten; de winkels zijn nog niet open.
Een eindje verderop arriveren we op Plaza España, waar we onze tocht van vandaag beëindigen.

Aankomststempel in het raadhuis
We lopen over het plein door naar de grote centrumkerk, maar die is helaas gesloten. Omdat we hier geen pelgrimsstempel kunnen verkrijgen, steken we het stadsplein over om in het 17e eeuwse raadhuis te vragen of we daar wel een aankomststempel kunnen krijgen. Twee politieagenten die de wacht houden bij de ingang van het raadhuis zijn van harte bereid om ervoor te zorgen dat wij een gemeentestempel in onze pelgrimspaspoorten krijgen, dus dat is snel klaar.
Daarna lopen we naar de ingang van de parkeergarage naast het raadhuis, betalen de parkeerkosten en rijden de parkeergarage uit. Vanuit Avilés rijden we dan naar onze camping in San Pedro de la Ribera.
Alhoewel we vandaag iets verder hebben gelopen dan gisteren, was de tocht van vandaag lichter dan die van gisteren. Onder andere door het minder zwaar klimmen, de lagere temperatuur en de bewolking viel de tweede pelgrimsdag van deze zomervakantie alleszins mee.


Geen opmerkingen: