Zaterdag 30 april 2016
Varken slachten in de buitenlucht in São Caetano |
Caminho Portugués de Santiago van Golegã naar Tomar
Zaterdag 30 april 2016 – 29,7 km.
Dag 7: 121,6 – 151,3 km
Dag 7: 121,6 – 151,3 km
Ontbijt in Casa da Tia Guida
We hebben voor vandaag de
etappe van Golegã naar Tomar in de planning, over een afstand van 29,7
kilometer met regelmatig klimmen en afdalen, dus we staan vanmorgen betrekkelijk
vroeg op om 6.45 uur.
Voor alle zes hotelgasten
staat vanmorgen het ontbijt al klaar in de grote stijlvolle eetkamer aan de
voorzijde van deze statige voormalige dorpsboerderij. De andere vier gasten
zijn al vertrokken, dus we ontbijten met zijn tweeën.
De hoteleigenares, van wie
haar grootouders vroeger in dit grote herenhuis woonden, vult alle
ontbijt-ingrediënten ruimschoots aan, en ze geeft aan dat we daarvan ook het
lunchpakket voor onderweg mogen klaarmaken en meenemen. Ze vertelt dat ze
gymnastiekleerkracht is op een school, en dat zij en haar man hun geërfde huis
er als hotel bij exploiteren om dit huis in goede staat te houden en om er
naast hun baan zo mogelijk ook nog iets bij te verdienen.
Afscheid van Golegã
Bij het afscheid vertelt ze
waar we in Golegã drinken voor onderweg kunnen kopen, en als we dat hebben
gekocht, wandelen we over het dorpsplein langs de kerk naar de rand van de
bebouwde kom.
Onderweg worden we door twee
honden – staande boven op een hoge tuinmuur - met luidruchtig geblaf
verwelkomd, en bovenal ten afscheid weggeblaft.
Varken slachten en stierenvechten
Langs de doorgaande asfaltweg
wandelen we in noordelijke richting. We komen eerst langs het buurtschap Casal
Branco.
Ter hoogte van de driesprong
van Malã slaan we linksaf.
Dan komen we de plaats São
Caetano binnen bij het stenen Tempeliersmonument.
Zoals zoveel plaatsen hier in
de regio wordt de plaatsnaam aangegeven met een decoratief tegeltableau.
De route voert ons door het
centrum van dit dorp. Daar passeren we twee mannen die in de buitenlucht een
varken op een lang tafelblad hebben liggen, dat ze slachten.
De grote barbecue staat
ernaast en als ik hen vraag of het varken straks wordt gegrild, krijg ik een
bevestigend antwoord.
De jongste man, die goed
Engels spreekt, vertelt dat er hier in het dorp vandaag stierenvechten is, en
bij zo’n dorpsfeest moet dan ook goed worden gegeten.
Aan de overzijde van de
straat op een braakliggend terrein staan inderdaad al forse ijzeren hekken,
waar het stierenvechten later vandaag plaats zal vinden. Maar eerst moet het
varken vanochtend worden geslacht.
We lopen verder door het
dorp, en dan is duidelijk te zien dat het hier met al die boerderijruïnes
voornamelijk vergane glorie is.
Quinta da Cardiga
Direct buiten Casa Caetano
komen we bij de Quinta da Cardiga, een voormalig en bovenal groot
boerderijcomplex.
Als we de quinta voorbij
zijn, zien we dat dit grote bouwwerk aan de rivier de Taag staat.
Onder de stenen boogbruggen
stroomt een snelstromend riviertje uit in de Taag.
Durkje en ik laten Quinta da Cardiga
achter ons.
Vila Nova Barquina
Over een steenachtig pad
lopen we naar Vila Nova Barquina. Rechts van ons wordt een grote akker geëgd.
Enkele ooievaars strijken neer op deze akker, op zoek naar voedsel.
Bij de ingang van het dorp,
nabij de school, grazen enkele schapen in een olijfhof.
In het dorp ontmoeten we het
Duitse pelgrimsstel. Ze maken zich bezorgd om de vele blaren die de Duitse op
beide voeten heeft. Ze zijn op zoek naar een café om een taxi te bellen, die
haar naar Tomar kan brengen. Hij wil en kan wel verder lopen naar Tomar. Wij
gaan verder en komen dan over de dorpsrotonde.
Vlak buiten Vila Nova
Barquina staat een café langs de weg. We gaan er naar binnen voor een kop
koffie, en ontmoeten daar de twee Belgische pelgrims, die zojuist gereed zijn
om verder te trekken,
Dopen in Atalaia
Het volgende dorpje waar we
binnenwandelen, is Atalaia.
Daar staat een mooie kerk
langs de weg, die we gaan bezoeken.
Binnen treffen we een familie
aan, als gezelschap voor een in een doopjurk gekleed meisje van ruim een jaar.
Ze is het middelpunt van alle belangstelling.
Eén van de familieleden
vraagt waar we vandaan komen. Op onze herkomst wordt enthousiast gereageerd,
want – zo blijkt – dit meisje is de dochter van een Nederlandse moeder en een
Portugese vader. De jonge moeder is afkomstig uit Amsterdam, vertelt ze. Verder
ontmoeten we ook nog een familielid van haar uit Almere. Ze zijn allen naar deze
kerk gekomen, om deze doopplechtigheid bij te wonen. Een feestelijke dag, en er
worden dan ook binnen en buiten veel foto’s van de kleine meid gemaakt.
In het koor krijgen we uitleg
van een Portugese vrouw over het beeld van de heilige Fátima in deze kerk.
Klimmen en dalen in eucalyptusbos
We verlaten Atalaia om buiten
het dorp een eucalyptusbos in te gaan.
De eucalyptusbomen steken
prachtig af tegen de helderblauwe lucht.
Nu begint dan toch ook het
serieuze klimwerk. Gelukkig wordt de route ook in het bos goed bewegwijzerd met
gele pijlen, waarvan een aantal zijn gemaakt van geel bespoten keien.
We dalen en stijgen, en bij
elke klim is het weer een verrassing wat we zullen aantreffen over de top.
Sommige beklimmingen zijn
behoorlijke uitdagingen. Het gaat niet erg hoog, maar de kei-achtige ondergrond
noodzaakt wel tot voorzichtig klimwerk.
Bananen in Grou
Na een prachtige route door
een heerlijk geurend eucalyptusbos wandelen we het dorpje Grou binnen.
Bij deze plaatsnaam moeten we
natuurlijk direct denken aan het Friese Grou, zo’n twintig kilometer ten zuiden
van onze woonplaats Stiens.
In Grou staat een bestelbus
van een groentenboer. Een groep klanten van Grou staat bij de achterzijde van
de bestelbus om iets bij de venter te kopen. Wij willen wel graag enkele
bananen kopen, en daartoe krijgen we alle voorrang. Tijdens het afwegen van de
bananen vraagt één van de Grou-sters uit welk land we afkomstig zijn. Als we
onze nationaliteit bekend maken, reageert hij enthousiast, want – zo vertelt
hij – hij is vroeger ook in Amsterdam en Rotterdam geweest.
In gesprek met de Portugezen bij de groentenboer |
Als we bij de moderne kerk
van Grou onze bananen eten, passeren de Zweeds-Amerikaanse en de Duitse
pelgrim. De Duitser vertelt dat zijn vrouw vanuit Vila Nova Barquina met een
taxi is vertrokken naar Tomar.
Even later verlaten ook wij
Grou.
Geen café en geen taxi
Zo’n anderhalve kilometer
verder komen we in het plaatsje Asseiceira.
We komen langs een dorpscafé
en dorpskruidenier. Op het terras ontmoeten we de twee Belgische pelgrims en de
Duitse pelgrim. Wij vullen bij de dorpssupermarkt onze voorraad drinken aan, en
gaan dan verder, want we willen pas pauzeren in het café in het volgende
dorpje, zo’n half uur verderop, in Guerreira.
Maar die vlieger gaat niet
op, want als we bij dat café (dat in onze wandelgids staat vermeld) arriveren,
blijkt het gesloten te zijn. Daarom lopen we door naar het verkeersknooppunt
van Glorieta, ongeveer een kilometer verderop.
Lunch in het wachtlokaal van Glorieta
Onderweg daar naar toe staat
er een taxichauffeur langs de weg om pelgrims op te vangen. Hij probeert ons
over te halen om ons met de taxi naar Tomar te vervoeren, maar daar gaan we
niet op in. Hij meldt nog dat we dan nog wel zeven kilometer moeten lopen, maar
ook dat haalt ons niet over om in de taxi te stappen.
Wij lopen moedig door naar Glorieta,
hopend op een café aldaar. Ook nu weer hebben we geen geluk, want het
stationscafé van Glorieta is gesloten. Het stationsgebouw wordt gerenoveerd en
is gesloten, op één deur na. Als we die deur openen, blijkt achter die deur het
wachtlokaal van het station te zijn. We gaan hier naar binnen en nemen plaats
op de houten bank om daarop te lunchen. Bij onze lunch nemen we ook weer fruit;
nu geen banaan, maar de twee sinaasappels die we gisteren onderweg kregen
aangeboden van de Portugees bij de waterzuiveringsinstallatie van Azzancha.
Laatste zware loodjes
Voorbij Glorieta gaat het
verder over een karrenspoor parallel aan een spoorlijn.
We naderen de bebouwing van
Casal Marmelo.
En even later lopen we de
bebouwde kom van Casal Marmelo binnen.
Het volgende dorpje dat we
doorkomen, is Casal das Bernardas.
Als we later al de stad Tomar
in zicht hebben, buigt de route af naar het dorp Cabecas, en om daar te komen,
moeten we over een asfaltweg nog behoorlijk klimmen.
Bij Cabecas buigen we af naar
rechts, en ook dan is het klimmen nog niet voorbij, want de route brengt ook
nog hoger, naar de Alto do Piolhinho.
Maar dan is het met het
klimmen eindelijk gedaan, want dan buigen we af naar het lager gelegen São
Lourenco. Daar gaan we onder het spoor door, en dan komen we bij een café en
een kapel bij de doorgaande weg richting Tomar.
Tomar
Even later wandelen we de
stad Tomar binnen, onze bestemming voor vandaag. Het is nu 15.05 uur, dus we
hebben de 29,7 kilometer – zeker gezien het vele klimmen en dalen - vlot
gelopen, namelijk in zeven uren. Later op de dag hoorden we van twee Italiaanse
pelgrims dat ze een uur eerder waren vertrokken uit Golegã en ook om ongeveer
drie uur in Tomar arriveerden, dus dan hebben wij het in een prima wandeltempo
doorlopen.
Aan de rand van Tomar
passeren we een bijzonder woonkampement, waarvan veel huisjes op tamelijk
armoedige wijze zijn gebouwd van allerlei soorten hout en ijzer.
Wij lopen alsmaar rechtdoor
naar het centrum van Tomar, waar we een overnachtingsplek vinden in het hostel
Cavaleiros de Cristo.
Gezellige avond in de stad
Het is hier in Tomar een
gezellige boel. Waarschijnlijk zal hier vanavond en morgen wel behoorlijk feest
worden gevierd. Jongeren lopen nu al met vlaggen over de schouders. Morgen is
het 1 mei, de Dag van de Arbeid, hier ook een nationale feestdag. Wij eten
vanavond in een restaurant in het gezellige voetgangersgebied in het
stadscentrum van Tomar, met uitzicht op het oude kasteel van de Tempeliers van
Tomar. In het restaurant ontmoeten we weer het Duitse pelgrimsstel, dat we bij
aankomst in het centrum van Tomar vanmiddag ook al hadden ontmoet. Zij had na
aankomst met de taxi als kwartiermaker gefungeerd en voor hen beiden al een
geschikte overnachtingsaccommodatie gevonden in het centrum, tegenover dit
restaurant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten