Dinsdag 3 mei 2016
Door de vallei langs de Rio dos Mouros van Fonte Coberta naar Poco |
Caminho Portugués de Santiago van Alvorge naar
Condeixa-A-Nova
Dinsdag 3 mei 2016 – 21,4 km.
Dag 10: 206,1 – 227,5 km
Dag 10: 206,1 – 227,5 km
Start in de pelgrimsherberg van de parochie
Vannacht hebben we geslapen
in de pelgrimsherberg van de parochie van het dorpje Alvorge. We waren met zijn
zessen op de benedenverdieping, waar in de vijf units van twee stapelbedden
totaal tien pelgrims per nacht kunnen overnachten. Durkje en ik hadden
gezelschap van een Britse pelgrim die vanuit Finisterre via Santiago de
Compostela pelgrimeert naar het bedevaartsoord Fátima, de Zweeds-Amerikaanse
pelgrim, de Australische pelgrim die we gisteren voor het eerst hebben ontmoet,
en de Hongaarse pelgrim Robert. We genieten een goede nachtrust in de herberg
van dit gastvrije Portugese dorpje. Vroeg in de ochtend staat iedereen zo op
zijn eigen tijd op, wast zich, kleedt zich aan, ontbijt op eigen wijze, en
vertrekt dan.
Durkje en ik vertrekken samen
met Robert als laatsten. We trekken de deur dicht in het slot en dan ligt er
weer een nieuwe pelgrimsdag vóór ons. Het is nu 7.45 uur en de zon schijnt al
volop.
Heuvelpad
We lopen vanuit de herberg
het dorp Alvorge uit, en passeren dan al vrij snel een grote groep
stratenmakers die hard aan het werk zijn om een mooi traject met natuursteen te
bestraten.
We steken de doorgaande
verkeersweg over en komen dan op een mooi hellingpad.
Al snel hebben we Robert
achter ons gelaten, want hij loopt veel langzamer dan wij. Als wij al veel
hoger op de heuvelhelling lopen, zien we hem ver beneden en achter ons lopen.
Iedereen loopt de caminho op zijn eigen wijze, en iedereen krijgt zo ook zijn
eigen caminho.
Op een T-splitsing gaan we
linksaf op de plek waar een veldkruis staat.
Valleipad
Na enig klimmen en dalen
komen we op een pad dat door de vallei loopt. Links en rechts ver van ons
vandaan rijzen de heuvelruggen hoog op. We lopen langs een Portugese windmolen,
die boven op een verhoging in de vallei is gebouwd, om daar in elk geval zoveel
mogelijk wind te kunnen vangen.
Kies je route naar Rabacal
Na een Z-vormig traject komen
we aan in Rabacal, bij één van de twee dorpscafé’s naast de kerk. Tot onze
verrassing zit daar de Hongaarse pelgrim Robert al op het terras. Hij heet ons
lachend welkom, en hij vertelt er direct maar verontschuldigend bij dat hij
vlak voorbij het dorpje Ribera de Alcalamouque ervoor heeft gekozen om ons niet
te volgen, maar vanuit die plaats langs de asfaltweg van de EN-347-1 binnendoor
naar Rabacal te lopen. Onderweg heeft hij ons verderop in de vallei wel
regelmatig zien lopen, dus hij wist dat wij spoedig hier bij het café zouden
arriveren. We nemen in de heerlijke schaduw op het caféterras onze koffiepauze
na de voor ons beiden eerste 8,6 kilometers van vandaag.
Regionale lekkernijen van Rabacal
Binnen bestellen we koffie
met een heerlijk zoete, krokante pannenkoek met abrikoos- en
sinaasappelvulling. Dit café profileert zich vooral ook met de verkoop van
regionale lekkernijen, zoals bakproducten, kaas en worst, met volop keus. Ik
koop een mooi rond blok witte kaas, wat later een heerlijke verse schapen-geitenkaas
blijkt te zijn. Aan het personeel merk je ook dat men het bijzonder waardeert
dat je een keus maakt uit hun eigen streekproducten. Goed en mooi om te merken
dat men daar zo trots op is. Een eigen identiteit is immers een groot goed. Een
pelgrimsstempel voor onze pelgrimspaspoorten wordt hier ook in onze
pelgrimspaspoorten gezet, dus men is er helemaal klaar voor de ontvangst van
pelgrims.
Niet door de deur, maar om de deur
Na een aangename koffiepauze
gaan we weer verder. Maar voordat we Rabacal verlaten, willen Durkje en ik
eerst de kerk nog bezoeken, waarvan de kerkklokken tijdens ons verblijf in dit
dorp al tweemaal zo’n mooi melodieus klokkenspel hebben laten horen.
Tot onze verrassing staat er
vlak achter de kerkdeur een grote dubbele deur in de kerk, Normaal gesproken
wordt een dergelijke deur gebruikt om vanuit het toegangsportaal de kerkzaal
binnen te gaan, echter hier staat wel de deur, maar ontbreekt het portaal. Je
kunt dus zo om de twee gesloten portaaldeuren heen lopen om de kerkzaal verder
te betreden. We vragen ons af waarom deze losstaande deurpartij er hier zo bij
staat.
Zambujal
We verlaten Rabacal en lopen
via veldpaden naar Zambujal. Deze gemeente laat op mooie wijze zien dat de
pelgrimsroute door haar dorpen loopt. Bij de entree van Zambujal staat een
groot tegeltableau met informatie over Santiago, Sint Jacobus dus.
Aan de overzijde van het
toegangspad is een tegeltableau geplaatst met de melding in drie talen dat hier
de ‘Rua de Santiago’ loopt.
In Zambujal staan op de
cruciale punten moderne bruine richtingwijzers die de richting van de ‘Caminho
de Santiago’ wijzen.
We lopen over het kerkplein
door het dorp.
Ook hier weer oude en nieuwe
panden, in allerlei kleuren en vormen.
Buiten het dorp passeren we
een heel oud huisje, waarin volgens ons niemand meer woont. De ommuurde tuin
wordt nog wel gebruikt als groententuin.
We verlaten Zambuja over een
oude stenen brug op een groot aantal pijlers, over een brede droge
rivierbedding.
Fonte Coberta
Zo verlaten Durkje en ik Zambujal
en lopen weer vrolijk door naar het volgende dorpje, dat Fonte Coberta heet.
Aan de ene kant van de weg
staat een tegeltableau met daarop een welkom in het dorp, en aan de andere
zijde van de weg staat een tegeltableau met een bedankje voor het bezoek.
Portugezen werken – in deze regio althans – veel met vaak kleurrijke en
decoratieve tegeltableau’s, op gevels van woonhuizen, op tuinmuren, als
richtingwijzers en ook als komborden.
We komen het dorp binnen bij
een modern, strak vormgegeven woonhuis, zoals we die hier ook al veel zien,
maar in de kern van het dorp staan ook nog de oude, vervallen, vaak verlaten
huizen. Contrasten qua bebouwing zijn hier nogal groot. In elk geval veel
variatie in bouwstijl en verzorging.
Tegen de gevel van een
woonhuis zien we een wandtegel met een grappige pelgrim erop, en een
Jacobsschelp erbij.
De Ponte Filipina
Een eindje buiten Fonte
Coberta is een modern vormgegeven picknickplaats met enkele betonnen
picknickbanken en een watertappunt erbij.
Het is voor ons wel een
geschikt moment om weer even te rusten en te eten, maar op deze warme dag is
het wat teveel van het goede om hier op de volle zon te gaan zitten pauzeren.
De temperatuur loopt vandaag op tot over de 30 graden Celsius. Het is tot nu de
toe de warmste van de afgelopen wandeldagen. We kiezen er dan ook voor om nog
een eindje door te lopen.
Naast deze picknickplaats
vinden we ook de zogenoemde Ponte Filipina, een hele oude stenen boogbrug uit
1636.
Deze - waarschijnlijk
Romeinse - boogbrug ligt over de Rio dos Mouros.
We steken de rivier niet
over, maar blijven aan deze zijde van de rivier.
Langs de Rio dos Mouros
We volgen nu het voetpad
langs de Rio dos Mouros.
Wat dan volgt, is een
prachtig smal pad langs het kleine riviertje dat van oever tot oever vol is met
mooie witbloeiende waterplanten.
Een mooie locatie om
sfeervolle foto’s te maken.
Dit is één van de mooiste
trajecten van de meer dan twintig kilometers die we vandaag lopen.
Locals van Poco
Dit riviertje brengt ons naar
het kleine buurtschap Poco, dat maar uit twee boerenbehuizingen bestaat. In de
deuropening van de eerste woning staat een oudere vrouw, met een zwarte doek om
haar hoofd. Als we passeren wordt de doek enigszins terzijde geschoven, zodat
we elkaar tenminste met enig oogcontact kunnen groeten.
Welkom in Poco |
Vlak vóór de tweede boerderij
is weer zo’n moderne picknickplaats aangelegd zoals bij Fonte Coberta.
Nu maken we wel gebruik van
deze picknickplaats voor onze welverdiende rust- en etenspauze. Een hondje van
de boerderij komt naar ons toe, en gaat bij Durkje liggen als zij de broodjes
klaarmaakt voor onze lunch.
Ik kijk nog even bij de
kleine kapel van dit buurtschap, tussen de beide boerderijen in.
De ganzen lopen lawaaierig
over het boerenerf, de boerin haalt water bij de waterput, en drie andere
boerderijhonden houden ons nauwlettend in de gaten. Verder is het hier rustig
en heel stil.
Conimbriga
Na deze pauze gaan we verder
langs de Rio dos Mouros.
Verderop stijgt het pad
echter over de heuvelhelling, dus we raken verder van het riviertje af.
We komen dan door een
hellingbos, waarin een perceel eucalyptusbomen zijn gekapt.
Vlak voordat we een
zijriviertje oversteken, ontmoeten we een Duits stel met hun mountain bikes. Ze
duwen hun zwaar beladen fietsen bij het steile hellingpad op. Zij zijn in Porto
begonnen en fietsen nu via deze caminho naar Lissabon, waarna ze de kustlijn
nog zuidelijker zullen volgen tot aan de kaap in de Algarve. Daarna gaan ze via
een andere route weer terug naar Porto, en dat alles moet in een tijdsbestek
van vier weken.
Nu komen wij aan in het dorp
Conimbriga, waar volgens onze wandelkaart een Romeins museum is gevestigd.
Condeixa-A-Nova
We hoeven nu nog maar een
klein stukje van de route te lopen, en dat is maar goed ook, want het is zo
langzamerhand nogal behoorlijk warm geworden. Het is nu zeker al meer dan 30
graden Celsius. Bij café Triplo Jota verlaten we de pelgrimsroute, om af te
buigen naar de stad Condeixa-A-Nova, die een kilometer verderop ligt, waar we
vannacht willen overnachten.
In de stad vragen we een
groep jongeren de weg naar Residencia Borges, en dan worden we al snel
doorverwezen naar een jongen die perfect Engels spreekt. Hij woont in een
dorpje verderop en is de zoon van een Portugees en een Britse. Als we hem vertellen
welke route we vandaag hebben gelopen, vraagt hij ons onmiddellijk of we ook
iets hebben opgemerkt van de streekkazen uit de buurt van Rabacal. Als we hem
vertellen dat we vanmorgen zo’n hele kaas hebben gekocht in het café van
Rabacal, is dat natuurlijk helemaal goed. Hij legt ons uit hoe we bij onze
accommodatie kunnen komen.
Als we arriveren bij
Residencial Borges wordt bij het aanbellen niet geopend, maar in het restaurant
ernaast wil men de eigenaar wel even bellen. We moeten tien minuten wachten,
dus nemen we een heerlijk koud pilsje op het terras van het restaurant. Wat een
koele traktatie op zo’n hete dag.
Binnen tien minuten is de
hoteleigenaar bij ons, en geeft hij ons zijn mooiste kamer, met balkon op de
zonzijde, dus we hebben het vandaag weer prima voor elkaar.
We zitten hier in een
gezellig stadje met een mooi stadsplein waar het een en al aangename
bedrijvigheid is.
Vanavond eten we op het terras
van een traditioneel Portugees restaurantje, waar ze ons een overheerlijke
driegangenmaaltijd met geitenvlees serveren, de specialiteit waar ze met recht
trots op zijn. Later op de avond voegt ook het Zwitserse pelgrimsstel zich nog
bij ons op het terras.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten