vrijdag 26 februari 2016

Proefvisitatie Chemie en Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek bij Stenden in Emmen

Vrijdag 26 februari 2016
De terugkoppeling vain de voorlopige auditbevindingen















Reflectie
Ter voorbereiding op de visitatie in mei 2016 organiseren we binnen Stenden Hogeschool vandaag in Emmen een proefvisitatie voor de HBO-Bachelor-opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemie. De opleiding heeft een Kritische Reflectie geschreven, waarin men de opleiding heeft beschreven, geanalyseerd en beoordeeld op grond van de vier kwaliteitsstandaarden van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), zoals die bij de aanstaande visitatie ook zullen worden gehanteerd ten behoeve van de accreditatie van deze opleiding voor de komende jaren.
Zo'n proefvisitatiedag wordt georganiseerd om alle deelnemers van mei 2016 in de gelegenheid te stellen zich optimaal voor te bereiden op het beoordelingstraject dat over drie maanden zal worden doorlopen.

Audit
We hebben een proefvisitatiecommissie samengesteld, die is samengesteld uit een onderwijskundige, een Head of School, een student, een hoogleraar en - onder voorzitterschap van - de manager Quality Assurance van de bestuursstaf van ons College van Bestuur.
Deze proefvisitatiecommissie heeft de Kritische Reflectie met bijbehorende bijlagen bestudeerd, en gaat vandaag voor nader onderzoek en verificatie allerlei andere opleidingsdocumenten beoordelen, om daarna in gesprek te gaan met de verschillende vertegenwoordigers van deze opleiding.

Proefvisitatie
Het proefvisitatiepanel gaat vanmorgen vroeg als onderdeel van deze audit eerst op werkbezoek naar het Emmtech-bedrijventerrein in Emmen, waar deze beide Life Science-opleidingen van Stenden Hogeschool nauw samenwerken met het het werkveld waarvoor onze studenten worden opgeleid.

Vanmorgen krijgt het audit team ook een rondleiding langs de hogeschoolfaciliteiten aangeboden, en na de middagpauze gaat de commissie gedurende de rest van de dag in gesprek met studenten, afgestudeerden, docenten, assessoren, opleidingsmanagers en met enkele vertegenwoordigers van de diverse borgingscommissies, zoals van de examencommissie, de curriculumcommissie, de toetscommissie, de opleidingscommissie en de externe Werkveldadviesraad van deze opleiding.
Aan het eind van deze proefvisitatiedag komen we met zijn allen nog een keer
bijeen in de proefvisitatiekamer, waar de proefvisitatiecommissie een mondelinge rapportage verzorgt over de voorlopige bevindingen van deze audit.

Vertrouwen
Na vandaag zal van deze auditdag door het auditteam een proefvisitatierapport worden geschreven, dat de opleiding daarna ook zal gebruiken in haar kwaliteitscyclus, om waar dat kan nog enkele 'puntjes op de i' te zetten, om ten tijde van de visitatie in mei met trots te laten zien dat ook deze opleiding van Stenden Hogeschool voldoet aan alle kwaliteitscriteria die gelden voor goede opleidingen in het hoger beroepsonderwijs.

donderdag 25 februari 2016

Bestuursvergadering met afsluiting in de kerk van Nijkleaster

Dinsdag 25 februari 2016 
Het vierkleed van de Veertigdagentijd in de kerk van Nijkleaster
























Direct van start
Het is inmiddels te doen gebruikelijk dat we onze bestuursvergadering van de Stifting Nijkleaster in de Sint-Radboudkerk van Jorwert beginnen met een korte viering in het koor van deze kloosterkerk. Vanavond doen we het een keer net andersom. We beginnen namelijk met de bestuursvergadering in de Voorkerk van deze dorpskerk, omdat het in het avondprogramma beter past om een gast in ons midden aan het begin van de vergadering te spreken, dan later in deze bestuursbijeenkomst.
We bespreken de notulen en werkafspraken van de vorige vergadering en ook de ingekomen post voor het bestuur.

Uit de Kleasterried
Vanuit de Kleasterried komen enkele mededelingen, en we horen tot onze verrassing dat we in enkele dagen al zo'n 60 aanmeldingen hebben voor de Kleasterlingenavond die we in april van dit jaar voor al onze Kleaster-vrijwilligers organiseren, om hen te bedanken voor het vele en goede dat zij voor Nijkleaster doen. Nog 40 aanmeldingen te gaan, en dan is deze avond al volgeboekt. Mooi om te zien dat onze vrijwilligers deze geste van het bestuur zo waarderen.
Zo langzamerhand zijn we oriënterend ook begonnen met het ontwerpen van het Kleaster-programma voor het komende seizoen, en in deze fase komt dan ook de oproep om alvast mee te denken over geschikte thema's, programma's en aanbieders met wie we deze programma's ontwikkelen en uitvoeren.
Ook besteden we aandacht aan ons aanstaande retraite-weekend dat we komende zomer als bestuur samen met de leden van de Kleasterried willen houden.

Bestuursvacatures
We zijn blij dat Jan Vlagsma na enkele malen onze bestuursvergaderingen te hebben bijgewoond, aangeeft dat hij van harte bereid is om toe te treden tot ons stichtingsbestuur, waarmee we één van de beide vacatures hebben ingevuld. We willen op afzienbare termijn ons bestuur ook nog graag uitbreiden met één - of liever nog twee - bestuursleden die woonachtig is (zijn) in Jorwert, immers de vestigingsplaats van Nijkleaster. We hebben nog één vacature, maar op niet al te lange termijn willen we graag uitbreiding zoeken en vinden door ook nog een tweede inwoner van Jorwert een bestuurszetel te laten invullen. We hechten er namelijk veel waarde aan dat Nijkleaster goed geworteld blijft in Jorwert, want we hebben in de afgelopen jaren al gemerkt dat Jorwert en Nijkleaster veel goeds voor elkaar kunnen betekenen.

Westerwert & Nijkleaster
Nijkleaster is jaren geleden op uitnodiging van de kerkelijke gemeente 'Westerwert' naar Jorwert gekomen, en ook met deze Protestantse Gemeente is in de loop van de tijd een hechte samenwerkingsrelatie ontstaan, die voor beide partijen van groot belang is gebleken. We zien met instemming en tevredenheid terug op de uitkomsten van de gesprekken die we ook in de afgelopen weken en maanden met de kerkenraad van deze kerkelijke streekgemeente hebben gevoerd. We zijn ons ervan bewust dat Westerwert Nijkleaster nodig heeft en dat Nijkleaster Westerwert nodig heeft om samen vorm en inhoud te geven aan welzijn in en vanuit Jorwert. Niet alleen de landelijke kerk (de Protestantse Kerk in Nederland), maar ook andere landelijke organisaties die Nijkleaster een warm hart toedragen en ons op belangrijke wijze steunen, zijn van doorslaggevende betekenis gebleken om een waarde(n)volle kloostersetting verder door te ontwikkelen hier in Jorwert.

Verantwoorde keuzes
Nu de bovenverdieping van Nijkleaster in de Sint-Radboudkerk - de zogenoemde Ferdjipping - klaar is, bespreken we vanavond de voortgaande inrichting van deze mooie bovenruimte van Nijkleaster, waar al vele malen goed gebruik van is gemaakt. We willen namelijk heel zorgvuldig vorm en inhoud geven aan ook deze bijzondere nieuwe bovenruimte in de oude dorpskerk. Beeldbepalende zaken daarbij zijn bijvoorbeeld goed gekozen, verantwoorde vormen, kleuren, visuele beelden en Friese poëzie. Overdaad schaadt daarin, maar gepaste toepassing draagt bij aan de voor Nijkleaster zo kenmerkende Stilte, Bezinning en Verbinding.
Tenslotte bespreken we nog enkele andere onderwerpen, zoals het aantrekken van een Kleaster-pastor, de betaalmodule van onze website, resultaten van subsidieaanvragen, communicatiebeleid via email en website, het exposeren van kunst van Jentsje Popma, vergunningen, samenwerkingsovereenkomsten, en heel kort ook even over het ontwikkelen van archiveringsbeleid voor Nijkleaster.

Vieren met Passie
Als alles is gezegd, besproken en besloten, zoeken we de Stilte op in de winterse kou van het koor van de Nijkleasterkerk, waar we rondom het vierkleed van de huidige Veertigdagentijd ingepakt in onze winterjassen, met een fleece-deken en zittend op de aangenaam verwarmende Stoof-kussens stil worden voor de korte Passieviering in de koude stilte van de nacht, onder de bezielende leiding van de pionierspredikant van Nijkleaster, dominee Hinne Wagenaar.
Na de viering komen we nog even bijeen in de warme Voorkerk, om in meer informeel verband nog gezellig even met elkaar na te praten over wat we belangrijk vinden en wat ons zoal bezig houdt.

maandag 22 februari 2016

Wandel het Jabikspaad - De Friese Camino de Santiago

Maandag 22 februari 2016 
Voor- en achterzijde van de flyer van het Jabikspaad

Flyeren voor pelgrims in spe
Afgelopen zaterdag lagen bij de bakkerswinkel van de Stienser bakkerij van Nico & Aeltsje de Groot de nieuwe flyers van het Fries-Overijsselse Jabikspaad.
Dit mooie nieuwe pr-materiaal werd afgelopen weekend aan belangstellenden ook uitgedeeld op de Fiets- en Wandelbeursin de Jaarbeurs te Utrecht.
De bakkerij van Nico & Aeltsje te Stiens is al jarenlang één van de stempelposten van het Jabikspaad, en op deze informatieve flyer wordt de bakkerij nu - samen met twaalf andere adressen in Fryslân - genoemd als 'Gastheerschap'- adressen voor dit pelgrimspad, dat de Friese aanlooproute vormt richting Santiago de Compostela, meer dan drieduizend kilometer verderop naar het zuiden, in Noordwest-Spanje.

Voorzijde
Op de voorkant wordt de lezer opgeroepen om dit pelgrimspad door Fryslân en in de kop van Overijssel te gaan bewandelen. Het Jabikspaad wordt in de kop van de flyer ook wel 'De Friese Camino' genoemd, en op de achterzijde zelfs 'De Friese Camino de Santiago', zulks geheel in Spaanse stijl.
De voorkant van de flyer toont grotendeels de hele route van het Jabikspaad, met ook de oost- en de westvariant van de Friese route.
De kracht van het pelgrimeren wordt beschreven, en met recht wordt beweerd dat het leven van de pelgrim na het voltooien van diens pelgrimstocht voortaan altijd anders zal zijn dat ervoor. Durkje en ik kunnen dat uit eigen ervaring beamen.
Ook de voordelen en de aantrekkelijke aspecten van het bewandelen van deze mooie pelgrimsroute worden kort beschreven.

Achterkant
Op de achterzijde aandacht voor de symbolen die onlosmakelijk zijn verbonden met de Friese camino (pelgrimspad), zoals de gestileerde Spaanse Jacobsschelp, de Friese wulk en het sterren-logo van de vlag van de Europese Unie, alle drie afgebeeld in de welbekende gele camino-kleur op de donkerblauwe achtergrond van de Europese Unie. Het symboliseert allemaal de route van de Friese kust van de Waddenzee (waar de schelp van de wulk op de kust wordt gevonden) naar de Spaanse Atlantische Oceaankust (waar de Jacobsschelp op de kust wordt gevonden). Van keizer Karel de Grote is bekend dat hij al droomde over de grote stoet pelgrims die de route van de sterrenweg bewandelen van zee tot zee, van Sint-Jacobiparochie tot voorbij Santiago de Compostela, naar het einde van de aarde (Finisterra).
In de afgelopen eeuwen groeide een groot netwerk van Europese Jacobswegen, alle eindigen in het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
De flyer maakt ook alvast melding van het feit dat het plan is ontstaan om in het jaar 2018 van Leeuwarden Culturele Hoofdstad een groep pelgrims te laten pelgrimeren in omgekeerde richting: van Santiago de Compostela naar Sint-Jacobiparochie, ofwel van het Spaanse Sint Jacob naar het Friese Sint Jacob, en ook van zee tot zee.

Life changing experience
Met een aantal mooie sfeerfoto's, enkele website-tips, kleurenillustraties en een geschilderde afbeelding van de patroonheilige, apostel Jacobus is van deze flyer een aantrekkelijk geheel gemaakt, dat belangstellenden er wellicht toe aanzet om als wandelaar op stap te gaan, om ruim 3.000 kilometer zuidelijker met ongelooflijk bijzondere ervaringen in Spanje aan te komen als pelgrim.

De Friese Camino de Santiago, 
wordt het ook jouw unieke 'life changing experience'?

zondag 21 februari 2016

Pelgrimsdag 11 pelgrimeren op Psalm 11

Zondag 21 februari 2016 
Bestemming bereikt















11
De pelgrimstocht van Durkje en mij van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela, en iets verder door naar Cabo Fisterra duurde 152 + 4 = 156 dagen. Met enige berekening had dat ook wel in 150 dagen gekund.
Wij zijn er op uit getrokken, naar buiten getreden, en ontdekten onderweg steeds meer dat je gaandeweg ook een reis naar binnen maakt, een innerlijke reis. Die reis naar binnen kun je sturen door elke dag een tekst ter bezinning mee te nemen, die je dan wandelend en/of rustend overdenkt. Durkje en ik hebben dat niet gedaan.
Maar daar hoeft het niet bij te blijven.
Ik ben opnieuw op reis gegaan.
Deze denkbeeldige tocht is een reis van Psalmen, van één Psalm voor elke pelgrimsdag. Een avontuur met de vraag wat het verbinden van de volgende Psalm aan de volgende Pelgrimsdag op je wandeling naar binnen van je vraagt, en wat het je heeft geschonken als je wandeling met God en met elkaar ten einde is.
Een inleiding op deze Psalmenpelgrimage schreef ik in mijn blog van 16 januari 2015.
Nog steeds nieuwsgierig naar onze bestemming, en bovenal naar wat deze weg ons brengt, wandel ik vandaag verder op deze denkbeeldige Psalmenreis met Psalm 11 op Pelgrimsdag 11.

Leestip
Hieronder staat eerst een weblink naar ons wandelverslag van deze Pelgrimsdag.
Daaronder staat een weblink naar deze Psalm, met de bijbeltekst van de 'Nieuwe Bijbelvertaling' (NBG 2004).
Onder de Psalm staan altijd de tussenkopjes van de 'Bijbel in Gewone Taal' (NBG 2014).
Ultreia!

Van Zutphen naar Vorden

De Heer is een eerlijke rechter

Goed op koers blijven
Bij het wandelen van onze pelgrimsroutes maken Durkje en ik altijd gebruik van de beschikbare wandelgidsen, waarin de routes al dan niet gedetailleerd zijn beschreven, en waarin de te lopen route staat ingetekend op in meer of mindere mate gedetailleerde kaarten van de omgeving. Als we dan in het open veld, in het bos en door dorpen en steden dan ook nog een duidelijke bewegwijzering aantreffen op bijvoorbeeld palen, bomen en muren, is de kans groot dat we het juiste spoor volgen en op het goede pad blijven.
Zo is het in het dagelijkse leven ook, op school, op je werk, als je winkelt, op vakantie bent of televisie kijkt. Een goede gids doet wonderen en brengt je daar waar je wilt komen.
In je geloofsleven is het niet anders. Om op de goede weg te blijven, om je goede doel te bereiken, helpt het je ook als twijfelaar of als gelovige om te mogen beschikken over een goede Gids. Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) doet al het mogelijke om met hun Bijbels alle mensen in Nederland, en ook (in vele talen) in het buitenland met een Bijbel te bereiken, teneinde hen de gids voor het goede leven van de Levensgids voor te houden, als een aansprekend gidsboek voor het leven.

De goede weg wijzen
Maar hoe geheel anders was het voor Durkje en mij om op 23 februari 2006 op stap te gaan van Zutphen naar Vorden, om op die dag op onze pelgrimage richting Santiago de Compostela de overstap te maken van het Hanzestedenpad naar het Pieterpad. Beide zijn goed beschreven en bewegwijzerde routes, die de wandelaars wel op het goede pad houden.
Omdat we wisten dat we deze twee gebaande paden voor één dag zouden verlaten om zelf de verbinding te leggen tussen het ene en het andere pad, moesten we bij het ontbreken van een goede gids zelf de goede weg zien te vinden op dit voor ons onbekende terrein. Daartoe hadden we in elk geval een kopie meegenomen van een wegenkaart, waarop in elk geval de hoofdwegen stonden ingetekend. Maar een beter gedocumenteerde routewijzer zou ons heel goed van dienst kunnen zijn om de juiste koers aan te houden. Het lag dan ook wel voor de hand dat we in het VVV-kantoor van Zutphen aan de VVV-medewerkers de vraag stelden om ons goed op weg te helpen, om via de juiste weg later op de dag aan te komen op onze bestemming in Vorden. Tot onze teleurstelling konden zij ons niet goed op weg helpen.

De Bijbel als richtingwijzer
In je geloofsleven is dat ook al niet anders. Zolang alles goed gaat en je de Bijbel als richtsnoer hanteert, weet je de weg nog wel, maar o wee als je op je levenspad moet oversteken van een doodlopende weg naar een andere, doorgaande weg, dan kan het zijn dat de Bijbel voor je gevoel je even niet de juiste antwoorden geeft op de ongebruikelijke vragen in jouw leven. Hoe goed is het dan om te weten dat er mensen zijn in je nabijheid, in je kerkelijke gemeente, zoals bijvoorbeeld een predikant, die daar wel raad mee weten, die je met Gods routegids - de Bijbel - weer (verder) op weg kunnen helpen. Maar dan moet die goede kennis, die kerk, of die predikant wel een richtinggevend antwoord op je levensvraag hebben en geven. Kerken doen heel erg hun best om ook vandaag de dag te luisteren naar wat mensen beweegt, en aan te geven in welke richting volgens de Bijbel de weg naar het heil gaat.
We moeten onder ogen zien dat de kerk niet op alle vragen een pasklaar antwoord voor je heeft, maar dat hindert niet, want je bent er zelf ook altijd nog bij, en je blijft zelf ook mede-verantwoordelijk voor het bepalen van je eigen bestemming, en voor de juiste weg daarheen.
Zo verlieten Durkje en ik met onze globale wegenkaart, daarbij enkele mondelinge tips van de VVV-medewerkers en een praktische routesuggestie van een Hema-serveerster de stad Zutphen, op goed geluk op weg naar Vorden.

Op het verkeerde pad
Psalm 11 maakt onderscheid tussen enerzijds mensen die het verkeerde pad hebben gekozen, en anderen die de goede weg bewandelen.
De mensen op het verkeerde pad, die in duisternis wandelen, worden de zondaars genoemd. Zij leven als geweldenaars, ten koste van de oprechten.
God ziet het kwaad van die onrechtvaardigen, haat het, is woedend, en straft de mensen van het kwaad, ook omdat hij trouw wil zijn aan wie Hem wel liefhebben en daar naar doen en laten.

Op de goede weg
De mensen die op de goede weg zijn, worden in deze Psalm de rechtvaardigen genoemd. Deze eerlijke mensen worden bedreigd door slechte mensen, die recht veranderen in onrecht; en de goede mensen kunnen daar niets tegen doen. Toch weten die goede mensen zich uiteindelijk veilig bij God, zij weten zich - als mensen van het verbond met God - gezien en geliefd door God.
De mensen die wandelen op de goede weg, zullen het gelaat van God aanschouwen. Op het rechte pad zullen zij Hem zien en ontmoeten.

Ommekeer
Maar, hoe lang nog Heer zullen goede mensen nog gebukt gaan onder het onrecht van de onrechtvaardigen?
Hoe lang nog vinden de oprechten als bange vogeltjes nog een schuilplaats tegen de dreiging, tegen het ten prooi vallen aan vuur en zwaard?
Moeten de slachtoffers die Ene, God nog lang blijven aanroepen om hulp?
Of zal 'Ik ben en Ik zal' de onmenselijke daders ter verantwoording roepen?
Wanneer in hemelsnaam breekt het moment weer aan dat de inwoners van Kobani, Homs en Damascus in Syrië, van Gao in Noord-Mali, in het Zuid-Yemenitische Aden, en van Diyarbakir in Oost-Turkije weer kunnen beginnen om hun verwoeste huizen weer op te bouwen, om weer bomen te planten in tuinen en parken?
Wanneer zullen hun kinderen thuis weer veilig in hun eigen bed slapen, en wanneer zullen zij weer zorgeloos buiten spelen, veilig op straat, en zorgeloos in tuinen en parken?

Heer,
keer U om,
be-keer ons.
Zie ons allen aan, 
onrechtvaardigen en rechtvaardigen.
Trouw aan Uw verbond.

Toon ons allen Uw rechte paden.
Breng ons op het goede pad.
Houd ons in Uw rechte spoor.
Laat ons samen wandelen op Uw wegen.

Zegen ons onderweg, bescherm ons,
verhef Uw aangezicht over ons.
Bemin ons, 
en geef ons allen Uw Vrede.
Amen

Kijk, luister en zing mee: PSALM 11

zaterdag 20 februari 2016

Ramiro - Het geheim van de pelgrim

Zaterdag 20 februari 2016 
Cover van Het geheim van de pelgrim

Intra-historische strip over een pelgrimstocht
Tijdens de landelijke najaarsbijeenkomst van ons Nederlands (pelgrims)Genootschap van Sint Jacob op 15 november 2015 in de Martinikerk te Groningen werd ik door professor Hub Hermans gewezen op de vierdelige stripboekenserie van Ramiro. Hermans is bij de RUG hoogleraar Moderne Romaanse letterkunde en cultuurkunde, in het bijzonder de Spaanse, en hij vertelde dat dergelijke stripboeken de zogenoemde 'intra-historie' beschrijven, ofwel de geschiedenis zoals mensen die door de eeuwen heen ervaren, over wat in de mensen is geworteld, over armen en rijken, over kerken, kastelen, over geloof en over de geschreven teksten uit die tijd.
Voor mij was dat de aanleiding om me aan de hand van deze vierdelige Ramiro-serie eens nader te verdiepen in de intra-historische beschrijving van een pelgrimstocht door Frankrijk en Spanje van eeuwen geleden. Via diverse aanbieders op internet kocht ik de vier delen van deze stripboekenserie, en ik ben na deel 1 verder gaan lezen in het tweede deel, getiteld ‘Ramiro – Het geheim van de pelgrim.

Ramiro I is niet Ramiro
Ramiro I leefde van 790-850. Van 843-850 was Ramiro I de koning van het Spaanse Asturië. Ramiro I -  zoon van Bermudo I van Asturië – werd waarschijnlijk al in het jaar 835 door de toen zittende koning Alfons II aangewezen als ‘zijn’ kroonprins.
Tijdens zijn koningschap kreeg Ramiro I te maken met opstandige edelen, met invallen van Noormannen, met rondtrekkende dieven en rovers, en met de toen nog heidens levende geïsoleerde bevolkingsgroepen.
Deze Ramiro I moet je niet verwarren met de Ramiro van deze strip. De strip-Ramiro leefde namelijk zo'n 350 jaar later dan Ramiro I. 

William Vance
William Vance is het pseudoniem van de Belgische striptekenaar William Van Cutsem, geboren in 1935. Van jongs af aan was William gefascineerd door het realistisch werk van sommige illustratoren. Hij leerde het tekenvak in de publiciteitsindustrie, en nam toen ook al zijn schuilnaam aan.
Door zijn overstap van het publiciteitstekenwerk naar het striptekenen, heeft William er mede voor gezorgd dat de strip volwassen is geworden. William Vance beschouwde in zijn tekeningen een combinatie van artisticiteit en degelijk inhoudelijk feitenmateriaal als van doorslaggevende betekenis. Zijn inkadering en zijn kleurennuances bepalen mede (de kwaliteit van) zijn werk. I.

Ridder Ramiro
William Vance ontpopte zich als een buitengewoon knap striptekenaar. Zijn professionele ontwikkeling naar het realisme zette zich steeds verder door. De hoofdpersoon ‘Ramiro’ in zijn stripboekenserie mag dan zijn verzonnen, de rest – het tijdsbeeld, de gebeurtenissen, de gebruiksvoorwerpen en de gebezigde taal – is gebaseerd op de geschiedenis.
Door zijn knappe tekenwerk, waar de geschiedenis in wordt geweven, word je door William Vance als het ware mee teruggenomen in de tijd van ridder Ramiro. Omdat Ramiro het pelgrimspad richting Santiago de Compostela volgt, ga je figuurlijk samen met Ramiro als pelgrim op pad naar dit beroemde bedevaartsoord.

Deel 2
William Vance zorgde in dit tweede deel van de Ramiro-serie voor het tekenwerk. De tekst is van Stoquart (en deels Vance).
Dit stripboek van William Vance wordt gekenmerkt door de bijzondere combinatie van striptekenwerk en fotografie. Zo vind je bijvoorbeeld voorin het tweede deel enkele pagina’s met beschreven foto’s van en over de karakteristieke bouwwerken langs het Frans-Spaanse deel van het pelgrimspad tussen Moissac (Frankrijk) en Puente-la-Reina (Spanje), richting Santiago de Compostela.
Verderop in stripboek zijn - geïntegreerd in het stripverhaal - vier pagina’s opgenomen met beschreven foto’s van en over de schitterende en geheimzinnige cultuur van de Maya's, met foto's van onder andere tempels en goden van de Maya's.

Het geheim van de pelgrim
De titel van het tweede deel van deze Ramiro-serie is: ‘Het geheim van de pelgrim’.
In dit stripalbum is Ramiro vanuit Le Puy-en-Velay richting Santiago de Compostela met zijn geheime opdracht inmiddels aangekomen op de oever van een rivier nabij Oloron, in het zuiden van Frankrijk.
Samen met monnik José – vermomd als ridder - begeleidt ridder Ramiro de twee geheimzinnige Teutoonse pelgrims Wilfried & Gudrun naar Santiago de Compostela. Voortdurend wordt Ramiro met zijn gevolg achtervolgd door huurlingen van de Franse koning Filips Augustus.
Nog steeds zijn we als lezer in het ongewisse wie eigenlijk die twee mysterieuze Beierse pelgrims zijn. En waarom moeten deze Wilfried & Gudrun eigenlijk zo snel naar Santiago de Compostela?
In dit tweede deel komen we te weten waarom de mogendheden Frankrijk, Castilië en Rome zo’n groot belang hebben bij dit geheimzinnige duo? Het geheim van de twee pelgrims wordt blootgelegd in dit tweede deel.

Op de vlucht voor de Franse koning
Ramiro steekt met José en Wilfried & Gudrun de rivier bij Oloron over. Aan de overzijde zien ze dat de achtervolgende hertog Lucas Amaury de Neuvy hen aan andere zijde al weer op de hielen zit.
Voorbij Harambels naby Ostabat slaan ze een aanval van gevaarlijke tolhouders af.
Verderop passeren ze al te gemakkelijk - zij het met een onverwachte aanval van Ramiro - een groep gewapende mannen, die achteraf huurlingen van de Franse koning blijken te zijn. Deze huurlingen voegen zich bij de eveneens passerende hertog Amaury. De diplomatieke betrekkingen tussen de Franse en Spaanse koning schendend zullen ze op instigatie van de nu ook aanwezige Arnaud de Saint Loup (raadsheer van de Franse koning) Ramiro en zijn gevolg ook in het Spaanse Navarra blijven achtervolgen. Maar op aangeven van Arnaud verandert de opdracht van Amaury jegens de twee geheimzinnig pelgrims van gevangen nemen naar behoeden voor gevaar onderweg.

Koning van Frankrijk versus abt van Cluny
In een herberg in Navarra ontdekt Ramiro dat José niet te vertrouwen is, dus als Ramiro onderweg een groep werkeloze toernooiridders van de hertog van Toulouse uit Gascogne ontmoet, neemt hij hen veiligheidshalve in dienst, en gaan ze als grote groep verder.
Bij een volgende herberg lokt Ramiro een andere groep achtervolgers in een hinderlaag. Eén van de gevangenen blijkt broeder Rodrigo te zijn. Deze monnik van Cluny vertelt Ramiro dat Ramiro onder valse voorwendselen samen met José op weg is naar Santiago de Compostela. De achtervolgers uit Cluny zouden Wilfried & Gudrun onderweg moeten ontvoeren, zo luidde de opdracht van de prior van San Quircy aan José en van de abt van Cluny aan Rodrigo.
José ontsnapt aan Ramiro, en Ramiro hoort in de herberg de inmiddels stomdronken Wilfried uit over het geheim van deze twee 'Teutoonse pelgrims'.

Het geheim van de Fransman en de Maya
Wilfried blijkt feitelijk Antonin le Goffic te heten, die schipbreuk had geleden bij de Maya's in Noord-Guatemala. Teruggekomen in Frankrijk met zijn aanstaande Maya-bruid kreeg de abt van het machtige klooster van Cluny er lucht van dat er schatten waren te halen bij de Maya's, en Antonin was de enige die de plaats kon wijzen waar deze Maya-rijkdommen gevonden zouden kunnen worden. De abt van Cluny wilden dit nieuwe Maya-land aan paus Innocentius III in Rome schenken, dus Antonin moest met zijn vrouw via Barcelona met de boot over naar Rome. Daarom zorgden de abten van Cluny en Quircy ervoor dat Antonin en zijn aanstaande vrouw als pelgrims veilig zouden aankomen in Navarra, waar de broeders Rodrigo & José het aanstaande huwelijkspaar dan zou ontvoeren naar Barcelona.
Koning Filips - die inmiddels het geheim van Antonin ook kende - wilde daar een stokje voor steken, en gaf hertog Lucas opdracht om Antonin ook te ontvoeren, ook al zouden ze hem vanuit het Spaanse Navarra moeten ontvoeren en terugbrengen naar de koning van Frankrijk.

Nieuwe missie
Dit allemaal wetende voelt Ramiro zich vrij om - met instemming van Antonin - deze Antonin met zijn toekomstige Maya-vrouw niet naar Santiago de Compostela te brengen, maar naar zijn vader, naar de koning van Castilië, om dit nieuwe land in het oosten (van de Maya's) aan zijn vader, koning en daarmee aan zijn land te schenken.
Raadsheer Arnaud en hertog Lucas zien onder ogen dat hun eerste missie is mislukt, hetgeen betekent dat het tijd is voor hun andere instructies van de koning uit Parijs. Ze gaan op naar Burgos.
Ook Ramiro met Antonin, de Maya-vrouw en de huurlingen van Ramiro gaan richting Burgos, Ze passeren aan het eind van dit stripverhaal de markante brug van Puente-la-Reina. op weg naar Burgos.
Maar:

  • Wat zijn nu eigenlijk de nieuwe instructies van de Franse koning voor Arnaud & Lucas?
  • Waarom stuurde koning Filips deze Franse ruiters toch het buurland Spanje in?
  • Wellicht dat het derde deel van het stripalbum 'De wachters van Bierzo' daar antwoord op geeft?


vrijdag 19 februari 2016

Broederschappen en gasthuizen in de Middeleeuwen

Woensdagavond 17 februari 2016 
Professor Paul Trio van de Katholieke Universiteit Leuven












Van betekenis voor de pelgrim
Kloosters en broederschappen waren voor de pelgrim in vroegere tijden van grote betekenis: ze fungeerden onder andere als opvangvoorziening, als plek om op verhaal te komen, en als oord van zorg. Heden ten dage is hun aantal ver in de minderheid, vergeleken met de veel andere opvang- en overnachtingsmogelijkheden.
Zichtbaarheid en invloed van kloosterordes en broederschappen – in Spanje zijn ze er nog – zijn ontegenzeglijk minder geworden. Niettemin blijft hun aantrekkingskracht groot, vanwege hun historische betekenis, hun soms imposante gebouwen, en ook vanwege hun hedendaagse vormen van bezinning en spiritualiteit, in veel gevallen gebaseerd op een moderne interpretatie van de 'Regel van Benedictus'.

Kloosters, broederschappen en gastvrijheid in 5 lezingen
De 'Werkgroep Geschiedenis en Cultuur' van ons Nederlands (pelgrims)Genootschap van Sint Jacob organiseert in het eerste kwartaal van dit kalenderjaar een vijftal lezingen, waarin eminente sprekers hun licht laten schijnen over de betekenis van kloosters, van broederschappen en over het thema gastvrijheid, zowel in vroegere als in huidige tijden.
Het thema van deze lezingenserie is 'Kloosters, broederschappen en gastvrijheid', met als subthema 'Hun betekenis voor de pelgrim'. Deze lezingen worden aangeboden bij Institutio Cervantes te Utrecht.

Lezing 3 van professor Paul Trio
Vanavond woon ik uit hoofde van mijn bestuursfunctie van Stifting Nijkleaster te Jorwert de derde lezing bij, verzorgd door professor Paul Trio.
Paul Trio is hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Hij doceert er onder andere Kerk- en cultuurgeschiedenis van de Middeleeuwen. Zijn onderzoek spitst zich toe op de domeinen van de volksreligie (zoals schenkingen, bedevaarten, processies, dodenherdenking), van corporaties, reguliere en seculiere (semi-)kerkelijke instellingen en hun bewoners, studie en opleiding, van armen- en ziekenzorg, en het dagelijkse stedelijk leven. Hij publiceerde onder andere over abdijen en kloosters, broederschappen, stadsbesturen, armenzorg en over de inplanting van bedelorden en begijnen.
De titel van zijn avondlezing is: 'Broederschappen en gasthuizen. hun rol in de middeleeuwse gastvrijheid'. 

Broederschappen van Gent
Paul Trio gaat vanavond in op de opkomst en teloorgang van de (Jacobus-)broederschappen, tegen de achtergrond van veranderende maatschappelijke verhoudingen. Daarbij richt hij zich nu vooral op de broederschappen die de focus op de pelgrimage naar Santiago de Compostela hadden.
Trio heeft in een periode van zeven jaar de broederschappen van het Belgische Gent bestudeerd. Het onderzoeksmateriaal daartoe was overvloedig beschikbaar, omdat Gent vroeger zoveel broederschappen kende. Gent was voorheen de grootste stad van de Nederlanden.
Broederschappen zijn vrijwillige organisaties. In tegenstelling tot de kloosters en abdijen waar kloosterlingen doorgaans voor het leven intreden en een gelofte van armoede afleggen, word je wel lid van een broederschap, maar hoef je geen gelofte af te leggen, en kun je je broederschap gewoon (blijven) uitoefenen naast je gezinsleven. In tegenstelling tot gilden is het hoofddoel van een broederschap in principe wel religieus van aard. Men kon overigens gelijktijdig ook lid zijn van meer dan één broederschap. Al vanaf de 13e eeuw is er in Gent sprake van broederschappen. De broederschappen van Sint Jacob hebben doorgaans ook een hospitaal in eigendom en beheer.

Hospitalen voor pelgrims worden gasthuizen voor proveniers
De meeste broederschappen van Sint Jacob zijn vanaf ongeveer het midden van de 13e eeuw opgericht door pelgrims, die inmiddels terug zijn van hun bedevaart naar Santiago de Compostela. Die teruggekeerde pelgrims zorgden met hun broederschap vaak voor de uitbouw van een mooie kapel tegen hun kerk, en/of voor een altaar in de kerk. Hun 'Hospitalis Sancti Jacobi' lagen aanvankelijk doorgaans nog buiten de stadsmuren, zodat de passerende pelgrims het hospitaal gemakkelijk binnen konden komen. Door de voortgaande stadsuitbreidingen kwam zo'n hospitaal (voor armen, zieken en pelgrims) in later tijden in de bebouwde stadskom te liggen. 
Omdat de kas van dergelijke pelgrimshospitalen (godshuizen) niet werd gespekt door de meestal behoeftige pelgrims die het hospitaal op doorreis als nachtaccommodatie of als verpleegpost bezochten, gingen sommige broederschappen ertoe over om de rijke stadsbejaarden tegen flinke vergoeding tot hun levenseinde te laten wonen in het hospitaal. Deze zogenoemde proveniers kochten zich met de onmiddellijke inleg van flinke sommen geld in in het hospitaal, met als tegenprestatie dat zij voor de rest van hun leven goed verzorgd zouden worden in deze gasthuizen van de broederschappen. Het spreekt voor zich dat het resultaat daarvan was dat deze gasthuizen - die aanvankelijk waren bedoeld voor passerende pelgrims - op den duur niet of nauwelijks nog pelgrims op doorreis konden herbergen. De rijke proveniers verdrongen dus eigenlijk de arme pelgrims.

Santiagobroederschappen
Na de pauze gaat Paul Trio verder in op de algemene kenmerken van broederschappen van Sint Jacob van Compostela (van alle Nederlanden). Behalve deze 'Sgroots Sancte Jacobs'- broederschappen (van Jacobus de Meerdere) waren er trouwens ook 'Romebroederschappen' en Jeruzalembroederschappen'. Maar wij richten ons vanavond dus op de 'Santiagobroederschappen'. ('Santiago' betekent: Sint Jacob).
Een lidmaatschap van zo'n broederschap was niet voor iedereen weggelegd. In principe moest je de bedevaart naar Santiago hebben voltooid, maar later werd ook je belofte dat je op termijn nog op bedevaart zou gaan nog wel geaccepteerd als alternatief toelatingscriterium. Het lidmaatschap was trouwens ook allesbehalve goedkoop, want behalve dat je inleggeld betaalde (de kostprijs van een totale bedevaart), moest je ook jaarlijks een geldelijke bijdragen doen. Dat het tamelijk hoge bijdragen waren, kun je concluderen uit het feit dat het veelal de stadselite was, die lid was van een broederschap. Veelal waren ze ook verwant aan de stadsbestuurders, die ook uit de elite van de stadspopulatie bestond.

Vrouwen horen niet te pelgrimeren
Het percentage vrouwen dat lid van van zo'n broederschap was, schommelde aanvankelijk tussen zo'n 10-50%, maar later werd men minder soepel in het toelaten van vrouwelijke leden tot dergelijke pelgrimsbroederschappen, want men vond toen dat het eigenlijk niet zo hoorde dat vrouwen op pelgrimsreis gingen. Vrouwen op weg naar Santiago beloofde eigenlijk weinig goeds, dus dergelijke pelgrimstochten van vrouwen waren 'not done'.
Trouwens, ook al was het percentage vrouwen van sommige broederschappen aanvankelijk nog wel hoog, het bestuur van een broederschap was altijd voorbehouden aan de mannen.

Ledenparticipatie
Broederschappen opereerden tamelijk autonoom, los van de kerk, en broederschappen kenden nauwelijks priesters als lid. De elite bestuurde. Uit ledenlijsten blijkt dat bestuurders soms na een korte onderbreking al snel weer bestuurslid van het broederschap werd.
Niet alle leden kwamen trouw naar alle bijeenkomsten van het broederschap, maar de aanwezigheid bij de jaarlijkse maaltijd op de 25e juli (de jaardag van de patroonheilige Sint Jacob) lag wel voor de hand. Op deze dag vond ook de bestuurswissel plaats.
Een hospitaal was voor de meeste broederschappen van belang, maar niet elk broederschap had een eigen hospitaal. Hospitalen waren eigenlijk dure bezigheden van een broederschap. Daar waar broederschappen aanvankelijk nog de scepter zwaaiden over hun hospitaal, zag je in de loop van de jaren een groeiende inmenging van de stedelijke overheid in de hospitalen.
Wel deden de Sint-Jacobusbroederschappen alle aan armenzorg, de eerste georganiseerde stedelijke armenzorg die openstond voor alle stedelingen. De Sint-Jacobskapellen daarentegen leverden wel geld op, mede door het drukke kapelbezoek vanwege de aanwezige relieken, en het verkopen van aflaten aldaar. 

Kritiek en respect
Na een korte vragenronde sluit Paul Trio af met zijn stelling dat er nog veel onderzoek nodig is op het gebied van broederschappen en hun gasthuizen. Opvallend vaak bekritiseert Paul Trio vanavond trouwens de publicaties van de Nederlandse historicus professor Jan van Herwaarden, die ook veel heeft gepubliceerd over de geschiedenis van de pelgrimage. Van Herwaarden zou teveel gebruik hebben gemaakt van secundaire bronnen, zonder zelf voldoende primaire bronnen te onderzoeken. Daarentegen relativeert Trio zijn collegiale kritiek ook wel weer, door te beweren dat er in de loop van de jaren natuurlijk ook steeds meer kennis beschikbaar is gekomen en nog zal komen over de geschiedenis van bijvoorbeeld broederschappen, dus ook zijn eigen onderzoeksbevindingen zouden op den duur waarschijnlijk nog wel eens met recht kunnen worden bekritiseerd. Een mooi voorbeeld van hoe historici zich vaak tot elkaar verhouden: ze bekritiseren elkaars werk, maar relativeren dat ook wel weer uit respect voor elkaar.

Nederlands-Belgische samenwerking gewenst
Paul Trio looft ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob, om haar initiatief te komen tot een zo uitgebreid mogelijke inventarisatie van alle Jacobalia langs pelgrimspaden. Er zou - volgens Trio - nog meer samenwerking tussen Nederlandse en Belgische historici moeten komen op wetenschappelijk onderzoeksgebied, want de noordelijke Nederlanden en de zuidelijke Nederlanden zijn immers één cultuurgebied.

donderdag 18 februari 2016

Kwaliteit (weer) in handen van de professional

Woensdagmiddag 17 februari 2016
Presentatie van Jacquelien Bulterman-Bos & Bram de Muynck bij CNVO













Strategische Agenda voor het hoger onderwijs
Op 14 december 2015 debatteerde de Tweede Kamer over de ‘Strategische Agenda hoger onderwijs en onderzoek 2015- 2025’. In deze agenda zet minister Jet Bussemaker de lijnen uit voor het hoger onderwijs in het komende decennium. Hierbij is de kwaliteit van het hoger onderwijs de onbetwiste prioriteit.
Kernpunten van de uitgezette lijnen zijn: transformeren naar het onderwijs van de 21e eeuw met de middelen uit het studievoorschot, kwaliteitsimpuls bij studenten en docenten, en het benutten van de kansen omtrent digitalisering en internationalisering.

Reactie CNV Onderwijs 
Voorafgaand aan dat Kamer-debat heeft CNV Onderwijs (CNVO) tijdens dialoogsessies mee gesproken over de onderwerpen uit de strategische agenda. Het CNVO is blij dat minister Bussemaker de docent en de student nu veel meer centraal zet. De onderwijsprofessional verdient het vertrouwen om zijn of haar beroep goed te kunnen uitoefenen.
Het CVNO heeft daarom ook gepleit voor het geven van vertrouwen, en voor het maken van kwaliteitsafspraken met betrokkenheid van het onderwijspersoneel, in plaats van de prestatieafspraken, zoals eerder gebeurde zonder de gewenste inbreng van het onderwijspersoneel.
Ook heeft het CNVO extra aandacht gevraagd voor werkgelegenheid en voor het terugdringen van flexcontracten.
Het CNVO heeft in haar schriftelijke reactie haar visie en standpunten aan de Tweede Kamer gezonden.

Discussiebijeenkomst voor hoger onderwijs
Het sectorgroepsbestuur Hoger Onderwijs van het CVNO organiseert vandaag een discussiebijeenkomst met de titel ‘Kwaliteit (weer) in handen van de professional’.
De bijeenkomst in het CNV-gebouw te Utrecht wordt geopend door Tiny Hekkenberg, de voorzitter van de sectorbestuursgroep Hoger Onderwijs.
Joop Veld verzorgt als lid van de sectorbestuursgroep Hoger Onderwijs daarna een introductie op het thema en op de sprekers.

Jacquelien Bulterman-Bos & Bram de Muynk
Professor Jacquelien Bulterman- Bos en lector Bram de Muynck, schrijvers van het boek ‘Is alles van waarde meetbaar’ spreken hier vandaag over de noodzaak van professionele ruimte voor docenten.
Jacquelien Bulterman-Bos is visiting professor Education aan de University of California in Berkeley, tevens verbonden aan Open Doors Education.
Bram de Muynk is lector ‘Onderwijs en Identiteit’ aan Driestar Educatief van de Driestar hogeschool in Gouda.
Met hun motto 'Is alles van waarde meetbaar' gaan ze in hun presentatie vandaag nader in op 'de noodzaak van professionele ruimte voor docenten'.

Zuiver meten: gevolgen voor inhoud van onderwijs?
Deze presentatie wordt verzorgd aan de hand van de casus van een docent - Bill - die leraren in opleiding traint in het houden van orde in de klas, hetgeen Bill na afloop - conform het voorgeschreven toetsbeleid van zijn opleiding - toetst met meerkeuzevragen.
Daarna is het natuurlijk de vraag of zijn studenten na dit onderwijsprogramma in de reële onderwijspraktijk daadwerkelijk orde kan houden. Immers, laat de beroepspraktijk zich wel dicteren door wat in meerkeuzevragen aan de orde kan komen en komt?
De drie elementen waarop vandaag in wordt gegaan, zijn: Kwalificatie (gelijkheid van diploma’s), Socialisatie (voorbereiding op de beroepspraktijk) en Persoonsvorming (de student vormt zichzelf). Verwezen wordt door de sprekers naar deze drie doeldomeinen van onderwijs, zoals die onder de aandacht zijn gebracht door Gert Biesta. De vraag in zijn benadering is in welke verhouding die drie elementen tot elkaar staan. Al te veel nadruk op één van die drie elementen, heeft als gevolg dat de andere twee items te weinig aandacht krijgen. Er is dus (voortdurend) sprake van een spanningsveld tussen die drie. Een optimale mix van deze drie items zal dan ook voortdurend moeten worden gezocht, gevonden en gehanteerd in het onderwijs.
Je moet je daarnaast realiseren dat een verandering van toetsvorm in principe ook leidt tot veranderingen in de inrichting van je onderwijs. En de manier waarop wordt getoetst, is de factor die het leergedrag het sterkst stuurt, naast het feit dat de manier van toetsing ook de inhoud van de beroepsvorming en de persoonsvorming stuurt.

Naar wat voor een professional streven we?
Harry Kunneman (2005) noemt elke professional – ook in het hoger onderwijs – een normatieve professionals. We moeten als professional namelijk ook humane belangen in beeld houden.
Belangrijk voor alle professionals zijn aspecten zoals hoofd, hart (bezielde professionals) en handen (praktisch handelen). Kennis (in het hoofd) is bijvoorbeeld iets anders dan kunnen handelen (handen). Sommige dingen moet je ook 'aanvoelen'.
Als een docent meer professionele ruimte krijgt, krijg je te maken met een aantal dilemma's, waar je mee moet gaan dealen, want dan kan het ook een verkeerde kant op gaan, en zelfs uit de hand lopen.
De systeemwereld (het objectief meetbare) heeft voortdurend de neiging om de leefwereld weg te dringen. We zouden daarop kunnen reageren door de (normatieve) leefwereld meer ruimte te geven in de systeemwereld.
Daarna wordt door de gastsprekers het voorbeeld gegeven van een opdracht die docent Bill zou willen verstrekken, met daarin meer van diens persoonlijke inbreng. Bill wil namelijk meer aandacht voor beroepssocialisatie en persoonsvorming. Daartoe moet hij dan wel van school veranderen, om die ruimte daar wel te krijgen.

Hoe 'meten' we of ze aan eisen voldoen?
Daarna wordt ingegaan op het beoordelen van de kwaliteit van vakmanschap. Ga niet alléén beoordelen, maar blijf daarin voortdurend in afstemming met je collega’s, 'zeg maar: het zogenoemde 'vier (of meer) ogen-principe'. Naast die inhoudelijke dialoog binnen je opleiding moet je ook voortdurend hetgeen je doet extern laten valideren.
Er bestaan veel verschillende interpretaties over hoe je studenten beoordeelt. Daar kun en moet je het als docenten wel met elkaar over hebben, maar we realiseren ons ook terdege dat we er als docenten zeker samen niet geheel uit zullen komen. De vraag blijft altijd overeind hoe je dan wel goed toetst.

Wat heeft dit voor gevolgen voor de professionele ruimte?
We streven naar het creëren van een gemeenschap waarin we met elkaar nadenken over hoe je goed kunt en moet beoordelen, zeker op de hogere nivo's. Als docenten sta je samen voor de uitdaging hoe je samen tot een beroepsvisie komt, en waarin je bijvoorbeeld het met elkaar eens wordt over de wijze waarop je het beste zou kunnen toetsen.
We moeten ons ook realiseren dat de hogeschooldocent binnen de opleiding en de praktijkbegeleider in het werkveld beiden heel anders naar dezelfde student kijken. Daardoor zullen ze beiden tot een heel verschillende beoordeling komen van die ene student. De oplossing voor dat verschil zou je kunnen zoeken en vinden in het leggen en frequent onderhouden van contacten tussen docenten en werkveldvertegenwoordigers, die samen het gesprek gaan voeren over de wijze waarop je het functioneren van een student  het beste kunt en gaat beoordelen.
Uit de zaal komt overigens de opmerking dat dit heel moeilijk te organiseren is, want als de een wel aanwezig kan zijn, blijkt dat in de praktijk van alledag voor de ander feitelijk niet haalbaar te zijn. Ieder heeft zijn eigen agenda, met de nodige blokkades voor overleg.

Hoe dan ook, 
wenselijk is een verdergaande integratie 
van kennen en handelen, wetenschap en vakmanschap. 

dinsdag 16 februari 2016

Pelgrimeren van Spijk naar Groesbeek

Dinsdag 16 februari 2016 
We passeren de 18e eeuwse monumentale terpboerderij Plezenburg nabij Leuth

















De eerste 31 pelgrimsdagen
De eerste pelgrimstocht van Durkje en mij - van het Friese Sint-Jacobiparochie naar het Spaanse Santiago de Compostela - duurde 152 dagen, in de periode van 16 mei 2005 tot en met 21 oktober 2012. Daarna liepen we aansluitend nog vier dagen door naar het ultieme eindpunt van deze pelgrimage op Cabo Fisterra, op de West-Spaanse rotskust van de Atlantische Oceaan.
Van alle 156 pelgrimsdagen schreven we een verslag, dat in combinatie met de onderweg gemaakte foto's een bijzonder document is geworden van een al evenzo bijzondere pelgrimage. Vanaf dag 32 zijn alle dagverslagen in de loop van de jaren gepubliceerd op mijn (deze) weblog. De eerste 31 dagverslagen zijn hier nog niet gepubliceerd, omdat ik in die periode nog geen weblog bijhield.
Om toch het verslag van die hele pelgrimstocht op deze blog te kunnen lezen, ga ik met terugwerkende kracht nog de ontbrekende eerste 31 wandelverslagen op deze weblog plaatsen. Af en toe zal ik zo'n dagverslag hier publiceren. Vandaag ga ik daarmee verder, met het verslag van pelgrimsdag nummer 14, over het traject van Spijk naar Groesbeek.

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Pieterpad van Spijk naar Groesbeek
Zaterdag 10 juni  2006 – 24,5 km
Dag 14: 289 – 313,5 km

Wandelweekend 
De weersvoorspellingen voor dit weekend zijn buitengewoon goed: geen regen en wel hoge temperaturen voor beide dagen.
Daarom besluiten we op de donderdagavond voorafgaand aan het weekend dat we het hele weekend aan de wandel gaan en onderweg ergens overnachten bij of in Groesbeek.
Op vrijdag reserveert Durkje een appartement op een boerderij bij Groesbeek, dus we kunnen weg.

Wandelaars zijn geen hooligan
Met de auto vertrekken we uit Stiens om 8.35 uur.
Op de autosnelweg van Arnhem naar Oberhausen komen we in de file te staan, vlak voor de grensovergang naar Duitsland, bij Elten.
Bij de grenspost haalt de Duitse politie alle vermeende voetbal-hooligans uit de file, om die vervolgens op het grenspoststation aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Het schijnt dat geregistreerde hooligans niet in het land worden toegelaten, om problemen te voorkomen bij het pas aangevangen Wereldkampioenschap Voetbal 2006 dat dit jaar in Duitsland wordt gehouden.
Wij mogen echter zonder identiteitscontrôle doorrijden.
Kennelijk vertonen wij beiden geen uiterlijke tekenen van 'hooliganship'.
Rond 11.00 uur parkeren we onze auto voor de komende twee dagen in een woonwijk van Spijk, aan de voet van de Rijndijk, die hier 'Spijkse Dijk' heet.

Tolkamer aan de Boven-Rijn
Over de Spijkse Dijk lopen we langs de Tengnagelwaard, de Loosjespolder en twee steenfabrieken naar Tolkamer, ook een dorpje aan de voet van deze rivierdijk.
Karakteristiek van Tolkamer zijn de flats aan de voet van de dijk, met uitzicht over de Boven-Rijn.
Via de Rijnkade komen we bij de waterpoort van de Veerstraat, waar we boven op de dijk op het Rijnterras even pauzeren om een kop koffie te drinken.
Onder de parasols vinden we een schaduwrijke plaats op het terras.
Wandelaars en fietsers passeren hier over de rivierdijk, volop genietend van het prachtig zonnige weer.

Tuindorp
Daarna wandelen we binnendijks door het centrum van Tolkamer, om uiteindelijk bij het buurtschap Tuindorp de plaats Tolkamer weer te verlaten.
Dan volgt een deel van de route over een smalle landtong tussen Watersportcentrum De Bijland en het Bijlandsch Kanaal.
Hier eindigt het 4 kilometer lange tweede deel van de derde Pieterpad-étappe.

Heen en Weer
We passeren rechts de jachthaven en links de vluchthaven langs de rivier, steken de waterdoorsteek bij het kleine oorlogskerkhof over via de dubbele Baileybrug en komen dan langs de oever van de recreatieplas en langs een camping in een klein bosperceel.
Voorbij dat bosperceel arriveren we bij de strekdam van de veerdienst Pannerden/Tolkamer – Millingen aan de Rijn v.v.
Volgens de dienstregeling van het fiets- en voetveer zouden we hier nu ongeveer een half uur moeten wachten, aangezien de veerboot slechts op het hele uur heen en weer vaart.
Kennelijk wordt daar op dagen zoals vandaag een uitzondering op gemaakt, want het duurt maar even of we zien de veerboot van de overzijde al in onze richting komen.
Er staat een groep fietsers vóór ons te wachten en al snel sluiten zich ook achter ons veel fietsers aan, totdat de strekdam vol staat.
Op dat moment arriveert de veerboot “Heen en Weer” en kunnen we om 12.45 uur oversteken naar Millingen aan de Rijn.

Millingen aan de Rijn
In Millingen aan de Rijn aangekomen, wandelen we door een hoofdstraat naar het centrum.
Daar eindigt het tweede wandeldeel van vandaag: het 3e deel van de etappe van Hoog Elten naar Millingen aan de Rijn.
We hebben nu de eerste 4 + 4 = 8 kilometer vandaag afgelegd.
Daarna lopen we verder door Millingen aan de Rijn om deze plaats aan de zuidoostzijde te verlaten in het “Hart van de Gelderse Poort”.

Zeeland
We lopen vervolgens in zuidoostelijke richting over de Zeelandsestraat, komen daar door het buurtschap Zeeland, waar we de voormalige hoeve “Groot Zeeland”, de grote boerderij “Nieuw Zeeland” en enkele fruitteeltbedrijven passeren.
Het is al bijzonder warm, de temperatuur is al opgelopen tussen de 25 en 27 graden en we prijzen ons dan ook gelukkig dat we in een boomrijke bocht in de weg op een bankje in de schaduw even kunnen rusten om wat te eten en te drinken ter hoogte van een zandwinput.
Hier in Klein Zeeland eindigt ook het 3,5 kilometer lange eerste deel van de 4e Pieterpad-etappe Millingen aan de Rijn – Groesbeek.
We hebben tot aan deze stop nu 11,5 kilometer gewandeld.

Terpen in De Duffelt
Het gebied waarin we nu wandelen, heet “De Duffelt”.
Het zet zich voort in Duitsland, waar men dit gebied “Die Düffel” noemt.
Alhoewel het een binnendijks gebied is, vonden lang geleden hier wel overstromingen plaats.
Niet voor niets zijn hier de oude gebouwen op een terp gebouwd, zo ook de markante boerderij “Plezenburg”.

Leuth
Nadat we Plezenburg zijn gepasseerd, komen we al snel in het dorpje Leuth.
In Leuth kunnen we bij de Spar onze lege drinkflesjes weggooien en daar kopen we dan weer nieuwe, gekoelde dranken en wat fruit.
Wat kan koud drinken op zo’n warme dag dan lekker zijn.
Voorbij Leuth wandelen we aan de voet van de Ooijsche Graaf Kapiteldijk langs het waterrijke natuurgebied Halve Galge.
Even voorbij boerderij “De Snap” komen we bij een brug over de “Hauptwasserung”.
Direct na die brug staat een oude slagboom omhoog.
We zijn hier aangekomen op de Nederlands-Duitse grens, waar we wederom Duitsland binnenwandelen.

Zyfflich in Die Düffel
Via de Leutherstrasse met aan beide zijde dikke, hoge bomen komen we in het Duitse plaatsje Zyfflich in Die Düffel.
Op de dorpsbrink bij de 11e eeuwse rooms-katholieke Sankt-Martinskirche en de dorpsschuur pauzeren we bij de picknickplaats met allerlei toeristische informatieborden over dit gebied.
Vanuit Zyfflich wandelen we in westelijke richting over 'Zum Querdamm' naar de Querdamm, de waterkering die de Duitsers hier vroeger bouwden om te voorkomen dat Nederlands polderwater hun grondgebied af en toe overstroomde.
Onderweg eindigt het tweede deel van de vierde étappe.
Weer 7 kilometer verder en in totaal komt dat vandaag op 18,5 kilometer.

Querdamm
Verderop over 'Zum Wyler Meer' arriveren we bij de plaats waar de Querdamm reikt tot aan/in het Wylerbergmeer. We lopen een klein stukje langs het meer en kunnen dan oversteken op de plaats waar het Wylerbergmeer en het Wylermeer bij elkaar komen.
Vlak voordat we het Wijlerbergmeer achter ons laten, zien we in het water aan de overzijde nog puinbrokken van de voormalige sluismuren in de Querdamm.
Over het bospad lopend, passeren we grenspaal 640a, waar we vanuit Duits grondgebied Nederland weer binnenlopen.

Duivelsberg
Aan het eind van het bospad steken we de verkeersweg tussen Beek en Wyler over.
Bij de entree van het plaatsje Beek staan we aan de voet van de Duivelsberg.
We nemen het lange steile bospad naar boven totdat we uiteindelijk bij het panorama aankomen bovenop de Duivelsberg.
Op deze berg hadden de troepen van de Romeinse veldheer Drusus vroeger een wachttoren ingericht, om hier zo toezicht te houden op de noordgrens van het Romeinse Rijk.
Hier pauzeren we even.
Daarna passeren we in de afdaling het pannenkoekenrestaurant Duivelsberg.
Voorbij dit restaurant volgt een lang kronkelend pad door diverse bospercelen, af en toe langs open veld.
Op een gegeven moment arriveren we wéér op zo’n plaats waar we het bos verlaten en ruim zicht over het open veld krijgen, en wel aan de voet van een akkerheuvel met op de top een opvallende groep bomen.

Welkom bij Het Hoge Hof
Het laatste deel van onze dagtocht voert dan veelal langs de scheiding van bos en akkers, totdat we om 16.50 uur aankomen bij “Het Hoge Hof”, de mini-camping waar we de nacht door zullen brengen.
We worden op het boerenerf hartelijk welkom geheten door onze gastheer-boer Theo Langeveldt.
Hij brengt ons naar het kantoor van zijn echtgenote Oda, waar we onze aankomst melden.
Oda biedt ons eerst een lekker glas koud drinken aan en begeleidt ons na inschrijving en afrekenen naar het appartement in de voormalige varkensstal, waar we zullen overnachten.
Het ziet er allemaal keurig uit en over de ontvangst niets dan lof.

Minicamping
We hebben nu weer 6 kilometer achter de rug, waarmee de gelopen afstand van vandaag wordt vastgesteld op 24,5 kilometer.
Eerst nemen we even rustig de tijd om in de schaduw uit te rusten van deze mooie wandeldag, zittend op het terras vóór ons appartement.
Omdat de minicamping boven op een heuvelrug ligt, hebben we vanaf het terras van ons appartement over het kampeerterrein heen een prachtig uitzicht over de glooiende velden rondom de boerderij.
Het is gezellig druk op het kampeerterrein.
We ontmoeten er ook een echtpaar uit Assen, dat hier in een caravan kampeert en evenals wij het Pieterpad in delen wandelen.
Rond het avonduur maken we ons weer klaar om naar Groesbeek te gaan.
Eerst kijken we even in de ligboxstal bij de koeien en kalveren van de familie Langeveldt.

Canadese erebegraafplaats
Voordat we naar Groesbeek wandelen, gaan we nog een klein stukje in noordelijke richting over de Zevenheuvelenweg, omdat we eerst de Canadese Erebegraafplaats willen bezoeken.
Bij Groesbeek zijn aan het eind van de Tweede Wereldoorlog omvangrijke luchtlandingen uitgevoerd en er is hier door de Geallieerden fel gevochten tegen de Duitse bezetters.
Daarvan getuigt tot op de dag van vandaag deze indrukwekkende erebegraafplaats, één van de grootste van Nederland.
Als je op zo’n omvangrijke dodenakker loopt, rest niets anders dan een gevoel van diepe dankbaarheid jegens het groot aantal geallieerde soldaten dat al dan niet hun leven verloor in hun levensgevaarlijke strijd om Nederland te bevrijden.
Het gastenboek van deze begraafplaats getuigt ook van de vele jonge en oudere Nederlandse, maar vooral ook Canadese bezoekers die deze begraafplaats in de afgelopen weken/maanden bezochten.

Militaire Willemsorde voor de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade
Naar aanleiding van dit bezoek spreken Durkje en ik erover dat koningin Beatrix onlangs voor het eerst in haar 26-jarige ambtsperiode de hoogste Nederlandse onderscheiding uitreikte voor militaire dapperheid: de Militaire Willemsorde, de beloning voor uitzonderlijke daden van moed, trouw en beleid.
Onze vorstin overhandigde deze eretekenen enkele dagen geleden - op 31 mei 2006 - aan de nabestaanden van de in 1967 overleden generaal-majoor S. Sosabowski, leider van de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutisten Brigade.
Zijn brigade speelde een belangrijke rol tijdens de Slag om Arnhem in september 1944.
Met het uitreiken van deze orde ging één van de laatste wensen van prins Bernhard in vervulling.
In een onlangs herhaalde televisie-uitzending van Netwerk noemde prins Bernhard vlak voor zijn dood het ongelooflijk nalatig van de Nederlandse overheid dat deze Poolse parachutisten nog geen onderscheiding hadden kregen voor hun aandeel in de bevrijding van Nederland.
Bernhard suggereerde dat het destijds de Britse veldmaarschalk Montgomery was die het eerbetoon blokkeerde.
Montgomery nam het voor en na onze bevrijding Sosabowski kwalijk dat hij vooraf – achteraf gezien terecht - twijfels had gehad en de twijfel ook openlijk had geuit over het welslagen van de Slag om Arnhem.
Ondanks deze twijfel hielpen de Polen de Geallieerden bij de Slag om Arnhem, waarbij zij veel Britse soldaten redden van de dood, maar waarbij wel veel Poolse soldaten werden gedood door de Duitse vijand.
Eerherstel voor de Polen werd later helaas bemoeilijkt en tegen gehouden doordat het kabinet in 1952 besloot geen militaire Willemsordes meer uit te reiken die gerelateerd waren aan de Tweede Wereldoorlog.
Door een slimme list werd het Anno 2006 toch mogelijk, want volgens het Ministerie van Defensie droeg koningin Wilhelmina de Poolse parachutisten in 1946 al eens voor.
Nederland moet zich schamen dat het zolang heeft geduurd voordat deze uitzonderlijk loyale Poolse brigade werd onderscheiden, voor veel oud-strijders helaas postuum.

Groesbeek
Nadat we de Canadese ere-begraafplaats verlaten, wandelen we ongeveer twee kilometer langs de grote verkeersweg naar Groesbeek.
Daar genieten we op het terras voor Grill & Eetbar Dikkemik van een heerlijk weekmenu, lekker klaargemaakt en aangenaam gastvrij geserveerd.
Aan het eind van de avond lopen we in de schemer weer 2 kilometer terug naar De Open Hof, waar we de komende nacht overnachten.
Al weer een hele mooie dag achter de rug.

maandag 15 februari 2016

Werkbezoek aan Stenden Emmen

Maandag 15 februari 2016
Entree bij Stenden Hogeschool in Emmen



















Azië in Emmen
Onder andere voor een Voortgangsconsult in het kader van de naderende proefvisitatie en de visitatie van de HBO-Bachelor-opleidingen 'Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek' en 'Chemie' ben ik vandaag weer eens aan het werk in de vestiging van Stenden Hogeschool te Emmen.
Bij binnenkomst valt me direct de Aziatische sfeer op van de presentatie in de centrale ontvangsthal van deze Drentse hogeschoolvestiging van Stenden. Dit is waarschijnlijk nog een restant van de Open Dag van afgelopen zaterdag, en vast en zeker ook nog een verwijzing naar het samenwerkingsverband dat Stenden op hoger onderwijs-nivo heeft met Vietnam, en naar onze Stenden Hogeschool-vestiging in Bangkok, de hoofdstad van Thailand.

zondag 14 februari 2016

Eén zwaluw maakt zomer

Zondag 14 februari 2015 
De VistuStins Cantorij en combo met dirigent Olchert Clevering in De Hege Stins















Poëzie & Muziek van Eppie Dam & Hindrik van der Meer
Al in het jaar 1993 publiceerden de Friese dichter Eppie Dam en musicus Hindrik van der Meer weer zo'n prachtig muziekstuk, met als titel: 'Eén zwaluw maakt zomer'. Indertijd woonden we als gezin al eens een uitvoering van deze prachtige poëtisch-muzikale productie bij.
En vandaag - jaren later - gaan we graag op herhaling, want vanmorgen verzorgt onze Stienser VituStins Cantorij een uitvoering van dit muziekproject, in de ochtendkerkdienst in De Hege Stins van de Protestantse Gemeente van Stiens.
Voorganger van de dienst is vanmorgen dominee Jaap Overeem, tevens lid van het combo, spelend op fagot, Organist vandaag is Han Giesing, tevens pianist van het gelegenheidscombo. De verbindende teksten worden gelezen door Nelleke van Wessel en Chris Koopmans. Dirigent van de zang- en muziekgroep is Olchert Clevering.

In goede harmonie
We beginnen met de samenzang van het lied "Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee ......, Laat dan mijn hart U toebehoren,  en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren, om al Uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet."
Maar ja, onze wereld verstaat nog niet alle tekens om het aardse leven goed te maken. Evenals elke zondag bidden we dan ook vandaag hier in de kerk om het lenigen van alle nood in deze wereld.
Voordat de jongste kinderen van de groepen 1 en 2 van de basisschool naar de Kindernevendienst gaan, laat dominee Jaap met hulp van alle musici hoge en lage tonen horen van de dwarsfluit, de klarinet, het eufonium en van zijn fagot. Ieder instrument - vertellen de muzikanten - voelt zich het beste thuis op een bepaalde plek in de toonladder, en toch horen ze er allemaal bij, en alhoewel ze alle hun eigen muziek kunnen maken, klinkt het allemaal veel mooier als ze samen muziek maken, ieder op eigen toon(hoogte) en met eigen klank; nu eens om de beurt, dan weer samen, in goede harmonie. Zou je deze instrumenten in zo'n opzicht wellicht ook kunnen zien als symbool voor alle mensen op aarde?

Liederen van de omgekeerde wereld
Eigenlijk zijn we er als mensen met zijn allen al duizenden jaren niet in geslaagd om in harmonie met elkaar te leven. Nog steeds geven we onze grenzen aan, en maken we onze medemens duidelijk dat hij/zij er niet bij hoort. Nog steeds leeft de een ten koste van de ander. Tot op de dag van vandaag zou God ons met recht kunnen meedelen dat hij zich (nog steeds) gekwetst voelt, ziende op wat wij doen en laten. Dat deze teleurstelling iets is van jaar en dag, horen we in de bijbellezing van lector Jelly Sloot, over de tijd van Noach, in Genesis 6: 5-10.
Laten we dus maar beginnen met het luisteren naar de muziekproductie van 'Eén zwaluw maakt zomer', op zich al een hoopgevende titel, want het is dus kennelijk toch mogelijk.
De muziek begint, en direct daarna achtereenvolgens ook Nelleke en Chris, keer op keer met hun goed getimede spreekstemmen, zowel tijdens als tussen de muziek.

Chris en Nelleke
Kunnen wij - mensen - dat dan niet?
De VituStins Cantorij zingt over deze Noach, over het feit dat het water de aarde en de mensen tot aan de lippen staat, over het onrecht dat de ene mens diens medemens aandoet, en tenslotte met de hoopvolle verwijzing naar de kleuren van de regenboog, Kijk eens naar die regenboog, naar al die kleuren van de regenboog, die alle worden gezien, en die samen - maar wel elk met een eigen kleur - naast elkaar staan, en alleen met elkaar erin slagen om de hemel op aarde mooi te kleuren. Als niet alleen hemel en aarde door God zijn geschapen, maar als ook de mensen op aarde schepselen zijn van God, kunnen mensen dat dan niet?

Reflectie
Na de laatste klanken van deze 'Liederen van de omgekeerde wereld' blijft het ingehouden kalm in de kerkzaal. Een welverdiend applaus komt later nog wel. Maar de muziek, de teksten en de performance zetten ons nu eerst aan tot reflectie. Pianist Han Giesing heeft al weer plaatsgenomen achter het orgel om deze prachtige uitvoering van 'Eén zwaluw maakt zomer' met een mooi ingetogen muzikaal intermezzo passend af te sluiten, om zo de overgang naar het vervolg van deze ochtendbijeenkomst 'smooth' te creëren.
Zoals de pianist organist wordt, wordt de fagottist weer voorganger, waarna dominee Overeem voorgaat in gebed, dat we afsluiten met de samenzang van 'Onze Vader', in de Friestalige versie 'God fan fier en hein ús Heit':
Bûch de folken nei Jo wet,
lit Jo ryk op ierde komme.
Byn Jo wil ús op it hert
en wy sykhelje ferromme.

Laat jij het al gebeuren?
En dan gaan we weer als gezegende mensen uiteen, de wereld in, ieder naar zijn of haar plaats, waar de kerk haar werk begint zodra de kerk uitgaat.
Buiten klinken in gedachten nog die laatste woorden, de muziek, die boodschap van de dichter, de musicus en de cantorij:
Maar kijk eens naar de regenboog.
Zie jij het soms gebeuren
dat van de zeven kleuren
bijvoorbeeld rood of groen
er één niet mee mag doen?

Nee, de één staat naast de ander
en ze zijn, zoals je ziet,
steeds verbonden met elkander.
Kunnen mensen dat dan niet?

zaterdag 13 februari 2016

Ramiro - De valstrik

Zaterdag 13 februari 2016
Cover van De valstrik 

Intra-historische strip over een pelgrimstocht
Tijdens de landelijke najaarsbijeenkomst van ons Nederlands (pelgrims)Genootschap van Sint Jacob op 15 november 2015 in de Martinikerk te Groningen werd ik door professor Hub Hermans gewezen op de vierdelige stripboekenserie van Ramiro. Hermans is bij de RUG hoogleraar Moderne Romaanse letterkunde en cultuurkunde, in het bijzonder de Spaanse, en hij vertelde dat dergelijke stripboeken de zogenoemde 'intra-historie' beschrijven, ofwel de geschiedenis zoals mensen die door de eeuwen heen ervaren, over wat in de mensen is geworteld, over armen en rijken, over kerken, kastelen, over geloof en over de geschreven teksten uit die tijd.
Voor mij was dat de aanleiding om me aan de hand van deze vierdelige Ramiro-serie eens nader te verdiepen in de intra-historische beschrijving van een pelgrimstocht door Frankrijk en Spanje van eeuwen geleden. Via diverse aanbieders op internet kocht ik de vier delen van deze stripboekenserie, en ik ben begonnen te lezen in het eerste deel, getiteld ‘Ramiro – De Valstrik’.

Ramiro I
Ramiro I leefde van 790-850. Van 843-850 was Ramiro de koning van het Spaanse Asturië. Ramiro I -  zoon van Bermudo I van Asturië – werd waarschijnlijk al in het jaar 835 door de toen zittende koning Alfons II aangewezen als ‘zijn’ kroonprins.
Tijdens zijn koningschap kreeg Ramiro I te maken met opstandige edelen, met invallen van Noormannen, met rondtrekkende dieven en rovers, en met de toen nog heidens levende geïsoleerde bevolkingsgroepen.
Deze Ramiro I moet je niet verwarren met de Ramiro van deze strip. De strip-Ramiro leefde namelijk zo'n 350 jaar later dan Ramiro I. 

William Vance
William Vance is het pseudoniem van de Belgische striptekenaar William Van Cutsem, geboren in 1935. Van jongs af aan was William gefascineerd door het realistisch werk van sommige illustratoren. Hij leerde het tekenvak in de publiciteitsindustrie, en nam toen ook al zijn schuilnaam aan.
Door zijn overstap van het publiciteitstekenwerk naar het striptekenen, heeft William er mede voor gezorgd dat de strip volwassen is geworden. William Vance beschouwde in zijn tekeningen een combinatie van artisticiteit en degelijk inhoudelijk feitenmateriaal als van doorslaggevende betekenis. Zijn inkadering en zijn kleurennuances bepalen mede (de kwaliteit van) zijn werk.

Ridder Ramiro
William Vance ontpopte zich als een buitengewoon knap striptekenaar. Zijn professionele ontwikkeling naar het realisme zette zich steeds verder door. De hoofdpersoon ‘Ramiro’ in zijn stripboekenserie mag dan zijn verzonnen, de rest – het tijdsbeeld, de gebeurtenissen, de gebruiksvoorwerpen en de gebezigde taal – is gebaseerd op de geschiedenis.
Door zijn knappe tekenwerk, waar de geschiedenis in wordt geweven, word je door William Vance als het ware mee teruggenomen in de tijd van ridder Ramiro. Omdat Ramiro het pelgrimspad richting Santiago de Compostela volgt, ga je figuurlijk samen met Ramiro als pelgrim op pad naar dit beroemde bedevaartsoord.

Deel 1
William Vance zorgde in dit eerste deel van de Ramiro-serie voor het tekenwerk. De tekst is van Stoquart (en deels Vance). Het Voorwoord werd geschreven door Michel Greg, en de tekst van de Inleiding werd geschreven door Monique Bosman.
Dit stripboek van William Vance wordt gekenmerkt door de bijzondere combinatie van striptekenwerk en fotografie. Zo vind je bijvoorbeeld voorin het eerste deel enkele pagina’s met beschreven foto’s van en over de karakteristieke bouwwerken langs het Franse deel van het pelgrimspad tussen Le Puy-en-Velay en Moissac, richting Santiago de Compostela.
En halverwege dit stripboek is een tamelijk gedetailleerde landenkaart afgebeeld, waarop je kunt zien welke (volgens Aymeri Picaud) de vier hoofdwegen zijn vanuit Frankrijk naar Santiago de Compostela. Op deze kaart kun je ook aflezen welke route Ramiro volgt op de ‘Via Podiensis’, die begint in Le Puy-en-Velay.

De valstrik
De titel van het eerste deel van deze Ramiro-serie is: ‘De valstrik’.
In dit stripalbum krijgt Ramiro een geheime opdracht, die hem vanuit Spanje naar Frankrijk (en weer terug) voert. Gewond door natuurgeweld komt Ramiro voor herstel terecht in de Benedictijnse abdij van het Spaanse San Quirce, die onder het gezag van het grote Franse klooster van Cluny valt.
Geheel hersteld en gesterkt gaat hij vervolgens onder valse voorwendsels samen met monnik José – vermomd als ridder – op weg naar Le Puy-en-Velay, om daar twee geheimzinnige Teutoonse pelgrims af te halen, om die vervolgens naar Santiago de Compostela te begeleiden.
Ramiro en José trekken vanuit Spanje bij Col du Somport de Pyreneeën over, om dan door Frankrijk via onder andere Espalion, Aubrac en Saugues naar Le Puy-en-Velay verder te reizen. Na twee weken reistijd hebben ze de 250 mijl afgelegd en ontmoeten ze de geheimzinnige Wilfried & Gudrun, het zwijgende, mysterieuze pelgrimsechtpaar, dat ze moeten begeleiden naar Santiago de Compostela.
In de beroemde pelgrimsstad Conques maken ze kennis met de blauwe ridder Lucas, die hen voortdurend op de hielen zit. Het blijkt dat Ramiro met zijn gevolg wordt achtervolgd door huurlingen van de Franse koning. Ze worden door deze gezanten van de Franse koning in een hinderlaag gelokt. Ramiro wordt door Lucas uitgedaagd voor een toernooi, waarbij twee kampen van ridders met een groep huurlingen het in de strijd tegen elkaar op zullen nemen.

Op de vlucht naar Navarra
Door een list ontsnapt Ramiro met het geheimzinnige Beierse echtpaar, over smalle geitenpaadjes in de richting van het Spaanse Navarra. Als lezer ben je aan het eind van het eerste deel van dit stripalbum nog in het ongewisse wie eigenlijk die twee mysterieuze Beierse pelgrims zijn. 
  • Waarom moeten deze twee zwijgende Wilfried & Gudrun toch zo snel naar Santiago de Compostela?
  • En waarom hebben de mogendheden Frankrijk, Castilië en Rome zo’n groot belang bij dit geheimzinnige duo? 
  • Wat is hun geheim?

Niet voor niets kreeg deel 2 van deze stripboekenserie dan ook de titel: ‘Het geheim van de pelgrim’.


vrijdag 12 februari 2016

Proefvisitatie voor de Schoolleidersopleiding

Vrijdag 12 februari 2016 
Plenaire terugkoppeling van de auditbevindingen door het proefvisitatiepanel 












Accreditatie
Voor de post-HBO-Schoolleidersopleiding van Stenden Professionals (gelieerd aan Stenden Hogeschool) en ECNO (gelieerd aan NHL Hogeschool) is het binnenkort  zover dat ze voor de periodieke kwaliteitskeuring zal gaan. Over enkele weken komt een extern, onafhankelijk en gezaghebbend auditpanel op bezoek om de kwaliteit van deze opleiding te onderzoeken. Periodiek doorloopt deze post-HBO-opleiding in het cursorisch hoger beroepsonderwijs een door het Schoolleidersregister Primair Onderwijs voorgeschreven kwaliteitskeuring, om voor de daarop volgende jaren het keurmerk te verdienen, als bewijs van aangetoonde kwaliteit. Op grond van de accreditatie van het Schoolleidersregister PO kunnen de aan deze opleiding afgestudeerde schoolleiders zich inschrijven in het Nederlandse Schoolleidersregister, hetgeen een verplichting is voor alle schoolleiders in het Nederlandse basisonderwijs.

Zelfevaluatie 
Onze opleiding treft momenteel de voorbereidingen om zo'n visitatie ten behoeve van de volgende accreditatie te organiseren. Daartoe schreef de opleiding een zogenoemde Kritische Reflectie, zijnde een zelfevaluatierapport met een serie bijlagen, op grond waarvan de visitatiecommissie haar onderzoek zal verrichten. Als onderdeel van deze kwaliteitscyclus, worden alle interne en alle externe deelnemers alvast voorbereid op zo'n verificatieonderzoek. Om alle participanten een idee te geven van de ins en out van zo'n onderzoek, wordt vandaag voorafgaande aan de echte visitatie een zogenoemde proefvisitatie georganiseerd.

Proefvisitatie 
Vanmorgen is in de congresaccommodatie van het Stenden Hotel van onze Leeuwarder Stenden Hogeschoolvestiging een proefvisitatiecommissie van start gegaan om de hele dag in gesprek te gaan met alle gespreksgroepen, die tijdens zo'n visitatie de revue passeren. Voor deze opleiding is het proefvisitatieteam samengesteld uit enkele medewerkers van drie hogeschool die ervaring hebben met visiteren, aangevuld met een werkveldvertegenwoordiger (een onderwijsbestuurder), èn - last but not least - óók een afgestudeerde van deze opleiding (die momenteel studeert aan de opleiding Master Learning and Innovation van Stenden Hogeschool), om met name en tevens het studentenperspectief in deze proefvisitatie goed mee te nemen.

Verificatie
Gedurende deze proefvisitatie voert het proefpanel diverse gesprekken van ongeveer een uur met onder andere studenten en afgestudeerden, met docenten en een lector, met werkveldvertegenwoordigers, en met de directie- en managementleden, nadat de visitatie is aangevangen met de presentatie van een zogenoemde Showcase, die werd verzorgd door de drie kerndocenten van de opleiding. Aan de hand van het zelfevaluatierapport en van de onderliggende bewijsdocumenten verricht het auditteam haar verificatieonderzoek, enerzijds om te beoordelen of de opleiding aan de gestelde kwaliteitscriteria voldoet, en anderzijds om alle gesprekspanels alvast te laten ervaren op welke wijze zo'n onderzoek naar de kwaliteit van deze opleiding wordt uitgevoerd.

Bevindingen 
Aan het eind van deze auditdag verzorgt de voorzitter van het proefvisitatieteam in een plenaire sessie voor alle deelnemers een uitgebreide terugkoppeling van de voorlopige bevindingen. Over enkele dagen publiceert het proefpanel haar proefvisitatierapportage, met daarin aanbevelingen voor de opleiding, om nog de laatste puntjes op de 'i' te zetten, alvorens de visitatie over enkele weken kan plaatsvinden.
We mogen terugzien op een geslaagde proefvisitatiedag, waarin we als nauw betrokkenen met elkaar bezig zijn geweest om nog eens weer aandachtig te kijken of en in welke mate deze opleiding voldoet aan alle kwaliteitscriteria, die gelden voor een dergelijke post-HBO-opleiding.