vrijdag 8 augustus 2014

Pelgrimeren van Ribadesella naar Colunga

Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte > Irún – Santiago de Compostela

Van Ribadesella naar Colunga
Dinsdag 29 juli 2014 – 20,1 km.
Dag 21: 424,3 – 444,4 km
 
Aankomst in La Vega aan de Cantabrische Zee

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ribadesella aan de rivier en aan zee
Omdat we vandaag niet zover hoeven te lopen, gaan we een half uur later dan te doen gebruikelijk van start. Durkje en ik rijden om 8.00 uur van onze camping in La Rasa naar het Spaanse stadje Colunga. Daar staat bij de taxi-standplaats op het kerkplein een taxichauffeur te praten met twee agenten van de Guardia Civil. Met de taxi worden we naar Ribadesella gebracht, vanwaar we vandaag onze pelgrimstocht vervolgen naar Colunga, over een afstand van 20,1 kilometer.
Om 8.45 uur staan we bij de lange rivierbrug om de rivier de Sella over te steken van het oude naar het nieuwe stadsdeel van Ribadesella.
Als we de brug oversteken, zien we links van ons de hoge bergen van de Picos de Europa oprijzen. De zware bewolking hangt al dagen rond de hoge bergtoppen, zo ook vandaag.
De route door Ribadesella loopt parallel langs het strand van Santa Marina. We lopen vanaf de doorgaande route even via de strandopgang naar de boulevard van dit strand aan de Cantabrische Zee.

San Pedro
We wandelen daarna door de nieuwe woonwijken de stad Ribadesella uit, naar het gehucht San Pedro, of ook wel San Pedru genoemd.
In deze plaats passeren we ook de voormalige wasplaats van San Pedro.

Abéu
Daarna volgt een stevige klim over de asfaltweg naar het gehucht Abéu.
Bij een kakelbont geschilderd huis met allerlei kleurrijke speelplaatsen in de tuin voor kinderen, hangen enkele routeborden van Ribadesella, Vega en Santiago. In de bermmuur is een nis gemaakt, met een deurtje ervoor. In de nis ligt een gastenboek voor passerende pelgrims, die hierin een boodschap willen achterlaten.
Iets verderop is een mooie plaatsnaamfresco gemaakt, zoals we die in deze regio al in meerdere dorpen zagen.
Op de kruising van het dorp geeft een wegwijzer aan waar de plaatselijke refugio is, èn hoe je de Camino vervolgt.
Links van ons zijn boeren bezig om een kudde koeien te verweiden. Loeiend worden ze opgedreven naar het hek, waar een man en een vrouw staan te wachten totdat alle vee bij het hek is gearriveerd. Daarna gaat de hele kudde over de weg naar een ander weiland.

La Vega
Wij lopen door naar de volgende plaats. Dat is La Vega, aan zee. Al ver van boven zien we La Vega beneden aan zee liggen.
Over een geplaveid pad wandelen we naar La Vega, tussen de hoge bermmuren door.
La Vega is maar klein, maar wel verrassend mooi.
Het lijkt wel een Asturisch hórreos-museum, want we passeren er enkele in het dorp.
Onder één van die graandroogplaatsen staan twee oude houten boerenkarren, die vast en zeker al jarenlang niet meer zijn gebruikt.
We komen langs een huis, waar op de muren en op de deur verschillende schilderingen zijn aangebracht: van een raam, een paard, een bogengalerij en een auto met een hond en kat.
Iets verderop is op onze route een grote Jacobsschelp gemaakt in het asfalt van het wegdek.
Voorbij de dorpskom komen we op het kiezelstrand van Playa la Vega. Nadat we even op het strand hebben gekeken, wandelen we naar een strandtent, waar we een kop koffie drinken; onze eerste pauze vandaag.
Na de pauze gaan we weer voort.
We zoeken het weer hogerop, over paden langs de kust.

Berbes
Steeds houden we het zicht op het langgerekte strand en de zee, totdat we bij het strand van Berbes weer verder landinwaarts gaan.
We komen eerst langs een houtopslag van de gestripte boomstammen van gekapte bomen.
Daarna wandelen we over de onverharde wegen door het dorp Berbes.
Verderop zien we aan de overzijde van de doorgaande weg een bonte variatie van vormen en kleuren van de overige woningen van het dorp.

Arenal de Morís
Na wisselend over smalle paden en asfalt te hebben gelopen, komen we op een heuvelrug, vanwaar we weer mooie uitzichten over de kust, het strand en de zee krijgen. We blijven de gele Jacobsschelp volgen.
Bij het strand van Arenal de Morís ontmoeten we een Nederlands echtpaar met twee kleine kinderen. Ze zijn gisteren op de camping hier vlakbij gearriveerd, en de beide kids lopen nu verwachtingsvol met hun zandschep in de richting van het mooie zandstrand.
Iets verder van de kust af gaan we verder over een bospad door een Eucalyptusbos. Omdat het in de afgelopen dagen heeft geregend, ruikt het hier heerlijk naar eucalyptus.
Daarna wordt het bospad afgewisseld met een veldpad. Door een weiland loopt een smal voetpad parallel aan de kust.
Links grazen koeien, met hun koeienbellen om de nek, dus we lopen met links het geluid van de koeienbellen, en rechts het geluid van de branding van de Cantabrische Zee.
Waarlijk schitterend zijn de voortdurende vergezichten over de Verdische kust van deze Spaanse kuststrook.

Playa de la Espasa
Het graspad gaat weer over in een steenachtig kustpad.
Via een klein houten bruggetje kunnen we een naar de zee stromend riviertje oversteken.
Dan komen we in de buurt van het strand van Playa de la Espasa. Eerst lopen we hoog langs de rotsachtige kust, waar de drooggevallen rotsen van de zeebodem geheel zijn begroeid met prachtige groene algen, zeewier, en andere zeeplanten.
Op het hoogste punt op de kustrots komt het strand in zicht.
Als we bij Playa de la Espasa zijn gearriveerd, nemen we hier onze tweede pauze van vandaag.
Na deze thee-pauze kunnen we via de brug van de doorgaande verkeersweg de rivier oversteken, die hier in zee uitmondt. Bij de rivier, tussen de weg en de zee, staat een oude boerderij vrij dicht tegen de zeekust.

La Isla
Ter hoogte van Santiago Gobiendes verlaten we even de doorgaande weg, om er parallel aan voort te gaan in de richting van La Isla.
De routegids geeft aan dat de route de doorgaande weg blijft volgen om La Isla heen. Wij gaan toch even door La Isla, omdat de gele camino-pijlen toch ook in de richting van het strand van La Isla wijzen. Langs het strand lopen we door La Isla.
Bij de dorpskerk verlaten we het strand, om weer terug te keren naar de doorgaande verkeersweg aan de rand van het dorp. Naast de kerk van La Isla zien we een geweldig grote Eucalyptusboom staan, hoog en met een enorme omvang, dus een hele oude boom.
Buiten La Isla komen we op het nieuwe betonnen fiets- en voetpad dat langs de N632 gaat in de richting van Colunga. Af en toe worden we door voorbijrijdende automobilisten en/of hun passagiers claxonnerend en roepend aangemoedigd om voort te gaan: Buen Camino!

Colunga
Na ongeveer drie kilometer voetpad wandelen we de stad Colunga binnen, bij de rotonde waar een groot beeld staat van een dinosaurus, en waar op de witte steentjesbodem van de binnencirkel van de rotonde met zwarte steentjes grote dinosaurusafdrukken zijn gemaakt; alsof een dinosaurus hier op de binnenring van de rotonde had gelopen.
Het is allemaal een verwijzing naar het plaatselijke dinosaurusmuseum.
Door de lange hoofdstraat wandelen we in de richting van de kerk.
Nog net op de valreep kunnen we vlak vóór 14.30 uur enkele boodschappen bemachtigen in de supermarkt tegenover de kerk, die net op dít moment voor de middagpauze gaat sluiten.
Met de boodschappen in onze plastic tassen bezichtigen we daarna de openstaande kerk. Deze kerk heeft een schitterend koor.
Ook de met kleine rechthoekjes gemaakte glas-in-lood-ramen van deze kerk zijn mooi.
In de stilte van deze kerk brandt een groot aantal kaarsjes.
In stilte verlaten we de kerk, wandelen - na enkele andere boodschappen te halen - weer terug naar onze auto, die we hier vanmorgen in het centrum hadden geparkeerd. Onderweg ontmoeten we heel toevallig weer de twee Tsjechische pelgrimerende zussen, die we in de afgelopen dagen al vele malen hebben ontmoet. Zij wandelen nog door naar Sebrayo, maar wij rijden nu terug naar onze camping in La Rasa.
Het is nu 26 graden Celsius. Vanmorgen was het nog zwaar bewolkt, maar later op de dag is het prachtig zomers weer geworden; heel mooi wandelweer, en vandaag weer een fantastisch mooie route langs de Cantabrische kust. Maar het was wel onze laatste wandeldag aan zee, want de Camino del Norte – en de Camino Primitivo die we binnenkort als vervolg gaan nemen - gaat landinwaarts verder richting Santiago de Compostela. De zee is dus passé.

Geen opmerkingen: