donderdag 7 augustus 2014

Pelgrimeren van Mogro naar Santillana del Mar

Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte > Irún – Santiago de Compostela

Van Mogro naar Santillana del Mar
Woensdag 23 juli 2014 – 21,2 km.
Dag 16: 299,1 – 320,3 km

Op de pelgrimsfoto voor de campingposter van de plaatselijke kloosterkerk 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mogro
Stipt om 8.00 uur rijdt de gisteren gereserveerde taxi bij de receptie het kampeerterrein op  van Camping Santillana. Ik zie direct dat het dezelfde chauffeur is die ons gisteren van Mogro naar Santander bracht. Als de chauffeur uitstapt, herkent hij ons ook direct. In 20 minuten rijdt hij ons van Santillana del Mar naar het centrum van Mogro, waar Durkje en ik om 8.20 uur onze wandeldag van Mogro naar Santillana del Mar aanvangen, bij de dorpskerk met de drie kruisen.
Het is onbewolkt, en nu al warm. Het belooft een warme dag te worden. Vlak buiten de dorpskom hebben we evenals gisteren uitzicht over de Cantabrische Zee en over een deel van de kuststrook.
Net voordat we de begraafplaats van Mogro passeren, komen we langs een aantal betonnen silo’s, die je hier voortdurend in het landschap ziet staan bij boerderijen.

Cudón
Als we bovenaan de heuvels lopen, krijgen we steeds doorkijkjes naar de zee. Zo ook op het moment dat we het dorpje Cudón binnen lopen.
Als we de verkeersweg zijn overgestoken, passeren we een pastelgroen geschilderd huisje. Het hondje dat op een bank ligt te slapen, wordt wakker, springt van de zitbank, en kijkt ons - zonder te blaffen - na.
Bij Cudón begint het steentjespad langs de buisleidingenstraat van het kilometers lange buizenstelsel van de chemiefabrikant Solvay.
Dit buizennetwerk is eigendom van de Belgische multinational Solvay, één van de grootste chemie- en plasticfabrikanten in Spanje.
Langs deze bovengrondse buizen wandelen we over de Camino het dorp Cudón uit.

Requejada-Polanca
Enkele minuten later zien we ver vóór ons al de plaats Requejada-Polanca in de vallei liggen.
Over het lange rechte steentjespad, dat verderop is geasfalteerd, wandelen we ongeveer drie kwartier later ter hoogte van het treinstation dit volgende dorp binnen.
Op het moment dat we via een fietsers- en voetgangersloopbrug deze groene spoorbrug oversteken, komt een trein aanrijden, waar twee pelgrims uitstappen; waarvan de man verband om zijn knie heeft, en moeizaam loopt.
Ze wandelen achter ons aan naar de hoofdstraat van het dorp, waar we op het terras van een café een kop koffie drinken, tegenover de pelgrimsherberg van Requejada-Polanca.

Requajada-Polanca
De man van het Duitse pelgrimsstel blijkt spier- en knieproblemen te hebben. Ze zouden vandaag de lange afstand van Santander naar Santillana del Mar lopen, maar hebben nu maar besloten om met de trein van Santander hier naar Requajada-Polanca te rijden, waarna ze de laatste 10,5 kilometer wandelend naar Santillana del Mar zullen proberen af te leggen.
Wij wandelen als eersten het dorp uit.

Barreda
Als je Requajada-Polanca uit loopt, loop je recht op de fabriek af van het chemieconcern Solvay.
Op de rotonde vlak vóór het dorp, staat een standbeeld van een grote en een kleine bizon; waarschijnlijk verwijzend naar de prehistorische grottekeningen van bizons, die men hier in deze regio vroeger heeft ontdekt.
Ter hoogte van de fabriek lopen we Barreda binnen.
De doorgaande weg door Barreda loopt over de lengte langs de fabriek van Solvay.
Aan het eind van het fabrieksterrein is het treinstation van Barreda. Daar gaan we rechtsaf, om dan via de brug over de rivier de Saja te lopen. Vanaf de Cantabrische Zee gezien is dit de eerste brug waarmee we de Rio Saja over kunnen steken, vandaar dat we vanuit het noorden naar het zuiden moesten lopen om hier met droge voeten aan de overzijde van de brede rivier te kunnen komen.

Viveda
Direct op de oever van de overzijde van de rivier begint het dorp Viveda.
Vanuit het rivierdal gaan we via een asfaltweg naar de hoger gelegen delen van Viveda. We lopen heuvelopwaarts tussen nieuwe en oude huizen door.
Viveda is een uitermate langgerekt dorp. Langs de verkeersweg is een roodgekleurd voetpad aangelegd, waarop pelgrims en andere voetgangers betrekkelijk veilig hun route kunnen volgen.
Boven op een heuvel staat een witte silo. Vanaf deze plaats krijgen we rondom een mooi panoramisch uitzicht over de heuvelachtige kuststrook.
Links van ons bevindt zich de vangrail. Die is om de paar meters bevestigd aan een metalen paal. Veel van deze palen zijn bedekt met tientallen slakken, die langs deze bermpalen naar boven zijn geklommen, en zich op enkele tientallen centimeters boven de grond in groepen tegen elkaar aan hebben genesteld. 

Camplengo
We zijn nu onderweg naar het streekdorpje Camplengo. Daarbij passeren we enkele boerderijen langs de asfaltweg.
Op het erf van één van deze boerderijen zijn twee mannen bezig met een strobaal.
De kalveren staan bij de voederbakken langs de doorgaande weg.
Om 12.30 uur wandelen we Camplengo binnen.
Achter de muur van het kleine kerkje van Camplengo nemen we staande een korte rustpauze, om even af te koelen en om weer wat te drinken. Het is behoorlijk warm geworden, we drinken onderweg vaak en veel, en gelukkig hebben we hier in het heuvelland bij de zee af en toe een vleugje verkoelende zeewind.
Buiten Camplengo is een kleine wegkapel. Vanaf die plek hebben we een mooi uitzicht over Santillana del Mar in het dal, waar we vandaag naar toe wandelen.

Queseria Casa Milagros
Maar voordat we onze bestemming bereiken, komen we in de bocht van de dalende weg langs een boerderij met een ‘queseria’, een eigen kaasmakerij. Als we het erf op lopen van deze Queseria ‘Casa Milagros’, komt een jongeman naar buiten. Als we hem vertellen dat we graag een kaasje van hem willen kopen, haalt hij een kaas uit de koeling, overhandigt die aan ons, en ontvangt daarvoor de gevraagde vijf euro.

Aankomst in Santillana del Mar
En dan is het eindelijk zover dat we Santillana del Mar binnen kunnen wandelen.
Vanaf de heuvel daal je af vanuit Camplengo, en dan wandel je ter hoogte van het Palacio de los Velarde het buitengewoon mooie dorp binnen.
Je loopt dan af op de achterzijde van de eeuwenoude kloosterkerk, de Santa Juliana.
Aan de voorzijde is de grote kerkdeur van het toegangsportaal gesloten.
Er hangt een informatiebord bij, waarop staat dat je de kerk kunt bezichtigen via de kloosteringang aan de zijkant. We gaan daar naar binnen, en mogen daar een stempel van deze kloosterkerk in onze pelgrimspaspoorten zetten. Het is het laatste stempel dat nog in deze – nu volle - pelgrimspaspoorten past.
Vanaf morgen gaan we verder met een nieuwe, het tweede pelgrimspaspoort, dat we al in Nederland hadden gekocht.
We wandelen door het pittoreske stadje.
Overal waar je kijkt, is het bijzonder. Niet alleen de puien, maar ook hele gevels tot aan de nok van het dak zijn de moeite waard om aandachtig te bekijken.

The Way of Saint James
Op een stenen bankje in de koele schaduw op Plaza Mayor zitten we iets te eten en te drinken.
Een echtpaar met kinderen komt op ons af en vraagt of wij pelgrims zijn. Het is een Amerikaans gezin uit Tampa in Florida. Ze hebben thuis de film ‘The Way’ van Martin Sheen gezien, en lopen sindsdien met het plan rond om ooit ook eens de Camino te gaan lopen. Ze hebben allerlei vragen over hoe dat dan moet, of ze de Camino ook met hun kinderen zouden kunnen lopen, en nog vele andere vragen. Dat je de Camino ook in opeenvolgende jaren zou kunnen bewandelen – elk jaar een deeltraject – is voor hen een eye opener. Dergelijke tips geven hen nieuwe perspectieven om dan toch maar eens gewoon te beginnen met een eerste deel van de Camino. Ze bedanken ons voor het beantwoorden van hun vragen, en dan nemen we afscheid.

Camino de los Hornos als uitvalsweg
We gaan nu deze uniek mooie pelgrimsstad weer verlaten, om nog een halve kilometer door te lopen naar onze camping. Over het Plaza Mayor lopen we in de richting van de uitvalsweg naar de camping.
Deze uitvalsweg van het stadje maakt ook onderdeel uit van de Camino. De pelgrimsweg loopt namelijk langs de achterzijde van onze camping. Bij het bereiken van de camping krijg je achter je een mooi uitzicht over het dal waarin het stadje ligt.

Camping ook voor pelgrims
Onze camping heeft ook een achteringang, waar bijvoorbeeld voorbijkomende pelgrims het kampeerterrein op kunnen lopen, om een slaapplaats te regelen in de refugio, om in de kampwinkel boodschappen te doen en/of op het terras te rusten, iets te drinken of te eten. Op vertoon van je pelgrimspas kun je hier bijvoorbeeld voor € 3,90 een tweegangen-pelgrimsmenu eten.
Bij deze achteringang van de camping hangt een meters groot billboard met daarop een foto van de plaatselijke kloosterkerk, waar je op een opstapje vóór kunt gaan staan, om vervolgens dan te worden gefotografeerd met die grote foto als achtergrond.
Wij wandelen hier de camping op, kopen boodschappen en een ijsje op het café-terras en gaan naar onze caravan. Einde van al weer een mooie – maar wel Spaans-warme – pelgrimsdag.

Geen opmerkingen: