Camino del Norte > Irún – Santiago de Compostela
Van El Pontarrón de Guriezo naar Laredo
Vrijdag 18 juli 2014 – 25 km.
Dag 12: 208,8 – 233,8 km
Santiago Matamoros met zwaard te paard |
El Pontarrón de Guriezo
Vlak voordat we de camping
willen verlaten – om 7.30 uur – gaat de poort van de camping open. We rijden
van Camping de Castro vanuit Castro-Urdiales naar El Pontarrón de Guriezo, waar
we de auto parkeren. Nog net vóór 8.00 uur beginnen Durkje en ik bij Bar El
Pontarrón, om vandaag via de Camino del Norte over een afstand van 25 kilometer
naar de Noord-Spaanse kustplaats La redo
te lopen. We wandelen El Pontarrón de Guriezo uit.Het blijft vandaag de hele dag bewolkt, met af en toe een beetje zonneschijn en een verfrissende wind, bij een temperatuur die oploopt tot 26 graden Celsius; prima wandelweer dus.
Rioseco en El Puente
Het eerstvolgende dorpje waar
we binnenlopen, is Rioseco. Wie nog iets wil kopen voor onderweg, kan dat hier doen in de kleine dorpssupermarkt.
We passeren de ermita van San Blas.
Vanwege ons stevige tempo hebben we al twee pelgrims ingehaald. Verderop zien we de twee Tsjechische pelgrims Lenka & Eva wandelen, die we in de afgelopen dagen hebben ontmoet. Als ze ons zien aankomen, wachten ze ons op. Gevieren lopen we verder, onder andere langs het dorpje El Puente.
La Magdalena
De eerste grotere plaats waar
we doorheen komen en waar we via een brug in de doorgaande weg een riviertje
oversteken, is La Magdalena.In het dorp kijkt Lenka even of de deur van de kerk open is, maar dat is helaas niet het geval.
De zusters Eva & Lenka houden hier bij de kerk van La Magdalena een korte rustpauze. Wij gaan door, maar we zullen elkaar vandaag en/of in de komende dagen vast nog wel eens weer ontmoeten.
Tussen de bebouwing door lopen we naar de rand van de bebouwde kom, waar enkele kleine boerenbedrijven zijn. Schapen en paarden grazen hier in de weiden binnen de dorpskom.
Bij een huis tegen de bosrand staan twee kettinghonden ons luid blaffend op te wachten.
Heuvelopwaarts door Eucalyptusbos
Hier begint een lange, maar
niet al te zware klim heuvelopwaarts. We klimmen over een mooi breed bospad
door een Eucalyptusbos, met ook veel varens.In het hellingbos passeren we een boerenschuur, die binnen het omringende hekwerk wordt bewaakt door een hond. Hier in dit gebied zien we opvallend vaak dat in verlaten gebieden geïsoleerde stukjes grond (zoals moestuinen) of vervallen boerenschuurtjes (waar nog een beetje vee bij loopt) worden bewaakt door eenzame honden. Een af en toe passerende (groep) pelgrim(s) of wandelaar(s) is dan het enige wat zo’n hond aan menselijke beweging ziet.
Dit bos wordt ook gebruikt als productiebos. Grote voertuigen hebben diepe en brede sporen getrokken door de roodgekleurde bosgrond.
In de vallei van Liendo
Als we aan de overzijde van
de beboste heuvel een foto maken van de vallei van Liendo vóór ons, passeert
ons een Spaanse wandelaar, die al geruime tijd achter ons heeft gelopen door
het bos. We hoorden de hond in het bos al aanslaan vlak nadat wij waren
gepasseerd, dus daaraan hadden we al gehoord dat er iemand anders achter ons
liep. Over een breed pad gaan we de vallei in, hier en daar kleine boerenbedrijven, schuren en huizen passerend. Het is een prachtige vallei om in en door te lopen.
Verderop zien we rechtsvóór ons de rest van de vallei liggen. Daar liggen in de verte al de dorpen Rocillo en Liendo, en rechts beneden ons doorsnijdt de autosnelweg A8 slingerend deze vallei. De stilte van de vallei is voorbij, vanaf nu horen we weer veel autoverkeer.
Rocillo
We dalen sterk af, om
verderop tussen de tientallen meters hoge pijlers van de A8 onder deze
autosnelweg door te lopen. Via een smal steenachtig pad komen we dan in het
dorpje Rocillo, op de plaats waar op een schuurtje een kruis is bevestigd, dat
is gemaakt van tien Jacobsschelpen.In deze streek hebben veel huizen op de verschillende verdiepingen houten veranda’s, die vaak mooi zijn versierd met bloemen in allerlei kleuren.
In het centrum van Rocillo wordt momenteel gewerkt aan het metselen van een bermmuur. Op deze langgerekte bouwplaats met veel natuursteen, bouwprofielen en richtsnoeren kunnen we mooi zien op welke wijze dergelijke stenen muurtjes worden opgemetseld op een betonnen funderingsplaat. Duidelijk is in elk geval dat het opmetselen van dergelijke muren met ook dikke natuurstenen lichamelijk een zware klus is.
Tweemaal Santiago te Liendo
Nagenoeg ongemerkt wandel je
tussen de bebouwing van de beide valleidorpen zo het volgende dorp Liendo
vanuit Rocillo binnen. In Liendo passeren we een groot en ommuurd huis, dat is
gebouwd volgens de zogenoemde ‘Indianos architectuur’. Het zijn als het ware
opvallende paleisjes, die door de uit Zuid-Amerika teruggekeerde
kolonist-emigranten zijn gebouwd om zo hun aldaar vergaarde rijkdom te tonen.In het dorpscentrum passeren we het terras van een bar, omdat we eerst de grote kerk van Liendo willen bekijken, waarvan de deur uitnodigend open staat. Direct bij binnenkomst worden we aangesproken door een betaalde lokale gids, wiens werk het gedurende het zomerseizoen is om de passerende pelgrims en toeristen te vertellen over de ins en outs van deze kerk. We vragen haar met name iets te vertellen over de beelden van Sint Jacob (Santiago), waarvan we weten dat die hier in de kerk aanwezig zijn. Het ene beeld is een afbeelding van Jacobus als Morendoder (Matamoros met opgeheven zwaard te paard), en het andere - zwaar beschadigde - houten beeld verbeeldt Jacobus als pelgrim (met Jacobsschelp op zijn pelgrimshoed).
Voorts bezichtigen we ook de rest van het interieur van deze grote kerk, die niet in de vorm van een kruis, maar van een hoogopgaande rechthoek is gebouwd.
Buen Camino!
Na onze koffiepauze bij de
bar van Liendo verlaten we dit dorp via een meer dan een kilometer stijgende
asfaltweg, die de oude weg is van Liendo naar Laredo. Verderop moeten we een
eind langs de N634 lopen, totdat de historische pelgrimsroute afbuigt, een dal
in, ter hoogte van de afslag waar een groep Spaanse wandelende jongeren in gele
veiligheidshesjes aan de kant van de weg rust. We hebben deze groep jonge
wandelaars in de afgelopen dagen al enkele malen eerder ontmoet. Vanuit de
groep wordt ons door enkelen het welbekende ‘Buen Camino’ toegeroepen, hetgeen
we hen vriendelijk ook terugwensen.
Tarrueza
We duiken nu weer een vallei
in, waarin we een grote variëteit aan woonhuizen, agrarische bedrijfsgebouwen
en enkele kerken passeren. Ook hier weer die prachtig met opvallende
bloemenpracht versierde gevels van woonhuizen.We passeren halfopen schuurtjes, waarin het vee (koeien) onder een afdakje staat, beschermd tegen de zon.
Een ‘doorleefde’ strontkar staat tegen de gevel van een boerderijtje, langs het doorgaande asfaltweggetje door dit buurtschap.
Dan zien we een uit de kluiten gewassen kerkgebouw staan.
Aan de voorkant lijkt er niets bijzonders aan de hand te zijn met deze kerk, getuige de zwaar uitgevoerde gevel aan de wegzijde.
Aan de achterzijde echter blijkt dat er op de verdiepingsvloer een woonhuis in vakwerkstijl tegen de zijkant is gebouwd, die vanuit de omloop aan de achterzijde toegankelijk is met een vaste trap.
Deze vallei maakt deel uit van de zogenoemde camino-variant van Tarrueza, de historische weg (camino).
In een muur langs de kant van de weg is in 2009 een herdenkingsplaquette bij een monument aangebracht voor een man – waarschijnlijk een pelgrim – die hier in 2008 is overleden.
Verderop grazen enkele geiten bij een vervallen – maar kennelijk nog wel bewoond – boerderijtje.
Laredo
De stilte van dit agrarisch
gebied wordt verstoord door de snelweg van de A8, die hier op meters hoogte
door de vallei snijdt. Als we de vallei uit komen, zien we ineens ver vóór ons
de zee en de kustplaats Laredo, de badplaats met een voor de Cantabrische kust uitzonderlijk
uitgestrekt strand.We gaan over de A8 heen en gaan dan via een stijgend voetpad langs een hellingheuvel langs de toegangsweg naar Laredo.
We hebben eerst een mooi uitzicht over het moderne deel van Laredo, met het 5,5 kilometers lange strand.
Iets verder krijgen we zicht op het eeuwenoude Laredo, waar we straks de stad zullen betreden.
Tussen twee oude stadmuren door gaan we over stenen trappen naar beneden.
We wandelen de stad Laredo binnen door de oude stadpoort.
Door een smal straatje lopen we naar de toegangsweg, die we moeten nemen om in het stadcentrum te komen. Het is hier behoorlijk druk met winkelend publiek, toeristen, en het verkeer dat hier om de beurt ook door de smalle straat moet.
Links en rechts zien we allemaal kleine winkeltjes, waar van alles te koop is.
In een Chinees winkeltje vinden we nog enkele spullen die we nog steeds moesten kopen ter vervanging van hetgeen enkele dagen geleden in Gernika uit onze caravan werd gestolen. We kunnen hier bij een geldautomaat geld pinnen, en gaan dan op zoek naar een VVV en naar een vervoersmogelijkheid terug.
Snelle taxi
Bij de VVV krijgen we een
stempel in onze pelgrimspaspoorten. We vragen vanaf welke tijd we morgen de
boot vanuit Laredo zouden kunnen nemen om de Ria over te steken naar Santoña.
En op onze vraag of we met een bus terug kunnen naar El Pontarrón de Guriezo krijgen
we een bevestigend antwoord. Als we een busticket willen kopen in de
busterminal van Laredo zien we op het informatiebord dat juist op dat moment
onze bus vertrekt, en als we naar buiten kijken, zien we de bus inderdaad weg
rijden.Omdat we niet een uur willen wachten op de volgende bus, zoeken en vinden we naast de busterminal een taxi, die ons voor nog geen 17 euro direct in ongeveer 20 minuten via de A8 terug rijdt naar El Pontarrón de Guriezo, waar we vanmorgen vroeg onze auto parkeerden.
We eten de rest van ons lunchpakket onderweg naar de camping op in Islares aan de kust, en dan rijden we weer terug naar onze camping in Castro-Urdiales.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten