Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Saint-Père naar Tannay
Zaterdag 25 juli 2009 – 24 km.
Dag 64: 1323,5 – 1347,5 km.
Het is maar 13 graden Celsius als Durkje en ik vanmorgen even na 8.00 uur de camping van Varzy verlaten. Eerst hebben we nog afscheid genomen van de Nederlandse pelgrim Astrid met haar hondje Foxy, die gisteren toch weer onverwacht bij ons op de camping in Varzy arriveerden en die gisteravond met ons aten en de avond gezellig doorbracht in onze tent. Astrid en Foxy sliepen vannacht met een andere pelgrim in de refugio, die onze camping ook heeft.
We parkeren de auto bij de SuperU van Tannay en dan fietsen we door naar St.-Père. Daar drinken we eerst een kop koffie, alvorens we onze wandeldag aanvangen.
We verlaten St.-Père via de wasplaats even vóór 11.00 uur. We nemen de keitjesweg omhoog en gaan daarna over een veldweg langzaam stijgend in de richting van de Mont Liboeuf. Als we al aardig op hoogte zijn, zien we rechts in de verte Vézelay liggen. Als we in zuidelijke richting de Mont Liboeuf bestijgen, laten we Vézelay letterlijk achter ons. Aan de overzijde van de heuvel dalen we langs de wijngaarden tot een T-kruising. De eerste 1,5 kilometer hebben we nu gehad.
We gaan in zuidwestelijke richting over de flank van de heuvel en lopen verderop over een asfaltweg langs het Bos van Brosse Dart. Daarna lopen we over een begroeide veldweg tussen de akkers door, die liggen tussen het Bos van Châtenay en het Bos van Mont Foyé. We komen uit bij een asfaltweg bij de Mont Lignon, vanwaar we een mooi uitzicht hebben over de Avallonnais en de Morvan. We lopen daarna boven het bosgebied van de Mont Bottrey langs en komen dan in open veld.
Als we over een heuveltje gaan, zien we voor ons een ongelooflijk mooie vallei liggen, die nagenoeg geheel is begroeid met akkers met alleen maar zonnebloemen. De akkers met zonnebloemen worden omgord door de donkergroene boszomen. Het is een sprookjesachtig tafereel, vooral omdat de zon er heerlijk over schijnt. Het is een lust voor het oog om door deze unieke vallei heen te wandelen.
Tussen de veldweg en de akkers met zonnebloemen bloeien ook nog eens prachtige planten, in wit, maar ook de mooie blauwe korenbloemen, die je hier veelvuldig ziet in deze streek.
Daarna gaan we het Bos van de Provenche in. Het is hier aangenaam koel en het bospad is nogal vochtig. Evenals de vorige dagen, zien we ook hier in het bos weer de grote hoeveelheid oranjegekleurde slakken over het bospad kruipen. Een vrolijk gezicht zo op het donkere bospad. Vooral als ze even - tussen de bomen door - door de zon worden beschenen, zijn het de fel-oranje sieraden van het bospad.
In de Grand Molay passeren we volgens de wandelkaart het kleine bosmeertje Le Lac Blanc, maar die kunnen we helaas door de bomen heen niet zien. Een eindje voorbij Le Lac Blanc staat een hele duidelijke wegwijzer naar een enigszins verscholen, begroeide smalle boslaan, die we in gaan. We dalen hier via een diep uitgehold en modderig bospad de helling van Châtillon af. Aan de overzijde van een asfaltweg gaan we het bosgebied van Buisson Boudard in. We klimmen tussen de boszoom van het Bos van de Brosses en de graanvelden door naar de boerderij van La Forêt.
Het is hoog tijd voor een etenspauze, want we hebben al meer dan twee uren aangesloten gelopen. Op het boerderijerf pauzeren we op een gedumpte laadbak van een oude vrachtwagen, temidden van oude voertuigen en naast een klein vijvertje, waarin kleine karpers onrustig tussen de oeverbegroeiing door spartelen.
Ten westen van het bosgebied steken we de D42 over om de lange asfaltweg in de richting van Metz-le-Comte te nemen. De 12e eeuwse Romaanse kerk van Metz-le-Comte, die boven op de 291 meter hoge heuvel van La Montagne staat, is al van veraf duidelijk te zien.
We passeren eerst Moulin Morizot en daarna het gehucht Les Crépillons. Uiteindelijk komen we aan in Metz-le-Comte.
We zijn nu weer 13 kilometer verder en hiermee hebben we vandaag inmiddels 14,5 kilometer afgelegd.
Naast het gemeentehuis zien we een pelgrim rusten. We lopen om het centraal gelegen dorpsveld heen en volgen daarbij de beschrijving van onze wandelgids om via het kalkstenen kruis van Ragon (Anno 1672) het bospad te nemen, dat rondom de heuvel van La Montagne loopt. Dat valt echter niet mee, want men heeft hier de wit-rode markering verwijderd, door die met grijze verf over te schilderen. Met het nodige zoekwerk vinden we uiteindelijk toch de door begroeiing verscholen smalle bosweg, die rondom deze dorpsheuvel gaat. Het is bijna niet te doen, maar er komt ons op dit aan alle kanten zwaar begroeide pad zelfs nog een auto tegemoet, met daarin twee lachende mannen. Ze krijgen het werkelijk nog voor elkaar ook om met hun auto over dit bospad te crossen. Rondom de heuvel vinden we hier en daar weggeschilderde markeringen en af en toe een waarschijnlijk niet ontdekte markering. We slagen erin het pad toch geheel uit te lopen en we komen ter hoogte van een rotsachtige helling weer in het veld aan de westzijde van Metz-le-Comte.
We lopen op een gegeven moment in de richting van de boerderij van Vauprevoir, die we in de verte zien staan. Bij deze boerderij lag vroeger een leproserie, die van de 14e tot de 17e eeuw ook druk werd bezocht door de pelgrims, die onderweg waren naar Santiago de Compostela.
Wij steken de D985 over en steken dan bij Le Moulin d'Asnois een smalle zijtak van de rivier de Yonne over. Verder stroomopwaarts zien we een kleine stuw met wateroverloop. Een klein eindje verder gaan we over een grotere brug, over de vrij snel stromende rivier de Yonne. Tussen de zijtak en de rivier en tussen de rivier en het nu volgende kanaal is veel openbaar groen, dat zichtbaar regelmatig voor recreatieve doeleinden wordt gebruikt.
We steken vervolgens ook de hoge brug over het Kanaal van Nivernais over. Een klein fietspaadje gaat onder deze brug door en verbindt zo de jaagpaden aan beide kanten van de brug langs het kanaal. Hoog op de heuvel vóór ons ligt het Château d’Asnois.
Langs de lokale picknickplaats lopen we via de hoofdstraat omhoog naar het dorpje Asnois. We gaan door het hooggelegen dorpje heen naar de buiten de dorpskom liggende kerk Saint-Loup. Deze kerk met een smalle toren heeft drie schepen en een bijzondere waterspuwer op de kerkgevel in de vorm van een wolvenkop.
We dalen over het pad langs het kerkhof en nemen een zwaar begroeid veldpad tussen twee dichtbegroeide en hoog opgaande wallen door, dat afbuigt en afdaalt naar het kanaal.
Bij een rode ophaalbrug komen we bij het Kanaal van Nivernais. Aan de overzijde van het kanaal staat een mooi bankje voor onze nodige rust, maar het is inmiddels zo warm geworden, dat het daar in de volle zon op een bankje zitten, voor ons teveel van het goede is. We wandelen dus maar door over het jaagpad langs het kanaal, in de richting van de verderop liggende sluis, in de hoop dat we daar wel ergens in de schaduw kunnen rusten, eten en drinken.
Bij deze sluis is het een drukte van belang. Op dit moment wordt een huurboot met een aantal Britse opvarenden geschut. Deze sluis is overigens een dubbele sluis; zeg maar: één met twee verdiepingen. Je wordt eerst van een laag naar een midden-niveau geschut en daarna van het midden- naar een hoog niveau geschut.
We rusten op het muurtje voor het sluiswachtershuisje. De studente die hier het schutten deels met afstandsbediening en deels nog handmatig verricht, heeft het er maar druk mee, maar ondertussen neemt ze toch ook nog de nodige tijd om even met ons te praten. Met een “bon courage”-wens voor ons als pelgrims nemen we afscheid van haar.
Via de D165 steken we het spoor over en daarna gaan we over een oude, onverharde veldweg parallel aan de D165 omhoog naar Tannay. Het is een stevige klim over een waarschijnlijk heel oud karrenspoor, dat ons ter hoogte van de voormalige en inmiddels vervallen wasplaats in de bebouwde kom brengt. Tannay staat bekend om haar vroegere leerlooierijen.
In het dorpscentrum passeren we de voormalige kapittelkerk Saint-Léger, een 13e-14e-15e eeuwse kerk met een reliëf over de legende van Sint Hubertus. We vervolgen de hoofdstraat in westelijke richting en komen dan iets na 17.00 uur aan de rand van de dorpskom bij de SuperU, waar we vanmorgen onze auto parkeerden en waar we nu nog even onze weekendboodschappen voor deze zaterdag en voor morgen halen.
Daarna halen we de fietsen op uit St.-Père en rijden we weer terug naar onze camping in Varzy.
We hebben vandaag 24 kilometer gelopen. Eerst bij een lage temperatuur, maar gaandeweg de dag werd het weer steeds mooier en klom de temperatuur op tot zo' n 20-22 graden Celsius. Mooi wandelweer en overigens een buitengewoon gevarieerde route, met een zeer groot aantal landschapstypen. En dat allemaal op één dag. Heel bijzonder dus.
Je kunt overigens ook duidelijk merken dat je het wijnbouwgebied hebt verlaten en dat je weer deels tussen graanvelden en weilanden loopt. Het gebied waar we vandaag eindigen, heeft een landschap met kleine stukken grasland, hier en daar omzoomd met boomwallen, struiken, en kleine bospercelen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten