Woensdag 13 mei 2009
“Niets is hier blijvend. Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.” Woorden uit de Zangbundel van Johannes de Heer, die wijzen op de vergankelijkheid van de mens, van natuur en cultuur. Eergisteren (over cultuur) en gisteren (over natuur) schreef ik de eerste twee delen van een drieluik over het landgoed Martenastate in Cornjum (zie mijn weblogberichten van 11 en 12 mei 2009). Vandaag het derde en laatste deel van deze serie: over de vergankelijkheid van de mens.
De familie Martena is lang eigenaar geweest van het landgoed Martenastate te Cornjum. Verschillende generaties Martena hebben het oude kasteeltje Martenastate bewoond. Jonkheer Duco Martena Burmania van Vegelin van Claerbergen was de laatste adelijke bewoner van het geslacht Martena.
De familie Vegelin van Claerbergen liet in het begin van de negentiende eeuw - in 1809 - op hun landgoed Martenastate een eigen familiegraf aanleggen, in de vorm van een grafheuvel. Deze grafheuvel is te vinden aan de zuidoostkant van het landgoed. Onder de tien grote grafstenen van deze particuliere begraafplaats ligt de familie Martena begraven. Ook de al eerder genoemde jonker Duco, die als laatste bewoner geen nageslacht achter liet.
Deze grafheuvel wordt omzoomd door verschillende monumentale beuken. Bijzondere bewoners zijn de Blauwe Reigers, die bij deze grafheuvel – gelegen naast de eenvoudige natuurcamping aan de zuidkant van het terrein van Martenastate - een Reigerkolonie bevolken.
woensdag 13 mei 2009
Martenastate: hoe schoon ook, 't zal eenmaal vergaan
Labels:
begraafplaats,
Blauwe Reiger,
Burmania,
Cornjum,
drieluik,
familiegraf,
grafheuvel,
Johannes de Heer,
landgoed,
Martena,
Martenastate,
reigerkolonie,
van Claerbergen,
Vegelin
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten