Eredienst
Het is nu zondagochtend 21 september 2025. Durkje en ik zijn te gast in de ochtendkerkdienst van de Gereformeerde kerk Broeksterwâld-De Falom.
Regelmatig is er een aanleiding om op zondag een andere kerkdienst bij te wonen dan in Stiens, maar nu is de oorzaak gelegen in het verdrietige feit dat Durkje haar moeder vandaag precies een week geleden plotseling is overleden.
De voorganger van de dankdienst voor haar leven nodigde ons enkele dagen geleden uit om hier te gast te zijn bij de kerkdienst waarin Durkje haar moeder zal worden herdacht in het kanselbericht en in de gebeden.
Ware rijkdom
De predikant die op het rooster staat om vanmorgen voor te gaan, had zich afgemeld wegens ziekte, en gelukkig heeft deze gemeente in dominee Jelle de Kok een andere predikant gevonden, die bereid is om voor te gaan in deze avondmaalsdienst. Halverwege deze dienst luisteren we naar de preek van de voorganger.
Doorgaans lukt het me niet om de complete inhoud van de preek mee de kerk uit te nemen om daarmee de nieuwe week in te gaan. Wel lukt het vrijwel altijd om de essentie van de preek goed te onthouden, of een citaat mee te nemen ter overdenking in de komende week en in wat daarop volgt. Wat in de preek vanmorgen bij mij binnenkomt als ‘Gods Woord in een ouderling’, en vandaag, de hele week en tot op heden in mijn pelgrimshart binnen wordt gelaten, is de zinsnede van de voorganger: “Ware rijkdom zit in een hart dat gééft; want dáárin wordt Gods verzoenende werk zichtbaar”.
Een hart dat geeft
Je zou bij ‘geven met je hart’ kunnen denken aan het ruimhartig schenken van een geldelijke bijdrage, als jou tijdens de kerkdienst gevraagd wordt om een gepaste gift te schenken tijdens de collecte.
Durkje haar moeder stond er in allerlei kringen van dorp, kerk, kennissen en familie om bekend dat zij een met stukjes appel gevulde cake uit haar wonderpan toverde, die zij overal bracht, waar haar warmhartige gebaar vreugde gaf, waar dat gewenst of noodzakelijk was. Dergelijke barmhartige gebaren, en ook bijvoorbeeld het brengen van een bloemetje of het sturen van een wenskaartje of het bij iemand binnenlopen voor een welgemeende ontmoeting van mens tot mens, vallen mijns inziens allemaal in de categorie van ‘een hart dat geeft’.
Durkje en ik proberen met onze ‘Refugio Ultreia Feinsum’ - als pelgrims die onderweg zoveel ‘hartelijks’ hebben ontvangen - op onze manier iets terug te geven aan gastvrijheid, tijd en aandacht aan al die voorbijgaande ervaren pelgrims en pelgrims in spe.
Iedereen die zo of anderszins met een warm gebaar en met een warm hart iets geeft aan een ander, ervaart een gevoel van dankbaarheid dat je dat mág en kúnt doen. Dat je van betekenis kunt zijn en van waarde bent voor een ander. Je zult dat vast en zeker zelf ook herkennen?!
Daarin wordt Gods verzoenende werk zichtbaar
De ‘Broekster-Falomster’ PKN-gemeente waar wij vanmorgen te gast zijn, blinkt uit in het in woord & daad omzien naar oudere gemeenteleden, om hen het gevoel te laten houden dat zij erbij horen. Durkje haar ouders werden - zolang dat nog kon – tot op hoge leeftijd ’s morgens uit Damwâld opgehaald, naar de kerk van Broeksterwâld gebracht, waarna ze vaak met de kerkchauffeur thuis koffiedronken, en aan het eind van de ochtend weer werden thuisgebracht.
Direct na het kanselbericht over het overlijden van haar moeder wordt Durkje – omdat zij dat graag wil - in de gelegenheid gesteld de gemeenteleden te bedanken voor hun voortdurende zorg & aandacht voor haar ouders. Nog voordat de predikant in zijn preek die woorden straks zal uitspreken, klinkt in Durkje haar dankwoord door dat door het warmhartig handelen van deze protestantse gemeente Gods verzoenende werk zichtbaar wordt.
Waarin?-Daarin! wordt Gods verzoenende werk zichtbaar
En dan tot slot hier nog even van buiten naar binnen kijken.
Laten we hier en nu ook eens naar ons zèlf kijken:
- Hoe doen wij het in Protestantse Gemeente te Stiens?
- Waarin zit de rijkdom van onze gevende harten in Stiens?
- Wordt daarin Gods verzoenende werk zichtbaar?
- 1. Hebben wij als Protestantse Gemeente te Stiens bijvoorbeeld een kerkenraad die als gemeentebestuur ‘vraagt’?, òf ‘geeft’? Hoe ruimhartig faciliteert de kerkenraad onze kerkvrijwilligers als het gaat om het beschikbaar stellen van middelen, en óók als het gaat om het schenken van autonomie (handelingsruimte) aan kerkelijke commissies? En ervaren onze kerkvrijwilligers daarin vrijelijk de ruimte om verstandig - en vooral ook naar eigen goeddunken – en met (meer) passie (dan ooit) hun gemeentewerk te doen? Hoe groot is de ruimte die onze kerkwerkers daarin ervaren in Stiens? Wordt in Stiens daarmee Gods verzoenende werk zichtbaar? Zo ja, waar?
- 2. En worden onze kerkvrijwilligers gezien als actieve, warmhartige gemeenteleden, die rijkelijk hun tijd en aandacht geven aan hun werk voor en in de kerk? Hoe wordt door onze gemeenteleden en door anderen in een kleine of grote kring rondom onze protestantse gemeente het harten-werk van onze kerkvrijwilligers gewaardeerd? Hebben wij daar zicht op? Wordt in Stiens daarmee Gods verzoenende werk zichtbaar? Zo ja, waar?
- 3. En – tenslotte – ook even allen naar ons zèlf kijkend, en bij onszelf te rade gaan, waarin schuilt de rijkdom van óns ruim(te)gevende hart? Zijn wij bereid om met alles wat in onze mogelijkheden ligt, een ruimhartige bijdrage te leveren aan alle zo nodige werk van onze kerk? Hoe wordt onze protestantse gemeente door de Stiensers ervaren? Hebben we daar zicht op? Wordt in Stiens daarmee Gods verzoenende werk zichtbaar? Zo ja, waar?
Column
Deze (mijn) column werd gepubliceerd in de Twaklank van november 2025.
Twaklank is het informatie- en opinieblad van de Protestantse Gemeente te Stiens.




